Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  1,1  |           ieder gebied welsprekend getuigenis af. Dat bewijst temeer het
 2 Inl, 0,  1,1  |            is weliswaar een groots getuigenis van het vermogen van het
 3 Inl, 0,  1,3  |           II blijft een uitmuntend getuigenis voor deze houding van de
 4 I, 0,  3,6    |          stelen, je zult geen vals getuigenis afleggen: eer je vader en
 5 I, 0,  5,11   |            die goed is. Dat is het getuigenis van de heilige Schrift,
 6 I, 0,  6,15   |        Schriften: juist zij leggen getuigenis over Mij af” (vgl. Joh.
 7 I, 0,  6,15   |      beslissingen en daden van Hem getuigenis af te leggen (vgl. Joh.
 8 I, 0,  8,20   |            leven aan het kruis als getuigenis van zijn liefde “tot aan
 9 I, 0,  8,21   |            van Jezus - volgens het getuigenis dat Paulus heeft overgeleverd -
10 I, 0, 10,26   |        liturgie, maar ook door het getuigenis van hun door de nieuwe wet
11 I, 0, 10,27   |      Schrift en geeft die door als getuigenis van “het grote” dat God
12 II, 1,  3,44  |            voor verdwalen, Jahwe”s getuigenis waarachtig, het schenkt
13 II, 1,  4,50  |           uit naastenliefde of als getuigenis voor de waarheid het eigen
14 II, 2,  2,57  |            staat, waarbij komt het getuigenis van hun geweten, terwijl
15 II, 2,  2,57  |            Het richt zich met zijn getuigenis alleen tot de persoon zelf.
16 II, 2,  2,58  |    tegelijk, ja nog eerder, is het getuigenis van God zelf, wiens stem
17 III, 0,  4,87 |            in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid” (
18 III, 0,  5,89 |            de mensen: er wordt een getuigenis afgelegd. “Gij zijt het
19 III, 0,  5,89 |           heeft” (Eph. 5, 25). Het getuigenis van Christus is bron en
20 III, 0,  5,89 |      maatstaf (paradigma) voor het getuigenis van de leerling, die opgeroepen
21 III, 0,  5,89 |           de gelovige het uiterste getuigenis van het martelaarschap afleggen.
22 III, 0,  6,91 |         duidelijk en compromisloos getuigenis voor de waarheid van het
23 III, 0,  6,91 |     opgesloten, die gekomen was om getuigenis over het Licht af te leggen,
24 III, 0,  6,91 |      Kajafas en Pilatus “het goede getuigenis aflegde” (1 Tim. 6, 13),
25 III, 0,  6,91 |           de liefde tot God en het getuigenis van het geloof. In hun gehoorzaamheid
26 III, 0,  6,91 | heiligverklaring heeft de Kerk hun getuigenis bevestigd en hun overtuiging
27 III, 0,  6,93 |       wetten van God is feestelijk getuigenis en missionaire inzet usque
28 III, 0,  6,93 |       beroofd wordt. Een dergelijk getuigenis geeft een buitengewoon waardevolle
29 III, 0,  6,93 |       blazen. Door hun uitmuntende getuigenis van het goede zullen ze
30 III, 0,  6,93 |    hoogtepunt van het christelijke getuigenis is voor de zedelijke waarheid,
31 III, 0,  6,93 |           er toch nog een coherent getuigenis, dat alle christenen dagelijks
32 III, 0,  6,94 |                         94. In dit getuigenis van de absoluutheid van
33 III, 0,  6,94 |       erkent de Kerk juist dat het getuigenis voor deze reeds in de schepping
34 III, 0,  9,105|         een vreugdevol en dankbaar getuigenis antwoordt hij: “Dank zij
35 III, 0, 10,108|       leven van de christen en het getuigenis van de heiligheid in de
36 III, 0, 11,109|          109. Tot evangelisatie en getuigenis van een geloofsleven is