Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
merkbaar 2
merkt 3
messias 1
met 356
meteen 1
meten 2
methode 3
Frequency    [«  »]
563 is
417 dat
361 op
356 met
352 aan
352 niet
322 voor
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

met

    Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | hijde waarheid van God met de leugen” verwisselt (Rom. 2 Inl, 0, 1,2 | terwijl zij rekening houdt met de nieuwe uitdagingen van 3 Inl, 0, 1,3 | van de Kerk in gemeenschap met de opvolger van Petrus de 4 Inl, 0, 1,3 | begeleiden en sturen hen met hun leergezag, waarbij ze 5 Inl, 0, 1,3 | openstaat, waaraan Vaticanum II met alle helderheid herinnert 6 Inl, 0, 2,4 | zowel persoonlijk als samen met het bisschoppencollege een 7 Inl, 0, 2,4 | aangeboden die rekening houdt met de gevarieerde en onderscheiden 8 Inl, 0, 2,4 | menselijk leven. In de Naam en met het gezag van Jezus Christus 9 Inl, 0, 2,4 | opgericht en getroost; met de garantie van de bijstand 10 Inl, 0, 2,4 | als geheel na te denken, met de duidelijke doelstelling 11 Inl, 0, 2,4 | een situatie ontstaan die met betrekking tot de zedelijke 12 Inl, 0, 2,4 | van het verbond van God met hem, werkelijk het vermogen, 13 Inl, 0, 2,5 | in het bisschopsambt, die met mij de verantwoordelijkheid 14 Inl, 0, 2,5 | 2 Tim. 4, 3) te bewaren, met het doel, enkele aspecten 15 Inl, 0, 2,5 | zich ertoe beperken, zich met enkele fundamentele vraagstukken 16 Inl, 0, 2,5 | die de bedoeling heeft om met betrekking tot de behandelde 17 I, 0, 3,6 | 6. Het gesprek van Jezus met de rijke jongeling, dat 18 I, 0, 3,7 | mensen dezeontmoetingmet Christus kunnen verwerkelijken, 19 I, 0, 4,8 | die zijn verkondigingswerk met deze, nieuwe aankondiging 20 I, 0, 4,8 | van zijn leven - moet zich met zijn angst en onzekerheid, 21 I, 0, 4,8 | zijn angst en onzekerheid, met zijn zwakheid en zondigheid, 22 I, 0, 4,8 | zwakheid en zondigheid, met zijn leven en dood tot Christus 23 I, 0, 4,8 | wenden. Hij moet als het ware met alles wat hij is in Hem 24 I, 0, 4,8 | Jezus antwoordt namelijk met pedagogisch invoelingsvermogen 25 I, 0, 5,9 | die alleen waardig ismet heel het hart, met heel 26 I, 0, 5,9 | waardig is “met heel het hart, met heel de ziel en met alle 27 I, 0, 5,9 | hart, met heel de ziel en met alle gedachten” (Mt. 22, 28 I, 0, 5,10 | beeld van God geschapen, met het Bloed van Christus verlost 29 I, 0, 5,10 | Decaloogvan het verbond met Israël en in de hele wet 30 I, 0, 5,10 | oorspronkelijke harmonie met de Schepper en met de hele 31 I, 0, 5,10 | harmonie met de Schepper en met de hele schepping te herstellen, 32 I, 0, 5,10 | moet Jahwe uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw 33 I, 0, 5,10 | beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw 34 I, 0, 5,10 | hart, met heel uw ziel en met al uw krachten. De geboden 35 I, 0, 5,10 | hart prenten. Ge moet er met uw kinderen telkens opnieuw 36 I, 0, 5,11 | te gehoorzamen, deemoedig met Hem onze weg te gaan, gerechtigheid 37 I, 0, 5,11 | Hem die de rijke jongeling met de woordengoede Meester” 38 I, 0, 6,12 | mens geschapen heeft en hem met wijsheid en liefde door 39 I, 0, 6,12 | Israël in het bijzonder met detien woordengedaan, 40 I, 0, 6,12 | gedaan, dat wil zeggen met de geboden van de Sinaï, 41 I, 0, 6,12 | duidelijke overeenstemming met de aan Mozes door God op 42 I, 0, 6,12 | namelijk na de ontmoeting met de rijke jongeling tot de 43 I, 0, 6,13 | van de tekst bij Mattheus met