Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 5,10 | 139, 6), dat betekent: in mijn handelen is uw majesteit
2 I, 0, 5,10 | Ik ben uw God, en u bent mijn volk” (Lev. 26, 12). ~Het
3 I, 0, 6,12 | En ieder die omwille van mijn Naam huizen of broeders,
4 I, 0, 6,14 | wetgeleerde wekt: “En wie is mijn naaste?” (Lc. 10, 29). De
5 I, 0, 7,17 | volmaakt? Omdat “ik merk dat in mijn ledematen een andere wet
6 I, 0, 7,17 | conflict is met de wet van mijn verstand”.. Deels vrijheid,
7 I, 0, 8,20 | aan de broeders: “Dat is mijn gebod: bemint elkander,
8 I, 0, 8,20 | zullen allen herkennen dat u mijn leerlingen zijt: wanneer
9 I, 0, 8,20 | Hij gezegd heeft: “Dit is mijn gebod: Bemint elkander,
10 I, 0, 8,20 | navolging van Hem: “Wie mijn leerling wil zijn, die moet
11 I, 0, 9,22 | Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde!” (Joh. 15, 9). De
12 I, 0, 9,24 | liefde “blijven”: “Als jullie mijn geboden onderhouden, zullen
13 I, 0, 9,24 | onderhouden, zullen jullie in mijn liefde blijven, zoals Ik
14 I, 0, 9,24 | zoals Ik de geboden van mijn Vader onderhouden heb en
15 II, 2, 2,59 | dag, waarop God volgens mijn evangelie over de verborgen
16 III, 0, 5,89 | dezelfde weg in te slaan: “Wie mijn volgeling wil zijn moet
17 III, 0, 6,92 | het lijden en sterven van mijn God nadoen”. 145 ~
18 III, 0, 9,105 | klei te verstevigen, zo dat mijn standvastigheid uit uw blik
19 III, 0, 12,116 | getrouw wordt doorgegeven. Mijn medebroeders in het bisschopsambt,
20 Slot, 0, 12,120| 1993, het vijftiende van mijn pontificaat. ~Johannes Paulus
|