Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
deugdzame 2
deus 1
deuteronomium 1
deze 277
dezelfde 15
di 2
diaconum 2
Frequency    [«  »]
311 god
309 mens
279 als
277 deze
266 door
266 tot
244 om
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

deze

    Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Greet | vrijheid van de mens, die op deze wijze ertoe gebracht wordt 2 Inl, 0, 1,1 | waarheid” (1 Petr. 1, 22). ~Deze gehoorzaamheid is niet altijd 3 Inl, 0, 1,1 | bedrieglijke vrijheid buiten deze waarheid. ~Maar geen duisternis 4 Inl, 0, 1,2(1) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 22. ~ 5 Inl, 0, 1,2(4) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 4. ~ 6 Inl, 0, 1,3 | uitmuntend getuigenis voor deze houding van de Kerk, die 7 Inl, 0, 1,3(6) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 33. ~ 8 Inl, 0, 2 | Onderwerp van deze encycliek~ 9 Inl, 0, 2,4 | en ethische opvattingen. Deze hebben hun wortels in de 10 Inl, 0, 2,4 | naaste lief te hebben, zonder deze geboden onder alle omstandigheden 11 Inl, 0, 2,4(8) | Pius XII had deze theoretische ontwikkeling 12 Inl, 0, 2,5 | solidair sociaal leven. ~Als deze sinds lang verwachte encycliek 13 Inl, 0, 2,5 | het specifieke thema van deze encycliek, die de bedoeling 14 Inl, 0, 2,5 | antwoorden die zich tegen deze leer richten. ~ 15 I, 0, 3,6 | jongeman antwoordde Hem: Al deze geboden heb ik onderhouden. 16 I, 0, 3,7 | vrijheid in beweging zet. Deze vraag is ten laatste een 17 I, 0, 3,7 | vervult. ~Opdat de mensen dezeontmoetingmet Christus 18 I, 0, 4,8 | opgegroeid. Wanneer hij Jezus deze vraag stelt, mogen wij aannemen, 19 I, 0, 4,8 | zijn verkondigingswerk met deze, nieuwe aankondiging begonnen 20 I, 0, 5,10 | grotere vergoeding voor deze liefde te zoeken; want de 21 I, 0, 6,12 | Maar God heeft reeds op deze vraag geantwoord: Hij heeft 22 I, 0, 6,12 | afgestemd heeft op zijn doel. Deze natuurlijke wet isniets 23 I, 0, 6,12 | vermijden. Dit licht en deze wet heeft God ons bij de 24 I, 0, 6,13(21) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 24. ~ 25 I, 0, 6,13 | iemand begint niets met deze wandaden van doen te hebben ( 26 I, 0, 6,14 | wetgeleerden bewijst: als deze Hem een bijna gelijke vraag 27 I, 0, 6,14 | alleen het gehoorzamen aan deze geboden kan leiden tot het 28 I, 0, 6,14 | dat juist het tweede van deze geboden de nieuwsgierigheid 29 I, 0, 6,15 | als volheid van de wet: deze vervult zich in Christus ( 30 I, 0, 7,16 | niet, die Jezus vraagt: “Al deze geboden heb ik in acht genomen. 31 I, 0, 7,16 | goed geweten te zeggen: “Al deze geboden heb ik opgevolgd”, 32 I, 0, 7,16 | antwoord van Jezus, zo moet ook deze passage in de samenhang 33 I, 0, 7,16 | zeggen de deemoedigen. In deze zin kan men zeggen, dat 34 I, 0, 7,17 | alle andere geboden zijn in deze zin samengevat: Gij zult 35 I, 0, 7,18 | wet te blijven staan maar deze eisen in hun volheid te 36 I, 0, 7,18 | zonen in de Zoon te zijn. ~Deze roeping tot volmaakte liefde 37 I, 0, 7,18 | preciseert Jezus de betekenis van deze volmaaktheid verder: “Weest 38 I, 0, 8,19 | en tegelijk de inhoud van deze volmaaktheid bestaat in 39 I, 0, 8,20 | christelijke leven. Want deze daden van Hem en vooral 40 I, 0, 8,20 | en voor de mensen. Juist deze liefde moet, zo verlangt 41 I, 0, 9,22 | mogelijk. Hij wordt tot deze liefde in staat alleen krachtens 42 I, 0, 9,23 | de dood” (Rom. 8, 2). Met deze woorden leert de apostel 43 I, 0, 9,24 | 1 Joh. 4, 7-8. 