Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
voltrokken 2
voluntaristische 1
vonk 1
voor 322
voor-moreel 1
voor-morele 5
voor-zedelijke 1
Frequency    [«  »]
356 met
352 aan
352 niet
322 voor
311 god
309 mens
279 als
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

voor

    Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,3 | ze steeds nieuwe accenten voor liefde en barmhartigheid 2 Inl, 0, 1,3 | een uitmuntend getuigenis voor deze houding van de Kerk, 3 Inl, 0, 1,3 | weg van het zedelijk leven voor allen de weg naar het heil 4 Inl, 0, 2,4 | hun zending, in hun strijd voor de mens hebben zij gesterkt, 5 Inl, 0, 2,4 | van haar worteling in de voor haar essentiële en haar 6 Inl, 0, 2,4 | verkondiging van de moraal worden voor eenvoudigweg onaanvaardbaar 7 Inl, 0, 2,4 | houdingen tegenover vragen, die voor de Kerk en voor het geloofsleven 8 Inl, 0, 2,4 | vragen, die voor de Kerk en voor het geloofsleven van de 9 Inl, 0, 2,4 | geloofsleven van de christenen, ja voor het menselijk samenleven 10 Inl, 0, 2,5 | die daaruit voortkomen voor het morele leven van de 11 Inl, 0, 2,5 | leven van de gelovigen en voor de gemeenschap in de Kerk 12 Inl, 0, 2,5 | gemeenschap in de Kerk alsook voor een rechtvaardig en solidair 13 Inl, 0, 2,5 | leven van dekinderen Godsvoor. “Zich in het geloof van 14 Inl, 0, 2,5 | goedgekeurde en veilige tekst voor het onderricht in de katholieke 15 I | Hoofdstuk I~“Meester,~wat voor goeds moet ik doen.. ?” ( 16 I, 0, 3,6 | Mattheus weergegeven wordt, kan voor ons een nuttig spoor zijn, 17 I, 0, 3,6 | Jezus en vroeg: Meester, wat voor goeds moet ik doen om het 18 I, 0, 3,7 | hem de morele vraag stelt. Voor de jongeman is het niet 19 I, 0, 4 | Meester, wat voor goeds moet ik doen, om het 20 I, 0, 4,8 | Nazareth richt, een vraag, die voor het leven van iedere mens 21 I, 0, 4,8 | aanwezig is. Hij ontsluit voor de gelovigen het boek van 22 I, 0, 4,8 | bij de hand neemt en stap voor stap naar de waarheid voert. ~ 23 I, 0, 5,9 | antwoord op de vraagWat voor goeds moet ik doen om het 24 I, 0, 5,10 | profeet zegt: te wonderbaar is voor mij dit weten, te hoog, 25 I, 0, 5,10 | die, trouw aan zijn liefde voor de mens, hem zijn wet schenkt ( 26 I, 0, 5,10 | heerlijkheid te weerspiegelen: “Voor hem die God liefheeft is 27 I, 0, 5,10 | andere, grotere vergoeding voor deze liefde te zoeken; want 28 I, 0, 6,12 | voorwaarde van het heil voor. Aan het gebod is een belofte 29 I, 0, 6,12 | der waarheid, bron van zin voor het leven, beginnende deelneming 30 I, 0, 6,13 | Het antwoord van Jezus is voor de jonge man niet voldoende, 31 I, 0, 6,13 | leven te bereiken”, één voor één op te sommen; maar dat 32 I, 0, 6,13 | plaatsvan de tien geboden voor alle andere geboden om aan 33 I, 0, 6,13 | geboden om aan te geven wat voor de mensIk ben de Heer 34 I, 0, 6,13 | dus de grondvoorwaarden voor de naastenliefde; tegelijkertijd 35 I, 0, 6,14 | Samaritaan, de sleutelgelijkenis voor het volle verstaan van het 36 I, 0, 6,15 | als een pad, dat openligt voor een zedelijke en geestelijke 37 I, 0, 6,15 | iemand doodt is schuldig voor het gerecht. Maar Ik zeg 38 I, 0, 6,15 | zijn broeder, is schuldig voor het gerecht.. U hebt gehoord 39 I, 0, 7,16 | de jongeman geeft: “Wat voor goeds moet ik doen om het 40 I, 0, 7,16 | goededat de mens opent voor het eeuwige leven, ja, dat 41 I, 0, 7,16 | normatieve aanwijzingen voor het zedelijk leven voortvloeien. 