Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,3 | de opvolger van Petrus de gelovigen nabij, ze begeleiden en
2 Inl, 0, 1,3 | zich niet slechts tot de gelovigen, maar tot alle mensen van
3 Inl, 0, 2,5 | het morele leven van de gelovigen en voor de gemeenschap in
4 Inl, 0, 2,5 | het zedelijk leven van de gelovigen in zijn grondslagen en in
5 I, 0, 3,7 | verhevenheid van de roeping, die de gelovigen in Christus ontvangen hebben, 14
6 I, 0, 4,8 | is. Hij ontsluit voor de gelovigen het boek van de Schrift
7 II, 0, 11,29 | verhevenheid van de roeping der gelovigen in Christus en hun verplichting,
8 II, 0, 11,29 | heeft”. 46 Vandaar dat alle gelovigen worden uitgenodigd, maar
9 II, 0, 11,29 | met name de theologen: “De gelovigen moeten dus in nauwste verbinding
10 II, 0, 11,29 | leergezag van de Kerk om aan de gelovigen een bijzonder theologisch
11 II, 1, 4,49 | opzettelijke aanname de gelovigen belet om te delen in het
12 II, 1, 5,53 | eigen aan het denken van de gelovigen en het theologische onderzoek. 100 ~
13 II, 2, 1,55 | zijn ingrepen zouden bij de gelovigen het ontstaan van onnodige
14 II, 4, 2,76 | niet in twijfel trok. De gelovigen moeten de specifieke, door
15 II, 4, 3,80(131)| Men moet vermijden de gelovigen te verleiden anders erover
16 II, 4, 3,83 | echter niet toe beperken, de gelovigen over de dwalingen en gevaren
17 III, 0, 4,85 | maar richt zich erop, alle gelovigen bij te staan bij de vorming
18 III, 0, 5,88 | verliest. De door dezelfde gelovigen overgenomen beoordelings-
19 III, 0, 5,88 | levensgemeenschap van de gelovigen met Jezus Christus die de
20 III, 0, 10,107 | moraalpedagogie steeds de gelovigen uitgenodigd, in de heilige
21 III, 0, 10,108 | Kerk, de gemeenschap van de gelovigen, aan de reflectie over het
22 III, 0, 11,109 | kan het geheel van de gelovigen, die de zalving door de
23 III, 0, 11,110 | leergezag van de Kerk de gelovigen ook bijzondere, concrete
24 III, 0, 11,110 | bewakingstaak uit, doordat het de gelovigen voor mogelijke, ook slechts
25 III, 0, 11,110 | de zware verplichting, de gelovigen - vooral de toekomstige
26 III, 0, 11,113 | aannemen, de zware taak, de gelovigen tot dit zedelijk onderscheidingsvermogen,
27 III, 0, 11,113 | wordt op het recht van de gelovigen, de katholieke leer zuiver
28 III, 0, 12,114 | bisschoppen van de Kerk de gelovigen dat te leren, wat ze op
29 III, 0, 12,114 | vervullen: Dat gebeurt als we de gelovigen de gaven van de genade en
30 III, 0, 12,114 | ons voortdurende gebed de gelovigen sterken, opdat ze aan de
31 III, 0, 12,116 | maatregelen te nemen, opdat de gelovigen beschermd worden tegen elke
32 III, 0, 12,117 | stellen, als in de Kerk de gelovigen zich tot de bisschoppen
33 Slot, 0, 12,118 | het zedelijke leven van de gelovigen en de mensen van goede wil,
|