Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 2,4 | bestanddeel zijn van het verbond van God met hem, werkelijk
2 I, 0, 5,10 | In de “Decaloog” van het verbond met Israël en in de hele
3 I, 0, 6,12 | en teken van het Nieuwe Verbond, wanneer de wet weer en
4 I, 0, 6,12 | belofte verbonden: in het Oude Verbond was het voorwerp van de
5 I, 0, 6,12 | 6, 20-25); in het Nieuwe Verbond is voorwerp van de belofte
6 I, 0, 6,15 | tussen het Oude en het Nieuwe Verbond. In zijn commentaar op de
7 I, 0, 8,21 | sacrament van het Nieuwe Verbond (vgl. 1 Kor. 11, 23-29),
8 I, 0, 10,25 | De door God in het Oude Verbond opgelegde en in het Nieuwe
9 I, 0, 10,25 | in het Nieuwe en Eeuwige Verbond in de Persoon van Gods Zoon
10 II, 1, 2,41 | met de openbaring van het Verbond en de verlossende Menswording
11 II, 1, 3,44 | uitverkiezing en van het goddelijk verbond en tegelijk als garantie
12 II, 3, 1,66 | inprent, aan de moraal van het Verbond het karakter van totaliteit,
13 II, 3, 1,66 | de moraal van het Nieuwe Verbond wordt beheerst door de fundamentele
14 II, 3, 2,70 | God en zijn wet alsook het verbond van de liefde, dat Hij hem
15 II, 4, 2,76 | onderhouden van de geboden van het Verbond, dat in het Bloed van Jezus
16 II, 4, 3,82 | bijbelse moraal van het Verbond en van de geboden, de liefde
17 III, 0, 6,91 | 91. Reeds in het Oude Verbond komen we indrukwekkende
18 III, 0, 6,91 | dopen. 143 ~In het Nieuwe Verbond vinden we talrijke getuigenissen
19 III, 0, 12,114| van de schepping en het Verbond; Hij heeft de reeds in het
20 III, 0, 12,117| de woorden van het Nieuwe Verbond, die hij zijn Kerk heeft
|