Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,3 | ze steeds nieuwe accenten voor liefde en barmhartigheid
2 Inl, 0, 1,3 | een uitmuntend getuigenis voor deze houding van de Kerk,
3 Inl, 0, 1,3 | weg van het zedelijk leven voor allen de weg naar het heil
4 Inl, 0, 2,4 | hun zending, in hun strijd voor de mens hebben zij gesterkt,
5 Inl, 0, 2,4 | van haar worteling in de voor haar essentiële en haar
6 Inl, 0, 2,4 | verkondiging van de moraal worden voor eenvoudigweg onaanvaardbaar
7 Inl, 0, 2,4 | houdingen tegenover vragen, die voor de Kerk en voor het geloofsleven
8 Inl, 0, 2,4 | vragen, die voor de Kerk en voor het geloofsleven van de
9 Inl, 0, 2,4 | geloofsleven van de christenen, ja voor het menselijk samenleven
10 Inl, 0, 2,5 | die daaruit voortkomen voor het morele leven van de
11 Inl, 0, 2,5 | leven van de gelovigen en voor de gemeenschap in de Kerk
12 Inl, 0, 2,5 | gemeenschap in de Kerk alsook voor een rechtvaardig en solidair
13 Inl, 0, 2,5 | leven van de “kinderen Gods” voor. “Zich in het geloof van
14 Inl, 0, 2,5 | goedgekeurde en veilige tekst voor het onderricht in de katholieke
15 I | Hoofdstuk I~“Meester,~wat voor goeds moet ik doen.. ?” (
16 I, 0, 3,6 | Mattheus weergegeven wordt, kan voor ons een nuttig spoor zijn,
17 I, 0, 3,6 | Jezus en vroeg: Meester, wat voor goeds moet ik doen om het
18 I, 0, 3,7 | hem de morele vraag stelt. Voor de jongeman is het niet
19 I, 0, 4 | Meester, wat voor goeds moet ik doen, om het
20 I, 0, 4,8 | Nazareth richt, een vraag, die voor het leven van iedere mens
21 I, 0, 4,8 | aanwezig is. Hij ontsluit voor de gelovigen het boek van
22 I, 0, 4,8 | bij de hand neemt en stap voor stap naar de waarheid voert. ~
23 I, 0, 5,9 | antwoord op de vraag “Wat voor goeds moet ik doen om het
24 I, 0, 5,10 | profeet zegt: te wonderbaar is voor mij dit weten, te hoog,
25 I, 0, 5,10 | die, trouw aan zijn liefde voor de mens, hem zijn wet schenkt (
26 I, 0, 5,10 | heerlijkheid te weerspiegelen: “Voor hem die God liefheeft is
27 I, 0, 5,10 | andere, grotere vergoeding voor deze liefde te zoeken; want
28 I, 0, 6,12 | voorwaarde van het heil voor. Aan het gebod is een belofte
29 I, 0, 6,12 | der waarheid, bron van zin voor het leven, beginnende deelneming
30 I, 0, 6,13 | Het antwoord van Jezus is voor de jonge man niet voldoende,
31 I, 0, 6,13 | leven te bereiken”, één voor één op te sommen; maar dat
32 I, 0, 6,13 | plaats” van de tien geboden voor alle andere geboden om aan
33 I, 0, 6,13 | geboden om aan te geven wat voor de mens “Ik ben de Heer
34 I, 0, 6,13 | dus de grondvoorwaarden voor de naastenliefde; tegelijkertijd
35 I, 0, 6,14 | Samaritaan, de sleutelgelijkenis voor het volle verstaan van het
36 I, 0, 6,15 | als een pad, dat openligt voor een zedelijke en geestelijke
37 I, 0, 6,15 | iemand doodt is schuldig voor het gerecht. Maar Ik zeg
38 I, 0, 6,15 | zijn broeder, is schuldig voor het gerecht.. U hebt gehoord
39 I, 0, 7,16 | de jongeman geeft: “Wat voor goeds moet ik doen om het
40 I, 0, 7,16 | goede” dat de mens opent voor het eeuwige leven, ja, dat
41 I, 0, 7,16 | normatieve aanwijzingen voor het zedelijk leven voortvloeien.
