Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  2,5     |      van de antwoorden die zich tegen deze leer richten. ~
 2 I, 0,  7,17      |        apostel zich teweerstelt tegen degene die zijn rechtvaardiging
 3 II, 1,  1,36     |       er nu toe geleid, dat men tegen de Heilige Schrift en de
 4 II, 1,  4,47     |          In deze samenhang werd tegen de traditionele opvatting
 5 II, 2,  2,58     |         zeggen, dat het geweten tegen de mens zelf getuigt van
 6 II, 2,  2,60     |       handelen. Wanneer de mens tegen dit oordeel handelt of ook,
 7 II, 3,  1,65     |         het eigen leven voor of tegen de waarheid, uiteindelijk
 8 II, 3,  1,65     |  waarheid, uiteindelijk voor of tegen God inzet. Met recht onderstreept
 9 II, 3,  1,66     |       van Hem - zo zegt Hij ook tegen de jongeman: “Wanneer je
10 II, 3,  2,69     |   onderstrepen dat de oppositie tegen de wet van God, die het
11 II, 3,  2,70     |           optio fundamentalis”) tegen God, zoals men tegenwoordig
12 II, 4,  1,75     |        beslissingen, die ingaan tegen bepaalde afzonderlijke zedelijke
13 II, 4,  2,76     |       gedragswijzen, die ingaan tegen de geboden van de goddelijke
14 II, 4,  2,76     |     handeling te verrichten die tegen het geloof of de deugd inging. ~
15 II, 4,  2,76(125)|       Filius (8 september 1713) tegen de dwalingen van Pascasio
16 II, 4,  3,80     |     voorbeelden: “Al wat verder tegen het leven zelf ingaat, zoals
17 II, 4,  3,83     |        theorieën, die indruisen tegen deze waarheid, afwijzen. ~
18 III, 0,  6,91    |      aan de heilige wet van God tegen, die met de vrijwillige
19 III, 0,  7,96    |        er buiten de waarheid of tegen haar geen vrijheid kan zijn,
20 III, 0,  8,99    |        brengt hen onverzoenlijk tegen over elkaar. Als de transcendente
21 III, 0,  8,99    | maatschappij mag dit niet doen: tegen de minderheid optreden,
22 III, 0,  8,100   |        worden. Het is een zonde tegen hun menselijke waardigheid
23 III, 0,  8,101   |    rechten van de aangeklaagden tegen summiere processen en veroordelingen,
24 III, 0, 11,112   |         hen te beschermen zowel tegen de wanhoop, dat ze de goddelijke
25 III, 0, 11,112   |       kennen en volgen, als ook tegen de verkeerde mening, dat
26 III, 0, 11,113   |        volk Gods. In het verzet tegen de leer van de herders is
27 III, 0, 12,116   |      gelovigen beschermd worden tegen elke leer of theorie die
28 Slot, 0, 12,118  |   zwakheid en zonde van de mens tegen hem opgeworpen hindernissen