Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Greet | vrijheid van de mens, die op deze wijze ertoe gebracht wordt
2 Inl, 0, 1,1 | waarheid” (1 Petr. 1, 22). ~Deze gehoorzaamheid is niet altijd
3 Inl, 0, 1,1 | bedrieglijke vrijheid buiten deze waarheid. ~Maar geen duisternis
4 Inl, 0, 1,2(1) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 22. ~
5 Inl, 0, 1,2(4) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 4. ~
6 Inl, 0, 1,3 | uitmuntend getuigenis voor deze houding van de Kerk, die
7 Inl, 0, 1,3(6) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 33. ~
8 Inl, 0, 2 | Onderwerp van deze encycliek~
9 Inl, 0, 2,4 | en ethische opvattingen. Deze hebben hun wortels in de
10 Inl, 0, 2,4 | naaste lief te hebben, zonder deze geboden onder alle omstandigheden
11 Inl, 0, 2,4(8) | Pius XII had deze theoretische ontwikkeling
12 Inl, 0, 2,5 | solidair sociaal leven. ~Als deze sinds lang verwachte encycliek
13 Inl, 0, 2,5 | het specifieke thema van deze encycliek, die de bedoeling
14 Inl, 0, 2,5 | antwoorden die zich tegen deze leer richten. ~
15 I, 0, 3,6 | jongeman antwoordde Hem: Al deze geboden heb ik onderhouden.
16 I, 0, 3,7 | vrijheid in beweging zet. Deze vraag is ten laatste een
17 I, 0, 3,7 | vervult. ~Opdat de mensen deze “ontmoeting” met Christus
18 I, 0, 4,8 | opgegroeid. Wanneer hij Jezus deze vraag stelt, mogen wij aannemen,
19 I, 0, 4,8 | zijn verkondigingswerk met deze, nieuwe aankondiging begonnen
20 I, 0, 5,10 | grotere vergoeding voor deze liefde te zoeken; want de
21 I, 0, 6,12 | Maar God heeft reeds op deze vraag geantwoord: Hij heeft
22 I, 0, 6,12 | afgestemd heeft op zijn doel. Deze natuurlijke wet is “niets
23 I, 0, 6,12 | vermijden. Dit licht en deze wet heeft God ons bij de
24 I, 0, 6,13(21) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 24. ~
25 I, 0, 6,13 | iemand begint niets met deze wandaden van doen te hebben (
26 I, 0, 6,14 | wetgeleerden bewijst: als deze Hem een bijna gelijke vraag
27 I, 0, 6,14 | alleen het gehoorzamen aan deze geboden kan leiden tot het
28 I, 0, 6,14 | dat juist het tweede van deze geboden de nieuwsgierigheid
29 I, 0, 6,15 | als volheid van de wet: deze vervult zich in Christus (
30 I, 0, 7,16 | niet, die Jezus vraagt: “Al deze geboden heb ik in acht genomen.
31 I, 0, 7,16 | goed geweten te zeggen: “Al deze geboden heb ik opgevolgd”,
32 I, 0, 7,16 | antwoord van Jezus, zo moet ook deze passage in de samenhang
33 I, 0, 7,16 | zeggen de deemoedigen. In deze zin kan men zeggen, dat
34 I, 0, 7,17 | alle andere geboden zijn in deze zin samengevat: Gij zult
35 I, 0, 7,18 | wet te blijven staan maar deze eisen in hun volheid te
36 I, 0, 7,18 | zonen in de Zoon te zijn. ~Deze roeping tot volmaakte liefde
37 I, 0, 7,18 | preciseert Jezus de betekenis van deze volmaaktheid verder: “Weest
38 I, 0, 8,19 | en tegelijk de inhoud van deze volmaaktheid bestaat in
39 I, 0, 8,20 | christelijke leven. Want deze daden van Hem en vooral
40 I, 0, 8,20 | en voor de mensen. Juist deze liefde moet, zo verlangt
41 I, 0, 9,22 | mogelijk. Hij wordt tot deze liefde in staat alleen krachtens
42 I, 0, 9,23 | de dood” (Rom. 8, 2). Met deze woorden leert de apostel
43 I, 0, 9,24 | 1 Joh. 4, 7-8. 11. 19). ~Deze onlosmakelijke verbinding
44 I, 0, 9,24 | heeft de H. Augustinus met deze eenvoudige en diepe woorden: “
45 I, 0, 9,24 | ook spreekt, bereiden op deze genade voor of maken haar
46 I, 0, 10,25 | het licht en de kracht van deze Geest hebben de apostelen
47 I, 0, 10,27 | alle geslachten overdraagt. Deze apostolische overlevering
48 I, 0, 10,27 | correct toegepast worden. Deze “actualisering” van de geboden
