Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
empirisch 1
empirisch-formele 2
empirische 2
en 1531
enarratio 2
encycliek 30
ene 9
Frequency    [«  »]
4141 de
2377 van
1780 het
1531 en
1002 in
618 die
614 te
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1531

     Chapter, Thema, Paragraph, Number
1001 II, 4, 3,82 | broederlijkheid onder de mensen en de waarheid over het goede 1002 II, 4, 3,82 | waarheid over het goede en evenzeer tot nadeel van 1003 II, 4, 3,83 | van het menselijk handelen en speciaal in de vraag naar 1004 II, 4, 3,83 | zelf, naar zijn waarheid en de daaruit voortvloeiende 1005 II, 4, 3,83 | Wanneer de Kerk erkent en leert dat er concrete menselijke 1006 II, 4, 3,83 | volle waarheid over de mens en respecteert hem daarmee 1007 II, 4, 3,83 | respecteert hem daarmee en bevordert zijn waardigheid 1008 II, 4, 3,83 | bevordert zijn waardigheid en roeping. Als gevolg daarvan 1009 II, 4, 3,83 | gelovigen over de dwalingen en gevaren van enkele ethische 1010 II, 4, 3,83 | gebod van de liefde tot God en de naaste samengevat is, 1011 II, 4, 3,83 | samengevat is, volledig begrijpen en volmaakt beleven. En dat 1012 II, 4, 3,83 | begrijpen en volmaakt beleven. En dat alles geschiedt door 1013 II, 4, 3,83 | de waarheid, de vrijheid en de liefde: in Hem is het 1014 II, 4, 3,83 | ons de wet eigen te maken en haar als een ~impuls voor 1015 II, 4, 3,83 | persoonlijke vrijheid te begrijpen en te beleven. “De volmaakte 1016 III | voor het leven van de Kerk en van de wereld~ 1017 III, 0, 4,84 | de vrijheid van de mens en de wet van God, uiteindelijk 1018 III, 0, 4,84 | relatie tussen vrijheid en waarheid. ~Volgens het christelijke 1019 III, 0, 4,84 | het christelijke geloof en de leer van de Kerk leidt1020 III, 0, 4,84 | de waarheid te bevinden en de waarheid te doen”. 136 ~ 1021 III, 0, 4,84 | huidige maatschappelijke en culturele situatie toont 1022 III, 0, 4,84 | van de waarheid, het goede en de vrijheid is in de moderne 1023 III, 0, 4,84 | praktisch verloren gegaan, en daarom is tegenwoordig een 1024 III, 0, 4,84 | is, waar hij vandaan komt en waar hij naar toe gaat. 1025 III, 0, 4,84 | waar hij naar toe gaat. En zo beleven we niet zelden 1026 III, 0, 4,84 | waarheid wordt aangevochten, en alleen de - echter van elke 1027 III, 0, 4,84 | beslissen over wat goed en slecht is. Dit relativisme 1028 III, 0, 4,85 | niet tot de ontmaskering en afwijzing, maar richt zich 1029 III, 0, 4,85 | in staat is te oordelen en waarheidsgetrouwe beslissingen 1030 III, 0, 4,85 | wat goed is, Hem gevallig en volmaakt. (Rom. 2, 12). 1031 III, 0, 4,85 | de uitspraken van de leer en de pastorale oproepen tot 1032 III, 0, 4,85 | alleen bij Hem het ware en definitieve antwoord op 1033 III, 0, 4,85 | gehoorzaamheid aan de algemene en onveranderlijke zedelijke 1034 III, 0, 4,85 | zedelijke normen de uniciteit en onherhaalbaarheid van de 1035 III, 0, 4,85 | van de persoon respecteren en niet een aanval op haar 1036 III, 0, 4,85 | aanval op haar vrijheid en waarde worden ? De Kerk 1037 III, 0, 4,85 | evangelie te verkondigen, en dat niet met fraaie en geleerde 1038 III, 0, 4,85 | en dat niet met fraaie en geleerde woorden; anders 1039 III, 0, 4,85 | Grieken, Christus, Gods kracht en Gods wijsheid (1 Kor. 1, 1040 III, 0, 4,85 | van zijn totale zelfgave en roept de leerlingen op aan 1041 III, 0, 4,86 | Verstandige overweging en de alledaagse ervaring tonen 1042 III, 0, 4,86 | ze heeft haar absolute en onvoorwaardelijke uitgangspunt 1043 III, 0, 4,86 | waar binnen ze zich bevindt en dat voor haar gelijktijdig 1044 III, 0, 4,86 | haar gelijktijdig een grens en een mogelijkheid is. Het 1045 III, 0, 4,86 | die als kiem ontvangen en op een verantwoordelijke 1046 III, 0, 4,86 | mens tot het ware goede en, meer nog, door deopenbaring 1047 III, 0, 4,86 | onveranderlijk eigen bezit en een veelomvattende opening 1048 III, 0, 4,86 | de andere te leren kennen en van hem te houden. 138 De 1049 III, 0, 4,86 | de waarheid over de mens en haar uiteindelijke doel 1050 III, 0, 4,86 | de gemeenschap. ~Verstand en ervaring spreken niet alleen 1051 III, 0, 4,86 | deze openheid voor het ware en goede te misbruiken, en 1052 III, 0, 4,86 | en goede te misbruiken, en dat hij inderdaad er vaak 1053 III, 0, 4,86 | geeft, eindige, begrensde en vergankelijke goederen te 1054 III, 0, 4,86 | nog, in de vergissingen en negatieve beslissingen bespeurt 1055 III, 0, 4,86 | verzet, dat hem de waarheid en het goede laat afwijzen, 1056 III, 0, 4,87 | Christus, dat het eerlijk en openlijk erkennen van de 1057 III, 0, 4,87 | zult ge de waarheid kennen en de waarheid zal u vrij maken” ( 1058 III, 0, 4,87 | ten opzichte van de macht en verleent de kracht tot het 1059 III, 0, 4,87 | Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld 1060 III, 0, 4,87 | aanbidders van God Hemin geest en in waarheidaanbidden ( 1061 III, 0, 4,87 | samenhang met de waarheid en de aanbidding van God worden 1062 III, 0, 4,87 | Jezus met zijn eigen bestaan en niet alleen door woorden, 1063 III, 0, 4,87 | tegemoet (vgl. Mat. 26, 46) en geeft in zijn gehoorzaamheid 1064 III, 0, 4,87 | zelfgave in dienst aan God en de broeders. De gemeenschap 1065 III, 0, 4,87 | gemeenschap met de gekruisigde en verrezen Heer is dan de 1066 III, 0, 4,87 | te leven, zich te geven en te dienen. In zijn commentaar 1067 III, 0, 4,87 | Je bent tegelijk dienaar en vrij: Dienaar, omdat je 1068 III, 0, 4,87 | bent dienaar van de Heer en je bent bevrijd door de 1069 III, 0, 4,87 | deze manier is de Kerk, en elke christen in haar, ertoe 1070 III, 0, 4,87 | 12, 32), aan de genade en aan de verantwoordelijkheid 1071 III, 0, 4,87 | dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als 1072 III, 0, 4,87 | Jezus is dus de levende en gepersonifieerde synthese 1073 III, 0, 4,87 | synthese van volmaakte vrijheid en onvoorwaardelijke gehoorzaamheid 1074 III, 0, 4,87 | onverbrekelijke band tussen vrijheid en waarheid, zoals zijn verrijzenis 1075 III, 0, 4,87 | is van de vruchtbaarheid en de heilbrengende kracht 1076 III, 0, 5,88 | radicale scheiding van vrijheid en waarheid is gevolg, uiting 1077 III, 0, 5,88 | waarheid is gevolg, uiting en voltooiïng van een andere 1078 III, 0, 5,88 | een andere nog ernstiger en schadelijker dichotomie, 1079 III, 0, 5,88 | veelal te veel mensen denken en leven, “alsof God niet bestaat”. 1080 III, 0, 5,88 | die vaak op ingrijpende en verregaande manier en tot 1081 III, 0, 5,88 | ingrijpende en verregaande manier en tot in de verste uithoeken 1082 III, 0, 5,88 | maatschappij de houdingen en manier van handelen zelfs 1083 III, 0, 5,88 | daardoor ontkracht wordt en zijn oorspronkelijkheid 1084 III, 0, 5,88 | voor het eigen zelfverstaan en het handelen in het persoonlijke, 1085 III, 0, 5,88 | het persoonlijke, familie- en het maatschappelijk leven 1086 III, 0, 5,88 | overgenomen beoordelings- en beslissingscriteria presenteren 1087 III, 0, 5,88 | nieuwheid van hun geloof en zijn oordeelskracht tegenover 1088 III, 0, 5,88 | goedheid, gerechtigheid en waarheid voort. Onderzoekt, 1089 III, 0, 5,88 | Onderzoekt, wat de Heer bevalt, en hebt niets gemeen met de 1090 III, 0, 5,88 | christelijk geloof terug te winnen en weer bekend te maken; dit 1091 III, 0, 5,88 | verstand aangenomen worden en bevestigd moeten worden. 1092 III, 0, 5,88 | ontmoeting, dialoog, liefdes- en levensgemeenschap van de 1093 III, 0, 5,88 | Christus die de Weg de Waarheid en het Leven is (vgl. Joh. 1094 III, 0, 5,88 | een daad van vertrouwen en van zich geven aan Christus 1095 III, 0, 5,88 | zich geven aan Christus en geeft ons een leven, zoals 1096 III, 0, 5,88 | grootste liefde tot God en tot zijn broeders. ~ 1097 III, 0, 5,89 | zedelijke inhoud: het schept en verlangt een consequente 1098 III, 0, 5,89 | het leven, het ondersteunt en voltooit het aannemen en 1099 III, 0, 5,89 | en voltooit het aannemen en het onderhouden van de goddelijke 1100 III, 0, 5,89 | schrijft: “God is licht en in Hem is geen duisternis. 1101 III, 0, 5,89 | gemeenschap met Hem hebben en toch in duisternis wandelen, 1102 III, 0, 5,89 | duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet.. 1103 III, 0, 5,89 | geboden, is een leugenaar, en de waarheid is niet in hem. 1104 III, 0, 5,89 | geloof tot “belijdenis” en dat niet alleen voor God 1105 III, 0, 5,89 | zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die 1106 III, 0, 5,89 | naastenliefde (vgl. Mt. 25, 31-46) en van de ware vrijheid die 1107 III, 0, 5,89 | zichzelf geven openbaart en leeft. Tot de totale gave 1108 III, 0, 5,89 | kruisvan de Kerk gehouden en zich voor haar gegeven heeft” ( 1109 III, 0, 5,89 | getuigenis van Christus is bron en maatstaf (paradigma) voor 1110 III, 0, 5,89 | zichzelf te verloochenen en elke dag opnieuw zijn kruis 1111 III, 0, 5,89 | Christus die ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd 1112 III, 0, 5,89 | overgeleverd als offergave en slachtoffer, God tot een 1113 III, 0, 6,90 | de relatie tussen geloof en moraal in haar volle luister. 1114 III, 0, 6,90 | luister. De universaliteit en onveranderlijkheid van de 1115 III, 0, 6,90 | God afstraalt, openbaar en stellen zich gelijktijdig 1116 III, 0, 6,90 | consequentialistische” enproportionalistischeethische 1117 III, 0, 6,90 | bepaalde gedragingen betreffen en die zonder uitzondering 1118 III, 0, 6,90 | Kerk steeds begeleid heeft en nog steeds begeleidt. ~ 1119 III, 0, 6,91 | beter, het niet te doen, en in uw handen te vallen, 1120 III, 0, 6,91 | niet alleen van haar geloof en haar verbondenheid met God, 1121 III, 0, 6,91 | gehoorzaamheid tegenover de waarheid en de absoluutheid van de zedelijke 1122 III, 0, 6,91 | betere deel”: een duidelijk en compromisloos getuigenis 1123 III, 0, 6,91 | de waarheid van het goede en voor de God van Israël; 1124 III, 0, 6,91 | over de wet van de Heer en met het kwade mee te doen, “ 1125 III, 0, 6,91 | voor de rechtvaardigheid en de waarheid142 en werd 1126 III, 0, 6,91 | rechtvaardigheid en de waarheid142 en werd zo ook als martelaar 1127 III, 0, 6,91 | het Licht af te leggen, en door juist dit Licht, dat 1128 III, 0, 6,91 | schijnt, genoemd te worden. En in het eigen bloed werd 1129 III, 0, 6,91 | vgl. Hand. 6, 8-7, 70) en de apostel Jacobus (vgl. 1130 III, 0, 6,91 | stierven om van hun geloof en hun liefde te getuigen en 1131 III, 0, 6,91 | en hun liefde te getuigen en om hem niet te verloochenen. 