Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ogen 4
ogenblik 3
oktober 5
om 244
omdat 51
omega 1
omgang 1
Frequency    [«  »]
277 deze
266 door
266 tot
244 om
226 vgl
222 zich
217 leven
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

om

    Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | wordt ook zijn vermogen om de waarheid te herkennen, 2 Inl, 0, 1,1 | herkennen, geschaad en zijn wil, om zich aan haar te onderwerpen, 3 Inl, 0, 1,1 | waarheid en het verlangen om in het volle bezit van haar 4 Inl, 0, 1,2 | de hele wereld uitzendt, om aan alle schepselen het 5 Inl, 0, 1,3 | en barmhartigheid vinden, om zich niet slechts tot de 6 Inl, 0, 1,3 | gekomen en zich inspannen om, niet zonder de goddelijke 7 Inl, 0, 2,4 | duidelijke doelstelling om enkele fundamentele waarheden 8 Inl, 0, 2,4 | ervaren. Het gaat niet meer om beperkte en incidentele 9 Inl, 0, 2,4 | incidentele bezwaren, maar om het globaal en systematisch 10 Inl, 0, 2,4 | van de moraal mag mengen om de “gewetens te vermanen” 11 Inl, 0, 2,5 | mij het besluit gerijpt om een encycliek te schrijven 12 Inl, 0, 2,5 | verantwoordelijkheid deelt om degezonde leer” (2 Tim. 13 Inl, 0, 2,5 | preciseren, die beslissend zijn om dat het hoofd te bieden, 14 Inl, 0, 2,5 | die de bedoeling heeft om met betrekking tot de behandelde 15 I, 0, 3,6 | ons een nuttig spoor zijn, om zijn zedenleer op een levendige, 16 I, 0, 3,6 | voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te winnen? 17 I, 0, 4 | voor goeds moet ik doen, om het eeuwige leven te bereiken?” ( 18 I, 0, 4,8 | opkomen. Hij merkt de behoefte om Hem te ontmoeten die zijn 19 I, 0, 4,8 | opnieuw tot Christus wenden, om van Hem het antwoord te 20 I, 0, 4,8 | Hem binnengaan; hij moet om zichzelf te vinden, zich 21 I, 0, 5,9 | voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te winnen? “, 22 I, 0, 5,10 | Ex. 19, 9-24; 20, 18-21), om de oorspronkelijke harmonie 23 I, 0, 5,10 | herstellen, en meer nog, om hem in zijn liefde binnen 24 I, 0, 5,11 | onderhouding van de geboden, om de wette vervullen”, dat 25 I, 0, 6,12 | het ertoe geroepen heeft omonder alle volken zijn 26 I, 0, 6,13 | het leven zou moeten doen om de erkenning van de heiligheid 27 I, 0, 6,13 | geboden, die nodig zijn omhet leven te bereiken”, 28 I, 0, 6,13 | maar dat het er Hem veeleer om gaat, de jonge man te wijzen 29 I, 0, 6,13 | voor alle andere geboden om aan te geven wat voor de 30 I, 0, 6,13 | krachtig de absolute eis uit om het menselijk leven, de 31 I, 0, 6,15 | niet dat ik gekomen ben om de wet en de profeten af 32 I, 0, 6,15 | schaffen. Ik ben niet gekomen om af te schaffen maar om tot 33 I, 0, 6,15 | gekomen om af te schaffen maar om tot vervulling te brengen” ( 34 I, 0, 6,15 | waarop Hij gekomen is, niet om de wet op te heffen maar 35 I, 0, 6,15 | de wet op te heffen maar om haar ten einde te voeren, 36 I, 0, 6,15 | die de genade schenkt, om zijn leven en zijn liefde 37 I, 0, 6,15 | en die de kracht biedt, om in beslissingen en daden 38 I, 0, 7,16 | Het is niet gemakkelijk om met een goed geweten te 39 I, 0, 7,16 | voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te winnen? “. 40 I, 0, 7,17 | opgevolgd, blijkt niet in staat om op eigen kracht de volgende 41 I, 0, 7,17 | volgende stap te zetten. Om dat te doen is een rijpe 42 I, 0, 7,17 | onopgeefbare voorwaarde, om het eeuwige leven te bereiken; 43 I, 0, 7,18 | niet zoiets als dwang - om niet bij de minimumeisen 44 I, 0, 8,19 | initiatief neemt en ons uitnodigt om Hem te volgen. De oproep 45 I, 0, 8,19 | gelovige ervoor bestemd is om leerling van Christus te 46 I, 0, 8,19 | gaat er hier niet alleen om, te luisteren naar een leer 47 I, 0, 8,19 | Het gaat er heel radicaal om, de Persoon van Jezus zelf 48 I, 0, 8,19 | Jezus zelf aan te hangen, om zijn leven en zijn lot te 49 I, 0, 8,19 | leven en zijn lot te delen, om deelname aan zijn vrije 50 I, 0, 8,20 | Jezus de jongeman oproept om Hem op de weg der volmaaktheid 51 I, 0, 8,21 | leeft, is hij opgeroepen om naar de geest te leven en 52 I, 0, 9,22 | bij de oproep van Jezus om Hem te volgen, wiens eisen 53 I, 0, 9,22 | is, dan is het niet goed om te trouwen” (Mt. 19, 10). 