42 I, 0, 7,17 | helpt ons de voorwaarden voor de zedelijke groei van de
43 I, 0, 7,17 | vrijheid niet als uitvlucht voor het vlees, maar dient elkaar
44 I, 0, 8,20 | op de weg van de liefde voor Hem, een liefde die zich
45 I, 0, 8,20 | het zedelijk richtsnoer voor het christelijke leven.
46 I, 0, 8,20 | openbaring van zijn liefde voor de Vader en voor de mensen.
47 I, 0, 8,20 | liefde voor de Vader en voor de mensen. Juist deze liefde
48 I, 0, 8,20 | iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Joh. 15,
49 I, 0, 8,21 | geworden!”. 28 Gestorven voor de zonde, ontvangt de gedoopte
50 I, 0, 9 | Voor God echter is alles mogelijk” (
51 I, 0, 9,22 | naar de macht van God: “Voor mensen is dat onmogelijk,
52 I, 0, 9,22 | mensen is dat onmogelijk, voor God echter is alles mogelijk” (
53 I, 0, 9,22 | verrassende mogelijkheid, die voor de mens door de genade van
54 I, 0, 9,22 | bootsen en na te leven is voor de mens op eigen kracht
55 I, 0, 9,23 | zelfgenoegzaamheid ontneemt, opent voor het aanroepen en aannemen
56 I, 0, 9,24 | is een mogelijkheid, die voor de mens uitsluitend door
57 I, 0, 9,24 | verantwoordelijke antwoord voor een volle liefde tot God
58 I, 0, 9,24 | bereiden op deze genade voor of maken haar invloed in
59 I, 0, 10,25 | vraag: “Meester, wat moet ik voor goeds doen, om het eeuwige
60 I, 0, 10,25 | navolging uitnodigt en de genade voor een nieuw leven schenkt,
61 I, 0, 10,25 | geboden “herinneren” en ze voor hen begrijpelijk maken (
62 I, 0, 10,25 | navolging van Christus leren: “Voor mij is Christus het leven” (
63 I, 0, 10,27 | probleemstellingen betreft die voor de discussie over vragen
64 II, 0, 11,28 | navolging van Christus, die voor de mens de perspectieven
65 II, 0, 11,28 | te onderzoeken, waarbij voor haar “het geheim van de
66 II, 0, 11,29 | en in deze zin staat ze voor alle mensen open; ze is
67 II, 0, 11,29 | opgeroepen tot “bijzondere zorg voor de vervolmaking van de moraaltheologie,
68 II, 0, 11,29 | liefde vrucht te dragen voor het leven van de wereld,
69 II, 0, 11,30 | principes voorleggen die voor de onderscheiding van wat
70 II, 0, 11,30 | Jezus stelt: “Meester, wat voor goeds moet ik doen om het
71 II, 0, 11,30 | antwoord van de Meester voor: Dit bezit een licht en
72 II, 0, 11,30 | ontplooien, zoals dit bijzonder voor nieuwe problemen noodzakelijk
73 II, 0, 11,30 | en navolgt: “Ik bezweer u voor het aanschijn van God en
74 II, 0, 11,30 | zullen hun oren sluiten voor de waarheid om te luisteren
75 II, 0, 12,31 | bijzonder attent zintuig voor vrijheid ontwikkeld. “Van
76 II, 0, 12,31 | opgevat. 54 ~De scherpere zin voor de waarde en de uniciteit
77 II, 0, 12,31 | menselijke persoon alsook voor de achting die de weg van
78 II, 0, 12,31(54) | 1984), 656; Congregatie voor de geloofsleer, Instructie
79 II, 0, 12,32 | doctrines, die elke zin voor transcendentie verloren
80 II, 0, 12,32 | waarheid. Nadat de idee van een voor het menselijk verstand kenbare
81 II, 0, 12,32 | verlenen om de criteria voor goed en kwaad autonoom vast
82 II, 0, 12,32 | vormen het uitgangspunt voor die denkrichtingen, die
83 II, 0, 12,34 | 34. “Meester, wat voor goeds moet ik doen om het
