Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  1,2   | onderlinge verhouding antwoord geven”. 4 ~
 2 I, 0,  6,13    |       andere geboden om aan te geven wat voor de mens “Ik ben
 3 I, 0,  6,14    |      Jezus voorrang zou willen geven aan de naastenliefde of
 4 I, 0,  7,16    |       is, zulk een antwoord te geven, en ofschoon hij van jongsaf
 5 I, 0,  9,22    | ontstelt de leerlingen, en zij geven als commentaar daarop: “
 6 II, 0, 11,29   |      tijd leven en zich moeite geven om hun denk- en oordeelswijze,
 7 II, 1,  2,38   |        de mens geroepen is: ze geven aan, dat de heerschappij
 8 II, 1,  4,50   |    waarheid het eigen leven te geven (vgl. Joh. 15, 13). In werkelijkheid
 9 II, 2,  1,55   |    leven een geregelde orde te geven. Daarenboven onthullen ze
10 II, 3,  1,65   |      leven van een mens “vorm” geven, doordat zij als het ware
11 II, 4,  1,71   |     ons met onze keuze de vorm geven, die wij willen”. 121 ~
12 II, 4,  1,73   |    komt het toe uitdrukking te geven aan de bestaande of niet
13 II, 4,  1,75   |   noemt, samenhangen. Sommigen geven niet genoeg aandacht aan
14 II, 4,  2,78   |         om een arme te eten te geven: Ofschoon in dit geval de
15 III, 0,  4,87  |     vrijheid te leven, zich te geven en te dienen. In zijn commentaar
16 III, 0,  4,87  |        dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen” (
17 III, 0,  5,88  |     van vertrouwen en van zich geven aan Christus en geeft ons
18 III, 0,  5,89  |       die zich in het zichzelf geven openbaart en leeft. Tot
19 III, 0,  6,91  |        zijn boodschap door het geven van zijn leven bevestigde.
20 III, 0,  6,92  |     een “humane zin” te willen geven, als illusoir en onjuist:
21 III, 0,  6,93  |   bereid zouden moeten zijn te geven, ook ten koste van lijden
22 III, 0,  6,94  |       moeten zijn het leven te geven. In het woord, maar vooral
23 III, 0,  7,96  |        absoluut nooit prijs te geven eisen van de persoonlijke
24 III, 0,  7,97  |   precisering en verklaring te geven in een uitvoerige gedragscodex.
25 III, 0,  8,100 |        te garanderen en hem te geven wat hem toekomt; en de solidariteit
26 III, 0,  9,102 |      volgen; om daaraan toe te geven is de mens na de verwondingen
27 III, 0, 11,111 |      de goddelijke oproep moet geven. Op deze manier zal de moraaltheologie
28 III, 0, 12,116 |    reeks verantwoordelijkheden geven; dat ontheft hen echter
29 III, 0, 12,116 |         de naam “katholiek” te geven of, in het geval van ernstig
30 Slot, 0, 12,119| Christus, zich aan Hem over te geven, zich door de genade te
31 Slot, 0, 12,119|       haar verwezenlijking zal geven. Het is de taak van het
32 Slot, 0, 12,120|      leven is. Met zichzelf te geven treedt Maria volledig binnen