42 I, 0, 7,17 | helpt ons de voorwaarden voor de zedelijke groei van de 43 I, 0, 7,17 | vrijheid niet als uitvlucht voor het vlees, maar dient elkaar 44 I, 0, 8,20 | op de weg van de liefde voor Hem, een liefde die zich 45 I, 0, 8,20 | het zedelijk richtsnoer voor het christelijke leven. 46 I, 0, 8,20 | openbaring van zijn liefde voor de Vader en voor de mensen. 47 I, 0, 8,20 | liefde voor de Vader en voor de mensen. Juist deze liefde 48 I, 0, 8,20 | iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Joh. 15, 49 I, 0, 8,21 | geworden!”. 28 Gestorven voor de zonde, ontvangt de gedoopte 50 I, 0, 9 | Voor God echter is alles mogelijk” ( 51 I, 0, 9,22 | naar de macht van God: “Voor mensen is dat onmogelijk, 52 I, 0, 9,22 | mensen is dat onmogelijk, voor God echter is alles mogelijk” ( 53 I, 0, 9,22 | verrassende mogelijkheid, die voor de mens door de genade van 54 I, 0, 9,22 | bootsen en na te leven is voor de mens op eigen kracht 55 I, 0, 9,23 | zelfgenoegzaamheid ontneemt, opent voor het aanroepen en aannemen 56 I, 0, 9,24 | is een mogelijkheid, die voor de mens uitsluitend door 57 I, 0, 9,24 | verantwoordelijke antwoord voor een volle liefde tot God 58 I, 0, 9,24 | bereiden op deze genade voor of maken haar invloed in 59 I, 0, 10,25 | vraag: “Meester, wat moet ik voor goeds doen, om het eeuwige 60 I, 0, 10,25 | navolging uitnodigt en de genade voor een nieuw leven schenkt, 61 I, 0, 10,25 | gebodenherinnerenen ze voor hen begrijpelijk maken ( 62 I, 0, 10,25 | navolging van Christus leren: “Voor mij is Christus het leven” ( 63 I, 0, 10,27 | probleemstellingen betreft die voor de discussie over vragen 64 II, 0, 11,28 | navolging van Christus, die voor de mens de perspectieven 65 II, 0, 11,28 | te onderzoeken, waarbij voor haarhet geheim van de 66 II, 0, 11,29 | en in deze zin staat ze voor alle mensen open; ze is 67 II, 0, 11,29 | opgeroepen totbijzondere zorg voor de vervolmaking van de moraaltheologie, 68 II, 0, 11,29 | liefde vrucht te dragen voor het leven van de wereld, 69 II, 0, 11,30 | principes voorleggen die voor de onderscheiding van wat 70 II, 0, 11,30 | Jezus stelt: “Meester, wat voor goeds moet ik doen om het 71 II, 0, 11,30 | antwoord van de Meester voor: Dit bezit een licht en 72 II, 0, 11,30 | ontplooien, zoals dit bijzonder voor nieuwe problemen noodzakelijk 73 II, 0, 11,30 | en navolgt: “Ik bezweer u voor het aanschijn van God en 74 II, 0, 11,30 | zullen hun oren sluiten voor de waarheid om te luisteren 75 II, 0, 12,31 | bijzonder attent zintuig voor vrijheid ontwikkeld. “Van 76 II, 0, 12,31 | opgevat. 54 ~De scherpere zin voor de waarde en de uniciteit 77 II, 0, 12,31 | menselijke persoon alsook voor de achting die de weg van 78 II, 0, 12,31(54) | 1984), 656; Congregatie voor de geloofsleer, Instructie 79 II, 0, 12,32 | doctrines, die elke zin voor transcendentie verloren 80 II, 0, 12,32 | waarheid. Nadat de idee van een voor het menselijk verstand kenbare 81 II, 0, 12,32 | verlenen om de criteria voor goed en kwaad autonoom vast 82 II, 0, 12,32 | vormen het uitgangspunt voor die denkrichtingen, die 83 II, 0, 12,34 | 34. “Meester, wat voor goeds moet ik doen om het 84 II, 0, 12,34 | vrijheid wordt bedoeld? Voor onze tijdgenoten, die de 85 II, 0, 12,34 | met God komt”. 