de parallelplaatsen bij 44 I, 0, 6,13 | wezen in zijn betrekking met God, met de naaste en met 45 I, 0, 6,13 | zijn betrekking met God, met de naaste en met de wereld 46 I, 0, 6,13 | met God, met de naaste en met de wereld van de dingen 47 I, 0, 6,13 | Wanneer iemand begint niets met deze wandaden van doen te 48 I, 0, 6,14 | geval, zoals zijn gesprek met de wetgeleerden bewijst: 49 I, 0, 6,14 | 29). De Meester antwoord met de gelijkenis van de barmhartige 50 I, 0, 6,14 | 22, 40), zijn ten diepste met elkaar verbonden en doordringen 51 I, 0, 6,14 | eenheid wordt door Jezus met zijn woorden en met zijn 52 I, 0, 6,14 | Jezus met zijn woorden en met zijn leven getuigd: Zijn 53 I, 0, 6,14 | Godsliefde niet mogelijk is. Met buitengewone kracht van 54 I, 0, 6,14 | De evangelist stemt in met de morele verkondiging van 55 I, 0, 6,15 | Testament is, zo gaat het ook met de wet: die wet die door 56 I, 0, 6,15 | zijn hart reeds echtbreuk met haar gepleegd” (Mt. 5, 21- 57 I, 0, 6,15 | de betekenis van de wet met het totale wegschenken van 58 I, 0, 7,16 | Het is niet gemakkelijk om met een goed geweten te zeggen: “ 59 I, 0, 7,16 | jongsaf het zedelijke ideaal met ernst en edelmoedigheid 60 I, 0, 7,16 | verwijderd is oog in oog met Jezus wordt hij gewaar, 61 I, 0, 7,16 | daarom niet precies samen met de geboden. Anderzijds bestaat 62 I, 0, 7,16 | leven. De Bergrede begint met de verkondiging van de zaligsprekingen, 63 I, 0, 7,16 | en tot levensgemeenschap met Hem. 26 ~ 64 I, 0, 7,17 | Het gesprek van Jezus met de jongeman helpt ons de 65 I, 0, 7,17 | zijn niet in tegenspraak met elkaar, doch integendeel, 66 I, 0, 7,17 | verkondigt de apostel Paulus met vreugde en trots. Maar tegelijk 67 I, 0, 7,17 | wet, heeft niets gemeen met debevrijdingvan de mens 68 I, 0, 7,17 | andere wet in conflict is met de wet van mijn verstand”.. 69 I, 0, 7,18 | het geld aan de armen”, met de belofte: “zo zul je een 70 I, 0, 8,19 | Precies zo eindigt het gesprek met de jongeman: “Kom dan en 71 I, 0, 8,20 | heb”, gaat Jezus verder met de woorden die vooruitwijzen 72 I, 0, 8,21 | verrijzenis, zij “bekleedt hem met Christus” (vgl. Gal. 3, 73 I, 0, 8,21 | hoogtepunt van de gelijkwording met Christus, Bron van het “ 74 I, 0, 9,22 | van het gesprek van Jezus met de rijke jongeman: “Toen 75 I, 0, 9,22 | naar een in vergelijking met de wet van Mozes oorspronkelijker 76 I, 0, 9,22 | oorspronkelijke plan van God met de mensen, een plan waaraan 77 I, 0, 9,23 | van de dood” (Rom. 8, 2). Met deze woorden leert de apostel 78 I, 0, 9,24 | heeft de H. Augustinus met deze eenvoudige en diepe 79 I, 0, 9,24 | niet van de berg afdaalden met stenen tafels in hun handen 80 I, 0, 9,24 | zoals Mozes; maar ze kwamen met de Geest in hun harten.., 81 I, 0, 10 | Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de 82 I, 0, 10,25 | 25. Het gesprek van Jezus met de rijke jongeling wordt 83 I, 0, 10,25 | de belofte: “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de 84 I, 0, 10,25 | aanwezig zijn van Christus met de mens van iedere tijd 85 I, 0, 10,25 | hun opvolgers opgedragen met de bijzondere bijstand van 86 I, 0, 10,25 | hoort Mij” (Lc. 10, 16). Met het licht en de kracht van 87 I, 0, 10,26 | aanwijzingen, een ethische leer met precieze gedragsnormen. 88 I, 0, 10,26 | het optreden van hen die met hun leerstellingen of met 89 I, 0, 10,26 | met hun leerstellingen of met hun gedrag splitsingen bevorderden, 90 I, 0, 10,26 | splitsingen bevorderden, met alle duidelijkheid aangegeven. 