Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 3,7 | gaat de mens bij iedere beslissing en iedere handeling dit
2 II, 0, 12,34 | aan de macht van de eigen beslissing overlaten” (vgl. Sir. 15,
3 II, 0, 12,34 | zijn Schepper uit eigen beslissing zoekt en vrij tot de volle
4 II, 1, 2 | aan de macht van de eigen beslissing overlaten” (Sir. 15, 14)~
5 II, 1, 2,38 | aan de macht van de eigen beslissing overlaten”, zodat hij zijn
6 II, 1, 2,39 | de macht over de eigen beslissing” gelaten (Sir. 15, 14),
7 II, 1, 3,42 | moet de mens in vrije beslissing het goede doen en het kwade
8 II, 1, 4,47 | de macht van zijn eigen beslissing” overgelaten en verwacht
9 II, 1, 4,48 | referentiepunten voor de morele beslissing kunnen bieden, aangezien
10 II, 1, 5,53 | gedefinieerd en bepaald; de beslissing van het leergezag wordt
11 II, 2, 1,55 | overnemen, om een persoonlijke beslissing over hun gedrag in bepaalde
12 II, 2, 2,61 | slechtheid van zijn ene beslissing. Maar het oordeel van het
13 II, 3 | III Fundamentele beslissing en concrete gedragswijzen~
14 II, 3, 1,66 | betekenis van een fundamentele beslissing, die het zedelijk leven
15 II, 3, 1,66 | rekening houdt. Het gaat om de beslissing van het geloof, om de gehoorzaamheid
16 II, 3, 1,66 | verzekert. De fundamentele beslissing van Israël betreft dus het
17 II, 3, 1,66 | leerling met een radicale beslissing. De evangelische gelijkenissen
18 II, 3, 1,66 | onvoorwaardelijke karakter van de beslissing, die het Rijk Gods vraagt.
19 II, 3, 1,66 | De radicaliteit van de beslissing om Jezus na te volgen vindt
20 II, 3, 1,67 | een echte en eigenlijke beslissing van de vrijheid verstaat
21 II, 3, 1,67 | vrijheid verstaat en die deze beslissing ten diepste met de concrete
22 II, 3, 1,67 | verbindt. Door de fundamentele beslissing is de mens in staat om,
23 II, 3, 1,67 | waardoor de mens zich uit vrije beslissing naar de wil, de wijsheid
24 II, 3, 1,68 | gedragswijzen uit vrije beslissing en in een ernstige zaak,
25 II, 3, 1,68 | iedere uit weloverwogen beslissing begane doodzonde beledigt
26 II, 3, 2,70 | daad van een fundamentele beslissing of fundamentele optie (“
27 II, 3, 2,70 | Feitelijk ligt immers in zo”n beslissing reeds een minachting van
28 II, 4, 1,71 | geroepen is om uit eigen beslissing zijn Schepper te zoeken
29 II, 4, 2,77 | voor de juiste zedelijke beslissing te verschaffen, houden de
30 III, 0, 5,88| gebracht. Het geloof is een beslissing, die een beroep doet op
|