84 II, 0, 12,34 | vrijheid wordt bedoeld? Voor onze tijdgenoten, die de
85 II, 0, 12,34 | met God komt”. 57 Wanneer voor de mens het recht bestaat,
86 II, 0, 12,34 | dan bestaat nog vooraf de voor ieder belangrijke morele
87 II, 0, 12,34 | stellen nieuwsoortige criteria voor de zedelijke waardering
88 II, 0, 12,34 | waardering van handelingen voor: dit zijn tendensen die
89 II, 1, 1,35 | vrijheid: ze moet halthouden voor de “boom van kennis van
90 II, 1, 1,35 | goed is, weet precies wat voor de mens goed is, en uit
91 II, 1, 1,35 | liefde legt Hij hem dit voor in de geboden. ~De wet van
92 II, 1, 1,36 | noodzakelijk en feitelijk is voor de kennis ook van natuurlijke
93 II, 1, 2,38 | met de Heer van het heelal voor een levend beeld bestemd,
94 II, 1, 2,38 | regeren van de wereld betekent voor de mens een grote en verantwoordelijke
95 II, 1, 2,38 | hebben, die de mens stap voor stap moet leren kennen,
96 II, 1, 2,40 | dat men een pleidooi houdt voor een creatieve vrijheid die
97 II, 1, 3,43 | fundamentele betekenis voor haar zorgt (vgl. Wijsh.
98 II, 1, 3,43 | 8, 11). Maar God zorgt voor de mens anders dan voor
99 II, 1, 3,43 | voor de mens anders dan voor de wezens die geen personen
100 II, 1, 3,43 | aan de voorzienigheid door voor zichzelf en voor de anderen
101 II, 1, 3,43 | voorzienigheid door voor zichzelf en voor de anderen te voorzien;
102 II, 1, 3,44 | opperste wetgever zich de norm voor zijn handelen zou stellen”.
103 II, 1, 3,44 | en tegelijk als garantie voor de zegen van God te ontvangen
104 II, 1, 3,44 | volmaakt: en behoedt de ziel voor verdwalen, Jahwe”s getuigenis
105 II, 1, 3,45 | plan ligt geen bedreiging voor de ware vrijheid van de
106 II, 1, 4,46 | getekend: De voorliefde voor de empirische observatie,
107 II, 1, 4,46 | determineren. Vandaag nog schijnen voor velen de ruimte-tijd-coördinaten
108 II, 1, 4,46 | biologische natuur, die zij stap voor stap zou moeten overwinnen.
109 II, 1, 4,46 | haar integriteit loochenen. Voor sommigen wordt de natuur
110 II, 1, 4,46 | slechts tot ruw materiaal voor het menselijk handelen en
111 II, 1, 4,47 | van zijn leven. De liefde voor de naaste zou voor alles
112 II, 1, 4,47 | liefde voor de naaste zou voor alles en uitsluitend respect
113 II, 1, 4,47 | alles en uitsluitend respect voor zijn vrije zelfbeschikking
114 II, 1, 4,47 | een algemene oriëntering voor het juiste gedrag vastleggen,
115 II, 1, 4,48 | lichaam blijken dientengevolge voor het kiezen van de vrijheid
116 II, 1, 4,48 | materieel noodzakelijke, maar voor de persoon, het menselijk
117 II, 1, 4,48 | zouden geen referentiepunten voor de morele beslissing kunnen
118 II, 1, 4,48 | oriëntering van het verstand voor de zedelijke orde, zou van
119 II, 1, 4,48 | respecteren, wezenlijk ook respect voor enkele fundamentele bona
120 II, 1, 4,50 | specifieke kenmerken, die voor het bereiken van haar eindbestemming
121 II, 1, 4,50 | zedenwet drukt uit en schrijft voor de doelstellingen, rechten
122 II, 1, 4,50 | verplichting tot absoluut respect voor het menselijk leven liggen
123 II, 1, 4,50 | naastenliefde of als getuigenis voor de waarheid het eigen leven