38 ~ 91 I, 0, 10,27 | overlevering ontwikkelt zich met de bijstand van de heilige 92 II, 0, 11 | Verkondigen wat strookt met de gezonde leer (vgl. Tit. 93 II, 0, 11,29 | mag niet verwisseld worden met hun uitdrukkingswijze, ook 94 II, 0, 11,29 | worden uitgenodigd, maar met name de theologen: “De gelovigen 95 II, 0, 11,29 | dus in nauwste verbinding met de andere mensen van hun 96 II, 0, 11,29 | die onverenigbaar zijn met degezonde leer” (2 Tim. 97 II, 0, 11,29 | filosofische uitspraken met de geopenbaarde waarheid 98 II, 0, 11,30 | 30. Wanneer wij ons met deze encycliek tot u, medebroeders 99 II, 0, 11,30 | van wat in tegenspraak is met degezonde leer”, vereist 100 II, 0, 11,30 | kan men in overeenstemming met de waarheid over het goede, 101 II, 0, 11,30 | woord, geef uw onderricht met groot geduld. Want er komt 102 II, 0, 12,31 | op verschillende wijze, met een brandende kwestie verbonden: 103 II, 0, 12,31(52) | godsdienstvrijheid Dignitatis humanae, 1, met verwijzing naar Johannes 104 II, 0, 12,32 | authenticiteit, “overeenstemming met zichzelfzodat men tot 105 II, 0, 12,32 | zich geconfronteerd ziet met zijn waarheid, die van de 106 II, 0, 12,33 | 33. Parallel met de verheerlijking van de 107 II, 0, 12,34 | zalige voleinding in eenheid met God komt”. 57 Wanneer voor 108 II, 0, 12,34 | rechten van het geweten, met beslistheid te stellen: “ 109 II, 1, 1,35 | sterven” (Gen. 2, 16-17). ~Met dit beeld leert de openbaring 110 II, 1, 1,36 | II60 wilde men de dialoog met de moderne cultuur bevorderen 111 II, 1, 1,37 | onderscheid, in tegenspraak63 met de katholieke leer, ingebracht 112 II, 1, 1,37 | vert.) aan te bieden; die met waarlijkobjectieve”, dat 113 II, 1, 1,37 | deopenbaring horen en dus met het oog op het heil niet 114 II, 1, 1,37 | stellingen die onverenigbaar zijn met de katholieke leer. ~In 115 II, 1, 2,38 | 38. Met de woorden uit het boek 116 II, 1, 2,38 | zalige voleinding in eenheid met God komt”. 64 Deze woorden 117 II, 1, 2,38 | zijn, door de gelijkenis met de Heer van het heelal voor 118 II, 1, 2,39 | in zichzelf de gelijkenis met God, wanneer hij zedelijk 119 II, 1, 2,40 | autonomie in tegenstelling zijn met de leer van de Kerk over 120 II, 1, 2,41 | in tegenspraak zou zijn met de handhaving van zijn vrijheid. 121 II, 1, 2,41 | normen zou betekenen, die met zijn welzijn niets van doen 122 II, 1, 2,41 | stond ze in tegenstelling met de openbaring van het Verbond 123 II, 1, 2,41 | persoon. ~Sommigen spreken met recht van theonomie of gedeelde 124 II, 1, 3,42 | ze wordt zo genoemd, niet met het oog op de natuur van 125 II, 1, 3,43 | Thomas vereenzelvigt haar met hetplan van de goddelijke 126 II, 1, 3,43 | verstand dat, wanneer het met behulp van het natuurlijke 127 II, 1, 3,43 | want Hij wil de wereld met de hulp van de mens zelf, 128 II, 1, 3,43 | van God: “In vergelijking met de andere schepselen - schrijft 129 II, 1, 3,43 | schrijft de H. Thomas - is het met verstand begiftigde schepsel 130 II, 1, 3,43 | aan de eeuwige wet in het met verstand begiftigde schepsel 131 II, 1, 3,44 | goed en kwaad, dat hij zelf met behulp van zijn verstand 132 II, 1, 3,44 | Gods moet koesteren, samen met de vermaning, om haar te 133 II, 1, 3,45 | 45. De Kerk ontvangt met dankbaarheid het hele goed 134 II, 1, 3,45 | openbaring en hoedt het met liefde en behandelt het 135 II, 1, 3,45 | liefde en behandelt het met religieus respect, terwijl 136 II, 1, 3,45 | 31-33), “geschreven niet met inkt maar met de Geest van 137 II, 1, 3,45 | geschreven niet met inkt maar met de Geest van de levende 138 II, 1, 3,45 | maar ook genegen maakt, met de juiste bedoeling te handelen.. 