Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 I, 0,  7,17  |              wet van God zijn niet in tegenspraak met elkaar, doch integendeel,
 2 II, 0, 11,30 |             onderscheiding van wat in tegenspraak is met de “gezonde leer”,
 3 II, 0, 12,33 |               en paradoxaal genoeg in tegenspraak daarmee trekt de moderne
 4 II, 1,  1,37 |   moraaltheologen een onderscheid, in tegenspraak63 met de katholieke leer,
 5 II, 1,  2,41 |        almacht buiten de mens, die in tegenspraak zou zijn met de handhaving
 6 II, 1,  4,46 |               ze verstaan die vaak in tegenspraak of tegenstelling met de
 7 II, 1,  4,48 |               zijn vrijheid. Ze is in tegenspraak met de leer van de Kerk
 8 II, 1,  5,51 |           beschouwing, noch is zij in tegenspraak met de eenmaligheid en de
 9 II, 3,  1,67 |             overeenstemming, resp. de tegenspraak, van de gedachte keuze voor
10 II, 3,  2,70 |            een of andere zaak, die in tegenspraak is met de goddelijke wil (
11 II, 4,  1,75 | omstandigheden en in alle culturen in tegenspraak zouden zijn met deze zedelijke
12 II, 4,  1,75 |             zou een handeling die, in tegenspraak met een universele verbodsnorm,
13 II, 4,  3,80 |                 omdat zij in radicale tegenspraak met het goede van de naar
14 II, 4,  3,80 |                En ze zijn volledig in tegenspraak met de eer van de Schepper”. 132 ~
15 III, 0,  5,88|              maken hebben of zelfs in tegenspraak hiermee zijn. ~Het is nu