Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  2,5(12)   |          openbaring, Dei Verbum, 10. ~
 2 I, 0,  4,8(16)     |                            Ibid.:10: aa(), 274. ~
 3 I, 0,  5,9         |         buiten God, de Ene” (Mc. 10, 18; vgl. Lc. 18, 19). ~
 4 I, 0,  5,9         |         buiten God, de Ene” (Mc. 10, 18; vgl. Lc. 18, 19). Alleen
 5 I, 0,  5,10        |                                  10. De door de woorden van
 6 I, 0,  5,11        |         te bewijzen (vgl. Mt. 4, 10). De “vervulling” kan alleen
 7 I, 0,  5,11        |    Meester” aanspreekt (vgl. Mc. 10, 17; Lc. 18, 18). Wat de
 8 I, 0,  6,13        |    samenvatting (vgl. Rom. 13, 8-10) en het fundament het gebod
 9 I, 0,  6,13(23)    |        Evangelium Tractatus, 41, 10: CCL 36, 363. ~
10 I, 0,  6,14        |          naastenliefde (vgl. Lc. 10, 25-27) en ertoe opgeroepen
11 I, 0,  6,14        |  daarnaar en ge zult leven” (Lc. 10, 28). Tekenend is in elk
12 I, 0,  6,14        |        wie is mijn naaste?” (Lc. 10, 29). De Meester antwoord
13 I, 0,  6,14        |          naastenliefde (vgl. Lc. 10, 30-37). ~De beide geboden
14 I, 0,  6,14        | barmhartige Samaritaan (vgl. Lc. 10, 30-37) en in de “redevoering”
15 I, 0,  6,15        |          einde van de wet” (Rom. 10, 4), schrijft de H. Ambrosius: “
16 I, 0,  7,17(27)    |        Evangelium Tractatus, 41, 10: CCL 36, 363. ~
17 I, 0,  8,19        |        leidt en voedt (vgl. Joh. 10, 11-16), Hij is de Weg de
18 I, 0,  8,19        |      Vader ziet (vgl. Joh. 14, 6-10). Daarom betekent het navolgen
19 I, 0,  9,22        |        Mattheus-evangelie (19, 3-10) wijst Jezus, bij de interpretatie
20 I, 0,  9,22        |          om te trouwen” (Mt. 19, 10). En Jezus, die zich op
21 I, 0,  9,24        |      zijn liefde blijf (Joh. 15, 10). De H. Thomas, die de kern
22 I, 0, 10,25        |         u hoort, hoort Mij” (Lc. 10, 16). Met het licht en de
23 I, 0, 10,26(37)    |    Alexandrinus, Paedagogus, II, 10: PG 8, 355-364; Tertullian,
24 I, 0, 10,27(41)    |                           Ibid., 10. ~
25 II, 0, 11,29(48)   |          openbaring, Dei Verbum, 10. ~
26 II, 0, 11,30       |        Tim. 4, 1-5; vgl. Tit. 1. 10. 13-14). ~
27 II, 0, 12,31(54)   |  Internationale Juristencollege (10 maart 1984), 4: Insegnamenti
28 II, 1,  4,49       |       Godsrijk (vgl. 1 Kor. 6, 9-10). Deze vervloeking - die
29 II, 1,  4,50(90)   |    Humanae vitae (25 juli 1968), 10: AAS 60 (1968), 487-488. ~
30 II, 1,  5,52(94)   |       deze tijd Gaudium et spes, 10; vgl. Congregatie voor de
31 II, 1,  5,53(97)   |                           Ibid., 10. ~
32 II, 3,  1,66       |       uit zijn “hart” (vgl. Rom. 10, 10) en is en is vandaar
33 II, 3,  1,66       |       zijn “hart” (vgl. Rom. 10, 10) en is en is vandaar geroepen,
34 II, 3,  1,68(113)  |      humanae (29 december 1975), 10: AAS 68 (1976), 88-90. ~
35 II, 4,  1,73       |        goed of kwaad” (2 Kor. 5, 10). ~
36 II, 4,  2,76       |        zichzelf (vgl. Rom. 13, 8-10), zwakt hij daarmee niet
37 II, 4,  3,81       |         Gods erven” (1 Kor. 6, 9-10). ~Wanneer de daden in zichzelf
38 III, 0,  4,84(136) |    Congres voor moraaltheologie (10 april 1986), 1: Insegnamenti
39 III, 0, 10,108(168)|            De Trinitate, XXIX, 9-10: CCL 4, 70. ~
40 III, 0, 12,116     |         gezonde leer” (1 Tim. 1, 10) van geloof en moraal geleerd
41 Slot, 0, 12,120    |     volkomen vervult (vgl. Hebr. 10, 5-10). Maria nodigt elk
42 Slot, 0, 12,120    |        vervult (vgl. Hebr. 10, 5-10). Maria nodigt elk mens
43 Slot, 0, 12,120    |      bereid werden (vgl. Eph. 2, 10), ~en opdat hij zo met zijn