49 I, 0, 10,27 | van Jezus Christus”. 41 Op deze wijze toont de Kerk zich
50 II | niet aan de denktrant van deze wereld aan!” (Rom. 12, 2) ~
51 II, 0, 11,28(44) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 22. ~
52 II, 0, 11,29 | tot inhoud heeft, en in deze zin staat ze voor alle mensen
53 II, 0, 11,29 | uitdrukkingswijze, ook wanneer deze altijd dezelfde betekenis
54 II, 0, 11,29(46) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 62. ~
55 II, 0, 11,29 | heeft toevertrouwd, nemen deze inspanning dankbaar aan
56 II, 0, 11,30 | 30. Wanneer wij ons met deze encycliek tot u, medebroeders
57 II, 0, 11,30 | waarheen wij gaan? “.50 ~Deze en andere vragen - bijv.:
58 II, 0, 11,30 | te lossen. Dit licht en deze kracht brengen de Kerk ertoe,
59 II, 0, 11,30 | Altijd in dit licht en in deze kracht verricht het leergezag
60 II, 0, 11,30(51) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 43-
61 II, 0, 12,31 | moderne cultuur beschouwd. Deze op zichzelf authentieke
62 II, 0, 12,31(55) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 11. ~
63 II, 0, 12,32 | alle waarden zou zijn. In deze richting bewegen zich doctrines,
64 II, 0, 12,32 | voortkomt uit het geweten. Op deze manier is echter het absolute
65 II, 0, 12,32 | zichtbaar is, hoort bij deze ontwikkeling de crisis omtrent
66 II, 0, 12,32 | dienovereenkomstig te handelen. Deze visie is niets anders dan
67 II, 0, 12,32 | een menselijke natuur. ~Deze verschillende opvattingen
68 II, 0, 12,33 | van de conclusies, die uit deze observaties legitiem te
69 II, 0, 12,34 | waarheid vast te houden. 58 In deze zin placht kardinaal J.H.
70 II, 0, 12,34 | ontkennen het zelfs. ~Willen we deze tendensen aan een kritische
71 II, 1, 1,35 | vrijheid van de mens in deze aanvaarding haar ware en
72 II, 1, 1,35 | aangezien. Bijgevolg zou deze ook aanspraak maken op zulk
73 II, 1, 1,36 | uitgeoefend. Ook al zou deze zeker nooit de menselijke
74 II, 1, 1,36(60) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 40
75 II, 1, 1,36 | ordening van het leven in deze wereld: Deze normen zouden
76 II, 1, 1,36 | het leven in deze wereld: Deze normen zouden zich slechts
77 II, 1, 1,36 | hebben. Als schepper van deze wet kon men geenszins God
78 II, 1, 1,36 | de mensen zou uitoefenen. Deze gissingen hebben er nu toe
79 II, 1, 1,37 | de katholieke leer. ~In deze samenhang moeten zeker de
80 II, 1, 2,38 | eenheid met God komt”. 64 Deze woorden wijzen op de wonderbare
81 II, 1, 2,38(64) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 17. ~
82 II, 1, 2,38(66) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 36. ~
83 II, 1, 2,39 | persoonlijk in zichzelf deze volmaaktheid opbouwen. Want
84 II, 1, 2,40 | mijden moet. Dit licht en deze wet heeft God ons bij de
85 II, 1, 2,40(70) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 41. ~
86 II, 1, 2,40(73) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 47. ~
87 II, 1, 2,41 | Hij daarmee, dat de mens deze “kennis” niet als een oorspronkelijk
88 II, 1, 3,42 | ontkend, maar blijft pas door deze gehoorzaamheid in de waarheid
89 II, 1, 3,42 | aangezicht in de mens. In deze zin schrijft de H. Thomas
90 II, 1, 3,42(75) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 17. ~
91 II, 1, 3,42 | Daaruit volgt ook, waarom deze wet natuurwet wordt genoemd:
92 II, 1, 3,43 | handelen te wijzen. 81 Op deze manier roept God de mens
93 II, 1, 3,43 | menselijke personen. In deze samenhang staat de natuurwet,
94 II, 1, 3,43 | en tot het geboden doel: deze deelname aan de eeuwige
