Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,3 | alle helderheid herinnert wanneer het schrijft: “Wie namelijk
2 I, 0, 3,6 | Slechts één is “de Goede”. Wanneer je echter het leven wilt
3 I, 0, 4,8 | des Heren is opgegroeid. Wanneer hij Jezus deze vraag stelt,
4 I, 0, 5,9 | Slechts een is “de Goede”. Wanneer je echter het leven wilt
5 I, 0, 5,11 | heerscharen” (Jes. 6, 3). ~Maar wanneer alleen God het Goede is,
6 I, 0, 6 | Wanneer je echter het leven wilt
7 I, 0, 6,12 | van het Nieuwe Verbond, wanneer de wet weer en voorgoed
8 I, 0, 6,12 | Jezus daarom de jongeman: “Wanneer je echter het leven wilt
9 I, 0, 6,13 | bedrog, Godslastering enz. Wanneer iemand begint niets met
10 I, 0, 7 | Wanneer u volmaakt wilt zijn” (Mt.
11 I, 0, 7,16 | geboden heb ik opgevolgd”, wanneer het gewicht van de in Gods
12 I, 0, 7,16 | volmaaktheid in te slaan: “Wanneer je volmaakt wilt zijn, ga
13 I, 0, 7,17 | karakter aan van een aanbod: “Wanneer je.. wilt”. Het woord van
14 I, 0, 8,19 | volle zal worden begrepen, wanneer de heilige Geest hen in
15 I, 0, 8,19 | gehoorzaamheid jegens de Vader. Wanneer hij door het antwoord van
16 I, 0, 8,20 | symbolische uitdrukking krijgt: “Wanneer nu Ik, de Heer en Meester,
17 I, 0, 8,20 | u mijn leerlingen zijt: wanneer u elkaar liefhebt” (Joh.
18 I, 0, 8,20 | geen grotere liefde dan wanneer iemand zijn leven geeft
19 I, 0, 8,20 | vrienden” (Joh. 15, 13). ~Wanneer Jezus de jongeman oproept
20 II, 0, 11,29 | hun uitdrukkingswijze, ook wanneer deze altijd dezelfde betekenis
21 II, 0, 11,30 | 30. Wanneer wij ons met deze encycliek
22 II, 0, 12,34 | eenheid met God komt”. 57 Wanneer voor de mens het recht bestaat,
23 II, 1, 2,39 | opbouwen. Want zoals de mens, wanneer hij de wereld regeert, haar
24 II, 1, 2,39 | zichzelf de gelijkenis met God, wanneer hij zedelijk goede handelingen
25 II, 1, 2,41 | voorzienigheid van God insluit. Wanneer God de mens verbiedt om “
26 II, 1, 3,42 | waardigheid verkrijgt de mens, wanneer hij zich vrijmaakt uit elke
27 II, 1, 3,43 | door het verstand dat, wanneer het met behulp van het natuurlijke
28 II, 1, 4,50 | natuur tot stand kan komen. Wanneer de Kerk manipulaties van
29 II, 1, 5,51 | volkomen maakt” (Kol. 3, 14). Wanneer ze daarentegen de wet miskennen
30 II, 1, 5,52 | waardigheid te kwetsen. ~Ook wanneer alleen de negatieve geboden
31 II, 1, 5,52 | handelingen na te laten, vooral wanneer hij bereid is, liever te
32 II, 2, 2,57 | verbinding met de wet: “Wanneer de heidenen, die de wet
33 II, 2, 2,58 | komt, zoals een heraut, wanneer hij het decreet van de koning
34 II, 2, 2,58 | van zijn ziel doordringen, wanneer ze hem fortiter et suaviter
35 II, 2, 2,59 | uitgewist, maar veeleer erkend, wanneer het verstand hun toepassingen
36 II, 2, 2,60 | overeenstemming daarmee handelen. Wanneer de mens tegen dit oordeel
37 II, 2, 2,60 | oordeel handelt of ook, wanneer hij bij ontbrekende zekerheid
38 II, 2, 2,61 | goed en het bedreven kwaad. Wanneer de mens kwaad doet, blijft
39 II, 2, 3,62 | kan men echter niet zeggen wanneer de mens te weinig moeite
40 II, 2, 3,63 | waardigheid op het spel, wanneer het opzettelijk dwaalt,
41 II, 2, 3,63 | het geweten doelt Jezus, wanneer Hij vermaant: “Het oog geeft
42 II, 2, 3,63 | lichaam helder zijn. Maar wanneer je oog ziek is, dan zal
43 II, 2, 3,63 | hele lichaam duister zijn. Wanneer nu het licht in jou duisternis
44 II, 3, 1,65 | mens kunnen bepalen, ook wanneer de mens alleen door hun
45 II, 3, 1,65 | van ontkoppeling aanneemt, wanneer zij het zedelijk “goede”
46 II, 3, 1,66 | ook tegen de jongeman: “Wanneer je volmaakt wilt zijn,..
47 II, 3, 1,67 | optie precies dan herroepen, wanneer de mens in een zedelijk
48 II, 3, 1,67 | niet beoordeeld worden, wanneer men afziet van de overeenstemming,
49 II, 3, 1,68 | vgl. Jac. 2, 8-11); ook wanneer hij in het geloof blijft,
50 II, 3, 2,70 | sprake van een doodzonde, wanneer de mens bewust en vrij om
51 II, 4, 1,72 | handelen is zedelijk goed, wanneer de uit de vrijheid voortkomende
52 II, 4, 1,72 | weg naar de zaligheid: “Wanneer je het Leven wilt bereiken,
53 II, 4, 1,72 | handelen is dan zedelijk goed, wanneer het de bewuste afstemming
54 II, 4, 1,72 | tot uitdrukking brengt. Wanneer het object van de concrete
55 II, 4, 1,73 | door, die in Christus zijn, wanneer wij ons in de werken goede
56 II, 4, 1,73 | aan de rijke jongeling: “Wanneer je het eeuwig leven wilt
57 II, 4, 2,76 | aan de leer van de Kerk, wanneer ze menen dat ze de vrije
58 II, 4, 2,76 | erkennen en te respecteren. 125 Wanneer de apostel Paulus de vervulling
59 II, 4, 2,78 | ontbreekt. Bijvoorbeeld: wanneer iemand steelt, om een arme
60 II, 4, 2,78 | handeling is daarom goed, wanneer haar object overeenkomt
61 II, 4, 2,78 | waarlijk nagestreefd wordt, wanneer de wezenlijke aspecten van
62 II, 4, 2,78 | beslissende volkomenheid, wanneer de wil haar door de liefde
63 II, 4, 3,81 | 81. Wanneer de Kerk het bestaan van “
64 II, 4, 3,81 | erven” (1 Kor. 6, 9-10). ~Wanneer de daden in zichzelf slecht
65 II, 4, 3,82 | is de bedoeling dan goed, wanneer ze op het ware goed van
66 II, 4, 3,83 | voortvloeiende consequenties. Wanneer de Kerk erkent en leert
67 III, 0, 12,115| ook voor de maatschappij. ~Wanneer het deze geboden erkent,
|