1132 III, 0, 6,91 | Jezus, die voor Kajafas en Pilatushet goede getuigenis 1133 III, 0, 6,91 | aflegde” (1 Tim. 6, 13), en de waarheid van zijn boodschap 1134 III, 0, 6,91 | namen eerder de vervolgingen en de dood op zich, dan dat 1135 III, 0, 6,91 | zon cultus verrichtten, en gaven daarmee het voorbeeld 1136 III, 0, 6,91 | was met de liefde tot God en het getuigenis van het geloof. 1137 III, 0, 6,91 | hun leven toe aan de Vader en stelden het Hem ter beschikking, 1138 III, 0, 6,91 | waarheid gepreekt hebben en tot het martelaarschap verdedigd 1139 III, 0, 6,91 | hun getuigenis bevestigd en hun overtuiging voor juist 1140 III, 0, 6,91 | zich houdt aan de geboden en weigert deze te verraden - 1141 III, 0, 6,91 | weigert deze te verraden - en al zou het zijn met het 1142 III, 0, 6,92 | heiligheid van de wet van God en tegelijkertijd de onaantastbaarheid 1143 III, 0, 6,92 | waardigheid van de naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen 1144 III, 0, 6,92 | willen geven, als illusoir en onjuist: meer nog, het onthult 1145 III, 0, 6,92 | menselijkheidvan de mens, en zelfs nog meer bij hem die 1146 III, 0, 6,92 | het volkomen “menszijn” en het warelevenvan de 1147 III, 0, 6,92 | zijn. Laat mij het lijden en sterven van mijn God nadoen”. 145 ~ 1148 III, 0, 6,93 | is feestelijk getuigenis en missionaire inzet usque 1149 III, 0, 6,93 | waarheid in de gewoonten en denkwijzen van de mensen 1150 III, 0, 6,93 | denkwijzen van de mensen en de maatschappij van zijn 1151 III, 0, 6,93 | de verwarring inzake goed en kwaad, wat de opbouw en 1152 III, 0, 6,93 | en kwaad, wat de opbouw en het bewaren van de zedelijke 1153 III, 0, 6,93 | zedelijke orde van het individu en de gemeenschappen onmogelijk 1154 III, 0, 6,93 | onmogelijk maakt. De martelaren en, in bredere zin, alle heiligen 1155 III, 0, 6,93 | licht door het welsprekende en fascinerende voorbeeld van 1156 III, 0, 6,93 | overschrijden (vgl. Wijsh. 2, 12) en laten ze ook in deze, onze 1157 III, 0, 6,93 | jullie, die het slechte goed en het goede slecht noemt, 1158 III, 0, 6,93 | de duisternis tot licht en het licht tot duisternis 1159 III, 0, 6,93 | maakt, die het bittere zoet en het zoete bitter maakt” ( 1160 III, 0, 6,93 | ook ten koste van lijden en zware offers. Inderdaad 1161 III, 0, 6,93 | genade in het gebed tot af en toe heroïsche inspanningen 1162 III, 0, 6,94 | bewustzijn van de volkeren en in de grote tradities van 1163 III, 0, 6,94 | tradities van de godsdienst- en de cultuurgeschiedenis van 1164 III, 0, 6,94 | cultuurgeschiedenis van het Avondland en de Oriënt, niet zonder het 1165 III, 0, 6,94 | niet zonder het voortdurend en geheimzinnig werken van 1166 III, 0, 6,94 | het eergevoel te plaatsen en uit liefde voor het lijfelijke 1167 III, 0, 6,94 | dat er zedelijke waarheden en waarden zijn, waarvoor we 1168 III, 0, 6,94 | de stoïcijnse leer gehaat en gedood werden, omdat ze, 1169 III, 0, 6,94 | omdat ze, zoals ook af en toe de dichters, vooral 1170 III, 0, 7 | De algemene en onveranderlijke zedelijke 1171 III, 0, 7 | van de menselijke persoon en de maatschappij~ 1172 III, 0, 7,95 | 95. De leer van de Kerk en vooral haar standvastigheid 1173 III, 0, 7,95 | verdediging van de universele en blijvende geldigheid van 1174 III, 0, 7,95 | het gaat om zeer complexe en conflictrijke situaties 1175 III, 0, 7,95 | huidige leven van het individu en de maatschappij: een ontoegeeflijkheid 1176 III, 0, 7,95 | zo zegt men, aan begrip en barmhartigheid ontbreken. 1177 III, 0, 7,95 | niet door de Kerk geschapen en niet overgelaten aan haar 1178 III, 0, 7,95 | beeld zich in de natuur en in de waarde van de menselijke 1179 III, 0, 7,95 | de Kerk de zedelijke norm en legt haar aan alle mensen 1180 III, 0, 7,95 | hun eis tot radicaliteit en volmaaktheid te verbergen”. 149 ~ 1181 III, 0, 7,95 | Waarachtig begrip en echte barmhartigheid betekenen 1182 III, 0, 7,95 | haar authentieke vrijheid. En dit komt beslist niet tot 1183 III, 0, 7,95 | ons in Christus bereikt, en als dienst aan de mensen, 1184 III, 0, 7,95 | groei van zijn vrijheid en aan het bereiken van zijn 1185 III, 0, 7,95 | Tegelijkertijd kan de duidelijke en krachtige voorstelling van 1186 III, 0, 7,95 | nooit afzien van een diep en oprecht respect, getekend 1187 III, 0, 7,95 | getekend door geduldige en vertrouwen schenkende liefde, 1188 III, 0, 7,95 | die vaak vanwege zwakheden en pijnlijke situaties moeilijk 1189 III, 0, 7,95 | beginsel van de waarheid en de juistheid van haar gevolgen1190 III, 0, 7,95 | te noemen, wat slecht is, en slecht wat goed is”. 