1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1780
Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Greet | Vereerde medebroeders in het bisschopsambt! ~Groet en
2 Greet | wijze in de mens die naar het beeld en de gelijkenis van
3 Greet | 26): de waarheid verlicht het verstand en vormt de vrijheid
4 Inl, 0, 1 | Jezus Christus, het ware Licht, dat iedere mens
5 Inl, 0, 1,1 | 1. Door het geloof in Jezus Christus, “
6 Inl, 0, 1,1 | geloof in Jezus Christus, “het ware Licht, dat iedere mens
7 Inl, 0, 1,1 | verlicht” (Joh. 1, 9) tot het heil geroepen, worden de
8 Inl, 0, 1,1 | de Heer” en “kinderen van het Licht” (Eph. 5, 8) en heiligen
9 Inl, 0, 1,1 | terwijl hij zich overgeeft aan het relativisme en het scepticisme (
10 Inl, 0, 1,1 | overgeeft aan het relativisme en het scepticisme (vgl. Joh. 18,
11 Inl, 0, 1,1 | dwaling en zonde is in staat het licht van de Schepper -
12 Inl, 0, 1,1 | hart bestaat altijd door het heimwee naar de absolute
13 Inl, 0, 1,1 | de absolute waarheid en het verlangen om in het volle
14 Inl, 0, 1,1 | waarheid en het verlangen om in het volle bezit van haar kennis
15 Inl, 0, 1,1 | kennis te komen. Daarvan legt het onvermoeibare menselijke
16 Inl, 0, 1,1 | getuigenis af. Dat bewijst temeer het zoeken naar de zin van het
17 Inl, 0, 1,1 | het zoeken naar de zin van het leven. De ontwikkeling van
18 Inl, 0, 1,1 | een groots getuigenis van het vermogen van het verstand
19 Inl, 0, 1,1 | getuigenis van het vermogen van het verstand en de volharding
20 Inl, 0, 1,1 | gevechten, namelijk die in het hart en in het geweten,
21 Inl, 0, 1,1 | namelijk die in het hart en in het geweten, te leveren. ~
22 Inl, 0, 1,2 | Wat moet ik doen? Hoe is het goede van het kwade te onderscheiden?
23 Inl, 0, 1,2 | doen? Hoe is het goede van het kwade te onderscheiden?
24 Inl, 0, 1,2 | kwade te onderscheiden? Het antwoord is, zoals de psalmist
25 Inl, 0, 1,2 | van de waarheid, die in het binnenste van de menselijke
26 Inl, 0, 1,2 | Velen zeggen: wie laat ons het goede zien? Heer, laat Uw
27 Inl, 0, 1,2 | schoonheid stralen over het aanschijn van Jezus Christus, “
28 Inl, 0, 1,2 | de Weg, de Waarheid en het Leven” (Joh. 14, 6). Daarom
29 Inl, 0, 1,2 | Joh. 14, 6). Daarom wordt het beslissende antwoord op
30 Inl, 0, 1,2 | iedere vraag van de mens, in het bijzonder op zijn religieuze
31 Inl, 0, 1,2 | is Jezus Christus zelf het antwoord, zoals het Vaticanum
32 Inl, 0, 1,2 | zelf het antwoord, zoals het Vaticanum II in herinnering
33 Inl, 0, 1,2 | In feite wordt alleen in het geheim van het vleesgeworden
34 Inl, 0, 1,2 | alleen in het geheim van het vleesgeworden Woord het
35 Inl, 0, 1,2 | het vleesgeworden Woord het geheim van de mens waarlijk
36 Inl, 0, 1,2 | juist in de openbaring van het geheim van de Vader en van
37 Inl, 0, 1,2 | roeping”1. ~Jezus Christus, “het Licht van de volkeren”,
38 Inl, 0, 1,2 | Licht van de volkeren”, doet het aangezicht van zijn Kerk
39 Inl, 0, 1,2 | om aan alle schepselen het evangelie te verkondigen (
40 Inl, 0, 1,2 | inspanningen, die de mensen bij het zoeken naar de zin van het
41 Inl, 0, 1,2 | het zoeken naar de zin van het leven leveren, allen het
42 Inl, 0, 1,2 | het leven leveren, allen het antwoord aan, dat komt uit
43 Inl, 0, 1,2 | In de Kerk leeft altijd het bewustzijn, dat op haar “
44 Inl, 0, 1,2 | tijd en ze te duiden in het licht van het evangelie.
45 Inl, 0, 1,2 | duiden in het licht van het evangelie. Zo kan zij dan
46 Inl, 0, 1,2 | de mensen naar de zin van het tegenwoordige en toekomstige
47 Inl, 0, 1,3 | dat juist op de weg van het zedelijk leven voor allen
48 Inl, 0, 1,3 | leven voor allen de weg naar het heil openstaat, waaraan
49 Inl, 0, 1,3 | helderheid herinnert wanneer het schrijft: “Wie namelijk
50 Inl, 0, 1,3 | schrijft: “Wie namelijk het evangelie van Christus en
51 Inl, 0, 1,3 | zijn onder aanroeping van het geweten herkende wil onder
52 Inl, 0, 1,3 | tracht te vervullen, kan het eeuwige heil bereiken”.
53 Inl, 0, 1,3 | eeuwige heil bereiken”. En het voegt eraan toe: “Evenmin
54 Inl, 0, 1,3 | als een voorbereiding op het evangelie beschouwd en als
55 Inl, 0, 1,3 | opdat hij uiteindelijk het leven zou hebben”. 7 ~
56 Inl, 0, 2,4 | persoonlijk als samen met het bisschoppencollege een zedenleer
57 Inl, 0, 2,4 | onderscheiden terreinen van het menselijk leven. In de Naam
58 Inl, 0, 2,4 | leven. In de Naam en met het gezag van Jezus Christus
59 Inl, 0, 2,4 | van de zedelijke eisen op het gebied van de menselijke
60 Inl, 0, 2,4 | menselijke seksualiteit, het gezin, het sociale, economische
61 Inl, 0, 2,4 | seksualiteit, het gezin, het sociale, economische en
62 Inl, 0, 2,4 | Maar vandaag blijkt het nodig te zijn, over de zedenleer