57 Wanneer voor de mens het recht bestaat, 86 II, 0, 12,34 | dan bestaat nog vooraf de voor ieder belangrijke morele 87 II, 0, 12,34 | stellen nieuwsoortige criteria voor de zedelijke waardering 88 II, 0, 12,34 | waardering van handelingen voor: dit zijn tendensen die 89 II, 1, 1,35 | vrijheid: ze moet halthouden voor deboom van kennis van 90 II, 1, 1,35 | goed is, weet precies wat voor de mens goed is, en uit 91 II, 1, 1,35 | liefde legt Hij hem dit voor in de geboden. ~De wet van 92 II, 1, 1,36 | noodzakelijk en feitelijk is voor de kennis ook van natuurlijke 93 II, 1, 2,38 | met de Heer van het heelal voor een levend beeld bestemd, 94 II, 1, 2,38 | regeren van de wereld betekent voor de mens een grote en verantwoordelijke 95 II, 1, 2,38 | hebben, die de mens stap voor stap moet leren kennen, 96 II, 1, 2,40 | dat men een pleidooi houdt voor een creatieve vrijheid die 97 II, 1, 3,43 | fundamentele betekenis voor haar zorgt (vgl. Wijsh. 98 II, 1, 3,43 | 8, 11). Maar God zorgt voor de mens anders dan voor 99 II, 1, 3,43 | voor de mens anders dan voor de wezens die geen personen 100 II, 1, 3,43 | aan de voorzienigheid door voor zichzelf en voor de anderen 101 II, 1, 3,43 | voorzienigheid door voor zichzelf en voor de anderen te voorzien; 102 II, 1, 3,44 | opperste wetgever zich de norm voor zijn handelen zou stellen”. 103 II, 1, 3,44 | en tegelijk als garantie voor de zegen van God te ontvangen 104 II, 1, 3,44 | volmaakt: en behoedt de ziel voor verdwalen, Jahwes getuigenis 105 II, 1, 3,45 | plan ligt geen bedreiging voor de ware vrijheid van de 106 II, 1, 4,46 | getekend: De voorliefde voor de empirische observatie, 107 II, 1, 4,46 | determineren. Vandaag nog schijnen voor velen de ruimte-tijd-coördinaten 108 II, 1, 4,46 | biologische natuur, die zij stap voor stap zou moeten overwinnen. 109 II, 1, 4,46 | haar integriteit loochenen. Voor sommigen wordt de natuur 110 II, 1, 4,46 | slechts tot ruw materiaal voor het menselijk handelen en 111 II, 1, 4,47 | van zijn leven. De liefde voor de naaste zou voor alles 112 II, 1, 4,47 | liefde voor de naaste zou voor alles en uitsluitend respect 113 II, 1, 4,47 | alles en uitsluitend respect voor zijn vrije zelfbeschikking 114 II, 1, 4,47 | een algemene oriëntering voor het juiste gedrag vastleggen, 115 II, 1, 4,48 | lichaam blijken dientengevolge voor het kiezen van de vrijheid 116 II, 1, 4,48 | materieel noodzakelijke, maar voor de persoon, het menselijk 117 II, 1, 4,48 | zouden geen referentiepunten voor de morele beslissing kunnen 118 II, 1, 4,48 | oriëntering van het verstand voor de zedelijke orde, zou van 119 II, 1, 4,48 | respecteren, wezenlijk ook respect voor enkele fundamentele bona 120 II, 1, 4,50 | specifieke kenmerken, die voor het bereiken van haar eindbestemming 121 II, 1, 4,50 | zedenwet drukt uit en schrijft voor de doelstellingen, rechten 122 II, 1, 