151 1191 III, 0, 7,95 | echter steeds door geduld en liefde begeleid worden, 1192 III, 0, 7,96 | verdediging van de universele en onveranderlijke zedelijke 1193 III, 0, 7,96 | in zich. Ze dient enkel en alleen de ware vrijheid 1194 III, 0, 7,96 | wil zeggen ontoegeeflijke en compromisloze verdediging 1195 III, 0, 7,96 | waarde van de mens, weg en zelfs existentiële voorwaarde 1196 III, 0, 7,96 | gezien in de uniciteit en onherhaalbaarheid van zijn 1197 III, 0, 7,96 | onherhaalbaarheid van zijn wezen en zijn bestaan. Alleen in 1198 III, 0, 7,96 | unieke van zijn persoon en van de mogelijkheid van 1199 III, 0, 7,96 | werkelijke zedelijke groei. En juist daarom is deze dienst 1200 III, 0, 7,96 | het onwrikbare fundament en de betrouwbare garantie 1201 III, 0, 7,96 | garantie voor een rechtvaardige en vreedzame menselijke samenleving 1202 III, 0, 7,96 | vreedzame menselijke samenleving en daarmee voor een echte democratie, 1203 III, 0, 7,96 | gelijkheid van al haar in rechten en plichten verenigde leden 1204 III, 0, 7,96 | verenigde leden ontstaan en groeien kan. Ten aanzien 1205 III, 0, 7,97 | ontsluiten de zedelijke normen, en op de eerste plaats de negatieve, 1206 III, 0, 7,97 | verbieden, hun betekenis en de tegelijkertijd persoonlijke 1207 III, 0, 7,97 | tegelijkertijd persoonlijke en sociale kracht: doordat 1208 III, 0, 7,97 | menselijke sociale netwerken en de juiste en vruchtbare 1209 III, 0, 7,97 | sociale netwerken en de juiste en vruchtbare ontwikkeling 1210 III, 0, 7,97 | feit datbegin, draagster en doel van alle maatschappelijke 1211 III, 0, 7,97 | de menselijke persoon is en ook zijn moet153 staat 1212 III, 0, 7,97 | zijn moet153 staat toe en maakt het mogelijk een precisering 1213 III, 0, 7,97 | mogelijk een precisering en verklaring te geven in een 1214 III, 0, 7,97 | de soms goede bedoelingen en de vaak moeilijke omstandigheden 1215 III, 0, 7,97 | omstandigheden zijn deze ambtsdragers en de afzonderlijke individuen 1216 III, 0, 7,97 | normen erkent, die altijd en voor allen zonder uitzondering 1217 III, 0, 8 | De moraal en de vernieuwing van het maatschappelijke 1218 III, 0, 8 | van het maatschappelijke en politieke leven~ 1219 III, 0, 8,98 | ernstige vormen van sociaal en economisch onrecht en politieke 1220 III, 0, 8,98 | sociaal en economisch onrecht en politieke corruptie, waardoor 1221 III, 0, 8,98 | waardoor hele volkeren en naties geteisterd worden, 1222 III, 0, 8,98 | ontelbare met voeten getreden en in hun menselijke grondrechten 1223 III, 0, 8,98 | grondrechten vernederde mensen en steeds breder en heftiger 1224 III, 0, 8,98 | mensen en steeds breder en heftiger wordt het verlangen 1225 III, 0, 8,98 | naar radicale persoonlijke en maatschappelijke vernieuwing 1226 III, 0, 8,98 | solidariteit, waarachtigheid en doorzichtigheid te garanderen. ~ 1227 III, 0, 8,98 | Zeker moet er nog een lange en moeizame weg afgelegd worden, 1228 III, 0, 8,98 | daarvoor zijn ook de veelheid en de ernst van de oorzaken, 1229 III, 0, 8,98 | toestanden in de wereld kweken en voeden. Maar zoals de geschiedenis 1230 III, 0, 8,98 | Maar zoals de geschiedenis en de ervaring van elk individu 1231 III, 0, 8,98 | mens van de maatschappij en van de wereld samenhangen. 1232 III, 0, 8,98 | het religieuze gevoel rust en zich hierin voltooit. 154 ~ 1233 III, 0, 8,99 | onvervreemdbare fundament en de onvervangbare voorwaarde 1234 III, 0, 8,99 | negatieve geboden, die steeds en in elk geval de met de waardigheid 1235 III, 0, 8,99 | onverenigbare gedragspatronen en handelingen verbieden. Zo 1236 III, 0, 8,99 | ontmoeten het hoogste goed en het zedelijke goed elkaar 1237 III, 0, 8,99 | waarheid over God, de Schepper en Verlosser en de waarheid 1238 III, 0, 8,99 | de Schepper en Verlosser en de waarheid over de door 1239 III, 0, 8,99 | over de door Hem geschapen en verloste mens. Slechts op 1240 III, 0, 8,99 | maatschappij op te bouwen en de gecompliceerde en drukkende 1241 III, 0, 8,99 | bouwen en de gecompliceerde en drukkende problemen, die 1242 III, 0, 8,99 | klassebelang, groepsbelang en nationaal belang brengt 1243 III, 0, 8,99 | het geweld van de macht en probeert iedereen, tot het 1244 III, 0, 8,99 | te kijken zijn belangen en zijn mening door te zetten. 