95 II, 1, 3,44 | doelmatig zijn als alles in deze instructie, die ik u vandaag
96 II, 1, 3,45 | Jezus” (Rom. 8, 2). Over deze wet schrijft de H. Thomas: “
97 II, 1, 3,45 | schrijft de H. Thomas: “Deze wet kan in een betekenis
98 II, 1, 3,45 | men toch niet vergeten dat deze en andere nuttige onderscheiden
99 II, 1, 3,45 | zoals de ontvanger van deze wet de mens is. De verschillende
100 II, 1, 4,46 | Renaissance en Reformatie hebben deze debatten gevlamd, zoals
101 II, 1, 4,46 | werkelijkheid te zijn. In deze samenhang worden ook de
102 II, 1, 4,46 | de vrijheid gevestigd is. Deze natuur zou dan in de eerste
103 II, 1, 4,46 | en van haar waarden. Op deze manier zou de mens tenslotte
104 II, 1, 4,47 | 47. In deze samenhang werd tegen de
105 II, 1, 4,47 | en naturalisme gemaakt: deze opvatting zou als zedelijke
106 II, 1, 4,47 | Maar naar de mening van deze theologen houdt een moreel
107 II, 1, 4,47 | negatieve beoordeling van deze handelwijzen noch met de
108 II, 1, 4,47 | begiftigd wezen kan - in deze opvatting - niet alleen,
109 II, 1, 4,47 | gedragsmodellen en de betekenissen die deze in een bepaalde cultuur
110 II, 1, 4,48 | aangezien het doel van deze neigingen alleen “fysieke”
111 II, 1, 4,48 | zouden zijn. Wie zich op deze zou beroepen, om daarin
112 II, 1, 4,48 | splitsing in de mens zelf. ~Deze morele theorie komt niet
113 II, 1, 4,48 | corpore et anima unus87 - is. Deze definities wijzen er niet
114 II, 1, 4,48(87) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 14. ~
115 II, 1, 4,49 | louter formele vrijheid. Deze reductie miskent de morele
116 II, 1, 4,49 | Godsrijk (vgl. 1 Kor. 6, 9-10). Deze vervloeking - die door het
117 II, 1, 4,50(89) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 15. ~
118 II, 1, 5,51 | onveranderlijkheid. “Waar zijn dan wel deze regels opgeschreven - vroeg
119 II, 1, 5,51 | te verlaten”. 92 ~Dankzij deze “Waarheid” ligt universaliteit
120 II, 1, 5,51 | zich uit over alle mensen. Deze universaliteit laat de uniciteit
121 II, 1, 5,52(94) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 10;
122 II, 1, 5,52 | bestemming” 95 geschapen zijn. Deze universele en blijvende
123 II, 1, 5,52 | overeenstemmende deugden maakt het zich deze waarheid van zijn zijn tot
124 II, 1, 5,52 | de onvermijdelijkheid van deze verboden: “Als je het eeuwige
125 II, 1, 5,52(95) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 29. ~
126 II, 1, 5,53 | had (vgl. Mt. 19, 1-9). In deze zin “belijdt de Kerk, dat
127 II, 1, 5,53 | historische actualiteit van deze normen onophoudelijk tot
128 II, 1, 5,53 | authentiek uit te leggen. Deze waarheid van de zedenwet
129 II, 1, 5,53 | die de uitdrukking van deze waarheid zijn, blijven wezenlijk
130 II, 1, 5,53(100) | heeft gesproken: “men moet deze veilige en onveranderlijke
131 II, 2, 1,54 | zijn waardigheid en volgens deze zal hij zelf geoordeeld
132 II, 2, 1,54 | zedelijk geweten heeft. In deze zin leiden de bovengenoemde
133 II, 2, 1,54(101) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16. ~
134 II, 2, 1,55 | auteurs tot de bewering dat deze normen niet zozeer een bindend
135 II, 2, 1,55 | van het geweten eigen is: Deze hangt ten diepste samen
136 II, 2, 1,55 | gedefinieerd werd. Deze stem -zo wordt gezegd -geeft
137 II, 2, 1,56 | Ter rechtvaardiging van deze en soortgelijke houdingen
138 II, 2, 1,56 | beschouwen erkend moeten worden. Deze zou, door rekening te houden
139 II, 2, 1,56 | slecht wordt beschouwd. Op deze manier ontstaat in enkele
140 II, 2, 1,56 | niet begrijpen zal dat met deze aanzetten niets minder dan
141 II, 2, 1,56 | maakt een beoordeling van deze “creatieve” interpretatie