11. 19). ~Deze onlosmakelijke verbinding 44 I, 0, 9,24 | heeft de H. Augustinus met deze eenvoudige en diepe woorden: “ 45 I, 0, 9,24 | ook spreekt, bereiden op deze genade voor of maken haar 46 I, 0, 10,25 | het licht en de kracht van deze Geest hebben de apostelen 47 I, 0, 10,27 | alle geslachten overdraagt. Deze apostolische overlevering 48 I, 0, 10,27 | correct toegepast worden. Deze “actualisering” van de geboden 49 I, 0, 10,27 | van Jezus Christus”. 41 Op deze wijze toont de Kerk zich 50 II | niet aan de denktrant van deze wereld aan!” (Rom. 12, 2) ~ 51 II, 0, 11,28(44) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 22. ~ 52 II, 0, 11,29 | tot inhoud heeft, en in deze zin staat ze voor alle mensen 53 II, 0, 11,29 | uitdrukkingswijze, ook wanneer deze altijd dezelfde betekenis 54 II, 0, 11,29(46) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 62. ~ 55 II, 0, 11,29 | heeft toevertrouwd, nemen deze inspanning dankbaar aan 56 II, 0, 11,30 | 30. Wanneer wij ons met deze encycliek tot u, medebroeders 57 II, 0, 11,30 | waarheen wij gaan? “.50 ~Deze en andere vragen - bijv.: 58 II, 0, 11,30 | te lossen. Dit licht en deze kracht brengen de Kerk ertoe, 59 II, 0, 11,30 | Altijd in dit licht en in deze kracht verricht het leergezag 60 II, 0, 11,30(51) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 43- 61 II, 0, 12,31 | moderne cultuur beschouwd. Deze op zichzelf authentieke 62 II, 0, 12,31(55) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 11. ~ 63 II, 0, 12,32 | alle waarden zou zijn. In deze richting bewegen zich doctrines, 64 II, 0, 12,32 | voortkomt uit het geweten. Op deze manier is echter het absolute 65 II, 0, 12,32 | zichtbaar is, hoort bij deze ontwikkeling de crisis omtrent 66 II, 0, 12,32 | dienovereenkomstig te handelen. Deze visie is niets anders dan 67 II, 0, 12,32 | een menselijke natuur. ~Deze verschillende opvattingen 68 II, 0, 12,33 | van de conclusies, die uit deze observaties legitiem te 69 II, 0, 12,34 | waarheid vast te houden. 58 In deze zin placht kardinaal J.H. 70 II, 0, 12,34 | ontkennen het zelfs. ~Willen we deze tendensen aan een kritische 71 II, 1, 1,35 | vrijheid van de mens in deze aanvaarding haar ware en 72 II, 1, 1,35 | aangezien. Bijgevolg zou deze ook aanspraak maken op zulk 73 II, 1, 1,36 | uitgeoefend. Ook al zou deze zeker nooit de menselijke 74 II, 1, 1,36(60) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 40 75 II, 1, 1,36 | ordening van het leven in deze wereld: Deze normen zouden 76 II, 1, 1,36 | het leven in deze wereld: Deze normen zouden zich slechts 77 II, 1, 1,36 | hebben. Als schepper van deze wet kon men geenszins God 78 II, 1, 1,36 | de mensen zou uitoefenen. Deze gissingen hebben er nu toe 79 II, 1, 1,37 | de katholieke leer. ~In deze samenhang moeten zeker de 80 II, 1, 2,38 | eenheid met God komt”. 