124 II, 1, 4,50(90) | Congregatie voor de geloofsleer, Instructie
125 II, 1, 4,50(90) | Instructie over de eerbied voor het beginnende leven en
126 II, 1, 4,50 | natuurwet laat geen ruimte voor een scheiding van vrijheid
127 II, 1, 5,51 | brengt en de grondslagen voor haar fundamentele rechten
128 II, 1, 5,52 | 52. Het is altijd en voor allen juist en goed, God
129 II, 1, 5,52 | tijdperken der geschiedenis, die voor “dezelfde roeping en dezelfde
130 II, 1, 5,52(94) | spes, 10; vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, verklaring
131 II, 1, 5,53 | van de tegenwoordige mens voor historiciteit en cultuur
132 II, 1, 5,53 | zedelijkheid” 96 te twijfelen, die voor alle mensen van vandaag
133 II, 1, 5,53 | toekomst gelden, zoals ze reeds voor die van het verleden gegolden
134 II, 1, 5,53 | werden, te beweren dat ze voor allen een universele en
135 II, 1, 5,53 | verlicht. 98 ~Zeker moet voor de universeel en voortdurend
136 II, 1, 5,53 | en gevonden worden, die voor de verschillende culturele
137 II, 1, 5,53(100) | en can. 4: DS, 3024. Ook voor de zedenleer gelden de woorden
138 II, 2, 1,55 | natuur en haar betekenis voor het zedelijk leven verleidt
139 II, 2, 1,55 | objectief criterium zijn voor de oordelen van het geweten,
140 II, 2, 2,57 | waardoor het zelf tot “getuige” voor de mens wordt: Getuige van
141 II, 2, 2,57 | persoon zich afspeelt, blijft voor de ogen van iedereen buiten
142 II, 2, 2,58 | eenzaamheid, maar maakt hem open voor de roep, voor de stem van
143 II, 2, 2,58 | maakt hem open voor de roep, voor de stem van God. Daarin
144 II, 2, 2,59 | individuele geval en wordt zo voor de mens tot een innerlijk
145 II, 2, 2,59 | van een bewuste handeling voor en verwezenlijkt “de toepassing
146 II, 2, 2,61 | de verantwoordelijkheid voor het volbrachte goed en het
147 II, 2, 3,63 | zonder schuld subjectief voor waar houdt. Aan de andere
148 II, 2, 3,63 | neigen naar het hoogste goed. Voor we ons zo lichtvaardig in
149 II, 2, 3,63 | als de mens er geen moeite voor doet om het ware en goede
150 II, 2, 3,64 | 3, 21). ~Een grote hulp voor de gewetensvorming hebben
151 II, 3, 1 | vrijheid niet als voorwendsel voor het vlees, maar dient elkaar
152 II, 3, 1,65 | bijzonder felle belangstelling voor de vrijheid is voor veel
153 II, 3, 1,65 | belangstelling voor de vrijheid is voor veel vertegenwoordigers
154 II, 3, 1,65 | vraag of men het eigen leven voor of tegen de waarheid, uiteindelijk
155 II, 3, 1,65 | de waarheid, uiteindelijk voor of tegen God inzet. Met
156 II, 3, 1,65 | tussen persoon en handeling voor. Ze spreken van een “fundamentele
157 II, 3, 1,65 | volgens de criteria die voor de menselijke handelingen
158 II, 3, 1,66 | welsprekende en effectieve beelden voor het radicale en onvoorwaardelijke
159 II, 3, 1,66 | vrijheid niet tot voorwendsel voor het vlees!” In deze vermaning
160 II, 3, 1,67 | zogenaamde fundamentele optie - voor zover zij zich onderscheidt
161 II, 3, 1,67 | aan een krachtige inzet voor de verschillende verplichtingen
162 II, 3, 1,67 | tegenspraak, van de gedachte keuze voor een bepaalde handelwijze,
163 II, 3, 1,67 | aanvaardbare ruimte toe voor de “creativiteit” van een