63 Inl, 0, 2,4 | die in de huidige context het risico lopen, vervalst of
64 Inl, 0, 2,4 | theologische aard heeft ervaren. Het gaat niet meer om beperkte
65 Inl, 0, 2,4 | incidentele bezwaren, maar om het globaal en systematisch
66 Inl, 0, 2,4 | men is van mening, dat het leergezag zich alleen in
67 Inl, 0, 2,4 | autonoom inspireren. ~In het bijzonder moet de discrepantie
68 Inl, 0, 2,4 | voren gebracht worden tussen het traditionele antwoord van
69 Inl, 0, 2,4 | die voor de Kerk en voor het geloofsleven van de christenen,
70 Inl, 0, 2,4 | van de christenen, ja voor het menselijk samenleven in
71 Inl, 0, 2,4 | betekenis zijn. Hier wordt in het bijzonder gevraagd: Bezitten
72 Inl, 0, 2,4 | van God, die de mens in het hart geschreven zijn en
73 Inl, 0, 2,4 | en bestanddeel zijn van het verbond van God met hem,
74 Inl, 0, 2,4 | van God met hem, werkelijk het vermogen, de dagelijkse
75 Inl, 0, 2,4 | maatschappij te doorlichten? Is het mogelijk, God te gehoorzamen
76 Inl, 0, 2,4 | geloof en moraal, alsof het tot de Kerk en haar innerlijke
77 Inl, 0, 2,4 | eenheid horen, alleen door het geloof beslist zou worden,
78 Inl, 0, 2,4 | dulden, afhankelijk van het oordeel van het individuele
79 Inl, 0, 2,4 | afhankelijk van het oordeel van het individuele subjectieve
80 Inl, 0, 2,5 | actuele context is in mij het besluit gerijpt om een encycliek
81 Inl, 0, 2,5 | u, eerwaarde broeders in het bisschopsambt, die met mij
82 Inl, 0, 2,5 | Tim. 4, 3) te bewaren, met het doel, enkele aspecten van
83 Inl, 0, 2,5 | die beslissend zijn om dat het hoofd te bieden, wat men
84 Inl, 0, 2,5 | daaruit voortkomen voor het morele leven van de gelovigen
85 Inl, 0, 2,5 | wordt, dan is dat ook, omdat het gepast leek, de Catechismus
86 Inl, 0, 2,5 | bevat. De Catechismus stelt het zedelijk leven van de gelovigen
87 Inl, 0, 2,5 | veelvoudige inhouden als het leven van de “kinderen Gods”
88 Inl, 0, 2,5 | kinderen Gods” voor. “Zich in het geloof van hun nieuwe waarde
89 Inl, 0, 2,5 | christenen voortaan zo leven, dat het beantwoordt aan het evangelie
90 Inl, 0, 2,5 | dat het beantwoordt aan het evangelie van Christus” (
91 Inl, 0, 2,5 | ze door de sacramenten en het gebed ontvangen”. 10 Terwijl
92 Inl, 0, 2,5 | goedgekeurde en veilige tekst voor het onderricht in de katholieke
93 Inl, 0, 2,5 | moraaltheologen omstreden zijn. Dat is het specifieke thema van deze
94 I | Mt. 19, 16)~Christus en het antwoord op de morele vraag~
95 I, 0, 3,6 | 6. Het gesprek van Jezus met de
96 I, 0, 3,6 | rijke jongeling, dat in het 19de hoofdstuk van het evangelie
97 I, 0, 3,6 | in het 19de hoofdstuk van het evangelie van de heilige
98 I, 0, 3,6 | voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te winnen?
99 I, 0, 3,6 | Wat vraagt je Mij naar het goede? Slechts één is “de
100 I, 0, 3,6 | Goede”. Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
101 I, 0, 3,6 | verkoop je bezit en geeft het geld aan de armen; zo zul
102 I, 0, 3,6(13) | wereld bij gelegenheid van het internationale jaar van
103 I, 0, 3,7 | de jongeman, wiens naam het Mattheus-evangelie niet
104 I, 0, 3,7 | stelt. Voor de jongeman is het niet in de eerste plaats
105 I, 0, 3,7 | vraag naar de zingeving van het leven. En inderdaad gaat
106 I, 0, 3,7 | handeling dit verlangen aan het hart; het is het stille
107 I, 0, 3,7 | verlangen aan het hart; het is het stille zoeken en
108 I, 0, 3,7 | verlangen aan het hart; het is het stille zoeken en de innerlijke
109 I, 0, 3,7 | ten laatste een appel aan het absoluut goede, dat ons
110 I, 0, 3,7 | aantrekt en ons tot zich roept, het is de weerklank van een
111 I, 0, 3,7 | God, oorsprong en doel van het leven van de mens. Precies
112 I, 0, 3,7 | ontvangen hebben, 14 als het enige antwoord aanbiedt,
113 I, 0, 3,7 | enige antwoord aanbiedt, dat het verlangen van het mensenhart
114 I, 0, 3,7 | aanbiedt, dat het verlangen van het mensenhart volledig vervult. ~
115 I, 0, 4 | voor goeds moet ik doen, om het eeuwige leven te bereiken?” (
116 I, 0, 4,8 | 8. Uit de grond van het hart komt de vraag, die
117 I, 0, 4,8 | richt, een vraag, die voor het leven van iedere mens essentieel
118 I, 0, 4,8 | onontkoombaar is: want zij betreft het zedelijk goede, dat in het
119 I, 0, 4,8 | het zedelijk goede, dat in het eigen handelen volbracht
120 I, 0, 4,8 | volbracht moet worden, en het eeuwige leven. De gesprekspartner
121 I, 0, 4,8 | samenhang bestaat tussen het zedelijk goede en de volledige
122 I, 0, 4,8 | niet daarom doet, omdat hij het in de wet besloten antwoord
123 I, 0, 4,8 | in hem nieuwe vragen over het zedelijk goede deed opkomen.
124 I, 0, 4,8 | is: “De tijd is vervuld, het Rijk Gods is nabij. Bekeert
125 I, 0, 4,8 | Bekeert u en gelooft in het evangelie!” (Mc. 1, 15). ~
