Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 Inl, 0,  2,4  |       het tot de Kerk en haar innerlijke eenheid horen, alleen door
 2 I, 0,  3,7    |       het stille zoeken en de innerlijke impuls, die de vrijheid
 3 I, 0,  7,16   |    voorwerp, maar spreken van innerlijke houdingen en existentiële,
 4 I, 0,  7,18   |      liefde. Ja, hij merkt de innerlijke drang - een echte en bijzondere “
 5 II, 1,  1,36  |     Daarenboven wilde men het innerlijke karakter van zedelijke eisen
 6 II, 1,  1,37  |   alleen bepaalde motieven en innerlijke houdingen jegens God en
 7 II, 1,  1,37  |  moraalwet, alsook hun diepe, innerlijke betrekkingen in het licht
 8 II, 1,  3,42  |       en niet door een blinde innerlijke drift of door louter uiterlijke
 9 II, 1,  3,45  |    zijn Geest is: het is een “innerlijke wet” (vgl. Jer. 31, 31-33), “
10 II, 2,  2,58  |       58. De betekenis van de innerlijke dialoog van de mens met
11 III, 0,  9,102|   Waar komt uiteindelijk deze innerlijke gespletenheid van de mens
12 III, 0, 11,109|      uiterst belangrijk, haar innerlijke en levende samenhang met
13 III, 0, 11,110| voorbeeld te zijn van loyale, innerlijke en uiterlijke instemming
14 III, 0, 11,111|    zal de moraaltheologie een innerlijke geestelijke dimensie aannemen,