4,50 | verplichting tot absoluut respect voor het menselijk leven liggen 123 II, 1, 4,50 | naastenliefde of als getuigenis voor de waarheid het eigen leven 124 II, 1, 4,50(90) | Congregatie voor de geloofsleer, Instructie 125 II, 1, 4,50(90) | Instructie over de eerbied voor het beginnende leven en 126 II, 1, 4,50 | natuurwet laat geen ruimte voor een scheiding van vrijheid 127 II, 1, 5,51 | brengt en de grondslagen voor haar fundamentele rechten 128 II, 1, 5,52 | 52. Het is altijd en voor allen juist en goed, God 129 II, 1, 5,52 | tijdperken der geschiedenis, die voordezelfde roeping en dezelfde 130 II, 1, 5,52(94) | spes, 10; vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, verklaring 131 II, 1, 5,53 | van de tegenwoordige mens voor historiciteit en cultuur 132 II, 1, 5,53 | zedelijkheid96 te twijfelen, die voor alle mensen van vandaag 133 II, 1, 5,53 | toekomst gelden, zoals ze reeds voor die van het verleden gegolden 134 II, 1, 5,53 | werden, te beweren dat ze voor allen een universele en 135 II, 1, 5,53 | verlicht. 98 ~Zeker moet voor de universeel en voortdurend 136 II, 1, 5,53 | en gevonden worden, die voor de verschillende culturele 137 II, 1, 5,53(100) | en can. 4: DS, 3024. Ook voor de zedenleer gelden de woorden 138 II, 2, 1,55 | natuur en haar betekenis voor het zedelijk leven verleidt 139 II, 2, 1,55 | objectief criterium zijn voor de oordelen van het geweten, 140 II, 2, 2,57 | waardoor het zelf totgetuigevoor de mens wordt: Getuige van 141 II, 2, 2,57 | persoon zich afspeelt, blijft voor de ogen van iedereen buiten 142 II, 2, 2,58 | eenzaamheid, maar maakt hem open voor de roep, voor de stem van 143 II, 2, 2,58 | maakt hem open voor de roep, voor de stem van God. Daarin 144 II, 2, 2,59 | individuele geval en wordt zo voor de mens tot een innerlijk 145 II, 2, 2,59 | van een bewuste handeling voor en verwezenlijktde toepassing 146 II, 2, 2,61 | de verantwoordelijkheid voor het volbrachte goed en het 147 II, 2, 3,63 | zonder schuld subjectief voor waar houdt. Aan de andere 148 II, 2, 3,63 | neigen naar het hoogste goed. Voor we ons zo lichtvaardig in 149 II, 2, 3,63 | als de mens er geen moeite voor doet om het ware en goede 150 II, 2, 3,64 | 3, 21). ~Een grote hulp voor de gewetensvorming hebben 151 II, 3, 1 | vrijheid niet als voorwendsel voor het vlees, maar dient elkaar 152 II, 3, 1,65 | bijzonder felle belangstelling voor de vrijheid is voor veel 153 II, 3, 1,65 | belangstelling voor de vrijheid is voor veel vertegenwoordigers 154 II, 3, 1,65 | vraag of men het eigen leven voor of tegen de waarheid, uiteindelijk 155 II, 3, 1,65 | de waarheid, uiteindelijk voor of tegen God inzet. Met 156 II, 3, 1,65 | tussen persoon en handeling voor. Ze spreken van eenfundamentele 157 II, 3, 1,65 | volgens de criteria die voor de menselijke handelingen 158 II, 3, 1,66 | welsprekende en effectieve beelden voor het radicale en onvoorwaardelijke 159 II, 3, 1,66 | vrijheid niet tot voorwendsel voor het vlees!” In deze vermaning 160 II, 3, 1,67 | zogenaamde fundamentele optie - voor zover zij zich onderscheidt 161 II, 3, 1,67 | aan een krachtige inzet voor de verschillende verplichtingen 162 II, 3, 1,67 | tegenspraak, van de gedachte keuze voor een bepaalde handelwijze, 163 II, 3, 1,67 | aanvaardbare ruimte toe voor decreativiteitvan een 164 II, 3, 1,68 | een aanvankelijke optie voor de liefde zou de mens zedelijk 165 II, 3, 1,68(113) | 5; vgl. H. Congregatie voor de geloofsleer, verklaring 166 II, 3, 2,70 | afwijzing van Gods liefde voor de mensheid en voor de hele 167 II, 3, 2,70 | liefde voor de mensheid en voor de hele schepping: De mens 168 II, 3, 2,70 | optie-vert.) onverlet zou laten, voor bepaalde, in zichzelf of 169 II, 4, 1,72 | jongeman met Jezus: “Wat voor goeds moet ik doen om het 170 II, 4, 1,72 | noodzakelijke voorwaarde voor, en de weg naar de zaligheid: “ 171 II, 4, 1,73 | zich, of sluit hij zich af, voor het eeuwig leven, de gemeenschap 172 II, 4, 1,73(123) | Dit geldt niet alleen voor de christengelovigen, maar 173 II, 4, 1,73(123) | christengelovigen, maar ook voor alle goedwillende mensen, 174 II, 4, 1,73(123) | werk. Daar Christus immers voor allen is gestorven en daar 175 II, 4, 1,73(123) | is gestorven en daar er voor alle mensenslechts één uiteindelijke 176 II, 4, 1,73 | jongeman aan Jezus: “Wat voor goeds moet ik doen om het 177 II, 4, 1,73 | krachtens welke de mens voor zijn handelingenverantwoordelijk” 178 II, 4, 1,73 | Want wij allen moeten voor Christus” rechterstoel verschijnen, 179 II, 4, 1,73 | ieder het loon ontvangt voor wat hij in dit leven heeft 180 II, 4, 1,74 | realiseren. De criteria voor de morele beoordeling van 181 II, 4, 1,74 | die men wil respecteren. Voor sommigen zou het concrete 182 II, 4, 1,74 | verkeerd zijn, naar gelang het voor alle betrokken personen 183 II, 4, 1,74 | de noodzakelijkheid, om voor het verstand inzichtelijke, 184 II, 4, 1,74 | vastgelegde zedelijke orde voor kennis van het menselijk 185 II, 4, 1,75 | is: deze zijn voorwaarde voor zijn zedelijk goedzijn en 186 II, 4, 1,75 | zijn zedelijk goedzijn en voor zijn afstemming op het laatste 187 II, 4, 1,75 | de feitelijke voorwaarden voor haar uitoefening, van haar 188 II, 4, 1,75 | worden, ook al blijft hij voor zijn handelingen en hun 189 II, 4, 1,75 | Het eerste tracht criteria voor de juistheid van een bepaald 190 II, 4, 1,75 | subject zou vanzelfsprekend voor het verkrijgen van de nagestreefde 191 II, 4, 1,75 | schadelijkheden, die zowel voor de handelende als ook voor 192 II, 4, 1,75 | voor de handelende als ook voor andere, vroeger of later 193 II, 4, 1,75 | die in de gegeven situatie voor beslissend worden gehouden. ~ 194 II, 4, 2,76 | de betere mogelijkheden voor het goede te overwegen, 195 II, 4, 2,77 | 77. Om redelijke criteria voor de juiste zedelijke beslissing 196 II, 4, 2,77 | bedoelingen - volstaat niet voor de waardering van de morele 197 II, 4, 2,77 | morele species veranderen. ~Voor het overige weet iedereen, 198 II, 4, 2,78 | bedoeling is zeker geen excuus voor het uitvoeren van kwade 199 II, 4, 2,78 | de persoon, met respect voor de bona die voor haar zedelijk 200 II, 4, 2,78 | respect voor de bona die voor haar zedelijk van belang 201 II, 4, 2,78 | christelijke ethiek, die voor het object van zedelijke 202 II, 4, 3,79 | opvatting, die typisch is voor teleologische en proportionalistische 