64 Deze woorden wijzen op de wonderbare 81 II, 1, 2,38(64) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 17. ~ 82 II, 1, 2,38(66) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 36. ~ 83 II, 1, 2,39 | persoonlijk in zichzelf deze volmaaktheid opbouwen. Want 84 II, 1, 2,40 | mijden moet. Dit licht en deze wet heeft God ons bij de 85 II, 1, 2,40(70) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 41. ~ 86 II, 1, 2,40(73) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 47. ~ 87 II, 1, 2,41 | Hij daarmee, dat de mens dezekennisniet als een oorspronkelijk 88 II, 1, 3,42 | ontkend, maar blijft pas door deze gehoorzaamheid in de waarheid 89 II, 1, 3,42 | aangezicht in de mens. In deze zin schrijft de H. Thomas 90 II, 1, 3,42(75) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 17. ~ 91 II, 1, 3,42 | Daaruit volgt ook, waarom deze wet natuurwet wordt genoemd: 92 II, 1, 3,43 | handelen te wijzen. 81 Op deze manier roept God de mens 93 II, 1, 3,43 | menselijke personen. In deze samenhang staat de natuurwet, 94 II, 1, 3,43 | en tot het geboden doel: deze deelname aan de eeuwige 95 II, 1, 3,44 | doelmatig zijn als alles in deze instructie, die ik u vandaag 96 II, 1, 3,45 | Jezus” (Rom. 8, 2). Over deze wet schrijft de H. Thomas: “ 97 II, 1, 3,45 | schrijft de H. Thomas: “Deze wet kan in een betekenis 98 II, 1, 3,45 | men toch niet vergeten dat deze en andere nuttige onderscheiden 99 II, 1, 3,45 | zoals de ontvanger van deze wet de mens is. De verschillende 100 II, 1, 4,46 | Renaissance en Reformatie hebben deze debatten gevlamd, zoals 101 II, 1, 4,46 | werkelijkheid te zijn. In deze samenhang worden ook de 102 II, 1, 4,46 | de vrijheid gevestigd is. Deze natuur zou dan in de eerste 103 II, 1, 4,46 | en van haar waarden. Op deze manier zou de mens tenslotte 104 II, 1, 4,47 | 47. In deze samenhang werd tegen de 105 II, 1, 4,47 | en naturalisme gemaakt: deze opvatting zou als zedelijke 106 II, 1, 4,47 | Maar naar de mening van deze theologen houdt een moreel 107 II, 1, 4,47 | negatieve beoordeling van deze handelwijzen noch met de 108 II, 1, 4,47 | begiftigd wezen kan - in deze opvatting - niet alleen, 109 II, 1, 4,47 | gedragsmodellen en de betekenissen die deze in een bepaalde cultuur 110 II, 1, 4,48 | aangezien het doel van deze neigingen alleenfysieke” 111 II, 1, 4,48 | zouden zijn. Wie zich op deze zou beroepen, om daarin 112 II, 1, 4,48 | splitsing in de mens zelf. ~Deze morele theorie komt niet 113 II, 1, 4,48 | corpore et anima unus87 - is. Deze definities wijzen er niet 114 II, 1, 4,48(87) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 14. ~ 115 II, 1, 4,49 | louter formele vrijheid. Deze reductie miskent de morele 116 II, 1, 4,49 | Godsrijk (vgl. 1 Kor. 6, 9-10). Deze vervloeking - die door het 117 II, 1, 4,50(89) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 15. ~ 118 II, 1, 5,51 | onveranderlijkheid. “Waar zijn dan wel deze regels opgeschreven - vroeg 119 II, 1, 5,51 | te verlaten”. 