139 II, 1, 3,45 | gelijkvormig te worden met het beeld van zijn Zoon” ( 140 II, 1, 4,46 | wet wordt vandaag opnieuw met buitengewone kracht inzake 141 II, 1, 4,46 | observeerbaar gedrag of alleen met de categorieën van psychosociale 142 II, 1, 4,46 | tegenspraak of tegenstelling met de materiële en biologische 143 II, 1, 4,46 | impulsen: in tegenstelling met dit fysieke gegeven zou 144 II, 1, 4,47 | van deze handelwijzen noch met de mens als een vrij en 145 II, 1, 4,47 | en verstandig wezen, noch met de culturele gebondenheid 146 II, 1, 4,47 | behoorlijk rekening. De mens als met verstand begiftigd wezen 147 II, 1, 4,47 | natuurlijk rekening moeten houden met de veelvoudige grenzen van 148 II, 1, 4,48 | biologisme beticht moeten worden. Met zulke veronderstellingen 149 II, 1, 4,48 | theorie komt niet overeen met de waarheid over de mens 150 II, 1, 4,48 | vrijheid. Ze is in tegenspraak met de leer van de Kerk over 151 II, 1, 4,48 | menselijke zijn, welker met verstand begiftigde ziel 152 II, 1, 4,49 | staat in tegenstelling met de leer van de Heilige Schrift 153 II, 1, 4,50 | is, aan morele betekenis met het oog op het welzijn van 154 II, 1, 4,50 | werkelijkheid kan men alleen met betrekking tot tot de menselijke 155 II, 1, 4,50 | zijn werkelijk harmonisch met elkaar verweven en ten diepste 156 II, 1, 4,50 | verweven en ten diepste met elkaar verbonden. ~ 157 II, 1, 5,51 | persoon, is zij aan ieder met verstand begiftigd en in 158 II, 1, 5,51 | noch is zij in tegenspraak met de eenmaligheid en de onherhaalbaarheid 159 II, 1, 5,51 | personen op en verwerkelijken met de genade van God de liefde, “ 160 II, 1, 5,51 | daarentegen de wet miskennen of, met of zonder schuld, daar ook 161 II, 1, 5,52(94) | geworteld zijn en die in alle met verstand begiftigde levende 162 II, 1, 5,52 | gedragswijze in geen geval met de goedheid van de wil der 163 II, 1, 5,52 | der handelende persoon, met haar roeping tot leven met 164 II, 1, 5,52 | met haar roeping tot leven met God en tot gemeenschap met 165 II, 1, 5,52 | met God en tot gemeenschap met de naaste verenigbaar is. 166 II, 1, 5,52 | passende - dat wil zeggen met de waardigheid van de mens 167 II, 1, 5,53 | door in overeenstemming met de diepe waarheid van zijn 168 II, 1, 5,53 | elementen van de mens, die ook met zijn lichamelijke dimensie 169 II, 1, 5,53 | alleen in conflict blijken met de algemene ervaring, maar 170 II, 2, 1,54 | verstaat, tenslotte nauw samen met de opvatting die men over 171 II, 2, 1,55 | hangt ten diepste samen met het totale psychologische 172 II, 2, 1,55 | en affectieve terrein en met de veelvoudige invloeden 173 II, 2, 1,55 | mens, waar hij alleen is met God, wiens stem in zijn 174 II, 2, 1,55 | die God hem toevertrouwt. ~Met de bedoeling om hetcreatieve” 175 II, 2, 1,56 | door rekening te houden met de omstandigheden en de 176 II, 2, 1,56 | toestaan om in de praktijk, met een goed geweten dat te 177 II, 2, 1,56 | motiveren, die in tegenstelling met de leer van het leergezag 178 II, 2, 1,56 | die niet begrijpen zal dat met deze aanzetten niets minder 179 II, 2, 2,57 | zijn specifieke verbinding met de wet: “Wanneer de heidenen, 180 II, 2, 2,57 | verborgen. Het richt zich met zijn getuigenis