1245 III, 0, 8,99 | samenhang tussen waarheid en vrijheid - uitdrukking van 1246 III, 0, 8,99 | wezenlijke band tussen wijsheid en wil van God - een uiterst 1247 III, 0, 8,99 | het sociaal-economische en socio-politieke vlak. Dat 1248 III, 0, 8,99 | gebied van de theologie en vooral van de moraaltheologie156 - 1249 III, 0, 8,99 | de moraaltheologie156 - en de uitleg van de geboden, 1250 III, 0, 8,99 | maatschappelijke, economische en politieke leven niet alleen 1251 III, 0, 8,99 | precies bepaalde gedragswijzen en concrete handelingen regelen. ~ 1252 III, 0, 8,100 | de naaste te garanderen en hem te geven wat hem toekomt; 1253 III, 0, 8,100 | te geven wat hem toekomt; en de solidariteit overeenkomstig 1254 III, 0, 8,100 | overeenkomstig de gouden regel en de vrijgevigheid van de 1255 III, 0, 8,100 | een reeks van gedragingen en van handelingen, die in 1256 III, 0, 8,100 | maken van de onwetendheid en de noodsituatie van anderen ( 1257 III, 0, 8,100 | het vervalsen van cheques en rekeningen, buitensporige 1258 III, 0, 8,100 | uitgaven, verspilling etc. 158 En verder: “Het zevende gebod 1259 III, 0, 8,100 | gebod verbiedt handelingen en ondernemingen, die om de 1260 III, 0, 8,100 | leiden, dat mensen geknecht, en van hun persoonlijke waardigheid 1261 III, 0, 8,100 | hun menselijke waardigheid en hun grondrechten, ze op 1262 III, 0, 8,101 | relaties tussen regerenden en geregeerden, doorzichtigheid 1263 III, 0, 8,101 | tegen summiere processen en veroordelingen, juist en 1264 III, 0, 8,101 | en veroordelingen, juist en gewetensvol gebruik van 1265 III, 0, 8,101 | veroveren, vast te houden en te uit te breiden, principes 1266 III, 0, 8,101 | transcendente waarde van de persoon en in de objectieve zedelijke 1267 III, 0, 8,101 | politieke samenleven stuk, en het hele maatschappelijke 1268 III, 0, 8,101 | daardoor steeds meer, bedreigd en aan het verval prijsgegeven ( 1269 III, 0, 8,101 | van de menselijke persoon en het vertalen van de religieuze 1270 III, 0, 8,101 | politieke handelen leidt en er oriëntering aan geeft, 1271 III, 0, 8,101 | geeft, dan kunnen de ideeën en overtuigingen gemakkelijk 1272 III, 0, 8,101 | familiale maatschappelijke en politieke leven bewijst 1273 III, 0, 8,101 | zich op de waarheid baseert en zich in de waarheid voor 1274 III, 0, 8,101 | voor de individuele mens en zijn groei in het goede, 1275 III, 0, 8,101 | ook voor de maatschappij en haar ware ontwikkeling een 1276 III, 0, 8,101 | oorspronkelijke niet te vervangen en zeer waardevolle dienst. ~ 1277 III, 0, 9 | Genade en gehoorzaamheid aan de wet 1278 III, 0, 9,102 | het heilige gebod ~van God en om in overeenstemming te 1279 III, 0, 9,102 | harmonie tussen vrijheid en waarheid nu en dan buitengewone 1280 III, 0, 9,102 | vrijheid en waarheid nu en dan buitengewone offers 1281 III, 0, 9,102 | dan buitengewone offers en wordt zij duur betaald: 1282 III, 0, 9,102 | Maar zoals onze algemene en dagelijkse ervaring bewijst, 1283 III, 0, 9,102 | als zijn Schepper erkent en in volledige onafhankelijkheid 1284 III, 0, 9,102 | wil beslissen, wat goed en wat kwaad is. “Jullie worden 1285 III, 0, 9,102 | Jullie worden als God en kennen goed en kwaad” (Gen. 1286 III, 0, 9,102 | worden als God en kennen goed en kwaad” (Gen. 3, 5); dat 1287 III, 0, 9,102 | gebiedt Hij te zondigen en de bedriegers ondersteunt 1288 III, 0, 9,102 | niemand mag dat lichtzinnige en door de Kerkvaders onder 1289 III, 0, 9,102 | hij, te doen, wat men kan en af te smeken wat men niet 1290 III, 0, 9,102 | smeken wat men niet kan”, en hij helpt zo, dat men het 1291 III, 0, 9,102 | 3), zijnjuk is zacht en (zijn) last is licht” (Mt 1292 III, 0, 9,103 | van de goddelijke genade en door de medewerking van 1293 III, 0, 9,103 | vindt de gelovige de genade en de kracht, de heilige wet 1294 III, 0, 9,103 | ingeblazen, in harmonische en vruchtbare verbinding, in 1295 III, 0, 9,103 | gesteld, zonder vermenging en verwarring van haar steeds 1296 III, 0, 9,103 | bijzondere eigenschappen; en toch heeft zij op goddelijke 1297 III, 0, 9,103 | wijze de vroeger belastende en tirannieke wet in een lichte 1298 III, 0, 9,103 | tirannieke wet in een lichte last en een bron van vrijheid veranderd”. 163 ~ 1299 III, 0, 9,103 | moeten worden, geschikt en genuanceerd, naafweging 1300 III, 0, 9,103 | mogelijkheden van de mens? “ En over welke mens wordt gesproken? 1301 III, 0, 9,103 | van de begeerte bevrijd. En ook als de verloste mens 1302 III, 0, 9,103 | steeds vergeving kan krijgen en zich verheugen over de aanwezigheid 1303 III, 0, 9,104 | de zich bekerende mens, en het begrip voor de menselijke 1304 III, 0, 9,104 | nooit, de maatstaf voor goed en kwaad op het spel te zetten 1305 III, 0, 9,104 | kwaad op het spel te zetten en te vervalsen, om hem aan 1306 III, 0, 9,104 | heeft, zijn zwakte erkent en vanwege zijn schuld om vergeving 1307 III, 0, 9,104 | te hebben, zich tot God en zijn barmhartigheid te wenden, 1308 III, 0, 9,104 | algemeen getwijfeld kan worden en de absoluutheid van de zedelijke 1309 III, 0, 9,104 | gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar overgeleverd 1310 III, 0, 9,104 | zwakheid van de eigen natuur en van de eigen gebreken, ongeacht 1311 III, 0, 9,104 | genade te kunnen volgen, en dat ervan overtuigd is, 1312 III, 0, 9,105 | van de eigen beperktheid en zonde op te heffen, en die 1313 III, 0, 9,105 | beperktheid en zonde op te heffen, en die tegenwoordig in de poging, 1314 III, 0, 9,105 | aan eigen mogelijkheden en de eigen belangen, en zelfs 1315 III, 0, 9,105 | mogelijkheden en de eigen belangen, en zelfs in het afwijzen van 1316 III, 0, 9,105 | ongelijkheid” tussen