92 ~Dankzij dezeWaarheidligt universaliteit 120 II, 1, 5,51 | zich uit over alle mensen. Deze universaliteit laat de uniciteit 121 II, 1, 5,52(94) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 10; 122 II, 1, 5,52 | bestemming95 geschapen zijn. Deze universele en blijvende 123 II, 1, 5,52 | overeenstemmende deugden maakt het zich deze waarheid van zijn zijn tot 124 II, 1, 5,52 | de onvermijdelijkheid van deze verboden: “Als je het eeuwige 125 II, 1, 5,52(95) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 29. ~ 126 II, 1, 5,53 | had (vgl. Mt. 19, 1-9). In deze zinbelijdt de Kerk, dat 127 II, 1, 5,53 | historische actualiteit van deze normen onophoudelijk tot 128 II, 1, 5,53 | authentiek uit te leggen. Deze waarheid van de zedenwet 129 II, 1, 5,53 | die de uitdrukking van deze waarheid zijn, blijven wezenlijk 130 II, 1, 5,53(100) | heeft gesproken: “men moet deze veilige en onveranderlijke 131 II, 2, 1,54 | zijn waardigheid en volgens deze zal hij zelf geoordeeld 132 II, 2, 1,54 | zedelijk geweten heeft. In deze zin leiden de bovengenoemde 133 II, 2, 1,54(101) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16. ~ 134 II, 2, 1,55 | auteurs tot de bewering dat deze normen niet zozeer een bindend 135 II, 2, 1,55 | van het geweten eigen is: Deze hangt ten diepste samen 136 II, 2, 1,55 | gedefinieerd werd. Deze stem -zo wordt gezegd -geeft 137 II, 2, 1,56 | Ter rechtvaardiging van deze en soortgelijke houdingen 138 II, 2, 1,56 | beschouwen erkend moeten worden. Deze zou, door rekening te houden 139 II, 2, 1,56 | slecht wordt beschouwd. Op deze manier ontstaat in enkele 140 II, 2, 1,56 | niet begrijpen zal dat met deze aanzetten niets minder dan 141 II, 2, 1,56 | maakt een beoordeling van dezecreatieveinterpretatie 142 II, 2, 2,60 | goedheid van een bepaalde daad deze alsnog uitvoert, wordt hij 143 II, 2, 2,60 | veroordeeld. ~De waardigheid van deze intellectuele instantie 144 II, 2, 2,60 | horen en uit te drukken. Op deze waarheid wordt door de “ 145 II, 2, 2,60(106) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16; 146 II, 2, 2,61 | verantwoordelijkheid van deze oordelen - en in laatste 147 II, 2, 3,62 | bijna blind wordt”. 107 Met deze bondige woorden geeft het 148 II, 2, 3,62 | zoeken en overeenkomstig deze waarheid oordelen. Het geweten 149 II, 2, 3,62 | Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt andere mensen, 150 II, 2, 3,62 | komen. ~In het geval dat deze onoverkomelijke onwetendheid 151 II, 2, 3,62(107) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16. ~ 152 II, 2, 3,63(109) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16. ~ 153 II, 2, 3,64 | gedrag niet af te stemmen op deze wereld, maarom ons te 154 II, 2, 3,64 | de hoop en de liefde. in deze zin heeft Jezus gezegd: “ 155 II, 3, 1,65 | vrijheid niet alleen betekent, deze of gene individuele handeling 156 II, 3, 1,65 | gewaardeerd kunnen worden. Volgens deze auteurs zou de sleutelrol 157 II, 3, 1,65 | afzonderlijke handelingen die uit deze optie voortkomen zouden 158 II, 3, 1,65 | beslissende pogingen zijn, om deze fundamentele optie uit te 159 II, 3, 1,65 | Onmiddellijk object van deze handelingen is - zo heet 160 II, 3, 1,65 | enkele