164 II, 3, 1,68 | een aanvankelijke optie voor de liefde zou de mens zedelijk
165 II, 3, 1,68(113) | 5; vgl. H. Congregatie voor de geloofsleer, verklaring
166 II, 3, 2,70 | afwijzing van Gods liefde voor de mensheid en voor de hele
167 II, 3, 2,70 | liefde voor de mensheid en voor de hele schepping: De mens
168 II, 3, 2,70 | optie-vert.) onverlet zou laten, voor bepaalde, in zichzelf of
169 II, 4, 1,72 | jongeman met Jezus: “Wat voor goeds moet ik doen om het
170 II, 4, 1,72 | noodzakelijke voorwaarde voor, en de weg naar de zaligheid: “
171 II, 4, 1,73 | zich, of sluit hij zich af, voor het eeuwig leven, de gemeenschap
172 II, 4, 1,73(123) | Dit geldt niet alleen voor de christengelovigen, maar
173 II, 4, 1,73(123) | christengelovigen, maar ook voor alle goedwillende mensen,
174 II, 4, 1,73(123) | werk. Daar Christus immers voor allen is gestorven en daar
175 II, 4, 1,73(123) | is gestorven en daar er voor alle mensenslechts één uiteindelijke
176 II, 4, 1,73 | jongeman aan Jezus: “Wat voor goeds moet ik doen om het
177 II, 4, 1,73 | krachtens welke de mens voor zijn handelingen “verantwoordelijk”
178 II, 4, 1,73 | Want wij allen moeten voor Christus” rechterstoel verschijnen,
179 II, 4, 1,73 | ieder het loon ontvangt voor wat hij in dit leven heeft
180 II, 4, 1,74 | realiseren. De criteria voor de morele beoordeling van
181 II, 4, 1,74 | die men wil respecteren. Voor sommigen zou het concrete
182 II, 4, 1,74 | verkeerd zijn, naar gelang het voor alle betrokken personen
183 II, 4, 1,74 | de noodzakelijkheid, om voor het verstand inzichtelijke,
184 II, 4, 1,74 | vastgelegde zedelijke orde voor kennis van het menselijk
185 II, 4, 1,75 | is: deze zijn voorwaarde voor zijn zedelijk goedzijn en
186 II, 4, 1,75 | zijn zedelijk goedzijn en voor zijn afstemming op het laatste
187 II, 4, 1,75 | de feitelijke voorwaarden voor haar uitoefening, van haar
188 II, 4, 1,75 | worden, ook al blijft hij voor zijn handelingen en hun
189 II, 4, 1,75 | Het eerste tracht criteria voor de juistheid van een bepaald
190 II, 4, 1,75 | subject zou vanzelfsprekend voor het verkrijgen van de nagestreefde
191 II, 4, 1,75 | schadelijkheden, die zowel voor de handelende als ook voor
192 II, 4, 1,75 | voor de handelende als ook voor andere, vroeger of later
193 II, 4, 1,75 | die in de gegeven situatie voor beslissend worden gehouden. ~
194 II, 4, 2,76 | de betere mogelijkheden voor het goede te overwegen,
195 II, 4, 2,77 | 77. Om redelijke criteria voor de juiste zedelijke beslissing
196 II, 4, 2,77 | bedoelingen - volstaat niet voor de waardering van de morele
197 II, 4, 2,77 | morele species veranderen. ~Voor het overige weet iedereen,
198 II, 4, 2,78 | bedoeling is zeker geen excuus voor het uitvoeren van kwade
199 II, 4, 2,78 | de persoon, met respect voor de bona die voor haar zedelijk
200 II, 4, 2,78 | respect voor de bona die voor haar zedelijk van belang
201 II, 4, 2,78 | christelijke ethiek, die voor het object van zedelijke
202 II, 4, 3,79 | opvatting, die typisch is voor teleologische en proportionalistische
203 II, 4, 3,79 | gevolgen van die handelingen voor alle betrokken personen