54 I, 0, 9,22 | liefheeft heeft geen reden om de geboden te onderhouden”. 29 ~ 55 I, 0, 9,23 | leert de apostel Paulus ons, om de verhouding tussen de ( 56 I, 0, 9,24 | verleent ook de krachtom de waarheid te doen” (vgl. 57 I, 0, 10,25 | moet ik voor goeds doen, om het eeuwige leven te winnen? “, 58 I, 0, 10,25 | geactualiseerd worden. De taak om ze te interpreteren is door 59 I, 0, 10,25 | apostelen de opdracht vervuld om het evangelie te verkondigen 60 I, 0, 10,26 | opdracht hadden gekregen om het evangelie te verkondigen, 61 I, 0, 10,27 | Concilie zegt - “de opgave om het geschreven of overgeleverde 62 I, 0, 10,27 | haar leer aan te bieden, om de mens op zijn weg naar 63 II, 0, 11,28 | jongeman maakt het ons mogelijk om de essentiële gegevens van 64 II, 0, 11,29 | Christus en hun verplichting, om in de liefde vrucht te dragen 65 II, 0, 11,29 | de theologen uitgenodigd omonder handhaving van de 66 II, 0, 11,29 | geschikter manieren te zoeken om de leer van het geloof aan 67 II, 0, 11,29 | leven en zich moeite geven om hun denk- en oordeelswijze, 68 II, 0, 11,29 | moedigen de theologen aan om verder te werken, bezield 69 II, 0, 11,29 | het leergezag van de Kerk om aan de gelovigen een bijzonder 70 II, 0, 11,29 | systeem op te leggen; maar om het woord van Godheilig 71 II, 0, 11,29 | leggen48 is het verplicht om de onverenigbaarheid van 72 II, 0, 11,30 | voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te winnen?” 73 II, 0, 11,30 | door Jezus uitgezonden werd om het evangelie te verkondigen 74 II, 0, 11,30 | kracht die in staat zijn om ook de meest omstreden en 75 II, 0, 11,30 | sluiten voor de waarheid om te luisteren naar allerlei 76 II, 0, 12,32 | persoon wiens taak het is, om de algemene kennis van het 77 II, 0, 12,32 | het voorrecht te verlenen om de criteria voor goed en 78 II, 0, 12,34 | voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te bereiken?” 79 II, 0, 12,34 | manier verdedigen, als grond om alles te doen, als het maar 80 II, 0, 12,34 | mens het recht bestaat, om op zijn weg van het zoeken 81 II, 0, 12,34 | belangrijke morele verplichting om de waarheid te zoeken en 82 II, 0, 12,34 | de waarheid te zoeken en om aan de eenmaal erkende waarheid 83 II, 0, 12,34 | geschikt is niet alleen om te onderkennen wat er legitiem, 84 II, 0, 12,34 | waardevol in is, maar tegelijk om hun tweeduidigheid, gevaren 85 II, 1, 1,35 | openbaring ons, dat de macht om over goed en kwaad te beslissen 86 II, 1, 1,35 | groepen het vermogen toekennen om over goed en kwaad te beslissen: 87 II, 1, 1,37 | Bijgevolg kwam men ertoe om het bestaan van een specifieke 88 II, 1, 1,37 | zo zal het mogelijk zijn, om aan de rechtmatige aanspraken 89 II, 1, 2,38 | natuur, die geschapen is om heerseres over de andere 90 II, 1, 2,41 | elkaar en hebben de opdracht, om elkaar in de zin van de 91 II, 1, 2,41 | Wanneer God de mens verbiedt omvan de boom van kennis 92 II, 1, 3,43 | wil van God, die gebiedt om de natuurlijke orde in acht 93 II, 1, 3,43 | acht te nemen, en verbiedt om haar te verstoren”; 79 de 94 II, 1, 3,43 | kent, daardoor in staat is om aan de mens de juiste richting 95 II, 1, 3,44 | te doen en ons verbiedt om te zondigen”, verwijst Leo 96 II, 1, 3,44 | inderdaad op zijn autoriteit om verplichtingen op te leggen, 97 II, 1, 3,44 | samen met de vermaning, om haar te leren kennen, te 98 II, 1, 3,45 | moeten.. en maakt ons genegen om te handelen”. 