Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 I, 0, 6,12 | leven van God zelf is: het vindt zijn volmaakte verwerkelijking
2 I, 0, 6,14 | verstane wijze haar uitdrukking vindt (vgl. Mt. 25, 31-46). ~
3 I, 0, 7,18 | en de anderen wil dienen, vindt in de wet van God de fundamentele
4 I, 0, 9,23 | aan niemand kan schenken, vindt iedere gelovige bekendgemaakt
5 II, 1, 1,35 | aan te nemen. Inderdaad vindt de vrijheid van de mens
6 II, 1, 2,40 | zedenwet komt van God en vindt altijd in Hem haar bron:
7 II, 1, 3 | Gelukkig de man die vreugde vindt in de wet des Heren (vgl.
8 II, 3, 1,66 | beslissing om Jezus na te volgen vindt een prachtige uitdrukking
9 II, 4, 1,72 | volle en volmaakte geluk vindt. De inleidende vraag in
10 III, 0, 4,85 | pedagogische “geheim” - vindt dit werk van de Kerk niet
11 III, 0, 4,85 | in de gekruisigde Jezus vindt ze het antwoord op de vraag
12 III, 0, 6,90 | zonder uitzondering gelden, vindt duidelijke bevestiging in
13 III, 0, 7,96 | universele zedelijke normen vindt de mens een volledige bevestiging
14 III, 0, 9,103| voortkomen (vgl. Joh. 19, 34), vindt de gelovige de genade en
15 III, 0, 9,104| zonde een verontschuldiging vindt. We worden dus zo met twee
|