203 II, 4, 3,79 | gevolgen van die handelingen voor alle betrokken personen 204 II, 4, 3,79 | voorrang heeft en beslissend is voor het morele oordeel is het 205 II, 4, 3,79 | geordende geheel vanbona voor de menselijke persoondie 206 II, 4, 3,80 | al wat een belediging is voor de menselijke waardigheid, 207 II, 4, 3,82 | 82. Voor het overige is de bedoeling 208 II, 4, 3,82 | niet alleen geen beperking voor de goede bedoeling, het 209 II, 4, 3,82 | gevolgen van iedere handeling voor alle betroffen personen 210 II, 4, 3,83 | en haar als een ~impuls voor de ware persoonlijke vrijheid 211 III | 17)~Het zedelijk goede voor het leven van de Kerk en 212 III, 0, 4,84 | waarheid nog mag erkennen. Voor iedereen duidelijk is de 213 III, 0, 4,84 | onrechtvaardige vernietiging van de voor het ware menselijke leven 214 III, 0, 4,84 | altijd het enige ware goede voor de mens is”. 137 ~ 215 III, 0, 4,84(136) | het Internationale Congres voor moraaltheologie (10 april 216 III, 0, 4,85 | een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor 217 III, 0, 4,85 | voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, 218 III, 0, 4,85 | heidenen een dwaasheid, maar voor hen die geroepen zijn, Joden 219 III, 0, 4,86 | binnen ze zich bevindt en dat voor haar gelijktijdig een grens 220 III, 0, 4,86 | ertoe neigt, deze openheid voor het ware en goede te misbruiken, 221 III, 0, 4,87 | de waarheid de voorwaarde voor een authentieke vrijheid 222 III, 0, 4,87 | Zo spreekt Jezus het uit voor Pilatus: “Hiertoe ben Ik 223 III, 0, 4,87 | dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Joh. 15, 224 III, 0, 4,87 | koninklijke weg die de Kerk dag voor dag moet gaan, als ze de 225 III, 0, 4,87 | leven te geven als losgeld voor velen” (Mt. 20, 28). 141 ~ 226 III, 0, 5,88 | als zelfstandige maatstaf voor het eigen zelfverstaan en 227 III, 0, 5,89 | belijdenis” en dat niet alleen voor God maar ook voor de mensen: 228 III, 0, 5,89 | alleen voor God maar ook voor de mensen: er wordt een 229 III, 0, 5,89 | standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn. 230 III, 0, 5,89 | moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat 231 III, 0, 5,89 | de Kerk gehouden en zich voor haar gegeven heeft” (Eph. 232 III, 0, 5,89 | en maatstaf (paradigma) voor het getuigenis van de leerling, 233 III, 0, 5,89 | ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd als 234 III, 0, 6,90 | onvoorwaardelijke achting voor die onopgeefbare eisen, 235 III, 0, 6,91 | vallen, dan te zondigen voor het aanschijn des Heren ( 236 III, 0, 6,91 | goed te bereiken. Ze kiest voor zich hetbetere deel”: 237 III, 0, 6,91 | compromisloos getuigenis voor de waarheid van het goede 238 III, 0, 6,91 | waarheid van het goede en voor de God van Israël; zo verkondigt 239 III, 0, 6,91 | hij offerde zijn leven voor de rechtvaardigheid en de 240 III, 0, 6,91 | volgden zij de Heer Jezus, die voor Kajafas en Pilatushet 241 III, 0, 6,91 | afgodische daad stelden door voor het standbeeld van de keizer 242 III, 0, 6,91 | gaven daarmee het voorbeeld voor de zedelijke verplichting, 243 III, 0, 6,91 | bevestigd en hun overtuiging voor juist verklaard, volgens 244 III, 0, 6,92 | vermaant Jezus ons: “Wat voor nut heeft het voor een mens 245 III, 0, 6,92 | Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld 246 III, 0, 6,93 | christelijke getuigenis is voor de zedelijke waarheid, waartoe 247 III, 0, 6,94 | werken van de Geest van God. Voor allen moet de uitspraak 248 III, 0, 6,94 | te plaatsen en uit liefde voor het lijfelijke leven de 249 III, 0, 6,94 | leven de eigenlijke reden voor het leven te verliezen”. 