Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 5,9 | dat de mens aantrekt en tegelijk verplicht, zijn bron heeft
2 I, 0, 7,16 | geboden (vgl. Mt. 5, 20-48). Tegelijk toont de Bergrede de opening
3 I, 0, 7,17 | met vreugde en trots. Maar tegelijk preciseert hij: “Alleen:
4 I, 0, 8,19 | 19. De weg en tegelijk de inhoud van deze volmaaktheid
5 I, 0, 9,24 | doen” (vgl. Joh. 3, 21). Tegelijk heeft de H. Johannes Chrysostomus
6 I, 0, 10,25 | wereld” (Mt. 28, 20). Het tegelijk aanwezig zijn van Christus
7 II, 0, 11,29 | aanvaardt en ondervraagt en die tegelijk voldoet aan de eisen van
8 II, 0, 11,29 | kennis is” (vgl. Spr. 1, 7). ~Tegelijk zijn in het kader van de
9 II, 0, 12,34 | en waardevol in is, maar tegelijk om hun tweeduidigheid, gevaren
10 II, 1, 2,40 | Wijsheid voortkomt, is zij tegelijk de wet die de mens eigen
11 II, 1, 2,41 | aanwezig is” (vgl. Eph. 4, 6); tegelijk moeten we de majesteit van
12 II, 1, 3,44 | het goddelijk verbond en tegelijk als garantie voor de zegen
13 II, 1, 5,52(94)| menselijk wezen betreffen, tegelijk onvermijdelijk de onveranderlijke
14 II, 2, 2,58 | slechtheid van de mens, maar tegelijk, ja nog eerder, is het getuigenis
15 II, 2, 2,59 | oordeel over de handelingen en tegelijk over hun initiator alsook
16 III, 0, 4,87 | gemaakt heeft.. Je bent tegelijk dienaar en vrij: Dienaar,
|