204 II, 4, 3,79 | voorrang heeft en beslissend is voor het morele oordeel is het
205 II, 4, 3,79 | geordende geheel van “bona voor de menselijke persoon” die
206 II, 4, 3,80 | al wat een belediging is voor de menselijke waardigheid,
207 II, 4, 3,82 | 82. Voor het overige is de bedoeling
208 II, 4, 3,82 | niet alleen geen beperking voor de goede bedoeling, het
209 II, 4, 3,82 | gevolgen van iedere handeling voor alle betroffen personen
210 II, 4, 3,83 | en haar als een ~impuls voor de ware persoonlijke vrijheid
211 III | 17)~Het zedelijk goede voor het leven van de Kerk en
212 III, 0, 4,84 | waarheid nog mag erkennen. Voor iedereen duidelijk is de
213 III, 0, 4,84 | onrechtvaardige vernietiging van de voor het ware menselijke leven
214 III, 0, 4,84 | altijd het enige ware goede voor de mens is”. 137 ~
215 III, 0, 4,84(136) | het Internationale Congres voor moraaltheologie (10 april
216 III, 0, 4,85 | een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor
217 III, 0, 4,85 | voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid,
218 III, 0, 4,85 | heidenen een dwaasheid, maar voor hen die geroepen zijn, Joden
219 III, 0, 4,86 | binnen ze zich bevindt en dat voor haar gelijktijdig een grens
220 III, 0, 4,86 | ertoe neigt, deze openheid voor het ware en goede te misbruiken,
221 III, 0, 4,87 | de waarheid de voorwaarde voor een authentieke vrijheid
222 III, 0, 4,87 | Zo spreekt Jezus het uit voor Pilatus: “Hiertoe ben Ik
223 III, 0, 4,87 | dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden” (Joh. 15,
224 III, 0, 4,87 | koninklijke weg die de Kerk dag voor dag moet gaan, als ze de
225 III, 0, 4,87 | leven te geven als losgeld voor velen” (Mt. 20, 28). 141 ~
226 III, 0, 5,88 | als zelfstandige maatstaf voor het eigen zelfverstaan en
227 III, 0, 5,89 | belijdenis” en dat niet alleen voor God maar ook voor de mensen:
228 III, 0, 5,89 | alleen voor God maar ook voor de mensen: er wordt een
229 III, 0, 5,89 | standaard, zodat ze licht geeft voor allen die in huis zijn.
230 III, 0, 5,89 | moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat
231 III, 0, 5,89 | de Kerk gehouden en zich voor haar gegeven heeft” (Eph.
232 III, 0, 5,89 | en maatstaf (paradigma) voor het getuigenis van de leerling,
233 III, 0, 5,89 | ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd als
234 III, 0, 6,90 | onvoorwaardelijke achting voor die onopgeefbare eisen,
235 III, 0, 6,91 | vallen, dan te zondigen voor het aanschijn des Heren (
236 III, 0, 6,91 | goed te bereiken. Ze kiest voor zich het “betere deel”:
237 III, 0, 6,91 | compromisloos getuigenis voor de waarheid van het goede
238 III, 0, 6,91 | waarheid van het goede en voor de God van Israël; zo verkondigt
239 III, 0, 6,91 | hij offerde zijn leven voor de rechtvaardigheid en de
240 III, 0, 6,91 | volgden zij de Heer Jezus, die voor Kajafas en Pilatus “het
241 III, 0, 6,91 | afgodische daad stelden door voor het standbeeld van de keizer
242 III, 0, 6,91 | gaven daarmee het voorbeeld voor de zedelijke verplichting,
243 III, 0, 6,91 | bevestigd en hun overtuiging voor juist verklaard, volgens