de wet en de mogelijkheden van de 1317 III, 0, 9,105 | verlangen op naar genade en maakt de grond rijp om deze 1318 III, 0, 9,105 | apostel Paulus zich af. En met een vreugdevol en dankbaar 1319 III, 0, 9,105 | af. En met een vreugdevol en dankbaar getuigenis antwoordt 1320 III, 0, 10 | Moraal en nieuwe evangelisatie~ 1321 III, 0, 10,106 | evangelisatie is de belangrijkste en opwindendste uitdaging, 1322 III, 0, 10,106 | voort uit maatschappelijke en culturele situaties, waarmee 1323 III, 0, 10,106 | uit over de hele wereld en verkondigt het evangelie 1324 III, 0, 10,106 | verkondiging van het steeds nieuwe en steeds nieuwe zaken doorgevende 1325 III, 0, 10,106 | nieuw in haar methoden en nieuw in haar manier van 1326 III, 0, 10,106 | ontkerstening die op hele volkeren en gemeenschappen drukt, die 1327 III, 0, 10,106 | van het zedelijke gevoel: en dat aan de ene kant door 1328 III, 0, 10,106 | moraal van het evangelie, en aan de andere kant vanwege 1329 III, 0, 10,106 | fundamentele zedelijke kernpunten en waarden. De tegenwoordig 1330 III, 0, 10,106 | subjectivistische, utilitaristische en relativistische tendensen 1331 III, 0, 10,106 | hun volledige culturele en maatschappelijke legitimatie 1332 III, 0, 10,107 | 107. De evangelisatie - en daarmee de nieuwe evangelisatie - 1333 III, 0, 10,107 | omvat ook de verkondiging en het aanbieden van de moraal. 1334 III, 0, 10,107 | heeft toen hij het rijk Gods en zijn reddende liefde verkondigde, 1335 III, 0, 10,107 | verkondigde, tot geloof en tot bekering opgeroepen ( 1336 III, 0, 10,107 | opgeroepen (vgl. Mc. 1, 15). En met de andere apostelen 1337 III, 0, 10,107 | evangelisatie die de fundamenten en inhouden van de christelijke 1338 III, 0, 10,107 | van haar authenticiteit en laat gelijktijdig haar hele 1339 III, 0, 10,107 | van het verkondigde, maar, en in zekere zin vooral, ook 1340 III, 0, 10,107 | dat in zovele deemoedige en vaak voor de blikken van 1341 III, 0, 10,107 | doorstraalt, dat de eenvoudigste en meest fascinerende weg vormt 1342 III, 0, 10,107 | uitgenodigd, in de heilige mannen en vrouwen en vooral in de 1343 III, 0, 10,107 | heilige mannen en vrouwen en vooral in de leerlingen 1344 III, 0, 10,107 | vooral in de leerlingen en de Moeder Gods, dievol 1345 III, 0, 10,107 | Gods, dievol van genadeengeheel heiligis, het 1346 III, 0, 10,107 | het voorbeeld, de kracht en de vreugde te zoeken en 1347 III, 0, 10,107 | en de vreugde te zoeken en te vinden, om een leven 1348 III, 0, 10,107 | volgens de geboden van God en de zaligsprekingen van het 1349 III, 0, 10,107 | een echt geloofsgetuigenis en een impuls om dat aan de 1350 III, 0, 10,107 | een verheerlijking van God en zijn oneindige heiligheid. “ 1351 III, 0, 10,107 | tot voltooiïng in woord en daad van het ene en drievoudige 1352 III, 0, 10,107 | woord en daad van het ene en drievoudige ambt: munus 1353 III, 0, 10,107 | wedergeboorte in de doopuit water en geest” (Joh. 3, 5) als geschenk 1354 III, 0, 10,107 | onuitputtelijke bron van heiligheid en verheerlijking gevoed wordt, 1355 III, 0, 10,107 | wegschenkende liefde van Christus en wordt erdoor in staat gesteld 1356 III, 0, 10,107 | erdoor in staat gesteld en ertoe verplicht dezelfde 1357 III, 0, 10,107 | al zijn levenshoudingen en gedragingen te leven. In 1358 III, 0, 10,107 | zedelijk bestaan openbaart en verwezenlijkt zich ook de 1359 III, 0, 10,107 | van de waarheid, de liefde en de rechtvaardigheid geroepen 1360 III, 0, 10,108 | de nieuwe evangelisatie en het nieuwe zedelijke leven 1361 III, 0, 10,108 | vruchten van heiligheid en de missionaire geëngageerdheid 1362 III, 0, 10,108 | geëngageerdheid aanbiedt en opwekt, staat de Geest van 1363 III, 0, 10,108 | Geest van Christus, principe en kracht van de vruchtbaarheid 1364 III, 0, 10,108 | die door het deemoedige en bereidwillige hart van de 1365 III, 0, 10,108 | wordt, is dus het opbloeien en gedijen van het zedelijke 1366 III, 0, 10,108 | zedelijke leven van de christen en het getuigenis van de heiligheid 1367 III, 0, 10,108 | van verantwoordelijkheden en de levensvoorwaarden en - 1368 III, 0, 10,108 | en de levensvoorwaarden en -situaties te danken: het 1369 III, 0, 10,108 | beklemtoonde reeds Novitianus en bracht daarmee het authentieke 1370 III, 0, 10,108 | die de leerlingen in hart en geest standvastigheid gegeven 1371 III, 0, 10,108 | traden juist op deze machten en kwellingen van de aarde, 1372 III, 0, 10,108 | kwellingen van de aarde, bewapend en gesterkt door Hem; in zich 1373 III, 0, 10,108 | juist deze Geest schenkt en aan de Kerk als bruid van 1374 III, 0, 10,108 | de tongen stuurt, tekenen en genezingen volbrengt, wonderlijke 1375 III, 0, 10,108 | andere geestesgave ordent en uitdeelt en zo door alles 1376 III, 0, 10,108 | geestesgave ordent en uitdeelt en zo door alles en in alles 1377 III, 0, 10,108 | uitdeelt en zo door alles en in alles de Kerk van de 1378 III, 0, 10,108 | van de Heer vervolmaakt en voltooit”. 