126 I, 0, 4,8 | Christus wenden, om van Hem het antwoord te krijgen op de
127 I, 0, 4,8 | Meester, de Verrezene, die het leven in zich heeft en die
128 I, 0, 4,8 | ontsluit voor de gelovigen het boek van de Schrift en leert
129 I, 0, 4,8 | de Vader de waarheid over het zedelijk handelen. Aan de
130 I, 0, 4,8 | Aan de oorsprong en op het hoogtepunt van het heilsplan,
131 I, 0, 4,8 | en op het hoogtepunt van het heilsplan, van de Alpha
132 I, 0, 4,8 | Christus wenden. Hij moet als het ware met alles wat hij is
133 I, 0, 4,8 | wij dus binnendringen in het binnenste van de moraal
134 I, 0, 4,8 | binnenste van de moraal van het evangelie en haar diepe
135 I, 0, 4,8 | door de rijke jongeling van het evangelie gestelde vraag
136 I, 0, 4,8 | vraag en meer nog de zin van het antwoord van Jezus onderzoeken,
137 I, 0, 4,8 | terwijl Hij de jongeman als het ware bij de hand neemt en
138 I, 0, 5,9 | Wat vraag je Mij naar het goede? Slechts een is “de
139 I, 0, 5,9 | Goede”. Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
140 I, 0, 5,9 | jongeman helderheid krijgt over het motief van zijn vraag. De “
141 I, 0, 5,9 | ons allemaal - erop, dat het antwoord op de vraag “Wat
142 I, 0, 5,9 | voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te winnen? “,
143 I, 0, 5,9 | God kan op de vraag naar het goede antwoorden, omdat
144 I, 0, 5,9 | goede antwoorden, omdat Hij het Goede is. ~Feitelijk betekent
145 I, 0, 5,9 | is. ~Feitelijk betekent het vragen naar het goede uiteindelijk
146 I, 0, 5,9 | betekent het vragen naar het goede uiteindelijk het zich
147 I, 0, 5,9 | naar het goede uiteindelijk het zich toewenden naar God,
148 I, 0, 5,9 | naar God, de volheid van het goede. Jezus laat zien,
149 I, 0, 5,9 | religieuze vraag is en dat het goede, dat de mens aantrekt
150 I, 0, 5,9 | alleen waardig is “met heel het hart, met heel de ziel en
151 I, 0, 5,9 | Jezus herleidt de vraag naar het zedelijk goede tot haar
152 I, 0, 5,9 | enig Goede, volheid van het leven, einddoel van het
153 I, 0, 5,9 | het leven, einddoel van het menselijk handelen, volkomen
154 I, 0, 5,10 | gelooft, dat de mens, die naar het beeld van God geschapen,
155 I, 0, 5,10 | beeld van God geschapen, met het Bloed van Christus verlost
156 I, 0, 5,10 | einddoel van zijn leven heeft: het zijn “tot lof der heerlijkheid”
157 I, 0, 5,10 | jezelf, schone ziel: je bent het beeld van God - schrijft
158 I, 0, 5,10 | dit weten, te hoog, ik kan het niet begrijpen (Ps. 139,
159 I, 0, 5,10 | handelen is uw majesteit het meest wonderbaar, uw wijsheid
160 I, 0, 5,10 | wonderbaar, uw wijsheid wordt in het verstand van de mens geprezen.
161 I, 0, 5,10 | moet doen wordt bekend in het ogenblik van de zelfopenbaring
162 I, 0, 5,10 | Egypte heeft geleid, uit het slavenhuis. Ge zult buiten
163 I, 0, 5,10 | 3). In de “Decaloog” van het verbond met Israël en in
164 I, 0, 5,10 | zonde van de mens verder het “model” van het zedelijk
165 I, 0, 5,10 | mens verder het “model” van het zedelijk handelen blijft,
166 I, 0, 5,10 | mijn volk” (Lev. 26, 12). ~Het zedelijk leven blijkt het
167 I, 0, 5,10 | Het zedelijk leven blijkt het verschuldigde antwoord op
168 I, 0, 5,10 | mens onbeperkt laat delen. Het is volgens de verklaring
169 I, 0, 5,10 | volgens de verklaring die het boek Deuteronomium over
170 I, 0, 5,10 | boek Deuteronomium over het fundamentele gebod geeft,
171 I, 0, 5,10 | spreken” (Dt. 6, 4-7). ~Zo is het in de onverdiende liefde
172 I, 0, 5,10 | hem die God liefheeft is het voldoende hem te bevallen
173 I, 0, 5,11 | vereren (vgl. Ex. 20, 2-11). Het goede bestaat erin, aan
174 I, 0, 5,11 | is de fundamentele kern, het hartstuk van de wet, waaruit
175 I, 0, 5,11 | moraal van de geboden wordt het toebehoren van het volk
176 I, 0, 5,11 | wordt het toebehoren van het volk Israël aan de Heer
177 I, 0, 5,11 | Degene die goed is. Dat is het getuigenis van de heilige
178 I, 0, 5,11 | Maar wanneer alleen God het Goede is, lukt het geen
179 I, 0, 5,11 | alleen God het Goede is, lukt het geen menselijke inspanning,
180 I, 0, 5,11 | uit een geschenk van God: het is het aanbod van een deelname
181 I, 0, 5,11 | geschenk van God: het is het aanbod van een deelname
182 I, 0, 5,11 | aanbod van een deelname aan het goddelijke goedzijn, dat
183 I, 0, 6 | Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
184 I, 0, 6,12 | God kan op de vraag naar het goede antwoorden, omdat
185 I, 0, 6,12 | goede antwoorden, omdat Hij het Goede is. Maar God heeft
186 I, 0, 6,12 | en liefde door de hem in het hart geschreven wet (vgl.
187 I, 0, 6,12 | wet is “niets anders dan het ons door God ingegeven licht
188 I, 0, 6,12 | God ingegeven licht van het verstand, waardoor wij weten,
189 I, 0, 6,12 | geschonken”. 19 Hij heeft het toen in de geschiedenis
