Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 3,6 | geboden! Daarop vroeg hij Hem: Welke? Jezus antwoordde: Je zult
2 I, 0, 5,10 | 1 Kor. 11, 7). Hoor, op welke wijze je zijn afstraling
3 I, 0, 6,13 | Daarna vroeg hij Hem: Welke?” (Mt. 19, 18). Hij vraagt
4 I, 0, 6,13 | aandacht ontsnappen, aan welke geboden van de wet de Heer
5 II, 0, 11,30 | komt het leed vandaan, en welke zin heeft het? Wat is de
6 II, 0, 11,30 | Wat is de vrijheid en van welke aard is haar betrekking
7 II, 0, 11,30 | Gods wet gelegen waarheid? Welke rol komt aan het geweten
8 II, 0, 12,34 | het goede keren”. 56 Maar welke vrijheid wordt bedoeld?
9 II, 1, 3,44 | en hun vragen: “Immers, welke grote natie heeft wel goden,
10 II, 1, 3,44 | we Hem ook aanroepen? Of welke grote natie bezit wel wetten
11 II, 1, 4,47 | verdedigd, speciaal in die, welke het gebied van de seksuele
12 II, 1, 4,48 | worden, in het bijzonder welke plaats het menselijk lichaam
13 II, 1, 4,50 | gedefinieerd worden, volgens welke de mens door de Schepper
14 II, 2, 1,56 | rechtvaardigen, volgens welke het zedelijk geweten feitelijk
15 II, 3, 1,65 | de fundamentele optie af; welke afzonderlijke handelingen
16 II, 3, 2,70 | de mens bewust en vrij om welke reden dan ook tot iets beslist
17 II, 4, 1,73 | overwogen afstemming, krachtens welke de mens voor zijn handelingen “
18 III, 0, 6,91 | juist verklaard, volgens welke de liefde tot God ook onder
19 III, 0, 6,93 | heldhaftigheid zal steunen, met welke hulp hij - zoals de heilige
20 III, 0, 9,103| mogelijkheden van de mens? “ En over welke mens wordt gesproken? Over
21 III, 0, 9,104| eigen gebreken, ongeacht welke subjectieve rechtvaardiging
22 III, 0, 10,108| kunnen we nu begrijpen, welke plaats in de Kerk, de gemeenschap
|