142 II, 2, 2,60 | goedheid van een bepaalde daad deze alsnog uitvoert, wordt hij
143 II, 2, 2,60 | veroordeeld. ~De waardigheid van deze intellectuele instantie
144 II, 2, 2,60 | horen en uit te drukken. Op deze waarheid wordt door de “
145 II, 2, 2,60(106) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16;
146 II, 2, 2,61 | verantwoordelijkheid van deze oordelen - en in laatste
147 II, 2, 3,62 | bijna blind wordt”. 107 Met deze bondige woorden geeft het
148 II, 2, 3,62 | zoeken en overeenkomstig deze waarheid oordelen. Het geweten
149 II, 2, 3,62 | Stemt uw gedrag niet af op deze wereld. Wordt andere mensen,
150 II, 2, 3,62 | komen. ~In het geval dat deze onoverkomelijke onwetendheid
151 II, 2, 3,62(107) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16. ~
152 II, 2, 3,63(109) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 16. ~
153 II, 2, 3,64 | gedrag niet af te stemmen op deze wereld, maar “om ons te
154 II, 2, 3,64 | de hoop en de liefde. in deze zin heeft Jezus gezegd: “
155 II, 3, 1,65 | vrijheid niet alleen betekent, deze of gene individuele handeling
156 II, 3, 1,65 | gewaardeerd kunnen worden. Volgens deze auteurs zou de sleutelrol
157 II, 3, 1,65 | afzonderlijke handelingen die uit deze optie voortkomen zouden
158 II, 3, 1,65 | beslissende pogingen zijn, om deze fundamentele optie uit te
159 II, 3, 1,65 | Onmiddellijk object van deze handelingen is - zo heet
160 II, 3, 1,65 | enkele theologen zou geen van deze bona, beperkt/concreet op
161 II, 3, 1,65 | verkeerd “ benoemen. Op deze manier schijnt zich in het
162 II, 3, 1,66 | Mij!” (Mt. 19, 21) -: Op deze oproep antwoordt de leerling
163 II, 3, 1,66 | voorwendsel voor het vlees!” In deze vermaning klinken de woorden
164 II, 3, 1,67 | 67. Deze tendensen staan dus in tegenstelling
165 II, 3, 1,67 | vrijheid verstaat en die deze beslissing ten diepste met
166 II, 3, 1,67 | genade na te streven. Maar deze mogelijkheid wordt feitelijk
167 II, 3, 2,69 | fundamentele optie. Volgens deze theologen zou de doodzonde,
168 II, 3, 2,69 | bewustheid te bereiken. In deze zin - zo voegen zij eraan
169 II, 3, 2,70 | weloverwogen keuze, die deze (fundamentele optie-vert.)
170 II, 4, 1,71(119) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 17. ~
171 II, 4, 1,72 | afstemt op zijn einddoel: Deze eeuwige wet wordt zowel
172 II, 4, 1,72 | overeenstemming is, maakt de keuze van deze handeling onze wil en ons
173 II, 4, 1,73(123) | de Kerk in de wereld van deze tijd: “Dit geldt niet alleen
174 II, 4, 1,73 | mensen betuigen”. 124 ~In deze zin bezit het zedelijk leven
175 II, 4, 1,73 | eeuwig leven te winnen?” Maar deze afstemming op het laatste
176 II, 4, 1,73 | Zij veronderstelt, dat aan deze handelwijzen uit zichzelf
177 II, 4, 1,74 | mens vanaf? Waarvan krijgt deze afstemming van de menselijke
178 II, 4, 1,74 | katholieke moraaltheologen die deze opvatting volgen, zouden
179 II, 4, 1,74 | stellen. En het onderzoek naar deze argumenten is legitiem en
180 II, 4, 1,75 | voltrekt, inbegrepen is: deze zijn voorwaarde voor zijn
181 II, 4, 1,75 | gedragswijzen, afziet. Volgens deze theorieën zou de vrije wil
182 II, 4, 1,75 | tegenspraak zouden zijn met deze zedelijke waarden, nooit
183 II, 4, 1,75 | slecht” te bestempelen. Op deze wijze zou een handeling
184 II, 4, 1,75 | ernstige materie zouden deze laatste als steeds relatieve
185 II, 4, 1,75 | beschouwd worden. ~Volgens deze visie zou dan de bewuste
186 II, 4, 2,76 | 76. Deze theorieën krijgen misschien
187 II, 4, 2,76 | goed kunnen rechtvaardigen. Deze theorieën kunnen zich niet