244 III, 0, 6,92 | vermaant Jezus ons: “Wat voor nut heeft het voor een mens
245 III, 0, 6,92 | Wat voor nut heeft het voor een mens heel de wereld
246 III, 0, 6,93 | christelijke getuigenis is voor de zedelijke waarheid, waartoe
247 III, 0, 6,94 | werken van de Geest van God. Voor allen moet de uitspraak
248 III, 0, 6,94 | te plaatsen en uit liefde voor het lijfelijke leven de
249 III, 0, 6,94 | leven de eigenlijke reden voor het leven te verliezen”. 147
250 III, 0, 6,94 | het offer van het leven voor de zedelijke waarde erkent
251 III, 0, 6,94 | juist dat het getuigenis voor deze reeds in de schepping
252 III, 0, 7,95 | alle mensen van goede wil voor zonder hun eis tot radicaliteit
253 III, 0, 7,95 | in werkelijkheid liefde voor de menselijke persoon, voor
254 III, 0, 7,95 | voor de menselijke persoon, voor haar ware welzijn, voor
255 III, 0, 7,95 | voor haar ware welzijn, voor haar authentieke vrijheid.
256 III, 0, 7,95 | uitmuntende vorm van liefde voor de onsterfelijke zielen,
257 III, 0, 7,95 | maar hij was barmhartig voor de zondaar”. 152 ~
258 III, 0, 7,96 | existentiële voorwaarde voor de vrijheid genoemd worden. ~
259 III, 0, 7,96 | de betrouwbare garantie voor een rechtvaardige en vreedzame
260 III, 0, 7,96 | menselijke samenleving en daarmee voor een echte democratie, die
261 III, 0, 7,96 | slechte verbieden, zijn er voor niemand privileges of uitzonderingen.
262 III, 0, 7,96 | dat maakt geen verschil: Voor de zedelijke eisen zijn
263 III, 0, 7,97 | normen erkent, die altijd en voor allen zonder uitzondering
264 III, 0, 7,97 | daarom het ethische fundament voor het maatschappelijke samenleven
265 III, 0, 8,99 | totalitarisme, om de weg te banen voor de authentieke vrijheid
266 III, 0, 8,99 | uiterst belangrijke betekenis voor het leven van de mens op
267 III, 0, 8,100 | bedrijfsvermogen van een onderneming voor privé-gebruik, slecht geleverd
268 III, 0, 8,101 | dienen van de staat, respect voor de rechten ook van politieke
269 III, 0, 8,101 | objectieve zedelijke eisen voor het functioneren van de
270 III, 0, 8,101 | overtuigingen gemakkelijk voor machtsdoeleinden misbruikt
271 III, 0, 8,101 | baseert en zich in de waarheid voor de authentieke vrijheid
272 III, 0, 8,101 | vrijheid opent - niet alleen voor de individuele mens en zijn
273 III, 0, 8,101 | groei in het goede, maar ook voor de maatschappij en haar
274 III, 0, 9,102 | de voorschriften van God voor een gerechtvaardigde mens
275 III, 0, 9,103 | menselijke vrijheid staat voor de mens steeds de geestelijke
276 III, 0, 9,104 | bekerende mens, en het begrip voor de menselijke zwakte de
277 III, 0, 9,104 | betekent nooit, de maatstaf voor goed en kwaad op het spel
278 III, 0, 9,104 | rechtvaardiging kunnen aanvoeren voor zijn zonden, die zijn verantwoordelijkheid
279 III, 0, 9,104 | oneindige heiligheid van God voor ogen: “God, wees mij zondaar
280 III, 0, 9,104 | zichzelf, doordat hij misschien voor elke afzonderlijke zonde
281 III, 0, 9,105 | rein, die hij aankijkt. Voor Hem een alle schuld verzengend
282 III, 0, 10,106 | de eigenlijke reden geeft voor het bestaan van de Kerk; “
283 III, 0, 10,106 | door de ontbrekende zin voor de oorspronkelijkheid van
