Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,2 | ontsluit hem zijn hoogste roeping”1. ~Jezus Christus, “het
2 I, 0, 3,7 | is de weerklank van een roeping door God, oorsprong en doel
3 I, 0, 3,7 | ze de verhevenheid van de roeping, die de gelovigen in Christus
4 I, 0, 4,8 | van de mens en zijn volle roeping. Daarom moet “de mens die
5 I, 0, 7,17 | Christus weet, dat zijn roeping een roeping tot vrijheid
6 I, 0, 7,17 | weet, dat zijn roeping een roeping tot vrijheid is. “Jullie
7 I, 0, 7,18 | zedelijk leven op de verheven roeping te antwoorden, zonen in
8 I, 0, 7,18 | in de Zoon te zijn. ~Deze roeping tot volmaakte liefde is
9 II, 0, 11,29 | presentatie de verhevenheid van de roeping der gelovigen in Christus
10 II, 1, 5,52 | geschiedenis, die voor “dezelfde roeping en dezelfde goddelijke bestemming” 95
11 II, 1, 5,52 | handelende persoon, met haar roeping tot leven met God en tot
12 II, 2, 3,62 | moet zoeken krachtens zijn roeping. ~
13 II, 3, 1,67 | waardigheid en de integrale roeping van de menselijke persoon.
14 II, 4, 1,73 | overeenstemming met die waardigheid en roeping, die hem door genade geschonken
15 II, 4, 1,73(123) | mensenslechts één uiteindelijke roeping is, namelijk een goddelijke,
16 II, 4, 3,83 | bevordert zijn waardigheid en roeping. Als gevolg daarvan moet
17 II, 4, 3,83 | middels zijn goede daden zijn roeping in vrijheid tot gehoorzaamheid
18 III, 0, 4,86 | weerklinkt de oorspronkelijke roeping, waarmee de Schepper de
19 III, 0, 11,109 | op bijzondere wijze de “roeping” van de theoloog in de Kerk: “
20 III, 0, 11,109(170)| instructie over de kerkelijke roeping van de theoloog Donum veritatis (
21 III, 0, 11,110(172)| instructie over de kerkelijke roeping van de theoloog Donum veritatis (
22 III, 0, 11,112 | menselijke hart en zijn roeping tot goddelijke liefde. ~
23 III, 0, 11,113(177)| instructie over de kerkelijke roeping van de theoloog Donum veritatis (
24 Slot, 0, 12,118 | ons verblijft, en uit de roeping waardoor wij worden uitgenodigd
|