Chapter, Thema, Paragraph, Number

1 II, 1,  5,52  |     handeling semper et pro semper verbieden, zonder enige uitzondering,
2 II, 3,  1,67  |   gedragswijzen als in zich slecht verbieden, kennen geen legitieme uitzondering;
3 II, 4,  3,82  |      normen, die zulke handelingen verbieden en semper et pro semper,
4 III, 0,  6,90 |    handelingen zonder uitzondering verbieden, straalt de relatie tussen
5 III, 0,  7,95 |        staande slechte handelingen verbieden, worden niet zelden als
6 III, 0,  7,96 |            het in zichzelf slechte verbieden, zijn er voor niemand privileges
7 III, 0,  7,97 |             die het doen van kwaad verbieden, hun betekenis en de tegelijkertijd
8 III, 0,  8,99 |     gedragspatronen en handelingen verbieden. Zo ontmoeten het hoogste
9 III, 0, 12,115| uitzondering in zich slechte daden verbieden, niet alleen voor de individuele