Chapter, Thema, Paragraph, Number

 1 I, 0,  5,10      |     voor de mens, hem zijn wet schenkt (vgl. Ex. 19, 9-24; 20,
 2 I, 0,  6,15      |       uitnodigt, die de genade schenkt, om zijn leven en zijn liefde
 3 I, 0, 10,25      |    genade voor een nieuw leven schenkt, is altijd onder ons aanwezig
 4 II, 0, 11,29     |       doordat Hij zich aan hem schenkt in Christus, de gelukzaligheid
 5 II, 1,  3,44     |     getuigenis waarachtig, het schenkt onwetenden wijsheid; wat
 6 II, 4,  1,73(123)|      aan allen de mogelijkheid schenkt om, op een wijze die aan
 7 III, 0,  9,102   |        geboden de mogelijkheid schenkt, de wet te onderhouden: “
 8 III, 0, 10,108   |    gaven, die juist deze Geest schenkt en aan de Kerk als bruid
 9 Slot, 0, 12,118  |    kwade bevrijdt en de kracht schenkt, niet meer te zondigen.
10 Slot, 0, 12,120  | brandend verlangen om te leren schenkt de adel van de meester.