168 ~In levende 1379 III, 0, 10,108 | Gal. 5, 6) voortbrengt en bevorderen moet, en met 1380 III, 0, 10,108 | voortbrengt en bevorderen moet, en met het oog op het werken 1381 III, 0, 10,108 | die op gang moet brengen en ontwikkelen, zoals we nu 1382 III, 0, 10,108 | zoals we nu de opdracht en de eigen verantwoordelijkheid 1383 III, 0, 11,109 | 109. Tot evangelisatie en getuigenis van een geloofsleven 1384 III, 0, 11,109 | geloofszaken niet dwalen. En deze haar bijzondere eigenschap 1385 III, 0, 11,109 | overeenstemming in zaken van geloof en zeden uit”. 169 ~Om haar 1386 III, 0, 11,109 | voortdurend opnieuw opwekken ennieuw tot leven brengen” ( 1387 III, 0, 11,109 | dit in de geïnspireerde en door levende traditie van 1388 III, 0, 11,109 | waarheid over zijn bestemming en de weg om deze te bereiken. 1389 III, 0, 11,109 | ons spreken te boven gaat en onze begrippen onvoldoende 1390 III, 0, 11,109 | in haar licht te treden en zo in staat te worden om 1391 III, 0, 11,109 | hoop, daarvan rekenschap en verantwoording af te leggen”. 170 ~ 1392 III, 0, 11,109 | identiteit van de theologie en aldus voor de verwezenlijking 1393 III, 0, 11,109 | belangrijk, haar innerlijke en levende samenhang met de 1394 III, 0, 11,109 | haar geheim, haar leven en haar zending te erkennen: “ 1395 III, 0, 11,109 | omdat ze in de Kerk groeit en over de Kerk gaat.. Ze staat 1396 III, 0, 11,109 | staat in dienst van de Kerk en moet zich daarom dynamisch 1397 III, 0, 11,109 | Krachtens haar natuur en haar dynamiek kan de authentieke 1398 III, 0, 11,109 | alleen door een overtuigd en verantwoordelijk deelnemen 1399 III, 0, 11,109 | verantwoordelijk deelnemen aan en horen bij de Kerk als “geloofsgemeenschap” 1400 III, 0, 11,109 | geloofsgemeenschap” bloeien en zich ontplooien, zoals aan 1401 III, 0, 11,109 | ontplooien, zoals aan deze Kerk en haar geloofsleven het resultaat 1402 III, 0, 11,109 | van theologisch onderzoek en verdieping vruchtbaar is. ~ 1403 III, 0, 11,109(171)| Toespraak tot professoren en studenten van de pauselijke 1404 III, 0, 11,110 | algemeen gezegd hebben, kan en moet opnieuw voor de moraaltheologie 1405 III, 0, 11,110 | het evangelie als geschenk en gebod van nieuw leven, over 1406 III, 0, 11,110 | van het geloof, maar ook en onverbrekelijk daarmee verbonden 1407 III, 0, 11,110 | het geloof overeenstemmen en waarvan de praktijk in het 1408 III, 0, 11,110 | verkondiging van de geboden van God en de liefde van Christus leert 1409 III, 0, 11,110 | bijzondere, concrete geboden en verlangt van hen, deze gewetensvol 1410 III, 0, 11,110 | niet toe komt de juistheid en waarheid van de door het 1411 III, 0, 11,110 | in de priesterseminaries en aan de theologische faculteiten 1412 III, 0, 11,110 | juistheid van zijn voorschriften en hun verplichtend karakter 1413 III, 0, 11,110 | karakter toe te lichten, en hun onderlinge samenhang 1414 III, 0, 11,110 | hun onderlinge samenhang en die met het einddoel van 1415 III, 0, 11,110 | van de Kerk voor te leggen en bij de uitoefening van hun 1416 III, 0, 11,110 | zijn van loyale, innerlijke en uiterlijke instemming met 1417 III, 0, 11,110 | de ethische aanwijzingen en de antropologische argumenten, 1418 III, 0, 11,110 | Kerk voorgelegde moraal en mensvisie rust, steeds duidelijker 1419 III, 0, 11,111 | niet alleen voor het leven en de zending van de Kerk, 1420 III, 0, 11,111 | de menselijke samenleving en cultuur van de grootste 1421 III, 0, 11,111 | rust de taak, in een diepe en levende verbondenheid met 1422 III, 0, 11,111 | verbondenheid met de bijbelse en dogmatische theologie in 1423 III, 0, 11,111 | zich in de mens bevindt, en dat met de wetten van het 1424 III, 0, 11,111 | in de christelijke ascese en mystiek beschreven geestelijke 1425 III, 0, 11,111 | ondervinden de moraaltheologie en haar leer in deze tijd bijzondere 1426 III, 0, 11,111 | zedelijkheid als historisch en sociaal feit bezighouden, 1427 III, 0, 11,111 | moet maken van de mens- en natuurwetenschap, niet aan 1428 III, 0, 11,111(176)| 101, die de perspectieven en de voorwaarden voor een 1429 III, 0, 11,112 | natuurwetenschappelijke en technische cultuur, die 1430 III, 0, 11,112 | relativisme, pragmatisme en positivisme blootstaat, 1431 III, 0, 11,112 | van het menselijke hart en zijn roeping tot goddelijke 1432 III, 0, 11,112 | wetenschappen een empirisch en statistisch concept van “ 1433 III, 0, 11,112 | wonden van de zonde. Enkel en alleen het christelijke 1434 III, 0, 11,112 | hele waarheid over de mens en over de zedelijke weg onthult 1435 III, 0, 11,112 | de zedelijke weg onthult en zo de zondaars verlicht 1436 III, 0, 11,112 | zo de zondaars verlicht en vermaant en hun over de 1437 III, 0, 11,112 | zondaars verlicht en vermaant en hun over de barmhartigheid 1438 III, 0, 11,112 | goddelijke wet niet kunnen kennen en volgen, als ook tegen de 1439 III, 0, 11,113 | intellectuele, geestelijke en pastorale verantwoordelijkheid. 