Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | mens waarlijk verklaard”. Want Adam, de eerste mens, was
2 I, 0, 4,8 | essentieel en onontkoombaar is: want zij betreft het zedelijk
3 I, 0, 5,10 | eigen oproep: “Weest heilig, want Ik, de Heer uw God, ben
4 I, 0, 5,10 | voor deze liefde te zoeken; want de liefde stamt zo van God,
5 I, 0, 5,11 | Israël aan de Heer duidelijk, want God alleen is Degene die
6 I, 0, 6,12 | nieuw hart” geschonken, want in hem zal “een nieuwe geest”,
7 I, 0, 7,17 | liefheeft, heeft de wet vervuld. Want de geboden: Gij zult niet
8 I, 0, 7,18 | hebben”, betreft allen, want het is een fundamentele
9 I, 0, 8,20 | het christelijke leven. Want deze daden van Hem en vooral
10 I, 0, 8,21 | een uiterlijke nabootsing, want ze raakt de mens in zijn
11 I, 0, 8,21 | leven moeten gedenken: “Want zo dikwijls als gij van
12 I, 0, 9,22 | ging hij verdrietig weg: want hij had een groot vermogen” (
13 I, 0, 9,22 | waaraan de liefde voorafgaat? Want wie niet liefheeft heeft
14 I, 0, 9,23 | het gebod gedacht worden, want dat wat zij verlangen gaat
15 I, 0, 9,24 | wij elkander liefhebben, want de liefde komt van God.
16 I, 0, 9,24 | heeft God niet gekend, want God is de liefde.. Broeders,
17 II, 0, 11,29 | van hun tijd mee te delen. Want het geloofsgoed zelf, dat
18 II, 0, 11,30 | onderricht met groot geduld. Want er komt een tijd dat de
19 II, 1, 1,35 | kwaad mag je niet eten; want als je daarvan eet, zul
20 II, 1, 1,35 | zeer vergaande vrijheid, want hij mag “van alle bomen
21 II, 1, 2,39 | deze volmaaktheid opbouwen. Want zoals de mens, wanneer hij
22 II, 1, 2,39 | atheïstisch karakter aan: “Want het schepsel zinkt zonder
23 II, 1, 2,40 | kwaad zult ge niet eten; want als je daarvan eet, zul
24 II, 1, 3,43 | aan zijn voorzienigheid, want Hij wil de wereld met de
25 II, 2, 1,54 | hart: doe dit, vermijd dat. Want de mens heeft de door God
26 II, 2, 3,64 | oordelen van het geweten. Want “opdat ge in staat zijt
27 II, 4, 1,73 | apostel Paulus uiteenzet: “Want wij allen moeten voor Christus”
28 II, 4, 3,80 | leert paus Paulus VI: “Want al kan het in werkelijkheid
29 III, 0, 4,85 | hem gegeven zending had: “Want Christus heeft mij.. gezonden..,
30 III, 0, 5,88 | cultuur opnieuw ontdekken: “Want eens waren jullie duisternis -
31 III, 0, 5,88 | verstandig. Benut de tijd, want deze dagen zijn slecht” (
32 III, 0, 6,91 | van alle kanten benauwd; want doe ik het, dan wacht mij
33 III, 0, 8,100 | vrijgevigheid van de Heer, want “Hij is om uwentwil arm
34 III, 0, 8,101 | erkenning van de waarheid. Want “als er geen laatste waarheid
35 III, 0, 9,102 | onderhouden zouden zijn. “Want God beveelt niets onmogelijks,
36 III, 0, 9,105 | noch om gezien te worden, want als we gezien worden, zijn
37 III, 0, 9,105 | afwijst, naar wie Hij kijkt, want hij maakt hen rein, die
38 III, 0, 10,107 | bijzonder de eucharistie: Want door de deelname aan het
39 III, 0, 11,109 | natuur aan het verstand, want het onthult de mens de waarheid
40 III, 0, 12,114 | een bijzondere plaats in. Want de bisschoppen zijn geloofsboden,
41 III, 0, 12,117 | de “goede” Meester richt, want Hij is de enige die in elke
42 III, 0, 12,117 | uitnodigt, vertrouwen te hebben, want “onze talenten stammen van
43 Slot, 0, 12,119| brengen. Dat is niet juist, want ze bestaat, om het met de
44 Slot, 0, 12,120| zijn zonde rechtvaardigt; want ze weet, dat op deze wijze
|