Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 10,27 | bijzonder is - zoals het Concilie zegt - “de opgave om het
2 II, 0, 11,29 | verhelderen”. 45 Zo heeft het Concilie ook de theologen uitgenodigd
3 II, 0, 11,29 | door de bemoediging van het Concilie gesterkt voelden, heeft
4 II, 0, 12,34 | zelfs het kwade” zet het Concilie de “ware” vrijheid uiteen: “
5 II, 1, 1,37(63) | Concilie van Trente, Sess. VI, decreet
6 II, 1, 2,39 | handelingen voltrekt. ~Het Concilie verlangt echter waakzaamheid
7 II, 1, 2,40 | 40. De leer van het Concilie onderstreept enerzijds de
8 II, 1, 3,42 | waardigheid van de mens, zoals het Concilie openlijk schrijft: “De waardigheid
9 II, 1, 3,43 | kan leren kennen. 78 ~Het Concilie verwijst naar de “klassieke”
10 II, 1, 4,46 | men uit de leer van het Concilie van Trente kan opmaken. 85
11 II, 1, 4,48(86) | Concilie van Wenen, constitutie Fidei
12 II, 1, 4,48(86) | Fidei catholicae: DS, 902; concilie van Lateranen, oorkonde
13 II, 1, 4,49 | vervloeking - die door het Concilie van Trente bevestigd werd88 -
14 II, 1, 5,53(100) | van het Tweede Vaticaans Concilie (11 oktober 1962) heeft
15 II, 2, 1,55 | hoog geprezen, dat door het Concilie als “heiligdom in de mens,
16 II, 2, 3,62 | gebeurt het - schrijft het Concilie - dat het geweten uit onoverkomelijke
17 II, 2, 3,62 | bondige woorden geeft het Concilie een samenvatting van de
18 II, 2, 3,62 | geweten - zo herinnert ons het Concilie -niet zijn waardigheid,
19 II, 2, 3,64 | haar leergezag, zoals het Concilie uitlegt: “De christenen
20 II, 3, 1,68 | rechtvaardiging - zo leert het Concilie van Trente - kan niet alleen
21 II, 3, 2,70 | niet alleen de leer van het Concilie van Trente over het bestaan
22 II, 3, 2,70 | De uitspraak van het Concilie van Trente heeft niet alleen
23 II, 4, 1,73(123) | Het Tweede Vaticaans concilie verklaart in de pastorale
24 II, 4, 2,76(125) | Vgl. Concilie van Trente, Sess. VI, decreet
25 II, 4, 3,80(131) | denken als zouden na het concilie vandaag de dag sommige gedragingen
26 III, 0, 9,102 | Kerk, zoals deze door het concilie van Trente geformuleerd
27 III, 0, 9,102(162)| Concilie van Trente, Sess. VI, decreet
28 III, 0, 9,102(162)| de H. Augustinus, die het concilie in het vermelde stuk citeert,
|