188 II, 4, 2,76 | als het waar is dat in deze laatste zich een casuïstiek
189 II, 4, 2,76 | liever hun leven gaven dan deze of gene handeling te verrichten
190 II, 4, 2,77 | Maar de overweging van deze gevolgen - evenmin als van
191 II, 4, 2,78 | handelende persoon stempelt. In deze zin zijn er, zoals de Catechismus
192 II, 4, 2,78 | opdat er goed ontstaat. Deze mensen worden met recht
193 II, 4, 2,78 | te kunnen worden. Juist deze handeling krijgt dan haar
194 II, 4, 2,78 | daadwerkelijk op God afstemt. In deze zin leert de patroon van
195 II, 4, 3,79 | zonder de bedoeling, waarmee deze keuze gemaakt werd, of zonder
196 II, 4, 3,80(132) | de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 27. ~
197 II, 4, 3,82 | tegenover dit goede. In deze zin betekent het in acht
198 II, 4, 3,82 | handelen hangt van de trouw aan deze geboden af, die uitdrukking
199 II, 4, 3,82 | bedoeling op grond waarvan deze keuze gemaakt werd, of zonder
200 II, 4, 3,82 | aanmerking te nemen. Zonder deze verstandelijke bepaling
201 II, 4, 3,83 | theorieën, die indruisen tegen deze waarheid, afwijzen. ~Broeders
202 III, 0, 4,84 | dat juist met het oog op deze fundamentele vraag, door
203 III, 0, 4,84 | arbeid ontwikkeld wordt: “Deze wezenlijke samenhang van
204 III, 0, 4,84 | het opnieuw ontdekken van deze samenhang. De vraag van
205 III, 0, 4,85 | De opgave van de Kerk om deze ethische theorieën onderzoekend
206 III, 0, 4,85 | Stemt uw gedrag niet af op deze wereld; wordt andere mensen,
207 III, 0, 4,85 | van de vrijheid, Hij leeft deze in de volheid van zijn totale
208 III, 0, 4,85 | roept de leerlingen op aan deze vrijheid deel te nemen. ~
209 III, 0, 4,86 | raadselachtige wijze ertoe neigt, deze openheid voor het ware en
210 III, 0, 4,86(138)| de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 24. ~
211 III, 0, 4,87 | aanbidden (Joh. 4, 23): door deze aanbidding worden ze vrij.
212 III, 0, 4,87 | liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft
213 III, 0, 4,87 | vgl. Phil. 2, 6-11). Op deze wijze is de beschouwing
214 III, 0, 4,87 | van je Bevrijder”. 140 ~Op deze manier is de Kerk, en elke
215 III, 0, 5,88 | scheidt van de moraal. ~Deze scheiding is onderwerp van
216 III, 0, 5,88 | verstandig. Benut de tijd, want deze dagen zijn slecht” (Eph.
217 III, 0, 6,90 | iedere mens voortkomen, deze door de zedelijke normen
218 III, 0, 6,91 | gedragswijze te onthouden als deze in strijd was met de liefde
219 III, 0, 6,91 | aan de geboden en weigert deze te verraden - en al zou
220 III, 0, 6,92(144)| de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 27. ~
221 III, 0, 6,93 | 12) en laten ze ook in deze, onze tijd de woorden van
222 III, 0, 6,94 | dat het getuigenis voor deze reeds in de schepping aanwezige
223 III, 0, 7,95 | moederlijk gevoel van de Kerk. ~Deze zou het, zo zegt men, aan
224 III, 0, 7,95 | zedelijke norm te verkondigen.. Deze norm is niet door de Kerk
225 III, 0, 7,96 | vrijheid genoemd worden. ~Deze dienst wordt elke mens aangeboden,
226 III, 0, 7,96 | groei. En juist daarom is deze dienst gericht op alle mensen:
227 III, 0, 7,96 | gemeenschap als zodanig. Deze normen vormen inderdaad
228 III, 0, 7,97 | maatschappelijk leven. ~Deze geboden worden in algemene
229 III, 0, 7,97 | uitvoerige gedragscodex. In deze zin zijn de zedelijke grondregels
230 III, 0, 7,97 | moeilijke omstandigheden zijn deze ambtsdragers en de afzonderlijke
231 III, 0, 7,97(153)| de Kerk in de wereld van deze tijd Gaudium et spes, 25. ~
232 III, 0, 8,98 | gemakkelijk aan de wortels van deze situaties eigenlijk “culturele”