theologen zou geen van deze bona, beperkt/concreet op 161 II, 3, 1,65 | verkeerd “ benoemen. Op deze manier schijnt zich in het 162 II, 3, 1,66 | Mij!” (Mt. 19, 21) -: Op deze oproep antwoordt de leerling 163 II, 3, 1,66 | voorwendsel voor het vlees!” In deze vermaning klinken de woorden 164 II, 3, 1,67 | 67. Deze tendensen staan dus in tegenstelling 165 II, 3, 1,67 | vrijheid verstaat en die deze beslissing ten diepste met 166 II, 3, 1,67 | genade na te streven. Maar deze mogelijkheid wordt feitelijk 167 II, 3, 2,69 | fundamentele optie. Volgens deze theologen zou de doodzonde, 168 II, 3, 2,69 | bewustheid te bereiken. In deze zin - zo voegen zij eraan 169 II, 3, 2,70 | weloverwogen keuze, die deze (fundamentele optie-vert.) 170 II, 4, 1,71(119) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 17. ~ 171 II, 4, 1,72 | afstemt op zijn einddoel: Deze eeuwige wet wordt zowel 172 II, 4, 1,72 | overeenstemming is, maakt de keuze van deze handeling onze wil en ons 173 II, 4, 1,73(123) | de Kerk in de wereld van deze tijd: “Dit geldt niet alleen 174 II, 4, 1,73 | mensen betuigen”. 124 ~In deze zin bezit het zedelijk leven 175 II, 4, 1,73 | eeuwig leven te winnen?” Maar deze afstemming op het laatste 176 II, 4, 1,73 | Zij veronderstelt, dat aan deze handelwijzen uit zichzelf 177 II, 4, 1,74 | mens vanaf? Waarvan krijgt deze afstemming van de menselijke 178 II, 4, 1,74 | katholieke moraaltheologen die deze opvatting volgen, zouden 179 II, 4, 1,74 | stellen. En het onderzoek naar deze argumenten is legitiem en 180 II, 4, 1,75 | voltrekt, inbegrepen is: deze zijn voorwaarde voor zijn 181 II, 4, 1,75 | gedragswijzen, afziet. Volgens deze theorieën zou de vrije wil 182 II, 4, 1,75 | tegenspraak zouden zijn met deze zedelijke waarden, nooit 183 II, 4, 1,75 | slechtte bestempelen. Op deze wijze zou een handeling 184 II, 4, 1,75 | ernstige materie zouden deze laatste als steeds relatieve 185 II, 4, 1,75 | beschouwd worden. ~Volgens deze visie zou dan de bewuste 186 II, 4, 2,76 | 76. Deze theorieën krijgen misschien 187 II, 4, 2,76 | goed kunnen rechtvaardigen. Deze theorieën kunnen zich niet 188 II, 4, 2,76 | als het waar is dat in deze laatste zich een casuïstiek 189 II, 4, 2,76 | liever hun leven gaven dan deze of gene handeling te verrichten 190 II, 4, 2,77 | Maar de overweging van deze gevolgen - evenmin als van 191 II, 4, 2,78 | handelende persoon stempelt. In deze zin zijn er, zoals de Catechismus 192 II, 4, 2,78 | opdat er goed ontstaat. Deze mensen worden met recht 193 II, 4, 2,78 | te kunnen worden. Juist deze handeling krijgt dan haar 194 II, 4, 2,78 | daadwerkelijk op God afstemt. In deze zin leert de patroon van 195 II, 4, 3,79 | zonder de bedoeling, waarmee deze keuze gemaakt werd, of zonder 196 II, 4, 3,80(132) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 27. ~ 197 II, 4, 3,82 | tegenover dit goede. In deze zin betekent het in acht 198 II, 4, 3,82 | handelen hangt van de trouw aan deze geboden af, die uitdrukking 199 II, 4, 3,82 | bedoeling op grond waarvan deze keuze gemaakt werd, of zonder 200 II, 4, 3,82 | aanmerking te nemen. Zonder deze