Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | leugen” verwisselt (Rom. 1, 25); daarmee wordt ook zijn
2 I, 0, 6,12 | kunnen hebben (vgl. Dt. 6, 20-25); in het Nieuwe Verbond
3 I, 0, 6,14 | naastenliefde (vgl. Lc. 10, 25-27) en ertoe opgeroepen
4 I, 0, 6,14 | uitdrukking vindt (vgl. Mt. 25, 31-46). ~
5 I, 0, 8,21 | getuigen (vgl. Gal. 5, 16-25). De deelname aan de eucharistie,
6 I, 0, 9,22 | gered worden?” (Mt. 19, 25). Maar de Meester verwijst
7 I, 0, 10,25 | 25. Het gesprek van Jezus met
8 I, 0, 10,25 | onderwijzen (vgl. Hand. 18, 25), waarbij ze vooral de eerbiedige
9 II, 1, 4,50(90) | encycliek Humanae vitae (25 juli 1968), 10: AAS 60 (
10 II, 3, 1,66 | gebod (vgl. Jos. 24, 14-25; Ex. 19, 3-8; Mich. 6, 8).
11 II, 4, 3,80(133) | Encycliek Humanae vitae (25 juli 1968), 14: AAS 60 (
12 II, 4, 3,83 | van de vrijheid” (Jac. 1, 25). ~
13 III, 0, 5,89 | naastenliefde (vgl. Mt. 25, 31-46) en van de ware vrijheid
14 III, 0, 5,89 | gegeven heeft” (Eph. 5, 25). Het getuigenis van Christus
15 III, 0, 7,95(152) | Encycliek Humanae vitae (25 juli 1968), 29: AAS 60 (
16 III, 0, 7,97(153) | deze tijd Gaudium et spes, 25. ~
17 III, 0, 8,100 | het zakenleven (vgl. Dt. 25, 13-16), oneerlijke lonen (
18 III, 0, 9,105 | onze Heer! (Rom. 7, 24-25). ~Hetzelfde besef treffen
19 III, 0, 11,110(175)| Encycliek Humanae vitae (25 juli 1968), 28: AAS 60 (
20 III, 0, 12,114(178)| over de Kerk Lumen gentium, 25. ~
|