Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I | goeds moet ik doen.. ?” (Mt. 19, 16)~Christus en het antwoord
2 I, 0, 3 | een man naar Jezus..” (Mt. 19, 16)~
3 I, 0, 3,6 | kom dan en volg Mij” (Mt. 19, 16-21). 13 ~
4 I, 0, 4 | leven te bereiken?” (Mt. 19, 16).~
5 I, 0, 5 | Slecht één is “de Goede” (Mt. 19, 17).~
6 I, 0, 5,9 | onderhoud dan de geboden!” (Mt. 19, 17). In de tekst van de
7 I, 0, 5,9 | Mc. 10, 18; vgl. Lc. 18, 19). ~Voordat Jezus de vraag
8 I, 0, 5,9 | Mc. 10, 18; vgl. Lc. 18, 19). Alleen God kan op de vraag
9 I, 0, 5,10 | uw God, ben heilig” (Lev. 19, 2); als Degene die, trouw
10 I, 0, 5,10 | zijn wet schenkt (vgl. Ex. 19, 9-24; 20, 18-21), om de
11 I, 0, 5,11 | Kom en volg Mij” (Mt. 19, 21). ~
12 I, 0, 6 | onderhoud dan de geboden” (Mt. 19, 17).~
13 I, 0, 6,12 | volk” te zijn (vgl. Ex. 19, 5-6), dat zijn heiligheid
14 I, 0, 6,12 | onderhoud dan de geboden” (Mt. 19, 17). Daarmee ontstaat een
15 I, 0, 6,12 | eeuwige leven winnen” (Mt. 19, 29). ~
16 I, 0, 6,13 | vroeg hij Hem: Welke?” (Mt. 19, 18). Hij vraagt wat hij
17 I, 0, 6,13 | liefhebben als jezelf” (Mt. 18-19). ~Uit de samenhang van
18 I, 0, 6,13 | uw naaste als uzelf” (Mt. 19, 19; vgl. Mc. 12, 31). In
19 I, 0, 6,13 | naaste als uzelf” (Mt. 19, 19; vgl. Mc. 12, 31). In dit
20 I, 0, 7 | volmaakt wilt zijn” (Mt. 19, 21)~
21 I, 0, 7,16 | ontbreekt mij nu nog?” (Mt. 19, 20). Het is niet gemakkelijk
22 I, 0, 7,16 | kom dan en volg Mij” (Mt. 19, 21). ~Zoals reeds de voorgaande
23 I, 0, 8 | Kom en volg Mij” (Mt. 19, 21).~
24 I, 0, 8,19 | 19. De weg en tegelijk de inhoud
25 I, 0, 8,19 | Kom dan en volg Mij!” (Mt. 19, 21). Het is een uitnodiging,
26 I, 0, 9 | is alles mogelijk” (Mt. 19, 26)~
27 I, 0, 9,22 | een groot vermogen” (Mt. 19, 22). Niet alleen de jongeman,
28 I, 0, 9,22 | nog gered worden?” (Mt. 19, 25). Maar de Meester verwijst
29 I, 0, 9,22 | is alles mogelijk” (Mt. 19, 26). ~In hetzelfde hoofdstuk
30 I, 0, 9,22 | het Mattheus-evangelie (19, 3-10) wijst Jezus, bij
31 I, 0, 9,22 | begin was dat niet zo” (Mt. 19, 8). De verwijzing naar
32 I, 0, 9,22 | goed om te trouwen” (Mt. 19, 10). En Jezus, die zich
33 I, 0, 9,22 | het Rijk der hemelen” (Mt. 19, 12), maar een algemene
34 I, 0, 9,22 | wie het gegeven is” (Mt. 19, 11). ~De liefde van Christus
35 I, 0, 9,23(30) | De spiritu et littera, 19, 34: CSEL 60, 187. ~
36 I, 0, 9,24 | liefgehad (1 Joh. 4, 7-8. 11. 19). ~Deze onlosmakelijke verbinding
37 I, 0, 10,27 | toevertrouwde opgave (vgl. Mt. 28, 19-20) die op het ambt van
38 II, 0, 11,30 | bevolen had (vgl. Mt. 28, 19-20), stelt ook nu nog het
39 II, 0, 12,31(54) | conscientia (22 maart 1986), 19: AAS 79 (1987), 561. ~
40 II, 1, 1,37(63) | rechtvaardiging Cum hoc tempore, can. 19-21: DS, 1569-1571. ~
41 II, 1, 3,44 | verheldering van ogen” (Ps. 19, 8-9). ~
42 II, 1, 4,49 | gedragswijzen (vgl. 1 Kor. 6, 19). De apostel Paulus verklaart “
43 II, 1, 5 | Aanvankelijk was dat niet zo” (Mt. 19, 8”)~
44 II, 1, 5,52 | niet vals getuigen” (Mt. 19, 17-18). ~
45 II, 1, 5,53 | normen misvormd had (vgl. Mt. 19, 1-9). In deze zin “belijdt
46 II, 2, 3,63 | mij niet bewust ben”! (Ps. 19, 13). Er bestaat schuld
47 II, 3, 1,66 | vgl. Jos. 24, 14-25; Ex. 19, 3-8; Mich. 6, 8). Ook de
48 II, 3, 1,66 | kom en volg Mij!” (Mt. 19, 21) -: Op deze oproep antwoordt
49 II, 3, 1,68(115)| cap. 15: DS, 1544; can. 19: DS, 1569. ~
50 II, 4, 1,72 | eeuwig leven te winnen?” (Mt. 19, 16), verduidelijkt rechtstreeks
51 II, 4, 1,72 | onderhoud dan de geboden” (Mt. 19, 17). Het antwoord van Jezus
52 II, 4, 1,73 | onderhoud dan de geboden! (Mt. 19, 17). ~Blijkbaar gaat het
53 II, 4, 2,76 | de mensen (vgl. Hand. 4, 19; 5, 29) en daarvoor ook
54 II, 4, 2,76(125)| rechtvaardiging Cum hoc tempore, can. 19: DS, 1569. Vergelijk ook:
55 II, 4, 2,77 | vgl. Mc. 7, 20-21; Mt. 15, 19) -, alsook de als gevolg
56 III, 0, 7,97 | aan herinnert (vgl. Mt. 19, 18) vormen de grondregels
57 III, 0, 9,102 | ik niet wil” (Rom. 7. 15. 19). ~Waar komt uiteindelijk
58 III, 0, 9,102 | ondersteunt Hij niet” (Sir. 15, 19-20). Het onderhouden van
59 III, 0, 9,103 | Verlosser voortkomen (vgl. Joh. 19, 34), vindt de gelovige
60 III, 0, 11,109 | grootsheid (vgl. Eph. 3, 19), die niet in haar geheel
61 III, 0, 11,112 | naar het “begin” (vgl. Mt. 19, 8) een weg, die vaak zeer
62 III, 0, 12,115 | heeft liefgehad” (1 Joh. 4, 19). God verlangt van ons,
63 III, 0, 12,115 | Hij heilig is (vgl. Lev. 19, 2) volmaakt te zijn, -
64 III, 0, 12,117 | eeuwige leven te winnen ? (Mt. 19, 16). Het is natuurlijk
65 III, 0, 12,117 | die “alleen de Goede” (Mt. 19, 17) die” alleen de liefde”
66 Slot, 0, 12,120 | daarover nadenkt (vgl. Lc. 2, 19), wordt ze tot voorbeeld
|