verstandelijke bepaling 201 II, 4, 3,83 | theorieën, die indruisen tegen deze waarheid, afwijzen. ~Broeders 202 III, 0, 4,84 | dat juist met het oog op deze fundamentele vraag, door 203 III, 0, 4,84 | arbeid ontwikkeld wordt: “Deze wezenlijke samenhang van 204 III, 0, 4,84 | het opnieuw ontdekken van deze samenhang. De vraag van 205 III, 0, 4,85 | De opgave van de Kerk om deze ethische theorieën onderzoekend 206 III, 0, 4,85 | Stemt uw gedrag niet af op deze wereld; wordt andere mensen, 207 III, 0, 4,85 | van de vrijheid, Hij leeft deze in de volheid van zijn totale 208 III, 0, 4,85 | roept de leerlingen op aan deze vrijheid deel te nemen. ~ 209 III, 0, 4,86 | raadselachtige wijze ertoe neigt, deze openheid voor het ware en 210 III, 0, 4,86(138)| de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 24. ~ 211 III, 0, 4,87 | aanbidden (Joh. 4, 23): door deze aanbidding worden ze vrij. 212 III, 0, 4,87 | liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft 213 III, 0, 4,87 | vgl. Phil. 2, 6-11). Op deze wijze is de beschouwing 214 III, 0, 4,87 | van je Bevrijder”. 140 ~Op deze manier is de Kerk, en elke 215 III, 0, 5,88 | scheidt van de moraal. ~Deze scheiding is onderwerp van 216 III, 0, 5,88 | verstandig. Benut de tijd, want deze dagen zijn slecht” (Eph. 217 III, 0, 6,90 | iedere mens voortkomen, deze door de zedelijke normen 218 III, 0, 6,91 | gedragswijze te onthouden als deze in strijd was met de liefde 219 III, 0, 6,91 | aan de geboden en weigert deze te verraden - en al zou 220 III, 0, 6,92(144)| de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 27. ~ 221 III, 0, 6,93 | 12) en laten ze ook in deze, onze tijd de woorden van 222 III, 0, 6,94 | dat het getuigenis voor deze reeds in de schepping aanwezige 223 III, 0, 7,95 | moederlijk gevoel van de Kerk. ~Deze zou het, zo zegt men, aan 224 III, 0, 7,95 | zedelijke norm te verkondigen.. Deze norm is niet door de Kerk 225 III, 0, 7,96 | vrijheid genoemd worden. ~Deze dienst wordt elke mens aangeboden, 226 III, 0, 7,96 | groei. En juist daarom is deze dienst gericht op alle mensen: 227 III, 0, 7,96 | gemeenschap als zodanig. Deze normen vormen inderdaad 228 III, 0, 7,97 | maatschappelijk leven. ~Deze geboden worden in algemene 229 III, 0, 7,97 | uitvoerige gedragscodex. In deze zin zijn de zedelijke grondregels 230 III, 0, 7,97 | moeilijke omstandigheden zijn deze ambtsdragers en de afzonderlijke 231 III, 0, 7,97(153)| de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 25. ~ 232 III, 0, 8,98 | gemakkelijk aan de wortels van deze situaties eigenlijkculturele” 233 III, 0, 8,99 | Slechts op het fundament van deze waarheid is het mogelijk, 234 III, 0, 8,99 | drukkende problemen, die deze doen beven, op te lossen: 235 III, 0, 8,99 | God. Juist daarom, vanwege deze natuur, is hij drager van 236 III, 0, 8,100 | hechting aan de goederen van deze wereld te beteugelen; de 237 III, 0, 9,102 | is de mens ertoe geneigd, deze harmonie te verbreken: “ 238 III, 0, 9,102 | Waar komt uiteindelijk deze innerlijke gespletenheid 239 III, 0, 9,102 | traditie van de Kerk, zoals deze door het concilie van Trente 240 