147 250 III, 0, 6,94 | het offer van het leven voor de zedelijke waarde erkent 251 III, 0, 6,94 | juist dat het getuigenis voor deze reeds in de schepping 252 III, 0, 7,95 | alle mensen van goede wil voor zonder hun eis tot radicaliteit 253 III, 0, 7,95 | in werkelijkheid liefde voor de menselijke persoon, voor 254 III, 0, 7,95 | voor de menselijke persoon, voor haar ware welzijn, voor 255 III, 0, 7,95 | voor haar ware welzijn, voor haar authentieke vrijheid. 256 III, 0, 7,95 | uitmuntende vorm van liefde voor de onsterfelijke zielen, 257 III, 0, 7,95 | maar hij was barmhartig voor de zondaar”. 152 ~ 258 III, 0, 7,96 | existentiële voorwaarde voor de vrijheid genoemd worden. ~ 259 III, 0, 7,96 | de betrouwbare garantie voor een rechtvaardige en vreedzame 260 III, 0, 7,96 | menselijke samenleving en daarmee voor een echte democratie, die 261 III, 0, 7,96 | slechte verbieden, zijn er voor niemand privileges of uitzonderingen. 262 III, 0, 7,96 | dat maakt geen verschil: Voor de zedelijke eisen zijn 263 III, 0, 7,97 | normen erkent, die altijd en voor allen zonder uitzondering 264 III, 0, 7,97 | daarom het ethische fundament voor het maatschappelijke samenleven 265 III, 0, 8,99 | totalitarisme, om de weg te banen voor de authentieke vrijheid 266 III, 0, 8,99 | uiterst belangrijke betekenis voor het leven van de mens op 267 III, 0, 8,100 | bedrijfsvermogen van een onderneming voor privé-gebruik, slecht geleverd 268 III, 0, 8,101 | dienen van de staat, respect voor de rechten ook van politieke 269 III, 0, 8,101 | objectieve zedelijke eisen voor het functioneren van de 270 III, 0, 8,101 | overtuigingen gemakkelijk voor machtsdoeleinden misbruikt 271 III, 0, 8,101 | baseert en zich in de waarheid voor de authentieke vrijheid 272 III, 0, 8,101 | vrijheid opent - niet alleen voor de individuele mens en zijn 273 III, 0, 8,101 | groei in het goede, maar ook voor de maatschappij en haar 274 III, 0, 9,102 | de voorschriften van God voor een gerechtvaardigde mens 275 III, 0, 9,103 | menselijke vrijheid staat voor de mens steeds de geestelijke 276 III, 0, 9,104 | bekerende mens, en het begrip voor de menselijke zwakte de 277 III, 0, 9,104 | betekent nooit, de maatstaf voor goed en kwaad op het spel 278 III, 0, 9,104 | rechtvaardiging kunnen aanvoeren voor zijn zonden, die zijn verantwoordelijkheid 279 III, 0, 9,104 | oneindige heiligheid van God voor ogen: “God, wees mij zondaar 280 III, 0, 9,104 | zichzelf, doordat hij misschien voor elke afzonderlijke zonde 281 III, 0, 9,105 | rein, die hij aankijkt. Voor Hem een alle schuld verzengend 282 III, 0, 10,106 | de eigenlijke reden geeft voor het bestaan van de Kerk; “ 283 III, 0, 10,106 | door de ontbrekende zin voor de oorspronkelijkheid van 284 III, 0, 10,107 | zovele deemoedige en vaak voor de blikken van mensen verborgen 285 III, 0, 10,108 | hun licht ontstoken heeft voor de koninklijke dingen; door 286 III, 0, 10,108 | ze gesterkt zodat ze noch voor gevangenissen noch voor 287 III, 0, 10,108 | voor gevangenissen noch voor kettingen terwille van de 288 III, 0, 11,109 | verantwoording af te leggen”. 