Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,3 | gerechtigheid te geraken. Alles immers wat aan goedheid en waarheid
2 I, 0, 5,10 | God. De tien geboden zijn immers gegrondvest op de woorden: “
3 I, 0, 6,14 | is hij een leugenaar. Wie immers zijn broeder niet bemint,
4 I, 0, 7,16 | worden, waarvan de eerste immers de zaligspreking van de
5 I, 0, 7,16 | Iedere zaligspreking belooft immers na een telkens bijzondere
6 I, 0, 7,17 | praktijk beoefende liefde: “Wie immers de anderen liefheeft, heeft
7 I, 0, 9,23 | gezond maakt en het omvormt: “Immers, de wet werd door Mozes
8 II, 1, 3,44 | Israël wenden en hun vragen: “Immers, welke grote natie heeft
9 II, 1, 4,50 | natuurlijke neigingen winnen immers alleen aan zedelijke betekenis,
10 II, 2, 3,64 | Volgens de wil van Christus immers is de Kerk lerares van de
11 II, 3, 2,70 | ongeordend is. Feitelijk ligt immers in zo”n beslissing reeds
12 II, 4, 1,73(123)| wijze werk. Daar Christus immers voor allen is gestorven
13 II, 4, 2,78 | object van de wilsdaad is immers een vrij gekozen gedrag.
14 III, 0, 5,88 | bekend te maken; dit is immers niet alleen een som van
15 III, 0, 10,108 | verder doorgeeft. Hij is het immers die in de Kerk profeten
|