Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
oog 21
ooit 1
ook 181
oordeel 36
oordeels 1
oordeelskracht 1
oordeelswijze 1
Frequency    [«  »]
37 gods
37 normen
36 getuigenis
36 oordeel
36 rom
35 af
35 iedere
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

oordeel

   Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 2,4| dulden, afhankelijk van het oordeel van het individuele subjectieve 2 I, 0, 6,14 | redevoering” over het Laatste Oordeel op bewonderenswaardige en 3 I, 0, 10,27 | dringende plicht, haar eigen oordeel en haar leer aan te bieden, 4 II, 0, 11,30| geluk? Wat is de dood, het oordeel en de vergelding na de dood? 5 II, 0, 12,31| bij hun handelen hun eigen oordeel en een verantwoordelijke 6 II, 0, 12,32| instantie van het zedelijk oordeel toegeschreven, die categorisch 7 II, 0, 12,32| onrechtmatig een ander: het morele oordeel zou alleen daarom waar zijn, 8 II, 0, 12,32| opvatting over het zedelijk oordeel komt. ~Zoals meteen en duidelijk 9 II, 0, 12,32| toe te passen en zo een oordeel te vellen over het juiste, 10 II, 1, 5,52| verstand en worden door het oordeel van het geweten toegepast 11 II, 2, 2 | Het oordeel van het geweten~ 12 II, 2, 2,58| zelf, wiens stem en wiens oordeel het innerlijk van de mens 13 II, 2, 2,59| namelijk dat het een zedelijk oordeel over de mens en zijn handelingen 14 II, 2, 2,59| handelingen is: Het is een oordeel, dat vrijspreekt of veroordeelt, 15 II, 2, 2,59| afwijken. En juist over het oordeel over de handelingen en tegelijk 16 II, 2, 2,59| uiteindelijke vervulling van het oordeel spreekt de apostel Paulus 17 II, 2, 2,59| Jezus” (Rom. 2, 16). ~Het oordeel van het geweten is een praktisch 18 II, 2, 2,59| geweten is een praktisch oordeel, dat wil zeggen een oordeel, 19 II, 2, 2,59| oordeel, dat wil zeggen een oordeel, dat meedeelt, wat de mens 20 II, 2, 2,59| daad beoordeelt. Het is een oordeel dat de verstandige overtuiging, 21 II, 2, 2,59| doen, wat de mens door het oordeel van zijn geweten als een 22 II, 2, 2,59| actuele situatie bepaalt. Het oordeel van het geweten bevestigt “ 23 II, 2, 2,60| praktische kennis, heeft ook het oordeel van het geweten een bevelend 24 II, 2, 2,60| Wanneer de mens tegen dit oordeel handelt of ook, wanneer 25 II, 2, 2,60| van haar stem en van haar oordeel komen voort uit de waarheid 26 II, 2, 2,60| zedelijkheid, gewezen. Het oordeel van het geweten maakt de 27 II, 2, 2,61| zedelijk goede wordt door het oordeel van het geweten praktisch 28 II, 2, 2,61| ene beslissing. Maar het oordeel van het geweten blijft in 29 II, 2, 2,61| openbaart zich in het praktische oordeel van het geweten, dat aan 30 II, 2, 3,62| 62. Het geweten als oordeel over een handeling is niet 31 II, 2, 3,63| stellen die krachtens het oordeel van een dwalend geweten 32 II, 2, 3,63| niet opzettelijk foutief oordeel begane kwaad kan de persoon 33 II, 2, 3,63| geweten als laatste concrete oordeel zet zijn waardigheid op 34 II, 3, 1,65| binnen zon keuze, ook oordeel over zichzelf en besluit 35 II, 4, 1,73| is en onderworpen aan het oordeel van God, de rechtvaardige 36 II, 4, 3,79| beslissend is voor het morele oordeel is het object van de menselijke


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License