190 I, 0, 6,12 | geschiedenis van Israël in het bijzonder met de “tien woorden”
191 I, 0, 6,12 | van de Sinaï, waardoor God het bestaan van het verbondsvolk
192 I, 0, 6,12 | waardoor God het bestaan van het verbondsvolk heeft bevestigd (
193 I, 0, 6,12 | bevestigd (vgl. Ex. 24) en het ertoe geroepen heeft om “
194 I, 0, 6,12 | Wijsh. 18, 4; Ez. 20, 41). Het geschenk van de tien geboden
195 I, 0, 6,12 | is belofte en teken van het Nieuwe Verbond, wanneer
196 I, 0, 6,12 | wet weer en voorgoed in het hart van de mensen gegrift
197 I, 0, 6,12 | jongeman: “Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
198 I, 0, 6,12 | een nauwe samenhang tussen het eeuwige leven en het onderhouden
199 I, 0, 6,12 | tussen het eeuwige leven en het onderhouden van Gods geboden:
200 I, 0, 6,12 | wijzen de mensen de weg van het leven en leiden hen naar
201 I, 0, 6,12 | als weg en voorwaarde van het heil voor. Aan het gebod
202 I, 0, 6,12 | voorwaarde van het heil voor. Aan het gebod is een belofte verbonden:
203 I, 0, 6,12 | een belofte verbonden: in het Oude Verbond was het voorwerp
204 I, 0, 6,12 | in het Oude Verbond was het voorwerp van de belofte
205 I, 0, 6,12 | voorwerp van de belofte het bezit van een land, waarin
206 I, 0, 6,12 | bezit van een land, waarin het volk een bestaan in vrijheid
207 I, 0, 6,12 | vgl. Dt. 6, 20-25); in het Nieuwe Verbond is voorwerp
208 I, 0, 6,12 | voorwerp van de belofte het “Hemelrijk”, zoals Jezus
209 I, 0, 6,12 | Hemelrijk”, zoals Jezus aan het begin van de Bergrede -
210 I, 0, 6,12 | dezelfde werkelijkheid van het Hemelrijk heeft de uitdrukking “
211 I, 0, 6,12 | betrekking, dat deelname aan het leven van God zelf is: het
212 I, 0, 6,12 | het leven van God zelf is: het vindt zijn volmaakte verwerkelijking
213 I, 0, 6,12 | pas na de dood, maar is in het geloof nu al licht der waarheid,
214 I, 0, 6,12 | waarheid, bron van zin voor het leven, beginnende deelneming
215 I, 0, 6,12 | verlaten heeft zal daarvoor het honderdvoudige ontvangen
216 I, 0, 6,12 | honderdvoudige ontvangen en het eeuwige leven winnen” (Mt.
217 I, 0, 6,13 | 13. Het antwoord van Jezus is voor
218 I, 0, 6,13 | Hij vraagt wat hij in het leven zou moeten doen om
219 I, 0, 6,13 | Uit de samenhang van het gesprek, en vooral uit de
220 I, 0, 6,13 | geboden, die nodig zijn om “het leven te bereiken”, één
221 I, 0, 6,13 | één op te sommen; maar dat het er Hem veeleer om gaat,
222 I, 0, 6,13 | de Heer uw God” betekent. Het kan dus niet aan onze aandacht
223 I, 0, 6,13 | Heer de jongeman herinnert: het zijn enkele geboden, die
224 I, 0, 6,13 | vgl. Rom. 13, 8-10) en het fundament het gebod van
225 I, 0, 6,13 | 8-10) en het fundament het gebod van de naastenliefde
226 I, 0, 6,13 | persoon tot uitdrukking, die “het enige schepsel is, dat God
227 I, 0, 6,13 | herinnert zijn ervoor bestemd het welzijn van de persoon,
228 I, 0, 6,13 | krachtig de absolute eis uit om het menselijk leven, de gemeenschap
229 I, 0, 6,13 | gemeenschap van personen in het huwelijk, het privé-eigendom,
230 I, 0, 6,13 | personen in het huwelijk, het privé-eigendom, de waarachtigheid
231 I, 0, 6,13 | heilige Augustinus -bestaat in het vrij zijn van schuldige
232 I, 0, 6,13 | doen hebben), begint hij het hoofd op te heffen naar
233 I, 0, 6,13 | vrijheid, maar dat is pas het begin van de vrijheid, niet
234 I, 0, 6,14 | liefde tot God scheiden. Het tegendeel is het geval,
235 I, 0, 6,14 | scheiden. Het tegendeel is het geval, zoals zijn gesprek
236 I, 0, 6,14 | te beseffen, dat alleen het gehoorzamen aan deze geboden
237 I, 0, 6,14 | deze geboden kan leiden tot het eeuwige leven: “Handel daarnaar
238 I, 0, 6,14 | is in elk geval dat juist het tweede van deze geboden
239 I, 0, 6,14 | de sleutelgelijkenis voor het volle verstaan van het gebod
240 I, 0, 6,14 | voor het volle verstaan van het gebod van de naastenliefde (
241 I, 0, 6,14 | bereikt haar hoogtepunt aan het kruis, dat de verlossing
242 I, 0, 6,14 | vgl. Joh. 13, 1). ~Zowel het Oude als het Nieuwe Testament
243 I, 0, 6,14 | 1). ~Zowel het Oude als het Nieuwe Testament brengen
244 I, 0, 6,14 | naastenliefde die concreet wordt in het onderhouden van de geboden,
245 I, 0, 6,14 | in de “redevoering” over het Laatste Oordeel op bewonderenswaardige
246 I, 0, 6,15 | Charta is van de moraal van het evangelie, 24 zegt Jezus: “
247 I, 0, 6,15 | vgl. Joh. 5, 39); Hij is het middelpunt van het heilsplan,
248 I, 0, 6,15 | Hij is het middelpunt van het heilsplan, de samenvatting
249 I, 0, 6,15 | heilsplan, de samenvatting van het Oude en het Nieuwe Testament,
250 I, 0, 6,15 | samenvatting van het Oude en het Nieuwe Testament, van de
251 I, 0, 6,15 | en van hun vervulling in het evangelie; Hij is de levende