alleen tot 181 II, 2, 2,58 | innerlijke dialoog van de mens met zichzelf zal men nooit ten 182 II, 2, 2,58 | echter de dialoog van de mens met God, de Auteur van de wet, 183 II, 2, 2,59 | gedachtendie de heidenen met betrekking tot tot hun gedrag 184 II, 2, 2,59 | handelingen overeenkomen met de in het hart geschreven 185 II, 2, 2,59 | bepaald concreet gedrag met de wet; het legt de meest 186 II, 2, 2,60 | overeenstemming van zijn beslissingen met de geboden en verboden staaft 187 II, 2, 2,61 | te doen en onophoudelijk met Gods genade de deugd te 188 II, 2, 3,62 | bijna blind wordt”. 107 Met deze bondige woorden geeft 189 II, 2, 3,62 | dezelfde apostel de christenen met de woorden: “Stemt uw gedrag 190 II, 2, 3,62 | wereld. Wordt andere mensen, met een nieuwe visie. Dan zijt 191 II, 2, 3,62 | ons aan tot waakzaamheid met de waarschuwende aanwijzing, 192 II, 2, 3,63 | aanzien van het zedelijk goede met deobjectievewaarheid, 193 II, 2, 3,63 | zedelijke waarde van de met het ware en zuivere geweten 194 II, 2, 3,63 | geweten voltrokken handeling met die eerste gelijk te stellen 195 II, 2, 3,64 | van de mens voortvloeien met haar gezag te verkondigen 196 II, 2, 3,64 | moeilijke vraagstukken, met zekerheid de waarheid te 197 II, 3, 1,65 | dynamiek te ontwikkelen. Met recht beklemtoont men, dat 198 II, 3, 1,65 | voor of tegen God inzet. Met recht onderstreept men de 199 II, 3, 1,66 | zedelijk leven kenmerkt en die met de vrijheid tegenover God 200 II, 3, 1,66 | de zich openbarende God met verstand en wil volledig 201 II, 3, 1,66 | oproep antwoordt de leerling met een radicale beslissing. 202 II, 3, 1,67 | staan dus in tegenstelling met de bijbelse leer, die de 203 II, 3, 1,67 | deze beslissing ten diepste met de concrete afzonderlijke 204 II, 3, 1,67 | zijn doel te richten en dit met de hulp van de genade na 205 II, 3, 1,67 | van een louter algemene, met betrekking tot de concreet 206 II, 3, 1,67 | betekent, in strijd te zijn met de wezenlijke integriteit 207 II, 3, 1,67 | wezenlijke integriteit of met de personele eenheid-van-lichaam-en-ziel 208 II, 3, 1,67 | een bepaalde handelwijze, met de waardigheid en de integrale 209 II, 3, 1,67 | betrekking in van de vrije wil met die bona en mala zoals zij 210 II, 3, 1,68 | zijn concrete handelingen met de specifiek daarop betrekking 211 II, 3, 1,68 | tegenstelling zouden zijn met de door de Kerk voorgelegde 212 II, 3, 2,69 | aanvaarden, dat een christen, die met Jezus Christus en zijn Kerk 213 II, 3, 2,69 | tijd de gemeenschapsbanden met God radicaal te verbreken 214 II, 3, 2,70 | gedragswijzen, hangt dus samen met de miskenning van de katholieke 215 II, 3, 2,70 | leer over de doodzonde: “Met de hele traditie van de 216 II, 3, 2,70 | zaak, die in tegenspraak is met de goddelijke wil (conversio 217 II, 4, 1,71 | blijven nooit identiek met zichzelf, maar gaan door 218 II, 4, 1,71 | zoals we willen, en ons met onze keuze de vorm geven, 219 II, 4, 1,72 | vrijheid voortkomende keuzen met het ware goed van de mensen 220 II, 4, 1,72 | gesprek van de jongeman met Jezus: “Wat voor goeds moet 221 II, 4, 1,72 | Alleen een handeling, die met het goede overeenkomt, kan 222 II, 4, 1,72 | van de concrete handeling met het ware menselijke goed, 223 II, 4, 1,72 | concrete handeling niet met het ware goede van de persoon 224 II, 4, 1,72 | daarmee in tegenstelling met ons laatste doel, het hoogste 225 II, 4, 1,73 | consequente overeenstemming met die waardigheid