284 III, 0, 10,107 | zovele deemoedige en vaak voor de blikken van mensen verborgen
285 III, 0, 10,108 | hun licht ontstoken heeft voor de koninklijke dingen; door
286 III, 0, 10,108 | ze gesterkt zodat ze noch voor gevangenissen noch voor
287 III, 0, 10,108 | voor gevangenissen noch voor kettingen terwille van de
288 III, 0, 11,109 | verantwoording af te leggen”. 170 ~Voor de bepaling van de identiteit
289 III, 0, 11,109 | van de theologie en aldus voor de verwezenlijking van haar
290 III, 0, 11,109(170)| Congregatie voor de Geloofsleer, instructie
291 III, 0, 11,110 | hebben, kan en moet opnieuw voor de moraaltheologie naar
292 III, 0, 11,110 | doordat het de gelovigen voor mogelijke, ook slechts impliciet
293 III, 0, 11,110(172)| Congregatie voor de Geloofsleer, instructie
294 III, 0, 11,110 | opgeroepen, zonder schade voor de mogelijke grenzen van
295 III, 0, 11,110 | taak om de leer van de Kerk voor te leggen en bij de uitoefening
296 III, 0, 11,111 | opgeroepen worden, is niet alleen voor het leven en de zending
297 III, 0, 11,111 | zending van de Kerk, maar ook voor de menselijke samenleving
298 III, 0, 11,111 | overeenkomt met de eisen voor een volledige ontplooiïng
299 III, 0, 11,111(176)| H. Congregatie voor de katholieke opvoeding,
300 III, 0, 11,111(176)| perspectieven en de voorwaarden voor een vruchtbare arbeid met
301 III, 0, 11,112 | als beslissende wegwijzer voor het opstellen van zedelijke
302 III, 0, 11,113 | onderscheidingsvermogen, tot inzet voor het ware goede en tot het
303 III, 0, 11,113(177)| Congregatie voor de Geloofsleer, instructie
304 III, 0, 12,115 | uiteenzet en de vereisten voor een pastorale onderscheiding
305 III, 0, 12,115 | verlichting van en hulp voor onze gemeenschappelijke
306 III, 0, 12,115 | daden verbieden, niet alleen voor de individuele persoon maar
307 III, 0, 12,115 | individuele persoon maar ook voor de maatschappij. ~Wanneer
308 III, 0, 12,116 | noch de regel noch de norm voor ons leergezag. Zijn autoriteit
309 III, 0, 12,116 | Of het nu gaat om organen voor de gezins- of sociale pastoraal
310 III, 0, 12,117 | Jezus stelde: “Meester wat voor goeds moet ik doen om het
311 III, 0, 12,117 | Geest tot licht en leven voor de mens. Weer is het de
312 Slot, 0, 12,118 | studie van de vakmensen voor ethiek en moraaltheologie
313 Slot, 0, 12,118 | Zijn barmhartigheid voor ons is verlossing. Tot voltooiïng
314 Slot, 0, 12,119 | evangelie niet ervan op te komen voor de gecompliceerde werkelijkheid,
315 Slot, 0, 12,119 | tegelijkertijd de levenskracht voor haar verwezenlijking zal
316 Slot, 0, 12,120 | samen met Christus de Vader voor hen om vergeving smeekt,
317 Slot, 0, 12,120 | geworden, een moeder, die voor ons de goddelijke barmhartigheid
318 Slot, 0, 12,120 | en fascinerend voorbeeld voor het morele leven; “haar
319 Slot, 0, 12,120 | leven alleen is voorbeeld voor allen” schrijft de heilige
320 Slot, 0, 12,120 | maar uiteindelijk in een voor allen open perspectief het
321 Slot, 0, 12,120 | wordt ze tot voorbeeld voor allen die het woord van
322 Slot, 0, 12,120 | maar volledig transparant voor de genade van God. Hoewel
|