III, 0, 9,103 | onttrekken aan de genade die uit deze daad voortkomt. Het gebod 241 III, 0, 9,104 | 104. In deze context wordt aan het erbarmen 242 III, 0, 9,105 | en maakt de grond rijp om deze te ontvangen. “Wie zal mij 243 III, 0, 9,105 | onderbreking in het oog houdt, om deze klei te verstevigen, zo 244 III, 0, 10,106 | moet stellen. In feite komt deze uitdaging niet zo zeer voort 245 III, 0, 10,108 | hadden; ja ze traden juist op deze machten en kwellingen van 246 III, 0, 10,108 | droegen ze de gaven, die juist deze Geest schenkt en aan de 247 III, 0, 10,108 | In levende samenhang met deze nieuwe evangelisatie, die “ 248 III, 0, 11,109 | geloofszaken niet dwalen. En deze haar bijzondere eigenschap 249 III, 0, 11,109 | bezighouden. In de dienst van dezegelovige studie van het 250 III, 0, 11,109 | bestemming en de weg om deze te bereiken. Hoewel deze 251 III, 0, 11,109 | deze te bereiken. Hoewel deze geopenbaarde waarheid al 252 III, 0, 11,109 | zich ontplooien, zoals aan deze Kerk en haar geloofsleven 253 III, 0, 11,110 | in-wezen-slecht-zijn met deze eisen onverenigbaar zijn”. 172 254 III, 0, 11,110 | geboden en verlangt van hen, deze gewetensvol als zedelijk 255 III, 0, 11,111 | goddelijke oproep moet geven. Op deze manier zal de moraaltheologie 256 III, 0, 11,111 | moraaltheologie en haar leer in deze tijd bijzondere moeilijkheden. 257 III, 0, 11,111 | verworven kennis. Terwijl deze zich met de fenomenen van 258 III, 0, 11,112 | zonder de grote waarde van deze kennis, die ze aanbieden, 259 III, 0, 11,113 | bewuste aanvaarding van deze intellectuele, geestelijke 260 III, 0, 12,114 | zedelijke leven en verklaren deze in het licht van de heilige 261 III, 0, 12,114 | mij na”. De waarheid van deze leer is bezegeld aan het 262 III, 0, 12,115 | Kerk de fundamenten van deze leer in een zekere uitvoerigheid 263 III, 0, 12,115 | het bijzonder worden met deze encycliek beoordelingen 264 III, 0, 12,115 | moraaltheologie gegeven. Deze deel ik hier mee in gehoorzaamheid 265 III, 0, 12,115 | leer is, die de kern van deze encycliek vormt en waaraan 266 III, 0, 12,115 | maatschappij. ~Wanneer het deze geboden erkent, vernemen 267 III, 0, 12,116 | de getrouwe weergave van deze moraaltheologie te waken 268 III, 0, 12,116 | hiermee in strijd is. Bij deze taak worden we allen door 269 III, 0, 12,116 | ziekenhulp, de bisschoppen kunnen deze structuren opzetten en erkennen 270 III, 0, 12,117 | noodzakelijk, dat iedereen deze vraag aan degoedeMeester 271 Slot, 0, 12,118 | 118. Tot slot van deze beschouwingen vertrouwen 272 Slot, 0, 12,118 | verlossing. Tot voltooiïng komt deze barmhartigheid in het geschenk 273 Slot, 0, 12,118 | van het goede mogelijk. Deze vernieuwing die het mogelijk 274 Slot, 0, 12,119 | de andere kant ontslaat deze eenvoud volgens het evangelie 275 Slot, 0, 12,120 | naamzetel der Wijsheid”. Deze wijsheid is Jezus Christus 276 Slot, 0, 12,120 | Maria nodigt elk mens uit, deze wijsheid aan te nemen. Ook 277 Slot, 0, 12,120 | rechtvaardigt; want ze weet, dat op deze wijze het offer van Christus,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License