Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 I, 0,  6,13   |         doen te hebben (en geen christen mag iets daarmee van doen
 2 I, 0,  8,21   |  inlijving in Christus wordt de christen lidmaat van zijn Lichaam,
 3 I, 0,  8,21   |      uit - wij zijn niet alleen christen geworden, maar Christus (..).
 4 II, 3,  2,69  |     feit te aanvaarden, dat een christen, die met Jezus Christus
 5 II, 4,  1,73  |       en van het geloof weet de christen van het “nieuwe”, waardoor
 6 II, 4,  1,73  |    Christus en zijn Geest is de christen een “nieuwe schepping”,
 7 III, 0,  4,87 |      manier is de Kerk, en elke christen in haar, ertoe geroepen,
 8 III, 0,  6,93 |         offers. Inderdaad is de christen gezien de veelvuldige moeilijkheden,
 9 III, 0, 10,107| sacerdotale et regale, dat elke christen bij de wedergeboorte in
10 III, 0, 10,107|         het kruisoffer heeft de christen gemeenschap met de zich
11 III, 0, 10,107|       koninklijke dienst van de christen: hoe meer hij met behulp
12 III, 0, 10,108|      het zedelijke leven van de christen en het getuigenis van de
13 III, 0, 12,114|         van de Kerk en van elke christen geworden. ~Dit antwoord
14 III, 0, 12,115|        vernemen het hart van de christen en onze pastorale liefde
15 III, 0, 12,117|         117. In het hart van de christen, in de meest verborgen kern