Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | aan alle schepselen het evangelie te verkondigen (Vgl. Mc.
2 Inl, 0, 1,2 | van Jezus Christus en zijn evangelie. In de Kerk leeft altijd
3 Inl, 0, 1,2 | duiden in het licht van het evangelie. Zo kan zij dan op een steeds
4 Inl, 0, 1,3 | hen, die Christus en zijn evangelie niet kennen en zelfs niet
5 Inl, 0, 1,3 | schrijft: “Wie namelijk het evangelie van Christus en zijn Kerk
6 Inl, 0, 1,3 | een voorbereiding op het evangelie beschouwd en als een gave
7 Inl, 0, 2,5 | het beantwoordt aan het evangelie van Christus” (Phil. 1,
8 I, 0, 3,6 | het 19de hoofdstuk van het evangelie van de heilige Mattheus
9 I, 0, 4,8 | Bekeert u en gelooft in het evangelie!” (Mc. 1, 15). ~De mens
10 I, 0, 4,8 | binnenste van de moraal van het evangelie en haar diepe en onveranderlijke
11 I, 0, 4,8 | rijke jongeling van het evangelie gestelde vraag en meer nog
12 I, 0, 6,15 | is van de moraal van het evangelie, 24 zegt Jezus: “Denk niet
13 I, 0, 6,15 | van hun vervulling in het evangelie; Hij is de levende en eeuwige
14 I, 0, 7,16 | zedelijke boodschap van het evangelie en vooral in de samenhang
15 I, 0, 7,17 | hoeverre de jongeman van het evangelie de diepe en veeleisende
16 I, 0, 9,23 | liefde en het leven naar het evangelie mogen niet allereerst op
17 I, 0, 9,24 | voorschriften, waarvan het evangelie ook spreekt, bereiden op
18 I, 0, 10,25 | opdracht vervuld om het evangelie te verkondigen en “de weg”
19 I, 0, 10,26 | opdracht hadden gekregen om het evangelie te verkondigen, hebben vanaf
20 I, 0, 10,26 | verplichtingen miskennen, waartoe het evangelie hen oproept (vgl. 1 Kor.
21 I, 0, 10,27 | de levende stem van het evangelie” 40 als gelovige uitdrukking
22 II, 0, 11,28 | Vaticanum II herinnert: “het evangelie (is).. de bron van iedere
23 II, 0, 11,30 | die de jongeman in het evangelie aan Jezus stelt: “Meester,
24 II, 0, 11,30 | uitgezonden werd om het evangelie te verkondigen en “tot alle
25 II, 1, 3,45 | Gods in het licht van het evangelie haar zending vervult. Daarenboven
26 II, 2, 2,59 | waarop God volgens mijn evangelie over de verborgen daden
27 II, 3, 1,66 | mijnentwil en omwille van het evangelie verliest, zal het redden (
28 III, 0, 4,85 | heeft mij.. gezonden.., het evangelie te verkondigen, en dat niet
29 III, 0, 5,88 | met de criteria van het evangelie niets te maken hebben of
30 III, 0, 7,97 | Jezus de jongeman uit het evangelie aan herinnert (vgl. Mt.
31 III, 0, 10,106 | wereld en verkondigt het evangelie aan heel de schepping” (
32 III, 0, 10,106 | nieuwe zaken doorgevende evangelie, een evangelisering, die
33 III, 0, 10,106 | oorspronkelijkheid van de moraal van het evangelie, en aan de andere kant vanwege
34 III, 0, 10,107 | zaligsprekingen van het evangelie te leiden. ~Het leven van
35 III, 0, 10,108 | hun de geheimen van het evangelie heeft onthuld, die in hun
36 III, 0, 11,110 | wetenschappelijke reflectie over het evangelie als geschenk en gebod van
37 III, 0, 11,112 | zedelijke normen. Het is het evangelie, dat de hele waarheid over
38 III, 0, 12,114 | de verkondiging van het evangelie een bijzondere plaats in.
39 III, 0, 12,114 | met de jongeman uit het evangelie gedaan heeft. Als antwoord
40 III, 0, 12,114 | trouw blijven en volgens het evangelie leven (vgl. Kol. 1, 9-12).
41 III, 0, 12,117 | zekere dag de jongeman in het evangelie aan Jezus stelde: “Meester
42 III, 0, 12,117 | zichzelf zegt, gezonden, “het evangelie te verkondigen, maar niet
43 Slot, 0, 12,119| het met de eenvoud van het evangelie te zeggen, uit het volgen
44 Slot, 0, 12,119| deze eenvoud volgens het evangelie niet ervan op te komen voor
|