Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Greet | aangezicht over ons stralen” (Ps. 4, 7). ~
2 Inl, 0, 1,2 | aanschijn over ons stralen” (Ps. 4, 7). ~God laat zijn aanschijn
3 Inl, 0, 1,2(4) | deze tijd Gaudium et spes, 4. ~
4 Inl, 0, 1,3(5) | van de Verenigde Naties, (4 oktober 1965): AAS 57 (1965),
5 Inl, 0, 2,4 | 4. Altijd al, maar vooral
6 Inl, 0, 2,5 | de “gezonde leer” (2 Tim. 4, 3) te bewaren, met het
7 Inl, 0, 2,5(11) | depositum (11 oktober 1992), 4. ~
8 I, 0, 3,7(15) | Encycliek Redemptor hominis (4 maart 1979), 13: AAS 71, (
9 I, 0, 5,10 | opnieuw over spreken” (Dt. 6, 4-7). ~Zo is het in de onverdiende
10 I, 0, 5,11 | verering te bewijzen (vgl. Mt. 4, 10). De “vervulling” kan
11 I, 0, 6,12 | stralen (vgl. Wijsh. 18, 4; Ez. 20, 41). Het geschenk
12 I, 0, 6,14 | die hij niet ziet” (1 Joh. 4, 20). De evangelist stemt
13 I, 0, 6,15 | einde van de wet” (Rom. 10, 4), schrijft de H. Ambrosius: “
14 I, 0, 6,15(25) | Tractatus in Mathaeum, XX, I, 1-4: CCL 9/A, 291-292. ~
15 I, 0, 9,24 | heeft liefgehad (1 Joh. 4, 7-8. 11. 19). ~Deze onlosmakelijke
16 I, 0, 10,26 | Kor. 11-14; Gal. 5-6; Eph. 4-6; Kol. 3-4; 1Petr. en Jac.).
17 I, 0, 10,26 | Gal. 5-6; Eph. 4-6; Kol. 3-4; 1Petr. en Jac.). De apostelen
18 II, 0, 11,28 | God bevalt (vgl. 1 Thess 4, 1); daardoor bereikt zij
19 II, 0, 11,29 | de “gezonde leer” (2 Tim. 4, 3). Het is zeker niet de
20 II, 0, 11,29(49) | geloof Dei Filius, cap. 4: DS, 3018. ~
21 II, 0, 11,30 | aan uw dienst!” (2 Tim. 4, 1-5; vgl. Tit. 1. 10. 13-
22 II, 0, 12,31(54) | Encycliek Redemptor hominis (4 maart 1979), 17: AAS 71 (
23 II, 0, 12,31(54) | Juristencollege (10 maart 1984), 4: Insegnamenti VII, 1 (1984),
24 II, 1, 2,38(65) | De hominis opificio, c. 4: PG 44, 135-136. ~
25 II, 1, 2,41 | aanwezig is” (vgl. Eph. 4, 6); tegelijk moeten we
26 II, 1, 3,42 | Breng het juiste offer (Ps. 4, 6), alsof mensen hem naar
27 II, 1, 3,43(81) | Vgl. ibid., I-II, 90. 4, ad 1um. ~
28 II, 1, 3,44 | u vandaag voorleg?” (Dt. 4, 7-8). In de psalmen kunnen
29 II, 1, 5,52(94) | 29 december 1975), nr. 4: AAS 68 (1976) 80: “Maar
30 II, 1, 5,53(100) | geloof Dei Filius, cap. 4: DS, 3020, en can. 4: DS,
31 II, 1, 5,53(100) | cap. 4: DS, 3020, en can. 4: DS, 3024. Ook voor de zedenleer
32 II, 2, 3,62 | waarheid leren” (2 Kor. 4, 2). Anderzijds vermaant
33 II, 2, 3,63(108) | De Veritate, q. 17, a. 4. ~
34 II, 2, 3,64 | van de mensen” (vgl. Eph. 4, 14), en niet weg te raken
35 II, 4, 2,76 | dan de mensen (vgl. Hand. 4, 19; 5, 29) en daarvoor
36 III, 0, 4,87 | waarheid” aanbidden (Joh. 4, 23): door deze aanbidding
37 III, 0, 4,87(139) | Encycliek Redemptor hominis (4 maart 1979), 12: AAS 71 (
38 III, 0, 4,87(141) | Encycliek Redemptor hominis (4 maart 1979), 21: AAS 71 (
39 III, 0, 5,88 | 11. 15-16; vgl. Thess. 5, 4-8). ~Het is dringend nodig,
40 III, 0, 8,100 | Dt. 24, 14-15; Jac. 5, 4), prijsverhogingen door
41 III, 0, 8,100 | van anderen (vgl. Am. 8, 4-6), het zich toeëigenen
42 III, 0, 8,101 | prijsgegeven (vgl. Ps. 14, 3-4; Openb. 18, 2-3, 9-24).
43 III, 0, 9,103(164)| ouderschap (1 maart 1984), 4: Insegnamenti VII, 1 (1984),
44 III, 0, 10,108(168)| Trinitate, XXIX, 9-10: CCL 4, 70. ~
45 III, 0, 11,110 | waarheid houdt” (vgl. Eph. 4, 15) over het heilige leven
46 III, 0, 11,110(174)| geloof Dei Filius, cap. 4: DS, 3016. ~
47 III, 0, 12,114 | waakzaam op afstand (vgl. 2 Tim 4, 1-4)”. 178 ~Het is onze
48 III, 0, 12,114 | afstand (vgl. 2 Tim 4, 1-4)”. 178 ~Het is onze gezamenlijke
49 III, 0, 12,115 | de ene Zoon (vgl. Eph. 1, 4-6) te kunnen herkennen.
50 III, 0, 12,115 | heeft liefgehad” (1 Joh. 4, 19). God verlangt van ons,
51 III, 0, 12,117 | alleen de liefde” is (1 Joh. 4, 8. 16). ~Dit tegelijkertijd
52 Slot, 0, 12,120 | barmhartigheid is” (Eph. 2, 4) ~opdat hij uit vrije wil ~
|