Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 4,8 | de vraag, wat goed en wat slecht is. Hij is de Meester, de
2 I, 0, 5 | Slecht één is “de Goede” (Mt. 19,
3 II, 2, 1,56 | de zedenwet als in zich slecht wordt beschouwd. Op deze
4 II, 2, 2,60 | beslissen wat goed en wat slecht is; veeleer is daarin een
5 II, 3, 1,67 | gedragswijzen als in zich slecht verbieden, kennen geen legitieme
6 II, 4, 1,72 | wil en ons zelf zedelijk slecht en brengt ons daarmee in
7 II, 4, 1,75 | als zedelijk “goed” of “slecht” te bestempelen. Op deze
8 II, 4, 2,77 | zichzelf” zedelijk goed of slecht, geoorloofd of ongeoorloofd
9 II, 4, 3,79 | object” - als zedelijk slecht te beoordelen zonder de
10 II, 4, 3,80 | overlevering van de Kerk “in zich slecht” (intrinsece malum) genoemd
11 II, 4, 3,80 | altijd en op zichzelf reeds slecht, dat wil zeggen alleen al
12 II, 4, 3,80(131)| Kerk vroeger als in zich slecht had verklaard. Wie ziet
13 II, 4, 3,81 | Wanneer de daden in zichzelf slecht zijn, dan kunnen een goede
14 II, 4, 3,82 | hun species als zedelijk slecht te kwalificeren, zonder
15 II, 4, 3,83 | zijn, die in zichzelf al slecht zijn, blijft zij trouw aan
16 III, 0, 4,84 | beslissen over wat goed en slecht is. Dit relativisme leidt
17 III, 0, 5,88 | tijd, want deze dagen zijn slecht” (Eph. 8, 8-11. 15-16; vgl.
18 III, 0, 6,91 | wat de goddelijke wet als slecht verklaart, om daardoor een
19 III, 0, 6,93 | slechte goed en het goede slecht noemt, die de duisternis
20 III, 0, 7,95 | toestaat, goed te noemen, wat slecht is, en slecht wat goed is”. 151
21 III, 0, 7,95 | noemen, wat slecht is, en slecht wat goed is”. 151 Paus Paulus
22 III, 0, 8,100 | onderneming voor privé-gebruik, slecht geleverd werk, belastingfraude,
23 III, 0, 11,111 | worden: Wat is goed resp. slecht ? Wat moet ik doen, om het
|