Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | heil geroepen, worden de mensen “licht door de Heer” en “
2 Inl, 0, 1,2 | de inspanningen, die de mensen bij het zoeken naar de zin
3 Inl, 0, 1,2 | blijvende vragen van de mensen naar de zin van het tegenwoordige
4 Inl, 0, 1,3 | gelovigen, maar tot alle mensen van goede wil te richten.
5 Inl, 0, 1,3 | ervaren in de kwesties die de mensen betreffen”, 5 in dienst
6 Inl, 0, 2,4 | beslissingen van de individuele mensen en van de hele maatschappij
7 I, 0, 3,7 | volledig vervult. ~Opdat de mensen deze “ontmoeting” met Christus
8 I, 0, 6,12 | voorgoed in het hart van de mensen gegrift zal worden (vgl.
9 I, 0, 6,12 | Gods geboden wijzen de mensen de weg van het leven en
10 I, 0, 6,12 | nieuwe Mozes, worden aan de mensen de geboden van de Decaloog
11 I, 0, 8,20 | voor de Vader en voor de mensen. Juist deze liefde moet,
12 I, 0, 9,22 | de macht van God: “Voor mensen is dat onmogelijk, voor
13 I, 0, 9,22 | oorspronkelijke plan van God met de mensen, een plan waaraan de mens
14 II, 0, 11,29 | deze zin staat ze voor alle mensen open; ze is echter ook “
15 II, 0, 11,29 | leer van het geloof aan de mensen van hun tijd mee te delen.
16 II, 0, 11,29 | verbinding met de andere mensen van hun tijd leven en zich
17 II, 0, 11,29 | gevoelen en de vragen van de mensen van onze tijd aangepaste
18 II, 0, 11,30 | onheuglijke tijden de harten der mensen ten diepste beroeren: Wat
19 II, 0, 11,30 | er komt een tijd dat de mensen de gezonde leer niet meer
20 II, 0, 12,31 | menselijke persoon worden de mensen van onze tijd zich steeds
21 II, 0, 12,31 | vast. 52 Vandaar dat de mensen er aanspraak op maken, “
22 II, 1, 1,35 | God de Heer gebood de mensen: Van alle bomen van de tuin
23 II, 1, 1,35 | zedenwet die God aan de mensen geeft, aan te nemen. Inderdaad
24 II, 1, 1,36 | machtiging van God aan de mensen zou uitoefenen. Deze gissingen
25 II, 1, 3,42 | offer (Ps. 4, 6), alsof mensen hem naar de werken van de
26 II, 1, 3,44 | harten van de afzonderlijke mensen geschreven en gebeiteld
27 II, 1, 3,45 | eeuwige plan, waarmee God de mensen ertoe bestemt om “gelijkvormig
28 II, 1, 5,51 | strekt zich uit over alle mensen. Deze universaliteit laat
29 II, 1, 5,51 | laat de uniciteit van de mensen niet buiten beschouwing,
30 II, 1, 5,52 | gemeenschappelijke goed alle mensen van alle tijdperken der
31 II, 1, 5,53 | twijfelen, die voor alle mensen van vandaag en van de toekomst
32 II, 2, 3,62 | deze wereld. Wordt andere mensen, met een nieuwe visie. Dan
33 II, 2, 3,64 | uitgeleverd aan het bedrog van de mensen” (vgl. Eph. 4, 14), en niet
34 II, 4, 1,72 | met het ware goed van de mensen overeenkomen en zo de uitdrukking
35 II, 4, 1,73 | wij ons in de werken goede mensen betuigen”. 124 ~In deze
36 II, 4, 1,73(123)| ook voor alle goedwillende mensen, in wier hart de genade
37 II, 4, 1,73 | beschermde zedelijke goed van de mensen. Juist dat snijdt Jezus
38 II, 4, 2,76 | meer te gehoorzamen dan de mensen (vgl. Hand. 4, 19; 5, 29)
39 II, 4, 2,78 | opdat er goed ontstaat. Deze mensen worden met recht veroordeeld” (
40 II, 4, 3,82 | broederlijkheid onder de mensen en de waarheid over het
41 III, 0, 4,85 | deze wereld; wordt andere mensen, geleid door een nieuw inzicht,
42 III, 0, 4,85 | die tegenwoordig zoveel mensen kwelt: hoe kan de gehoorzaamheid
43 III, 0, 4,86 | veelomvattende opening naar alle mensen, in zoverre ze buiten zichzelf
44 III, 0, 5,88 | secularisatieproces, waarin veelal te veel mensen denken en leven, “alsof
45 III, 0, 5,89 | voor God maar ook voor de mensen: er wordt een getuigenis
46 III, 0, 5,89 | stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken
47 III, 0, 6,93 | gewoonten en denkwijzen van de mensen en de maatschappij van zijn
48 III, 0, 7,95 | norm en legt haar aan alle mensen van goede wil voor zonder
49 III, 0, 7,95 | bereikt, en als dienst aan de mensen, aan de groei van zijn vrijheid
50 III, 0, 7,95 | zelf in zijn omgang met de mensen een voorbeeld heeft gegeven.
51 III, 0, 7,96 | deze dienst gericht op alle mensen: niet alleen op het individu,
52 III, 0, 8,98 | grondrechten vernederde mensen en steeds breder en heftiger
53 III, 0, 8,99 | rechtvaardige betrekkingen tussen mensen garandeert. Hun klassebelang,
54 III, 0, 8,100 | gezindheid, - ertoe leiden, dat mensen geknecht, en van hun persoonlijke
55 III, 0, 9,102 | naar het handelen van de mensen, Hij kent al hun daden.
56 III, 0, 10,107 | vaak voor de blikken van mensen verborgen ledematen van
57 III, 0, 12,117 | wegschenkende Waarheid. ~Als de mensen aan de Kerk gewetensvragen
58 Slot, 0, 12,118 | leven van de gelovigen en de mensen van goede wil, de studie
59 Slot, 0, 12,120 | van God, die zich aan de mensen geeft. Terwijl zij de gebeurtenissen
60 Slot, 0, 12,120 | zware taak van de Kerk, alle mensen voortdurend op de morele
61 Slot, 0, 12,120 | aangeboden wordt, zal de mensen waarlijk gelukkig maken:
|