en roeping, 226 II, 4, 1,73 | van zijn overeenstemming met of zijn afwijken van het 227 II, 4, 1,73 | aanschouwing, liefde en zaligheid met God de Vader, Zoon en heilige 228 II, 4, 1,73 | zij namelijk overeenkomen met het authentieke door de 229 II, 4, 1,74 | de moraliteit”. En juist met het oog op dit probleem 230 II, 4, 1,74 | de menselijke handelingen met de door de handelende nagestreefde 231 II, 4, 1,74 | handelende nagestreefde doelen en met de waarden die hij voorheeft 232 II, 4, 1,74 | niets van doen willen hebben met utilitarisme en pragmatisme, 233 II, 4, 1,74 | wordt zonder betrekking met het laatste ware doel van 234 II, 4, 1,74 | zoeken strookt overigens met de eisen van dialoog en 235 II, 4, 1,74 | dialoog en samenwerking met de niet-katholieken en de 236 II, 4, 1,75 | oplossingen, die vooral met een gebrekkig begrip van 237 II, 4, 1,75 | goede en slechte effecten, met het oog op hethogere goed” 238 II, 4, 1,75 | zij houden eraan vast, dat met betrekking tot concreet 239 II, 4, 1,75 | tegenspraak zouden zijn met deze zedelijke waarden, 240 II, 4, 1,75 | altijd vermengd zou zijn met het kwaad en iedere goede 241 II, 4, 1,75 | en iedere goede werking met andere slechte effecten 242 II, 4, 1,75 | handeling die, in tegenspraak met een universele verbodsnorm, 243 II, 4, 1,75 | evenredigheid van de daad met zijn effecten en de onderlinge 244 II, 4, 1,75 | noodzakelijkerwijze onverenigbaar zou zijn met beslissingen, die ingaan 245 II, 4, 1,75 | dan de bewuste instemming met bepaalde gedragswijzen, 246 II, 4, 2,76 | grond van hun verwantschap met de natuurwetenschappelijke 247 II, 4, 2,77 | genoemde theorieën rekening met de bedoeling en de gevolgen 248 II, 4, 2,77 | duidelijke tegenstelling met de schriftgeleerden en farizeeën, 249 II, 4, 2,77 | in detail voorschreven, met bijzondere nadruk beklemtoont ( 250 II, 4, 2,78 | gekozen gedrag. Voorzover het met de orde van het verstand 251 II, 4, 2,78 | van Aquino - dat de mens met goede bedoeling, maar op 252 II, 4, 2,78 | ontstaat. Deze mensen worden met recht veroordeeld” (Rom. 253 II, 4, 2,78 | haar object overeenkomt met het goed van de persoon, 254 II, 4, 2,78 | het goed van de persoon, met respect voor de bona die 255 II, 4, 2,78 | volkomen zijn, moeten wij ze met het duidelijke doel verrichten, 256 II, 4, 3,79 | volle omvang, en daarmee met inachtneming van zijn natuurlijke 257 II, 4, 3,80 | in radicale tegenspraak met het goede van de naar zijn 258 II, 4, 3,80 | Vaticanum II geeft, in samenhang met de eerbied, die de menselijke 259 II, 4, 3,80 | volledig in tegenspraak met de eer van de Schepper”. 132 ~ 260 II, 4, 3,80 | zichzelf slechte handelingen en met het oog op contraceptieve 261 II, 4, 3,81 | menselijke persoon: “Wie zou met het oog op de handelingen 262 II, 4, 3,82 | ware goed van de persoon, met het oog op haar laatste 263 III, 0, 4,84 | van de positie van de Kerk met de huidige maatschappelijke 264 III, 0, 4,84 | dringende noodzaak, dat juist met het oog op deze fundamentele 265 III, 0, 4,85 | ziet de Kerk dag in dag uit met onvermoeibare liefde naar 266 III, 0, 4,85 | verkondigen, en dat niet met fraaie en geleerde woorden; 267 III, 0, 4,86 | het goddelijke leven zelf met Hem vriendschap te sluiten. 