233 III, 0, 8,99 | Slechts op het fundament van deze waarheid is het mogelijk,
234 III, 0, 8,99 | drukkende problemen, die deze doen beven, op te lossen:
235 III, 0, 8,99 | God. Juist daarom, vanwege deze natuur, is hij drager van
236 III, 0, 8,100 | hechting aan de goederen van deze wereld te beteugelen; de
237 III, 0, 9,102 | is de mens ertoe geneigd, deze harmonie te verbreken: “
238 III, 0, 9,102 | Waar komt uiteindelijk deze innerlijke gespletenheid
239 III, 0, 9,102 | traditie van de Kerk, zoals deze door het concilie van Trente
240 III, 0, 9,103 | onttrekken aan de genade die uit deze daad voortkomt. Het gebod
241 III, 0, 9,104 | 104. In deze context wordt aan het erbarmen
242 III, 0, 9,105 | en maakt de grond rijp om deze te ontvangen. “Wie zal mij
243 III, 0, 9,105 | onderbreking in het oog houdt, om deze klei te verstevigen, zo
244 III, 0, 10,106 | moet stellen. In feite komt deze uitdaging niet zo zeer voort
245 III, 0, 10,108 | hadden; ja ze traden juist op deze machten en kwellingen van
246 III, 0, 10,108 | droegen ze de gaven, die juist deze Geest schenkt en aan de
247 III, 0, 10,108 | In levende samenhang met deze nieuwe evangelisatie, die “
248 III, 0, 11,109 | geloofszaken niet dwalen. En deze haar bijzondere eigenschap
249 III, 0, 11,109 | bezighouden. In de dienst van deze “gelovige studie van het
250 III, 0, 11,109 | bestemming en de weg om deze te bereiken. Hoewel deze
251 III, 0, 11,109 | deze te bereiken. Hoewel deze geopenbaarde waarheid al
252 III, 0, 11,109 | zich ontplooien, zoals aan deze Kerk en haar geloofsleven
253 III, 0, 11,110 | in-wezen-slecht-zijn met deze eisen onverenigbaar zijn”. 172
254 III, 0, 11,110 | geboden en verlangt van hen, deze gewetensvol als zedelijk
255 III, 0, 11,111 | goddelijke oproep moet geven. Op deze manier zal de moraaltheologie
256 III, 0, 11,111 | moraaltheologie en haar leer in deze tijd bijzondere moeilijkheden.
257 III, 0, 11,111 | verworven kennis. Terwijl deze zich met de fenomenen van
258 III, 0, 11,112 | zonder de grote waarde van deze kennis, die ze aanbieden,
259 III, 0, 11,113 | bewuste aanvaarding van deze intellectuele, geestelijke
260 III, 0, 12,114 | zedelijke leven en verklaren deze in het licht van de heilige
261 III, 0, 12,114 | mij na”. De waarheid van deze leer is bezegeld aan het
262 III, 0, 12,115 | Kerk de fundamenten van deze leer in een zekere uitvoerigheid
263 III, 0, 12,115 | het bijzonder worden met deze encycliek beoordelingen
264 III, 0, 12,115 | moraaltheologie gegeven. Deze deel ik hier mee in gehoorzaamheid
265 III, 0, 12,115 | leer is, die de kern van deze encycliek vormt en waaraan
266 III, 0, 12,115 | maatschappij. ~Wanneer het deze geboden erkent, vernemen
267 III, 0, 12,116 | de getrouwe weergave van deze moraaltheologie te waken
268 III, 0, 12,116 | hiermee in strijd is. Bij deze taak worden we allen door
269 III, 0, 12,116 | ziekenhulp, de bisschoppen kunnen deze structuren opzetten en erkennen
270 III, 0, 12,117 | noodzakelijk, dat iedereen deze vraag aan de “goede” Meester
271 Slot, 0, 12,118 | 118. Tot slot van deze beschouwingen vertrouwen
272 Slot, 0, 12,118 | verlossing. Tot voltooiïng komt deze barmhartigheid in het geschenk
273 Slot, 0, 12,118 | van het goede mogelijk. Deze vernieuwing die het mogelijk
274 Slot, 0, 12,119 | de andere kant ontslaat deze eenvoud volgens het evangelie
275 Slot, 0, 12,120 | naam “zetel der Wijsheid”. Deze wijsheid is Jezus Christus
276 Slot, 0, 12,120 | Maria nodigt elk mens uit, deze wijsheid aan te nemen. Ook
277 Slot, 0, 12,120 | rechtvaardigt; want ze weet, dat op deze wijze het offer van Christus,
|