1440 III, 0, 11,113 | inzet voor het ware goede en tot het zich in vertrouwen 1441 III, 0, 11,113 | voeden. ~Ook als discussies en meningsverschillen in het 1442 III, 0, 11,113 | door het volgen van regels en beslissingsprocedures van 1443 III, 0, 11,113 | Het door berekend protest en polemiek bepaalde, door 1444 III, 0, 11,113 | de kerkelijke gemeenschap en met het juiste begrip van 1445 III, 0, 11,113 | apostolische opdracht te handelen en te verlangen, dat er steeds 1446 III, 0, 11,113 | de katholieke leer zuiver en onverkort te ontvangen. “ 1447 III, 0, 11,113 | theoloog dit respecteren en zich inspannen, om dit Volk 1448 III, 0, 12,114 | verantwoordelijkheid inzake het geloof en het geloofsleven van het 1449 III, 0, 12,114 | Gods drukt heel bijzonder en wezenlijk op de bisschoppen, 1450 III, 0, 12,114 | boodschap van het geloof en de toepassing in het zedelijke 1451 III, 0, 12,114 | toepassing in het zedelijke leven en verklaren deze in het licht 1452 III, 0, 12,114 | van de openbaring, nieuwe en oude zaken voortbrengen ( 1453 III, 0, 12,114 | geloof vruchtbaar worden en houden de dwalingen die 1454 III, 0, 12,114 | onze gezamenlijke plicht en eerder nog onze gemeenschappelijke 1455 III, 0, 12,114 | gemeenschappelijke genade, als herders en bisschoppen van de Kerk 1456 III, 0, 12,114 | de Heer van de schepping en het Verbond; Hij heeft de 1457 III, 0, 12,114 | geroepen; Hij heeft op de geest en radicaliteit ervan gewezen, 1458 III, 0, 12,114 | navolging in armoede, deemoed en liefde: “Kom en volg mij 1459 III, 0, 12,114 | deemoed en liefde: “Kom en volg mij na”. De waarheid 1460 III, 0, 12,114 | tot nieuwe wet van de Kerk en van elke christen geworden. ~ 1461 III, 0, 12,114 | gelovigen de gaven van de genade en heiliging uitreiken als 1462 III, 0, 12,114 | de heilige wetten van God en als we door ons voortdurende 1463 III, 0, 12,114 | geloof stelt trouw blijven en volgens het evangelie leven ( 1464 III, 0, 12,115 | uitvoerigheid uiteenzet en de vereisten voor een pastorale 1465 III, 0, 12,115 | onderscheiding die in de complexe en soms kritische praktische 1466 III, 0, 12,115 | soms kritische praktische en culturele situatie absoluut 1467 III, 0, 12,115 | licht van de openbaring en de voortdurende leer van 1468 III, 0, 12,115 | voortdurende leer van de Kerk en vooral van Vaticanum II 1469 III, 0, 12,115 | van de menselijke persoon en met de waarheid van haar 1470 III, 0, 12,115 | de zedenleer een genade en een teken van ons kindzijn 1471 III, 0, 12,115 | 32) tot verlichting van en hulp voor onze gemeenschappelijke 1472 III, 0, 12,115 | van deze encycliek vormt en waaraan nu met de autoriteit 1473 III, 0, 12,115 | bekrachtiging van de universaliteit en onveranderlijkheid van zedelijke 1474 III, 0, 12,115 | van zedelijke geboden gaat en vooral van die geboden, 1475 III, 0, 12,115 | die geboden, die altijd en zonder uitzondering in zich 1476 III, 0, 12,115 | het hart van de christen en onze pastorale liefde de 1477 III, 0, 12,115 | van God (vgl. Lc. 6, 36) en het doel van de geboden 1478 III, 0, 12,116 | moraaltheologie te waken en de passende maatregelen 1479 III, 0, 12,116 | bijstand van de heilige Geest en in de gemeenschap cum Petro 1480 III, 0, 12,116 | 1 Tim. 1, 10) van geloof en moraal geleerd wordt. ~Een 1481 III, 0, 12,116 | medische dienstverlening ~en ziekenhulp, de bisschoppen 1482 III, 0, 12,116 | deze structuren opzetten en erkennen en hun een reeks 1483 III, 0, 12,116 | structuren opzetten en erkennen en hun een reeks verantwoordelijkheden 1484 III, 0, 12,116 | evenals andere medische en sociale inrichtingen, die 1485 III, 0, 12,117 | enige die in elke situatie en onder de meest verschillende 1486 III, 0, 12,117 | waarheid antwoorden kan. En als christenen aan Hem een 1487 III, 0, 12,117 | verkondigen, maar niet met handige en slimme woorden, opdat het 1488 III, 0, 12,117 | van de mens, de wijsheid en macht van de gekruisigde 1489 III, 0, 12,117 | zich tot de bisschoppen en herders wenden, dan vinden 1490 III, 0, 12,117 | van de waarheid over goed en kwaad. In het door de Kerk 1491 III, 0, 12,117 | zalving met de Geest tot licht en leven voor de mens. Weer 1492 III, 0, 12,117 | Heer echter is de Geest, en waar de Geest van de Heer 1493 III, 0, 12,117 | heerlijkheid van de Heer en worden zo in zijn eigen 1494 Slot, 0, 12,118 | we ons zelf, het lijden en de vreugden van ons bestaan, 1495 Slot, 0, 12,118 | zedelijke leven van de gelovigen en de mensen van goede wil, 1496 Slot, 0, 12,118 | de vakmensen voor ethiek en moraaltheologie toe aan 1497 Slot, 0, 12,118 | aan Maria de Moeder Gods en Moeder van barmhartigheid. ~ 1498 Slot, 0, 12,118 | oefenen (vgl. Mt. 9, 13). En de grootste barmhartigheid 1499 Slot, 0, 12,118 | Hij onder ons verblijft, en uit de roeping waardoor 1500 Slot, 0, 12,118 | uitgenodigd Hem te ontmoeten en, samen met Petrus, Hem als


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-1531

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License