Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  1,3   |  begeleiden en sturen hen met hun leergezag, waarbij ze steeds nieuwe
 2 Inl, 0,  2,4   |        men is van mening, dat het leergezag zich alleen in kwesties
 3 I, 0, 10,27    |       liturgie van de Kerk en het leergezag de getuigen zijn. ~In het
 4 I, 0, 10,27    |            alleen aan het levende leergezag van de Kerk toevertrouwd,
 5 I, 0, 10,27    |      ontwikkeld hebben, voelt het leergezag, in trouw aan Jezus Christus
 6 II, 0, 11,29   |         niet de bedoeling van het leergezag van de Kerk om aan de gelovigen
 7 II, 0, 11,30   |          deze kracht verricht het leergezag van de Kerk van oudsher
 8 II, 1,  1,37   |   competentie van de Kerk en haar leergezag ten aanzien van bepaalde,
 9 II, 1,  4,47   |         enkele documenten van het leergezag van de Kerk worden verdedigd,
10 II, 1,  5,53   |            moeten echter door het leergezag van de Kerk naar de historische
11 II, 1,  5,53   |    bepaald; de beslissing van het leergezag wordt voorbereid en begeleid
12 II, 2,  1,54   |       positie van de Kerk en haar leergezag. ~
13 II, 2,  1,55   |      categorische positie die het leergezag inneemt in veel morele vraagstukken:
14 II, 2,  1,56   | tegenstelling met de leer van het leergezag zijn en een “creatieve”
15 II, 2,  3,64   |     christenen in de Kerk en haar leergezag, zoals het Concilie uitlegt: “
16 II, 2,  3,64   |   waarheid is; maar ook omdat het leergezag het christelijke geweten
17 II, 4,  1,74   |  verheldering van de kant van het leergezag van de Kerk vereisen. ~Enkele “
18 III, 0, 11,109 |            in gemeenschap met het leergezag een steeds dieper begrip
19 III, 0, 11,110 |           in de moraal treedt het leergezag van de Kerk op, welks taak
20 III, 0, 11,110 |     liefde van Christus leert het leergezag van de Kerk de gelovigen
21 III, 0, 11,110 |  beschouwen. Bovendien oefent het leergezag een belangrijke bewakingstaak
22 III, 0, 11,110 |          waarheid van de door het leergezag van de Kerk geleerde zedelijke
23 III, 0, 11,110 |           de menselijke, door het leergezag voorgelegde bewijsvoeringen,
24 III, 0, 11,110 |    instemming met de leer van het leergezag zowel op het gebied van
25 III, 0, 11,110 | samenwerking met het hiërarchisch leergezag tot taak stellen, de bijbelse
26 III, 0, 11,112 |            zonder de leer van het leergezag te volgen, of dat hij een
27 III, 0, 12,115 |  inderdaad de eerste keer dat het leergezag van de Kerk de fundamenten
28 III, 0, 12,116 |       regel noch de norm voor ons leergezag. Zijn autoriteit berust,
29 Slot, 0, 12,119|            Het is de taak van het leergezag van de Kerk, erover te waken,