Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | heerlijkheid” (Hebr. 1, 3), “vol van genade en waarheid” (
2 Inl, 0, 1,3 | 3. Bij dit streven zijn de
3 Inl, 0, 2,5 | gezonde leer” (2 Tim. 4, 3) te bewaren, met het doel,
4 I, 0, 5,10 | goden hebben” (Ex. 20, 2-3). In de “Decaloog” van het
5 I, 0, 5,11 | der heerscharen” (Jes. 6, 3). ~Maar wanneer alleen God
6 I, 0, 6,14 | verlossing brengt (vgl. Joh. 3, 14-15), teken van zijn
7 I, 0, 6,15 | de liefde is (vgl. Kol. 3, 14). Zo wordt het gebod “
8 I, 0, 7,16 | zaligsprekingen (Vgl. Mt. 5, 3-12) begrepen en geïnterpreteerd
9 I, 0, 7,16 | Mattheus preciseert (Mt. 5, 3), dat wil zeggen de deemoedigen.
10 I, 0, 8,21 | hem die gelooft (vgl. Eph. 3, 17), en zo wordt de leerling
11 I, 0, 8,21 | met Christus” (vgl. Gal. 3, 27): “Laten we blij zijn
12 I, 0, 8,21 | nieuwe leven (vgl. Rom. 6, 3-11): terwijl hij door God
13 I, 0, 9,22 | Mattheus-evangelie (19, 3-10) wijst Jezus, bij de
14 I, 0, 9,22(29) | Ibid.: 82, 3: CCL 36, 533. ~
15 I, 0, 9,23 | gerechtvaardigd (vgl. Rom. 3, 28): de “gerechtigheid”,
16 I, 0, 9,24 | opgedragen heeft” (1 Joh. 3, 23). Alleen onder de voorwaarde,
17 I, 0, 9,24 | waarheid te doen” (vgl. Joh. 3, 21). Tegelijk heeft de
18 I, 0, 10,25 | de wereld zijn (vgl. Joh. 3, 5-8; Rom. 8, 1-13). ~De
19 I, 0, 10,26 | Gal. 5-6; Eph. 4-6; Kol. 3-4; 1Petr. en Jac.). De apostelen
20 I, 0, 10,26 | afgewezen (vgl. 1 Joh. 2, 3-6). En sinds de apostolische
21 I, 0, 10,27 | van de waarheid (1 Tim. 3, 15), ook van de waarheid
22 II, 0, 11,29 | gezonde leer” (2 Tim. 4, 3). Het is zeker niet de bedoeling
23 II, 0, 12,34(58) | 1864): Pii IX P.M. Acta, I, 3, 687-700; Leo XIII, encycliek
24 II, 1, 2,40(69) | Theologiae, I-II, q. 93, a. 3, ad 2um, geciteerd uit Johannes
25 II, 1, 2,40(72) | 1988), 6: Insegnamenti, XI, 3 (1988), 1228. ~
26 II, 1, 3,43(78) | godsdienstvrijheid Dignitatis humanae, 3. ~
27 II, 1, 3,45 | harten van vlees” (2 Kor. 3, 3); een wet van de volmaaktheid
28 II, 1, 3,45 | harten van vlees” (2 Kor. 3, 3); een wet van de volmaaktheid
29 II, 1, 3,45 | de vrijheid (vgl. 2 Kor. 3, 17); het is “de wet van
30 II, 1, 4,50(90) | 22 februari 1987), inl. 3: AAS 80 (1988), 74; Vgl.
31 II, 1, 5,51 | en volkomen maakt” (Kol. 3, 14). Wanneer ze daarentegen
32 II, 2, 2,58(103) | Sentent, dist. 39, a. 1, q. 3, concl.: Ed. Ad Claras Aquas,
33 II, 2, 2,60(106) | godsdienstvrijheid Dignitatis humanae, 3. ~
34 II, 2, 3,62 | moet “rein” zijn (2 Tim. 1, 3), het mag “het woord van
35 II, 2, 3,64 | komt tot het licht” (Joh. 3, 21). ~Een grote hulp voor
36 II, 3, 1,66 | Jos. 24, 14-25; Ex. 19, 3-8; Mich. 6, 8). Ook de moraal
37 II, 3, 1,66(112) | geloof Dei Filius, cap. 3: DS, 3008. ~
38 II, 4, 1,71(120) | theologiae, I-II, q. 1, a. 3: “Idem sunt actus morales
39 II, 4, 1,71(121) | Nyssa, De vita Moysis, II, 2-3: PG 44, 327-328. ~
40 II, 4, 1,72(122) | Theologiae, I-II, q. 148, a. 3. ~
41 II, 4, 2,78 | recht veroordeeld” (Rom. 3, 8)”. 128 ~De reden waarom
42 II, 4, 2,78(129) | amar gesù Christo, VII, 3. ~
43 II, 4, 3 | goed ontstaat (vgl. Rom. 3, 8).~
44 II, 4, 3,80 | daaruit zou volgen (vgl. Rom. 3, 8); dat wil zeggen dat
45 III, 0, 4,86 | aan God zult worden” (Gen. 3, 5). De vrijheid moet dus
46 III, 0, 5,89 | heeft” (1 Joh. 1, 5-6; 2, 3-6). ~Door het zedelijke
47 III, 0, 6,92(145) | Ad Romanos, VI, 2-3: Patres Apostolici, hrsg.
48 III, 0, 7,95 | om te redden (vgl. Joh. 3, 17); heel zeker was hij
49 III, 0, 8,101 | prijsgegeven (vgl. Ps. 14, 3-4; Openb. 18, 2-3, 9-24).
50 III, 0, 8,101 | Ps. 14, 3-4; Openb. 18, 2-3, 9-24). Na de neergang van
51 III, 0, 9,102 | kennen goed en kwaad” (Gen. 3, 5); dat is de eerste verleiding,
52 III, 0, 9,102 | niet moeilijk” (1 Joh. 5, 3), zijn “juk is zacht en (
53 III, 0, 9,105 | verzengend vuur” (vgl. Joel 2, 3). 165 ~
54 III, 0, 10,107 | zijn (vgl. Hand. 2, 37-41; 3, 17-20). ~Zoals in het geval
55 III, 0, 10,107 | uit water en geest” (Joh. 3, 5) als geschenk ontvangt.
56 III, 0, 10,107 | Rom. 12, 1; vgl. Phil. 3, 3), die uit die onuitputtelijke
57 III, 0, 10,107 | Rom. 12, 1; vgl. Phil. 3, 3), die uit die onuitputtelijke
58 III, 0, 11,109 | haar grootsheid (vgl. Eph. 3, 19), die niet in haar geheel
59 III, 0, 11,109 | de apostel (vgl. 1 Petr. 3, 15) aan degenen die vraagt
60 III, 0, 11,110(173)| I.C., can. 252, 1; 659, 3. ~
61 III, 0, 12,116(179)| Vgl. C.I.C., can. 803, 3. ~
62 III, 0, 12,117 | Geest van de Heer (2 Kor. 3, 5-6. 17-18). ~
63 Slot, 0, 12,118 | gezonden werd (vgl. Joh. 3, 16-18). Hij is niet gekomen
|