Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zich 222
zichtbaar 2
zichtbare 1
zichzelf 64
zie 3
ziek 1
ziekenhuizen 1
Frequency    [«  »]
65 zelf
64 licht
64 mt
64 zichzelf
63 3
63 bij
63 heilige
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

zichzelf

   Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 4,8 | Daarom moetde mens die zichzelf ten diepste wil begrijpen - 2 I, 0, 4,8 | binnengaan; hij moet om zichzelf te vinden, zich de hele 3 I, 0, 4,8 | diepe verwondering over zichzelf”. 16 ~Als wij dus binnendringen 4 I, 0, 6,13 | is, dat God omwille van zichzelf gewild heeft”. 21 De verschillende 5 I, 0, 6,15 | het totale wegschenken van zichzelf in praktijk brengt: Hijzelf 6 I, 0, 8,19 | van het eigen bezit en van zichzelf afstand heeft gedaan. Precies 7 I, 0, 8,20 | leerling wil zijn, die moet zichzelf verloochenen, hij neme zijn 8 II, 0, 12,31 | cultuur beschouwd. Deze op zichzelf authentieke waarneming heeft 9 II, 0, 12,32 | authenticiteit, “overeenstemming met zichzelfzodat men tot een radicaal 10 II, 1, 1,36 | gedragingen: tegenover zichzelf, tegenover de anderen en 11 II, 1, 1,36 | die de mens autonoom aan zichzelf gaf en die haar bron uitsluitend 12 II, 1, 2,38 | alles doet: hij regeert zichzelf naar eigen believen autocratisch. 13 II, 1, 2,39 | betekent, persoonlijk in zichzelf deze volmaaktheid opbouwen. 14 II, 1, 2,39 | en verstevigt de mens in zichzelf de gelijkenis met God, wanneer 15 II, 1, 3,43 | voorzienigheid door voor zichzelf en voor de anderen te voorzien; 16 II, 1, 4,46 | dat men de vrijheid door zichzelf definieert en dat men haar 17 II, 1, 4,46 | natuur hebben; hij zou op zichzelf beschouwd zijn eigen bestaansproject 18 II, 1, 4,48 | het lichaam, helemaal aan zichzelf overgedragen en juist in 19 II, 1, 4,48 | menselijke persoon - die door zichzelf bevestigd moet worden -begrijpt 20 II, 1, 4,50 | zich steeds omwille van zichzelf moet doen gelden: terwijl 21 II, 1, 5,52 | niemand en vooral niet in zichzelf de persoonlijke, aan allen 22 II, 2, 1,54 | de mens een wet, die hij zichzelf niet stelt, maar waaraan 23 II, 2, 2,57 | de wet niet hebben, uit zichzelf doen wat de wet verlangt, 24 II, 2, 2,57 | de wet verlangt, zijn zij zichzelf tot wet, al bezitten zij 25 II, 2, 2,58 | dialoog van de mens met zichzelf zal men nooit ten volle 26 II, 2, 2,58 | zegt, beveelt het niet uit zichzelf, maar als boodschap die 27 II, 3, 1,65 | keuze, ook oordeel over zichzelf en besluit over de vraag 28 II, 3, 1,65 | menselijke persoon over zichzelf totaal beslist, en dit niet 29 II, 3, 1,65 | betrekkingen van de mens tot zichzelf, tot de anderen en tot de 30 II, 3, 2,70 | laten, voor bepaalde, in zichzelf of door de omstandigheden 31 II, 3, 2,70 | voorkeur aan geeft, zich in zichzelf te keren of in een of andere 32 II, 4, 1,71 | blijven nooit identiek met zichzelf, maar gaan door een voortdurend 33 II, 4, 1,73 | aan deze handelwijzen uit zichzelf de eigenschap toekomt, op 34 II, 4, 2,76 | de naaste te beminnen als zichzelf (vgl. Rom. 13, 8-10), zwakt 35 II, 4, 2,77 | naar haar soortofin zichzelfzedelijk goed of slecht, 36 II, 4, 3 | Hetin zichzelf slechte”: Men mag geen kwaad 37 II, 4, 3,80 | worden: Ze zijn altijd en op zichzelf reeds slecht, dat wil zeggen 38 II, 4, 3,80 | handelingen zijn die door zichzelf en in zichzelf, onafhankelijk 39 II, 4, 3,80 | die door zichzelf en in zichzelf, onafhankelijk van de omstandigheden, 40 II, 4, 3,80 | Schepper”. 132 ~Over de in zichzelf slechte handelingen en met 41 II, 4, 3,81 | Kerk het bestaan vanin zichzelf slechtehandelingen leert, 42 II, 4, 3,81 | 10). ~Wanneer de daden in zichzelf slecht zijn, dan kunnen 43 II, 4, 3,81 | slechte handelingen, die op zichzelf en in zichzelf niet af te 44 II, 4, 3,81 | handelingen, die op zichzelf en in zichzelf niet af te stemmen zijn 45 II, 4, 3,81 | de handelingen dievan zichzelfzonden zijn (cum iam opera 46 II, 4, 3,81 | bedoelingen nooit een reeds in zichzelf of door zijn object zedeloze 47 II, 4, 3,83 | naar het bestaan van in zichzelf slechte handelingen, concentreert 48 II, 4, 3,83 | handelingen zijn, die in zichzelf al slecht zijn, blijft zij 49 III, 0, 4,86 | onvoorwaardelijke uitgangspunt niet in zichzelf, maar in het bestaan, waar 50 III, 0, 4,86 | mensen, in zoverre ze buiten zichzelf treedt, om de andere te 51 III, 0, 4,86 | tot absoluut principe van zichzelf op te werpen. “Dat gij gelijk 52 III, 0, 5,89 | vrijheid die zich in het zichzelf geven openbaart en leeft. 53 III, 0, 5,89 | Tot de totale gave van zichzelf, zoals Jezus het gedaan 54 III, 0, 5,89 | zijn moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en elke 55 III, 0, 6,92 | ontmaskert elke poging, een op zichzelf slechte handeling, al is 56 III, 0, 7,95 | zedelijke geboden die op zichzelf staande slechte handelingen 57 III, 0, 7,96 | zedelijke normen die het in zichzelf slechte verbieden, zijn 58 III, 0, 9,103 | de Kerk geleerde norm op zichzelf slechts eenideaalzou 59 III, 0, 9,104 | farizeeër echter rechtvaardigt zichzelf, doordat hij misschien voor 60 III, 0, 9,105 | zedelijke krachten van de aan zichzelf overgelaten mens - het verlangen 61 III, 0, 11,110 | handelingen uit te spreken die in zichzelf met de eisen van het geloof 62 III, 0, 12,117 | eenmaal, zoals de apostel over zichzelf zegt, gezonden, “het evangelie 63 Slot, 0, 12,119| de christelijke moraal op zichzelf te moeilijk is, slechts 64 Slot, 0, 12,120| het eigen leven is. Met zichzelf te geven treedt Maria volledig


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License