252 I, 0, 6,15 | eeuwige verbinding tussen het Oude en het Nieuwe Verbond.
253 I, 0, 6,15 | verbinding tussen het Oude en het Nieuwe Verbond. In zijn
254 I, 0, 6,15 | van Paulus “Christus is het einde van de wet” (Rom.
255 I, 0, 6,15 | legis in Christo est) vanaf het moment waarop Hij gekomen
256 I, 0, 6,15 | is, maar alle waarheid in het Nieuwe Testament is, zo
257 I, 0, 6,15 | Nieuwe Testament is, zo gaat het ook met de wet: die wet
258 I, 0, 6,15 | brengt de geboden van God, in het bijzonder het gebod van
259 I, 0, 6,15 | van God, in het bijzonder het gebod van de naastenliefde
260 I, 0, 6,15 | dat juist daarom, omdat het liefheeft, bereid is aan
261 I, 0, 6,15 | vgl. Kol. 3, 14). Zo wordt het gebod “Gij zult niet doden”
262 I, 0, 6,15 | tot zorgzame liefde, die het leven van de naaste beschermt
263 I, 0, 6,15 | beschermt en bevordert; het gebod dat de echtbreuk verbiedt
264 I, 0, 6,15 | is de bruidsbetekenis van het lichaam te respecteren: “
265 I, 0, 6,15 | iemand doodt is schuldig voor het gerecht. Maar Ik zeg u:
266 I, 0, 6,15 | broeder, is schuldig voor het gerecht.. U hebt gehoord
267 I, 0, 6,15 | betekenis van de wet met het totale wegschenken van zichzelf
268 I, 0, 7,16 | 16. Het antwoord over de geboden
269 I, 0, 7,16 | mij nu nog?” (Mt. 19, 20). Het is niet gemakkelijk om met
270 I, 0, 7,16 | heb ik opgevolgd”, wanneer het gewicht van de in Gods wet
271 I, 0, 7,16 | gewogen wordt. En, ofschoon het hem mogelijk is, zulk een
272 I, 0, 7,16 | ofschoon hij van jongsaf het zedelijke ideaal met ernst
273 I, 0, 7,16 | jongeling, dat hij nog ver van het doel verwijderd is oog in
274 I, 0, 7,16 | hem nog iets ontbreekt. Op het besef van dit tekort gaat
275 I, 0, 7,16 | Terwijl de goede Meester het verlangen naar een volheid,
276 I, 0, 7,16 | verkoop je bezit en geef het geld aan de armen; zo zul
277 I, 0, 7,16 | de voorgaande passage uit het antwoord van Jezus, zo moet
278 I, 0, 7,16 | zedelijke boodschap van het evangelie en vooral in de
279 I, 0, 7,16 | zaligsprekingen horen in het antwoord dat Jezus op de
280 I, 0, 7,16 | voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te winnen? “.
281 I, 0, 7,16 | dat de mens opent voor het eeuwige leven, ja, dat het
282 I, 0, 7,16 | het eeuwige leven, ja, dat het eeuwige leven zelf is. ~
283 I, 0, 7,16 | beide hebben betrekking op het goede, op het eeuwige leven.
284 I, 0, 7,16 | betrekking op het goede, op het eeuwige leven. De Bergrede
285 I, 0, 7,16 | normatieve aanwijzingen voor het zedelijk leven voortvloeien.
286 I, 0, 7,17 | hoeverre de jongeman van het evangelie de diepe en veeleisende
287 I, 0, 7,17 | en veeleisende inhoud van het antwoord begrepen heeft,
288 I, 0, 7,17 | Jezus gegeven werd: “Als je het leven wilt bereiken, onderhoud
289 I, 0, 7,17 | onderhoud dan de geboden!”; het is niettemin zeker, dat
290 I, 0, 7,17 | onontbeerlijke bodem is, waarop het verlangen naar volmaaktheid
291 I, 0, 7,17 | navolging van Christus. ~Het gesprek van Jezus met de
292 I, 0, 7,17 | nodig: “Als je wilt”, en het goddelijke geschenk van
293 I, 0, 7,17 | onopgeefbare voorwaarde, om het eeuwige leven te bereiken;
294 I, 0, 7,17 | eeuwige leven te bereiken; het opgeven van alles wat de
295 I, 0, 7,17 | de Heer nemen daarentegen het karakter aan van een aanbod: “
296 I, 0, 7,17 | aanbod: “Wanneer je.. wilt”. Het woord van Jezus onthult
297 I, 0, 7,17 | niet als uitvlucht voor het vlees, maar dient elkaar
298 I, 0, 7,17 | Nadat de H. Augustinus over het opvolgen van de geboden
299 I, 0, 7,17 | ons gebleven is, waag ik het te zeggen, dat wij in de
300 I, 0, 7,18 | 18. Wie “naar het vlees leeft” ervaart de
301 I, 0, 7,18 | hun volheid te beleven. Het is een nog onzekere en ongewisse
302 I, 0, 7,18 | gemaakt door de genade die het ons toestaat de volle vrijheid
303 I, 0, 7,18 | vgl. Rom. 8, 21), en zo in het zedelijk leven op de verheven
304 I, 0, 7,18 | verkoop je bezit en geef het geld aan de armen”, met
305 I, 0, 7,18 | hebben”, betreft allen, want het is een fundamentele vernieuwing
306 I, 0, 7,18 | fundamentele vernieuwing van het gebod van de naastenliefde,
307 I, 0, 7,18 | nieuwe concrete vorm van het gebod van de liefde tot
308 I, 0, 7,18 | ook jullie hemelse Vader het is” (Mt. 5, 48). In het
309 I, 0, 7,18 | het is” (Mt. 5, 48). In het Lucas-evangelie preciseert
310 I, 0, 8,19 | navolging van Christus, in het volgen van Jezus, nadat
311 I, 0, 8,19 | van Jezus, nadat men van het eigen bezit en van zichzelf
312 I, 0, 8,19 | gedaan. Precies zo eindigt het gesprek met de jongeman: “
313 I, 0, 8,19 | volg Mij!” (Mt. 19, 21). Het is een uitnodiging, waarvan
314 I, 0, 8,19 | binnenleiden (vgl. Joh. 16, 13). ~Het is Jezus zelf, die het initiatief
315 I, 0, 8,19 | Het is Jezus zelf, die het initiatief neemt en ons
