Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | Iedere mens moet zich de fundamentele vragen stellen: Wat moet
2 Inl, 0, 2,4 | duidelijke doelstelling om enkele fundamentele waarheden van de katholieke
3 Inl, 0, 2,5 | beperken, zich met enkele fundamentele vraagstukken van de zedenleer
4 I, 0, 5,10 | boek Deuteronomium over het fundamentele gebod geeft, een antwoord
5 I, 0, 5,11 | als God te erkennen is de fundamentele kern, het hartstuk van de
6 I, 0, 7,16 | houdingen en existentiële, fundamentele strevingen en vallen daarom
7 I, 0, 7,17 | en verklaart bovendien de fundamentele betrekking van de vrijheid
8 I, 0, 7,18 | vindt in de wet van God de fundamentele en noodzakelijke weg tot
9 I, 0, 7,18 | betreft allen, want het is een fundamentele vernieuwing van het gebod
10 II, 0, 11,30 | samengevat worden in de fundamentele vraag, die de jongeman in
11 II, 0, 12,34 | we ze in het licht van de fundamentele afhankelijkheid der vrijheid
12 II, 1, 3,43 | in de meest letterlijke, fundamentele betekenis voor haar zorgt (
13 II, 1, 4,47 | krijgen. En vooral zou het het fundamentele gebod van de Gods- en de
14 II, 1, 4,48 | ook respect voor enkele fundamentele bona in, zonder achting
15 II, 1, 5,51 | de grondslagen voor haar fundamentele rechten en plichten legt,
16 II, 3 | III Fundamentele beslissing en concrete gedragswijzen~
17 II, 3, 1,65 | voor. Ze spreken van een “fundamentele vrijheid”, die dieper ligt
18 II, 3, 1,65 | leven toekomen aan een “fundamentele optie”, die gerealiseerd
19 II, 3, 1,65 | gerealiseerd wordt door die fundamentele vrijheid, door middel waarvan
20 II, 3, 1,65 | beslissende pogingen zijn, om deze fundamentele optie uit te drukken; ze
21 II, 3, 1,65 | respectievelijk hun afwijzing zijn fundamentele optie tot uitdrukking kan
22 II, 3, 1,65 | een onderscheid tussen de fundamentele optie en de vrije keuze
23 II, 3, 1,65 | transcendente dimensie van de fundamentele optie, terwijl ze de keuze
24 II, 3, 1,65 | persoon hangt alleen van de fundamentele optie af; welke afzonderlijke
25 II, 3, 1,66 | bijzondere betekenis van een fundamentele beslissing, die het zedelijk
26 II, 3, 1,66 | afzonderlijke geboden de fundamentele zin: “Ik ben Jahwe, uw God..” (
27 II, 3, 1,66 | en diepte verzekert. De fundamentele beslissing van Israël betreft
28 II, 3, 1,66 | van Israël betreft dus het fundamentele gebod (vgl. Jos. 24, 14-
29 II, 3, 1,66 | Verbond wordt beheerst door de fundamentele oproep van Jezus tot “navolging”
30 II, 3, 1,66 | en beslissingen, die men fundamentele optie kan noemen. Een soortgelijke
31 II, 3, 1,66 | geloofsdaad - in de zin van een fundamentele optie - die, volgens de
32 II, 3, 1,67 | de bijbelse leer, die de fundamentele optie als een echte en eigenlijke
33 II, 3, 1,67 | handelingen verbindt. Door de fundamentele beslissing is de mens in
34 II, 3, 1,67 | worden, dat de zogenaamde fundamentele optie - voor zover zij zich
35 II, 3, 1,67 | verwerkelijkt. Juist daarom wordt de fundamentele optie precies dan herroepen,
36 II, 3, 1,67 | wijzende keuzen bindt. ~De fundamentele optie van de concrete gedragswijzen
37 II, 3, 1,67 | het zedelijk handelen. Een fundamentele optie, verstaan zonder uitdrukkelijk
38 II, 3, 1,67 | alleen uit de bedoeling, de fundamentele oriëntering of de fundamentele
39 II, 3, 1,67 | fundamentele oriëntering of de fundamentele optie af te leiden - begrepen
40 II, 3, 1,68 | zou de mens krachtens een fundamentele optie God trouw kunnen blijven,
41 II, 3, 1,68 | door de ontrouw jegens die fundamentele optie verloren, waardoor
42 II, 3, 2,69 | De overwegingen over de fundamentele optie hebben, zoals we opmerkten,
43 II, 3, 2,69 | precies een daad van de fundamentele optie. Volgens deze theologen
44 II, 3, 2,70 | beperken tot de daad van een fundamentele beslissing of fundamentele
45 II, 3, 2,70 | fundamentele beslissing of fundamentele optie (“optio fundamentalis”)
46 II, 3, 2,70 | en verliest de liefde. De fundamentele intentie kan dus door concrete
47 II, 3, 2,70 | De ontkoppeling van de fundamentele optie en de weloverwogen
48 II, 3, 2,70 | weloverwogen keuze, die deze (fundamentele optie-vert.) onverlet zou
49 II, 4, 3,82 | bedoeling, het is juist de fundamentele uitdrukking van een goede
50 III, 0, 4,84 | 84. De fundamentele vraag, die de bovengenoemde
51 III, 0, 4,84 | juist met het oog op deze fundamentele vraag, door de Kerk zelf
52 III, 0, 10,106| vanwege de verduistering van fundamentele zedelijke kernpunten en
53 III, 0, 12,115| haar handelingen verbonden fundamentele waarden in herinnering geroepen,
|