Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  1,2       |             en het Leven” (Joh. 14, 6). Daarom wordt het beslissende
 2 I, 0,  3,6         |                                     6. Het gesprek van Jezus met
 3 I, 0,  4,8         | geschiedenis (vgl. Openb. 1, 8; 21, 6; 22, 13), onthult Christus
 4 I, 0,  5,10        |            niet begrijpen (Ps. 139, 6), dat betekent: in mijn
 5 I, 0,  5,10        |          opnieuw over spreken” (Dt. 6, 4-7). ~Zo is het in de
 6 I, 0,  5,11        |             te beminnen (vgl. Mich. 6, 8). De Heer als God te
 7 I, 0,  5,11        |         Heer der heerscharen” (Jes. 6, 3). ~Maar wanneer alleen
 8 I, 0,  6,12        |             te zijn (vgl. Ex. 19, 5-6), dat zijn heiligheid onder
 9 I, 0,  6,12        |             kunnen hebben (vgl. Dt. 6, 20-25); in het Nieuwe Verbond
10 I, 0,  7,18        |          Vader barmhartig is!” (Lc. 6, 36). ~
11 I, 0,  8,19        |      Christus te worden (vgl. Hand. 6, 1). Daarom is de navolging
12 I, 0,  8,19        |           zelf hem leidt (vgl. Joh. 6, 44). ~Het gaat er hier
13 I, 0,  8,19        |         leerling van God (vgl. Joh. 6, 45). Jezus is inderdaad
14 I, 0,  8,19        |            het Leven (vgl. Joh. 14, 6), Hij is degene die tot
15 I, 0,  8,19        |           Vader ziet (vgl. Joh. 14, 6-10). Daarom betekent het
16 I, 0,  8,21        |             nieuwe leven (vgl. Rom. 6, 3-11): terwijl hij door
17 I, 0,  8,21        |           eeuwige leven” (vgl. Joh. 6, 51-58), oorsprong en kracht
18 I, 0, 10,26        |            15; 1 Kor. 11-14; Gal. 5-6; Eph. 4-6; Kol. 3-4; 1Petr.
19 I, 0, 10,26        |             11-14; Gal. 5-6; Eph. 4-6; Kol. 3-4; 1Petr. en Jac.).
20 I, 0, 10,26(36)    |       Justinus, Apologia, I, 66: PG 6, 427-430. ~
21 I, 0, 10,26        |        liefde werkzaam is” (Gal. 5, 6). ~Geen scheur mag de harmonie
22 I, 0, 10,26        |         afgewezen (vgl. 1 Joh. 2, 3-6). En sinds de apostolische
23 I, 0, 10,26(37)    |       Apostolici, ed. F.X. Funk, I, 6-9; Clemens Alexandrinus,
24 I, 0, 10,26(38)    |        Adversus Haereses, IV, 33, 1.6.7: Sch 100/2, 802-805; 814-
25 II, 1,  1,36(61)   |         Theologiae, I-II, q. 71, a. 6; zie ook ad 5um. ~
26 II, 1,  2,40(72)   |          bezoek, (15 oktober 1988), 6: Insegnamenti, XI, 3 (1988),
27 II, 1,  2,41       |          aanwezig is” (vgl. Eph. 4, 6); tegelijk moeten we de
28 II, 1,  3,42       |            het juiste offer (Ps. 4, 6), alsof mensen hem naar
29 II, 1,  3,45       |         liefde werkzaam is (Gal. 5, 6); het onderricht ons dus
30 II, 1,  4,49       |          gedragswijzen (vgl. 1 Kor. 6, 19). De apostel Paulus
31 II, 1,  4,49       |           het Godsrijk (vgl. 1 Kor. 6, 9-10). Deze vervloeking -
32 II, 2,  3,63       |           de duisternis zijn!” (Mt. 6, 22-23). ~
33 II, 3,  1,66       |           werkzaam is (vgl. Gal. 5, 6), komt uit het midden van
34 II, 3,  1,66       |             vgl. Mt. 12, 33-35; Lc. 6, 45; Rom. 8, 5-8; Gal. 5,
35 II, 3,  1,66       |           14-25; Ex. 19, 3-8; Mich. 6, 8). Ook de moraal van het
36 II, 4,  2,78(126)  |         Theologiae, I-II, q. 18, a. 6. ~
37 II, 4,  3,81       |            rijk Gods erven” (1 Kor. 6, 9-10). ~Wanneer de daden
38 II, 4,  3,83       |          Waarheid is (vgl. Joh. 14, 6), kan de mens middels zijn
39 III, 0,  4,87      |            het kruis (vgl. Phil. 2, 6-11). Op deze wijze is de
40 III, 0,  5,88      |             Leven is (vgl. Joh. 14, 6). Het vraagt een daad van
41 III, 0,  5,89      |         geleefd heeft” (1 Joh. 1, 5-6; 2, 3-6). ~Door het zedelijke
42 III, 0,  5,89      |         heeft” (1 Joh. 1, 5-6; 2, 3-6). ~Door het zedelijke leven
43 III, 0,  6,90      |         bescherming (vgl. Gen. 9, 5-6) ~Het onacceptabele van
44 III, 0,  6,91      |            van de Messias (vgl. Mc. 6, 17-29). Daarom “werd degene
45 III, 0,  6,91      |         diaken Stefanus (vgl. Hand. 6, 8-7, 70) en de apostel
46 III, 0,  6,91      |         getuigenis aflegde” (1 Tim. 6, 13), en de waarheid van
47 III, 0,  6,94(148) |                  Apologia II, 8: PG 6, 457-458. ~
48 III, 0,  8,100     |          van anderen (vgl. Am. 8, 4-6), het zich toeëigenen van
49 III, 0,  9,105(165)|          interpellatione David, IV, 6, 22: CSEL 32/2, 283-284. ~
50 III, 0, 10,108     |        liefde werkzaam is” (Gal. 5, 6) voortbrengt en bevorderen
51 III, 0, 11,109     |        leven brengen” (vgl. Tim. 1, 6) op bijzondere manier door
52 III, 0, 11,109(170)|            veritatis (24 mei 1990), 6: AAS 82 (1990), 1552. ~
53 III, 0, 11,109(171)|      Gregoriana (15 december 1979), 6: Insegnamenti II, 2 (1979),
54 III, 0, 11,110(172)|            veritatis (24 mei 1990), 6: AAS 82 (1990), 1557. ~
55 III, 0, 12,115     |            ene Zoon (vgl. Eph. 1, 4-6) te kunnen herkennen. In
56 III, 0, 12,115     |            liefde van God (vgl. Lc. 6, 36) en het doel van de
57 III, 0, 12,117     |            van de Heer (2 Kor. 3, 5-6. 17-18). ~
58 Slot, 0, 12,120    |           Rome, bij Sint Pieter, op 6 augustus, het feest van