Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 4,8 | willen bevatten, moeten we zorgvuldig de zin van de
2 I, 0, 6,12 | waardoor wij weten, wat we moeten doen en wat vermijden.
3 I, 0, 7,17 | 17. We weten niet, in hoeverre
4 I, 0, 7,17 | zwakheid en deels hebben we de vrijheid bereikt. Al
5 I, 0, 7,17 | dat wij in de mate waarin we God dienen, vrij zijn, terwijl
6 I, 0, 7,17 | dienen, vrij zijn, terwijl we in de mate waarin we de
7 I, 0, 7,17 | terwijl we in de mate waarin we de wet van de zonde volgen,
8 I, 0, 7,18 | ongewisse weg, zolang als we op aarde zullen zijn, die
9 I, 0, 8,21 | vgl. Gal. 3, 27): “Laten we blij zijn en dankbaar -
10 II, 0, 11,30 | bisschopsambt, wenden, dan willen we de principes voorleggen
11 II, 0, 12,34 | ontkennen het zelfs. ~Willen we deze tendensen aan een kritische
12 II, 0, 12,34 | bloot te leggen, dan moeten we ze in het licht van de fundamentele
13 II, 1, 1,35 | In het boek Genesis lezen we: “God de Heer gebood de
14 II, 1, 2,40 | natuurwet is namelijk, zoals we gezien hebben, “niets anders
15 II, 1, 2,40 | Dankzij dat licht weten we wat men doen en wat men
16 II, 1, 2,41 | 4, 6); tegelijk moeten we de majesteit van de God
17 II, 1, 3,44 | onze God ons nabij is, waar we Hem ook aanroepen? Of welke
18 II, 1, 3,44 | 8). In de psalmen kunnen we de gevoelens van lof, dankbaarheid
19 II, 1, 3,45 | ons dus innerlijk over wat we doen moeten.. en maakt ons
20 II, 1, 5,52 | gekozen mogen worden. Zoals we gezien hebben, bevestigt
21 II, 2, 3,63 | naar het hoogste goed. Voor we ons zo lichtvaardig in naam
22 II, 2, 3,63 | gerechtvaardigd voelen, moeten we nadenken over de psalm: “
23 II, 2, 3,64 | woorden van Jezus vinden we ook de oproep om het geweten
24 II, 3, 1,66 | menselijke vrijheid ontmoeten we in de woorden van de H.
25 II, 3, 2,69 | fundamentele optie hebben, zoals we opmerkten, enkele theologen
26 II, 4, 1,71 | wij ons zo scheppen, zoals we willen, en ons met onze
27 II, 4, 3,82 | en liefde is. En daarom - we herhalen het nog eens -
28 II, 4, 3,83 | theorieën te onderrichten. We moeten vooral de fascinerende
29 III, 0, 4,84 | toe gaat. En zo beleven we niet zelden het verschrikkelijke
30 III, 0, 5,88 | alsof God niet bestaat”. We staan tegenover een mentaliteit
31 III, 0, 5,89 | is geen duisternis. Als we zeggen dat we gemeenschap
32 III, 0, 5,89 | duisternis. Als we zeggen dat we gemeenschap met Hem hebben
33 III, 0, 5,89 | waarheid niet.. Hierdoor weten we dat we Hem kennen: als we
34 III, 0, 5,89 | Hierdoor weten we dat we Hem kennen: als we zijn
35 III, 0, 5,89 | we dat we Hem kennen: als we zijn geboden onderhouden.
36 III, 0, 5,89 | waarachtig voltooid: dan weten we zeker dat we “in Hem zijn”.
37 III, 0, 5,89 | dan weten we zeker dat we “in Hem zijn”. Wie zegt,
38 III, 0, 6,91 | in het Oude Verbond komen we indrukwekkende getuigenissen
39 III, 0, 6,91 | het Nieuwe Verbond vinden we talrijke getuigenissen van
40 III, 0, 6,94 | en waarden zijn, waarvoor we bereid zou moeten zijn het
41 III, 0, 6,94 | van Christus vol straalt: “We weten - schrijft de heilige
42 III, 0, 7,96 | de zedelijke eisen zijn we allen volkomen gelijk. ~
43 III, 0, 9,104 | halen. ~Veelmeer moeten we de boodschap aannemen die
44 III, 0, 9,104 | verontschuldiging vindt. We worden dus zo met twee verschillende
45 III, 0, 9,105 | Hetzelfde besef treffen we aan in het volgende gebed
46 III, 0, 9,105 | gezien te worden, want als we gezien worden, zijn we een
47 III, 0, 9,105 | als we gezien worden, zijn we een reden tot afschuw. We
48 III, 0, 9,105 | we een reden tot afschuw. We mogen echter aannemen, dat
49 III, 0, 10,108 | de heilige Geest kunnen we nu begrijpen, welke plaats
50 III, 0, 10,108 | brengen en ontwikkelen, zoals we nu de opdracht en de eigen
51 III, 0, 11,109 | geïnspireerde roepingen - zo lezen we in de instructie Donum veritatis -
52 III, 0, 11,110 | 110. Wat we over de theologie in het
53 III, 0, 12,114 | vervullen: Dat gebeurt als we de gelovigen de gaven van
54 III, 0, 12,114 | heilige wetten van God en als we door ons voortdurende gebed
55 III, 0, 12,116 | 116. We hebben als bisschoppen de
56 III, 0, 12,116 | is. Bij deze taak worden we allen door de theologen
57 III, 0, 12,116 | Als bisschoppen hebben we de ernstige verplichting,
58 III, 0, 12,117 | Kerk heeft toevertrouwd. We zijn nu eenmaal, zoals de
59 Slot, 0, 12,118| beschouwingen vertrouwen we ons zelf, het lijden en
60 Slot, 0, 12,118| kracht uitstroomt, zo gauw we er om vragen. Ja, juist
|