170 ~Voor de bepaling van de identiteit 289 III, 0, 11,109 | van de theologie en aldus voor de verwezenlijking van haar 290 III, 0, 11,109(170)| Congregatie voor de Geloofsleer, instructie 291 III, 0, 11,110 | hebben, kan en moet opnieuw voor de moraaltheologie naar 292 III, 0, 11,110 | doordat het de gelovigen voor mogelijke, ook slechts impliciet 293 III, 0, 11,110(172)| Congregatie voor de Geloofsleer, instructie 294 III, 0, 11,110 | opgeroepen, zonder schade voor de mogelijke grenzen van 295 III, 0, 11,110 | taak om de leer van de Kerk voor te leggen en bij de uitoefening 296 III, 0, 11,111 | opgeroepen worden, is niet alleen voor het leven en de zending 297 III, 0, 11,111 | zending van de Kerk, maar ook voor de menselijke samenleving 298 III, 0, 11,111 | overeenkomt met de eisen voor een volledige ontplooiïng 299 III, 0, 11,111(176)| H. Congregatie voor de katholieke opvoeding, 300 III, 0, 11,111(176)| perspectieven en de voorwaarden voor een vruchtbare arbeid met 301 III, 0, 11,112 | als beslissende wegwijzer voor het opstellen van zedelijke 302 III, 0, 11,113 | onderscheidingsvermogen, tot inzet voor het ware goede en tot het 303 III, 0, 11,113(177)| Congregatie voor de Geloofsleer, instructie 304 III, 0, 12,115 | uiteenzet en de vereisten voor een pastorale onderscheiding 305 III, 0, 12,115 | verlichting van en hulp voor onze gemeenschappelijke 306 III, 0, 12,115 | daden verbieden, niet alleen voor de individuele persoon maar 307 III, 0, 12,115 | individuele persoon maar ook voor de maatschappij. ~Wanneer 308 III, 0, 12,116 | noch de regel noch de norm voor ons leergezag. Zijn autoriteit 309 III, 0, 12,116 | Of het nu gaat om organen voor de gezins- of sociale pastoraal 310 III, 0, 12,117 | Jezus stelde: “Meester wat voor goeds moet ik doen om het 311 III, 0, 12,117 | Geest tot licht en leven voor de mens. Weer is het de 312 Slot, 0, 12,118 | studie van de vakmensen voor ethiek en moraaltheologie 313 Slot, 0, 12,118 | Zijn barmhartigheid voor ons is verlossing. Tot voltooiïng 314 Slot, 0, 12,119 | evangelie niet ervan op te komen voor de gecompliceerde werkelijkheid, 315 Slot, 0, 12,119 | tegelijkertijd de levenskracht voor haar verwezenlijking zal 316 Slot, 0, 12,120 | samen met Christus de Vader voor hen om vergeving smeekt, 317 Slot, 0, 12,120 | geworden, een moeder, die voor ons de goddelijke barmhartigheid 318 Slot, 0, 12,120 | en fascinerend voorbeeld voor het morele leven; “haar 319 Slot, 0, 12,120 | leven alleen is voorbeeld voor allenschrijft de heilige 320 Slot, 0, 12,120 | maar uiteindelijk in een voor allen open perspectief het 321 Slot, 0, 12,120 | wordt ze tot voorbeeld voor allen die het woord van 322 Slot, 0, 12,120 | maar volledig transparant voor de genade van God. Hoewel


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License