Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 I, 0,  3,6  |     gesprek van Jezus met de rijke jongeling, dat in het 19de hoofdstuk
 2 I, 0,  4,8  |        komt de vraag, die de rijke jongeling aan Jezus van Nazareth richt,
 3 I, 0,  4,8  |           zin van de door de rijke jongeling van het evangelie gestelde
 4 I, 0,  5,11 |      meedeelt, in Hem die de rijke jongeling met de woorden “goede Meester”
 5 I, 0,  6,12 |            ontmoeting met de rijke jongeling tot de leerlingen: “En ieder
 6 I, 0,  6,14 |         gelijke vraag als de rijke jongeling stelt, ziet hij zich door
 7 I, 0,  7,16 |         nagestreefd, weet de rijke jongeling, dat hij nog ver van het
 8 I, 0,  7,18 | uitnodiging van Jezus aan de rijke jongeling staan in dienst van een
 9 I, 0, 10,25 |     gesprek van Jezus met de rijke jongeling wordt in zekere zin in ieder
10 II, 0, 11,28|     woorden die Jezus tot de rijke jongeling heeft gericht. De Heilige
11 II, 4,  1,73|          het antwoord aan de rijke jongeling: “Wanneer je het eeuwig