316 I, 0, 8,19 | beginnen bij de Twaalf; maar het blijkt even duidelijk dat
317 I, 0, 8,19 | de navolging van Christus het essentiële en oorspronkelijke
318 I, 0, 8,19 | christelijke moraal: zoals het volk Israël God volgde,
319 I, 0, 8,19 | volk Israël God volgde, die het door de woestijn in het
320 I, 0, 8,19 | het door de woestijn in het Beloofde Land voerde (vgl.
321 I, 0, 8,19 | leidt (vgl. Joh. 6, 44). ~Het gaat er hier niet alleen
322 I, 0, 8,19 | gehoorzaamheid te aanvaarden. Het gaat er heel radicaal om,
323 I, 0, 8,19 | Vader. Wanneer hij door het antwoord van het geloof
324 I, 0, 8,19 | hij door het antwoord van het geloof Hem volgt, die de
325 I, 0, 8,19 | 45). Jezus is inderdaad het Licht der wereld, het Licht
326 I, 0, 8,19 | inderdaad het Licht der wereld, het Licht van het leven (vgl.
327 I, 0, 8,19 | der wereld, het Licht van het leven (vgl. Joh. 8, 12);
328 I, 0, 8,19 | is de Weg de Waarheid en het Leven (vgl. Joh. 14, 6),
329 I, 0, 8,19 | 6-10). Daarom betekent het navolgen van de Zoon, die “
330 I, 0, 8,19 | navolgen van de Zoon, die “het evenbeeld van de onzichtbare
331 I, 0, 8,20 | navolging van Jezus, in het bijzonder van zijn liefde,
332 I, 0, 8,20 | behandeld heb” (Joh. 13, 14-15). Het handelen van Jezus en zijn
333 I, 0, 8,20 | daden en zijn geboden vormen het zedelijk richtsnoer voor
334 I, 0, 8,20 | zedelijk richtsnoer voor het christelijke leven. Want
335 I, 0, 8,20 | zijn lijden en sterven aan het kruis zijn de levende openbaring
336 I, 0, 8,20 | nagevolgd worden. Ze is het “nieuwe” gebod: “een nieuw
337 I, 0, 8,20 | woorden die vooruitwijzen naar het offergeschenk van zijn leven
338 I, 0, 8,20 | offergeschenk van zijn leven aan het kruis als getuigenis van
339 I, 0, 8,20 | hem, volmaakt te zijn in het gebod van de liefde, in “
340 I, 0, 8,20 | gebod: zich te voegen in het leven van zijn totale wegschenking,
341 I, 0, 8,20 | volgen en na te leven. Dat is het wat Jezus van iedere mens
342 I, 0, 8,21 | heeft tot de zelfgave aan het kruis toe (vgl. Phil. 2,
343 I, 0, 8,21 | vgl. Phil. 2, 5-8). Door het geloof woont Christus in
344 I, 0, 8,21 | geloof woont Christus in het hart van hem die gelooft (
345 I, 0, 8,21 | gelijkvormig aan Christus in het paasmysterie van dood en
346 I, 0, 8,21 | zonde, ontvangt de gedoopte het nieuwe leven (vgl. Rom.
347 I, 0, 8,21 | en van diens vruchten in het leven te getuigen (vgl.
348 I, 0, 8,21 | deelname aan de eucharistie, het sacrament van het Nieuwe
349 I, 0, 8,21 | eucharistie, het sacrament van het Nieuwe Verbond (vgl. 1 Kor.
350 I, 0, 8,21 | vgl. 1 Kor. 11, 23-29), is het hoogtepunt van de gelijkwording
351 I, 0, 8,21 | gelijkwording met Christus, Bron van het “eeuwige leven” (vgl. Joh.
352 I, 0, 8,21 | totale zelfgave, die wij naar het gebod van Jezus - volgens
353 I, 0, 8,21 | gebod van Jezus - volgens het getuigenis dat Paulus heeft
354 I, 0, 8,21 | eucharistieviering en in het leven moeten gedenken: “
355 I, 0, 9,22 | bittere teleurstelling is het slot van het gesprek van
356 I, 0, 9,22 | teleurstelling is het slot van het gesprek van Jezus met de
357 I, 0, 9,22 | hetzelfde hoofdstuk van het Mattheus-evangelie (19,
358 I, 0, 9,22 | van de wet van Mozes over het huwelijk, het recht op verstoting
359 I, 0, 9,22 | Mozes over het huwelijk, het recht op verstoting van
360 I, 0, 9,22 | oorspronkelijker en bindender “begin”: het oorspronkelijke plan van
361 I, 0, 9,22 | vrouwen te verstoten. In het begin was dat niet zo” (
362 I, 0, 9,22 | 8). De verwijzing naar het “begin” ontstelt de leerlingen,
363 I, 0, 9,22 | de positie van de man in het huwelijk is, dan is het
364 I, 0, 9,22 | het huwelijk is, dan is het niet goed om te trouwen” (
365 I, 0, 9,22 | bijzondere wijze beroept op het charisma van het ongehuwd
366 I, 0, 9,22 | beroept op het charisma van het ongehuwd zijn “omwille van
367 I, 0, 9,22 | ongehuwd zijn “omwille van het Rijk der hemelen” (Mt. 19,
368 I, 0, 9,22 | maar alleen zij, aan wie het gegeven is” (Mt. 19, 11). ~
369 I, 0, 9,22 | Augustinus vraagt zich af: “Is het de liefde die ons de geboden
370 I, 0, 9,22 | doet onderhouden, of is het het onderhouden van de geboden
371 I, 0, 9,22 | doet onderhouden, of is het het onderhouden van de geboden
372 I, 0, 9,23 | wet van de geest en van het leven in Jezus Christus
373 I, 0, 9,23 | de genade (nieuwe wet) in het perspectief van de heilsgeschiedenis,
374 I, 0, 9,23 | opvoedende rol van de wet, die het de zondige mens mogelijk
375 I, 0, 9,23 | zelfgenoegzaamheid ontneemt, opent voor het aanroepen en aannemen van
376 I, 0, 9,23 | aanroepen en aannemen van het “leven in de Geest”: in
377 I, 0, 9,23 | in dit nieuwe leven is het onderhouden van de geboden