268 III, 0, 4,87 | worden ze vrij. De samenhang met de waarheid en de aanbidding 269 III, 0, 4,87 | overige openbaart Jezus met zijn eigen bestaan en niet 270 III, 0, 4,87 | broeders. De gemeenschap met de gekruisigde en verrezen 271 III, 0, 4,87 | psalm 100Dient de Heer met vreugdezegt de heilige 272 III, 0, 5,88 | inderdaad zo, als zouden ze met de criteria van het evangelie 273 III, 0, 5,88 | bevalt, en hebt niets gemeen met de werken van de duisternis, 274 III, 0, 5,88 | levensgemeenschap van de gelovigen met Jezus Christus die de Weg 275 III, 0, 5,89 | zeggen dat we gemeenschap met Hem hebben en toch in duisternis 276 III, 0, 6,91 | heilige wet van God tegen, die met de vrijwillige aanvaarding 277 III, 0, 6,91 | begeren ter wille te zijn, met de dood bedreigden, antwoordde 278 III, 0, 6,91 | geloof en haar verbondenheid met God, maar ook van haar gehoorzaamheid 279 III, 0, 6,91 | over de wet van de Heer en met het kwade mee te doen, “ 280 III, 0, 6,91 | leerlingen, te beginnen met de diaken Stefanus (vgl. 281 III, 0, 6,91 | onthouden als deze in strijd was met de liefde tot God en het 282 III, 0, 6,91 | doodzonde gegeven hebben. Met hun heiligverklaring heeft 283 III, 0, 6,91 | verraden - en al zou het zijn met het doel het eigen leven 284 III, 0, 6,92 | waardigheid die nooit, ook niet met goede bedoelingen, omlaaggehaald 285 III, 0, 6,92 | moeilijkheden er ook uit mogen zien. Met grote strengheid vermaant 286 III, 0, 6,92 | wendt: “Hebt medelijden met mij broeders: verhinder 287 III, 0, 6,93 | heiligheid van de Kerk: de met de dood betuigde trouw aan 288 III, 0, 6,93 | omstandigheden kan verlangen, met het smeken om goddelijke 289 III, 0, 6,93 | heldhaftigheid zal steunen, met welke hulp hij - zoals de 290 III, 0, 6,93 | moeilijkheden van de wereld met het oog op de eeuwige beloning 291 III, 0, 7,95 | ontoegeeflijkheid die strijdig zou zijn met een moederlijk gevoel van 292 III, 0, 7,95 | Heer zelf in zijn omgang met de mensen een voorbeeld 293 III, 0, 7,97 | het maatschappelijke leven met bepaalde eisen verbonden, 294 III, 0, 8,98 | verontwaardiging van ontelbare met voeten getreden en in hun 295 III, 0, 8,98 | wil zeggen oorzaken, die met bepaalde opvattingen van 296 III, 0, 8,99 | steeds en in elk geval de met de waardigheid van elke 297 III, 0, 8,99 | politieke leven niet alleen met betrekking tot algemene 298 III, 0, 8,99 | algemene houdingen, maar ook met betrekking tot precies bepaalde 299 III, 0, 8,100 | handelingen, die in strijd zijn met de menselijke waardigheid, 300 III, 0, 8,101 | landen, die de politiek met een totalitair wereldbeeld 301 III, 0, 8,101 | minder ernstig gevaar af, met het oog op de ontkenning 302 III, 0, 8,101 | verbinden van democratie met ethisch relativisme, dat 303 III, 0, 9,102 | overeenstemming te zijn met de eigen persoonlijke waardigheid. 304 III, 0, 9,102 | omdat de Heer ons samen met de geboden de mogelijkheid 305 III, 0, 9,103 | 103. Met hulp van de goddelijke genade 306 III, 0, 9,104 | aan het erbarmen van God met de zonde van de zich bekerende 307 III, 0, 9,104 | zedelijke verboden in relatie met bepaalde menselijke handelingen 308 III, 0, 9,104 | gebed houdt zich niet op met zulke rechtvaardigingen, 309 III, 0, 9,104 | vindt. We worden dus zo met twee verschillende houdingen 310 III, 0, 9,105 | apostel Paulus zich af. En met een vreugdevol en dankbaar 311 III, 0, 10,106 | als pragmatische posities met het karakter van gewoonten 312 III, 0, 10,107 | opgeroepen (vgl. Mc. 1, 15). En met de andere apostelen spreekt 313 III, 0, 10,107 | de christen gemeenschap met de zich wegschenkende liefde 314 III, 0, 10,107 | de christen: hoe meer