Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 6,12 | van het Hemelrijk heeft de uitdrukking “eeuwig leven” betrekking,
2 I, 0, 6,13 | de menselijke persoon tot uitdrukking, die “het enige schepsel
3 I, 0, 6,14 | brengen heel duidelijk tot uitdrukking, dat zonder de naastenliefde
4 I, 0, 6,14 | mis te verstane wijze haar uitdrukking vindt (vgl. Mt. 25, 31-46). ~
5 I, 0, 8,20 | voetwassing een symbolische uitdrukking krijgt: “Wanneer nu Ik,
6 I, 0, 10,26 | en de daden die daar de uitdrukking en goedkeuring van zijn,
7 I, 0, 10,27 | evangelie” 40 als gelovige uitdrukking van de goddelijke wijsheid
8 II, 0, 11,29 | in de geestescultuur tot uitdrukking komen, volledig te verstaan”. 47 ~
9 II, 0, 12,34 | helderste en bindendste uitdrukking gevonden heeft in de woorden
10 II, 1, 1,36 | moraal ophouden, ze waren de uitdrukking van een wet die de mens
11 II, 1, 2,41 | deel heeft. De wet moet als uitdrukking van de goddelijke wijsheid
12 II, 1, 3,43 | de natuurwet, menselijke uitdrukking van de eeuwige wet van God: “
13 II, 1, 4,48 | anticiperende tekenen, de uitdrukking en de belofte van de zelfgave
14 II, 1, 5,51 | de menselijke persoon tot uitdrukking brengt en de grondslagen
15 II, 1, 5,53 | normen onophoudelijk tot uitdrukking te brengen en haar waarheid
16 II, 1, 5,53 | heen: de normen, die de uitdrukking van deze waarheid zijn,
17 II, 2, 2,59 | verdedigen (vgl. Rom. 2, 15). De uitdrukking “gedachten” maakt het eigenlijke
18 II, 2, 2,59 | onderscheiding van goed en kwaad tot uitdrukking brengt, dat als weerschijn
19 II, 3, 1,65 | zijn fundamentele optie tot uitdrukking kan brengen. ~Zo wordt tenslotte
20 II, 3, 1,66 | volgen vindt een prachtige uitdrukking in zijn woorden: “Wie zijn
21 II, 3, 1,67 | concretiseringen waarin zij tot uitdrukking komt, doet geen recht aan
22 II, 4, 1,72 | mensen overeenkomen en zo de uitdrukking zijn van de bewuste afstemming
23 II, 4, 1,72 | wordt, bevestigt en tot uitdrukking brengt. Wanneer het object
24 II, 4, 1,73 | aan die daden komt het toe uitdrukking te geven aan de bestaande
25 II, 4, 3,82 | is juist de fundamentele uitdrukking van een goede bedoeling. ~
26 II, 4, 3,82 | aan deze geboden af, die uitdrukking van gehoorzaamheid en liefde
27 III, 0, 8,99 | tussen waarheid en vrijheid - uitdrukking van de wezenlijke band tussen
28 III, 0, 9,105| op bijzondere manier tot uitdrukking komt. Omgekeerd roept het
29 III, 0, 10,108| authentieke geloof van de Kerk tot uitdrukking - “die de leerlingen in
|