378 I, 0, 9,23 | geboden van God mogelijk. Door het geloof in Christus zijn
379 I, 0, 9,23 | vervullen”. 30 ~De liefde en het leven naar het evangelie
380 I, 0, 9,23 | liefde en het leven naar het evangelie mogen niet allereerst
381 I, 0, 9,23 | mogen niet allereerst op het niveau van het gebod gedacht
382 I, 0, 9,23 | allereerst op het niveau van het gebod gedacht worden, want
383 I, 0, 9,23 | Gods, die door zijn genade het hart van de mens heel en
384 I, 0, 9,23 | heel en gezond maakt en het omvormt: “Immers, de wet
385 I, 0, 9,23 | Daarom is de belofte van het eeuwige leven aan de gave
386 I, 0, 9,23 | de genade verbonden, en het geschenk van de Geest, dat
387 I, 0, 9,23 | ontvangen hebben, is reeds “het eerste deel van onze erfenis” (
388 I, 0, 9,24 | 24. Zo openbaren zich het gebod van de liefde en dat
389 I, 0, 9,24 | de volmaaktheid, waarop het eerste is afgestemd, in
390 I, 0, 9,24 | authentieke oorspronkelijkheid: Het is een mogelijkheid, die
391 I, 0, 9,24 | Anderzijds bewerkt en draagt het bewustzijn, in Jezus Christus
392 I, 0, 9,24 | liefde Gods te bezitten, het verantwoordelijke antwoord
393 I, 0, 9,24 | hebben lief, omdat Hij ons het eerst heeft liefgehad (1
394 I, 0, 9,24 | de Nieuwe Wet is de door het geloof in Christus verleende
395 I, 0, 9,24 | uiterlijke voorschriften, waarvan het evangelie ook spreekt, bereiden
396 I, 0, 9,24 | of maken haar invloed in het leven effectief. De nieuwe
397 I, 0, 10,25 | 25. Het gesprek van Jezus met de
398 I, 0, 10,25 | moet ik voor goeds doen, om het eeuwige leven te winnen? “,
399 I, 0, 10,25 | leven te winnen? “, komt in het hart van iedere mens op,
400 I, 0, 10,25 | hart van iedere mens op, en het is altijd alleen Christus
401 I, 0, 10,25 | altijd alleen Christus die het volle en beslissende antwoord
402 I, 0, 10,25 | der wereld” (Mt. 28, 20). Het tegelijk aanwezig zijn van
403 I, 0, 10,25 | van iedere tijd gebeurt in het levende Lichaam van de Kerk.
404 I, 0, 10,25 | vgl. Joh. 14, 26) en zou het begin en de bron van een
405 I, 0, 10,25 | 1-13). ~De door God in het Oude Verbond opgelegde en
406 I, 0, 10,25 | Verbond opgelegde en in het Nieuwe en Eeuwige Verbond
407 I, 0, 10,25 | hoort Mij” (Lc. 10, 16). Met het licht en de kracht van deze
408 I, 0, 10,25 | apostelen de opdracht vervuld om het evangelie te verkondigen
409 I, 0, 10,25 | leren: “Voor mij is Christus het leven” (Philp. 1, 21). ~
410 I, 0, 10,26 | 26. In het zedelijk onderricht van
411 I, 0, 10,26 | opdracht hadden gekregen om het evangelie te verkondigen,
412 I, 0, 10,26 | verkondigen, hebben vanaf het begin van de Kerk krachtens
413 I, 0, 10,26 | de rechtschapenheid van het gedrag der christenen gewaakt, 35
414 I, 0, 10,26 | ze over de zuiverheid van het geloof en over het doorgeven
415 I, 0, 10,26 | zuiverheid van het geloof en over het doorgeven van de goddelijke
416 I, 0, 10,26 | christenen, die zowel uit het joodse volk als uit de andere
417 I, 0, 10,26 | liturgie, maar ook door het getuigenis van hun door
418 I, 0, 10,26 | levensgemeenschap; haar norm is “het geloof, dat in de liefde
419 I, 0, 10,26 | verplichtingen miskennen, waartoe het evangelie hen oproept (vgl.
420 I, 0, 10,26 | scheiding tussen de intentie van het hart en de daden die daar
421 I, 0, 10,26 | hebben de Herders van de Kerk het optreden van hen die met
422 I, 0, 10,27 | 27. Het bevorderen en bewaren van
423 I, 0, 10,27 | bevorderen en bewaren van het geloof en van het zedelijk
424 I, 0, 10,27 | bewaren van het geloof en van het zedelijk leven in de eenheid
425 I, 0, 10,27 | vgl. Mt. 28, 19-20) die op het ambt van hun opvolgers overgaat.
426 I, 0, 10,27 | door als getuigenis van “het grote” dat God in de Kerk
427 I, 0, 10,27 | belijdt zij de waarheid van het vleesgeworden Woord, brengt
428 I, 0, 10,27 | geboden en de liefde in het leven der heiligen en in
429 I, 0, 10,27 | leven der heiligen en in het offer van de martelaren
430 I, 0, 10,27 | christenen “de levende stem van het evangelie” 40 als gelovige
431 I, 0, 10,27 | De Geest zelf, die aan het begin van de openbaring
432 I, 0, 10,27 | en culturele situaties in het licht van het geloof. Ze
433 I, 0, 10,27 | situaties in het licht van het geloof. Ze kan echter alleen
434 I, 0, 10,27 | leer van de Kerkvaders, het leven van de heiligen, de
435 I, 0, 10,27 | liturgie van de Kerk en het leergezag de getuigen zijn. ~
436 I, 0, 10,27 | leergezag de getuigen zijn. ~In het bijzonder is - zoals het
437 I, 0, 10,27 | het bijzonder is - zoals het Concilie zegt - “de opgave
438 I, 0, 10,27 | Concilie zegt - “de opgave om het geschreven of overgeleverde
439 I, 0, 10,27 | te verklaren, alleen aan het levende leergezag van de
440 I, 0, 10,27 | haar leer als “de zuil en het fundament van de waarheid (