hij met behulp van de genade gehoorzaamt 315 III, 0, 10,108 | In levende samenhang met deze nieuwe evangelisatie, 316 III, 0, 10,108 | voortbrengt en bevorderen moet, en met het oog op het werken van 317 III, 0, 11,109 | leiding van de heilige Geest met de inhoud van het geloof 318 III, 0, 11,109 | bestaat, in gemeenschap met het leergezag een steeds 319 III, 0, 11,109 | innerlijke en levende samenhang met de Kerk, haar geheim, haar 320 III, 0, 11,110 | spreken die in zichzelf met de eisen van het geloof 321 III, 0, 11,110 | hun in-wezen-slecht-zijn met deze eisen onverenigbaar 322 III, 0, 11,110 | onderwijzen, die de Kerk met autoriteit verkondigt. 173 323 III, 0, 11,110 | onderlinge samenhang en die met het einddoel van de mens 324 III, 0, 11,110 | en uiterlijke instemming met de leer van het leergezag 325 III, 0, 11,110 | verenigen in samenwerking met het hiërarchisch leergezag 326 III, 0, 11,110 | bijbelse fundamenten, samen met de ethische aanwijzingen 327 III, 0, 11,111 | en levende verbondenheid met de bijbelse en dogmatische 328 III, 0, 11,111 | aannemen, die overeenkomt met de eisen voor een volledige 329 III, 0, 11,111 | de mens bevindt, en dat met de wetten van het in de 330 III, 0, 11,111 | kennis. Terwijl deze zich met de fenomenen van de zedelijkheid 331 III, 0, 11,111(176)| voor een vruchtbare arbeid met betrekking tot moraal-theologische 332 III, 0, 11,113 | meningsverschil is in strijd met de kerkelijke gemeenschap 333 III, 0, 11,113 | kerkelijke gemeenschap en met het juiste begrip van de 334 III, 0, 12,114 | authentieke, dat wil zeggen met de autoriteit van Christus 335 III, 0, 12,114 | zoals eens de Heer Jezus dat met de jongeman uit het evangelie 336 III, 0, 12,115 | trekken van de vrijheid, de met de waardigheid van de menselijke 337 III, 0, 12,115 | de menselijke persoon en met de waarheid van haar handelingen 338 III, 0, 12,115 | In het bijzonder worden met deze encycliek beoordelingen 339 III, 0, 12,115 | encycliek vormt en waaraan nu met de autoriteit van de opvolger 340 III, 0, 12,115 | van de geboden is het, ons met de genade van Christus op 341 III, 0, 12,116 | Zijn autoriteit berust, met de bijstand van de heilige 342 III, 0, 12,116 | inrichtingen die zich bezig houden met het onderwijs of de medische 343 III, 0, 12,116 | bisschoppen hebben samen met de heilige stoel de taak, 344 III, 0, 12,117 | voortkomt, antwoordt de Heer met de woorden van het Nieuwe 345 III, 0, 12,117 | te verkondigen, maar niet met handige en slimme woorden, 346 III, 0, 12,117 | woord wordt in de zalving met de Geest tot licht en leven 347 III, 0, 12,117 | Wij allen weerspiegelen met onthuld aangezicht de heerlijkheid 348 Slot, 0, 12,118 | Hem te ontmoeten en, samen met Petrus, Hem als deZoon 349 Slot, 0, 12,119 | want ze bestaat, om het met de eenvoud van het evangelie 350 Slot, 0, 12,119 | christelijke moraal kan, met het licht van de Geest, 351 Slot, 0, 12,119 | zonder dat de zedelijke eisen met al hun consequenties vervalst 352 Slot, 0, 12,120 | zoon aanneemt, als ze samen met Christus de Vader voor hen 353 Slot, 0, 12,120 | van het eigen leven is. Met zichzelf te geven treedt 354 Slot, 0, 12,120 | niet kende, is ze in staat, met elke zwakke mee te lijden. 355 Slot, 0, 12,120 | zondaar en houdt van hem met moederlijke liefde. Juist 356 Slot, 0, 12,120 | 2, 10), ~en opdat hij zo met zijn hele leven ~“tot lof


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License