Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  1,3(5)    |                      Paulus VI, Toespraak tot de vergadering
 2 I, 0,  5,10(17)    |              Exameron, dies VI, sermo IX, 8, 50: CSEL 32,
 3 I, 0, 10,26(38)    |    Antiochië, Ad Magnesios, VI, 1-2: Patres Apostolici,
 4 II, 1,  1,37(63)   |  Concilie van Trente, Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging
 5 II, 1,  4,46(85)   |                  Vgl. Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging
 6 II, 1,  4,49(88)   |                  Vgl. Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging
 7 II, 1,  4,50(90)   |      1988), 74; Vgl. Paulus VI, encycliek Humanae vitae (
 8 II, 2,  2,58(104)  |     1883), 2: Insegnamenti, VI, 2 (1983), 256. ~
 9 II, 3,  1,68(115)  |                       Sess. VI, Decreet over de rechtvaardiging
10 II, 4,  2,76(125)  |  Concilie van Trente, Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging
11 II, 4,  3,80(131)  |     1985), 221. vgl. Paulus VI, Toespraak tot de leden
12 II, 4,  3,80       |    wordt, leert paus Paulus VI: “Want al kan het in werkelijkheid
13 III, 0,  6,92(145) |                 Ad Romanos, VI, 2-3: Patres Apostolici,
14 III, 0,  7,95      |   goed is”. 151 Paus Paulus VI heeft geschreven: “Het is
15 III, 0,  9,102(162)|  Concilie van Trente, Sess. VI, decreet over de rechtvaaridiging
16 III, 0, 10,106(166)|   1983), III: Insegnamenti, VI, 1 (1983), p. 698. ~
17 III, 0, 10,108     | Moeder de Kerk zoals Paulus VI ons in herinnering roept: “
18 III, 0, 11,110(175)|                 Vgl. Paulus VI, Encycliek Humanae vitae (