441 I, 0, 10,27 | ook van de waarheid over het zedelijk handelen. Inderdaad “
442 I, 0, 10,27 | handelen. Inderdaad “komt het aan de Kerk toe, altijd
443 I, 0, 10,27 | de menselijke persoon of het heil van de zielen dit verlangen”. 42 ~
444 I, 0, 10,27 | ontwikkeld hebben, voelt het leergezag, in trouw aan
445 I, 0, 10,27 | van de traditie der Kerk, het als zeer dringende plicht,
446 I, 0, 10,27(42) | Codex van het canonieke recht, can. 747,
447 II, 0, 11,28 | 28. De beschouwing van het gesprek tussen Jezus en
448 II, 0, 11,28 | de rijke jongeman maakt het ons mogelijk om de essentiële
449 II, 0, 11,28 | gegevens van de openbaring van het Oude en het Nieuwe Testament
450 II, 0, 11,28 | openbaring van het Oude en het Nieuwe Testament ten aanzien
451 II, 0, 11,28 | Testament ten aanzien van het zedelijk handelen op een
452 II, 0, 11,28 | is; de samenhang tussen het zedelijk goede van de menselijke
453 II, 0, 11,28 | menselijke handelingen en het eeuwige leven; de navolging
454 II, 0, 11,28 | als bron en oorsprong van het zedelijk leven van de “nieuwe
455 II, 0, 11,28 | Vaticanum II herinnert: “het evangelie (is).. de bron
456 II, 0, 11,28 | Getrouw bewaarde ze wat het Woord van God niet alleen
457 II, 0, 11,28 | geloofswaarheden, maar ook wat het ten aanzien van het zedelijk
458 II, 0, 11,28 | wat het ten aanzien van het zedelijk handelen leert,
459 II, 0, 11,28 | handelen leert, dat wil zeggen het handelen dat aan God bevalt (
460 II, 0, 11,28 | leer, analoog aan die op het gebied van de geloofswaarheden. ~
461 II, 0, 11,28 | kan zij nooit ophouden - het “geheim van het vleesgeworden
462 II, 0, 11,28 | ophouden - het “geheim van het vleesgeworden Woord” te
463 II, 0, 11,28 | onderzoeken, waarbij voor haar “het geheim van de mens waarlijk
464 II, 0, 11,29 | 29. Het kerkelijk denken over moraal,
465 II, 0, 11,29 | dat zich altijd voltrok in het licht van Christus, de “
466 II, 0, 11,29 | voldoet aan de eisen van het menselijk verstand. De moraaltheologie
467 II, 0, 11,29 | moraliteit”, dat wil zeggen: het goede en het slechte van
468 II, 0, 11,29 | wil zeggen: het goede en het slechte van de menselijke
469 II, 0, 11,29 | theologie”, omdat ze erkent dat het begin en het einddoel van
470 II, 0, 11,29 | erkent dat het begin en het einddoel van het zedelijk
471 II, 0, 11,29 | begin en het einddoel van het zedelijk handelen bestaat
472 II, 0, 11,29 | Christus, de gelukzaligheid van het goddelijk leven aanbiedt. ~
473 II, 0, 11,29 | liefde vrucht te dragen voor het leven van de wereld, moet
474 II, 0, 11,29 | verhelderen”. 45 Zo heeft het Concilie ook de theologen
475 II, 0, 11,29 | te zoeken om de leer van het geloof aan de mensen van
476 II, 0, 11,29 | tijd mee te delen. Want het geloofsgoed zelf, dat wil
477 II, 0, 11,29 | door de bemoediging van het Concilie gesterkt voelden,
478 II, 0, 11,29 | die men moet geloven en in het leven toepassen en die door
479 II, 0, 11,29 | die door hen in een aan het gevoelen en de vragen van
480 II, 0, 11,29 | aangeboden worden. De Kerk en in het bijzonder de bisschoppen,
481 II, 0, 11,29 | echte “Vreze des Heren, die het begin der kennis is” (vgl.
482 II, 0, 11,29 | 1, 7). ~Tegelijk zijn in het kader van de post-conciliaire
483 II, 0, 11,29 | gezonde leer” (2 Tim. 4, 3). Het is zeker niet de bedoeling
484 II, 0, 11,29 | zeker niet de bedoeling van het leergezag van de Kerk om
485 II, 0, 11,29 | systeem op te leggen; maar om het woord van God “heilig te
486 II, 0, 11,29 | getrouw uit te leggen” 48 is het verplicht om de onverenigbaarheid
487 II, 0, 11,29 | bepaalde richtingen van het theologische denken of van
488 II, 0, 11,29(49) | Dogmatische constitutie over het Katholieke geloof Dei Filius,
489 II, 0, 11,30 | encycliek tot u, medebroeders in het bisschopsambt, wenden, dan
490 II, 0, 11,30 | overigens die elementen, waarvan het “antwoord op de onopgeloste
491 II, 0, 11,30 | onopgeloste raadsels van het menselijk bestaan (afhangt),
492 II, 0, 11,30 | doel van ons leven? Wat is het goede, wat de zonde? Waar
493 II, 0, 11,30 | wat de zonde? Waar komt het leed vandaan, en welke zin
494 II, 0, 11,30 | vandaan, en welke zin heeft het? Wat is de weg naar het
495 II, 0, 11,30 | het? Wat is de weg naar het ware geluk? Wat is de dood,
496 II, 0, 11,30 | ware geluk? Wat is de dood, het oordeel en de vergelding
497 II, 0, 11,30 | waarheid? Welke rol komt aan het geweten toe bij de vorming
498 II, 0, 11,30 | geweten toe bij de vorming van het zedelijk karakter van de
499 II, 0, 11,30 | overeenstemming met de waarheid over het goede, de rechten en concrete
500 II, 0, 11,30 | vraag, die de jongeman in het evangelie aan Jezus stelt: “
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1780 |