84 ~Ook al 99 II, 1, 3,45 | de mensen ertoe bestemt omgelijkvormig te worden 100 II, 1, 4,46 | mens, in de verleiding zijn om hun kennis, ja zelfs hun 101 II, 1, 4,46 | waarden, een gevoeligheid om de vrijheid in ere te houden, 102 II, 1, 4,48 | zich op deze zou beroepen, om daarin te zoeken naar een 103 II, 1, 4,48 | oorspronkelijke morele eis om de persoon als einddoel 104 II, 1, 4,49 | aanname de gelovigen belet om te delen in het eeuwige 105 II, 1, 4,50 | in de natuurlijke neiging om zijn fysieke leven te behouden. 106 II, 1, 5,51 | levend schepsel opgelegd. Om zich in zijn specifieke 107 II, 1, 5,52 | positieve geboden die bevelen om bepaalde handelingen te 108 II, 1, 5,52 | omstandigheden. Het gaat inderdaad om verboden, die een handeling 109 II, 1, 5,52 | tot elke prijs verplichten om in niemand en vooral niet 110 II, 1, 5,52 | zouden zijn dan het streven om het door de positieve geboden 111 II, 1, 5,52 | omstandigheden verhinderd wordt om bepaalde goede handelingen 112 II, 1, 5,53 | verleidt sommigen ertoe, om aan de onveranderlijkheid 113 II, 1, 5,53 | passendst is, die in staat is om de historische actualiteit 114 II, 2, 1,54 | hem steeds weer oproept om het goede te beminnen en 115 II, 2, 1,55 | zijn echter niet in staat om de onherhaalbare bijzonderheid 116 II, 2, 1,55 | treden en hun taak overnemen, om een persoonlijke beslissing 117 II, 2, 1,55 | eerste plaats de mens helpt om aan zijn persoonlijke en 118 II, 2, 1,55 | toevertrouwt. ~Met de bedoeling om hetcreatievekarakter 119 II, 2, 1,56 | invoeren en zo toestaan om in de praktijk, met een 120 II, 2, 1,56 | beginsel matigt men zich aan om het toelaten van zogenaamde “ 121 II, 2, 2,59 | functie uitoefent. Het gaat omgedachtendie de heidenen 122 II, 2, 2,59 | innerlijk gebod, tot een oproep om in de concrete situatie 123 II, 2, 2,59 | het is de verplichting om dat te doen, wat de mens 124 II, 2, 2,60 | kwaad: ze is ertoe geroepen om die te horen en uit te drukken. 125 II, 2, 2,60 | en exclusieve instantie om te beslissen wat goed en 126 II, 2, 2,61 | bevestigt, maant het ook, om vergeving te vragen, het 127 II, 2, 2,61 | mens de verplichting oplegt om een bepaalde handeling uit 128 II, 2, 2,61 | waarheid en aan de bereidheid om zich bij zijn handelen door 129 II, 2, 3,62 | mens te weinig moeite doet om naar het ware en goede te 130 II, 2, 3,62 | uitgewerkt. ~Zeker, de mens moet, om eengoed geweten” (1 Tim. 131 II, 2, 3,62 | visie. Dan zijt ge in staat om uit maken wat God wil: wat 132 II, 2, 3,63 | rechte geweten gaat het om de door de mens aanvaarde 133 II, 2, 3,63 | dwalende geweten gaat het om dat, wat de mens zonder 134 II, 2, 3,63 | of te verwisselen, noch om de zedelijke waarde van 135 II, 2, 3,63 | hem niet en helpt hem niet om hem te doen neigen naar 136 II, 2, 3,63 | er geen moeite voor doet om het ware en goede te zoeken, 137 II, 2, 3,64 | vinden we ook de oproep om het geweten te vormen, het 138 II, 2, 3,64 | van de apostel verstaan, om ons gedrag niet af te stemmen 139 II, 2, 3,64 | stemmen op deze wereld, maarom ons te veranderen en ons 140 II, 2, 3,64 | opdat ge in staat zijt om uit te maken wat God van 141 II, 2, 3,64 | het geweten en helpt het om niet heen en weer gedreven 142 II, 3, 1,65 | de theologie aanleiding om een fundamentelere analyse 143 II, 3, 1,65 | beslissende pogingen zijn, om deze fundamentele optie 144 II, 3, 1,66 | rekening houdt. Het gaat om de beslissing van het geloof, 145 II, 3, 1,66 | beslissing van het geloof, om de gehoorzaamheid van het 146 II, 3, 1,66 | radicaliteit van de beslissing om Jezus na te volgen vindt 147 II, 3, 1,66 | verliezen; maar wie zijn leven om mijnentwil en omwille van 148 II, 3, 1,67 | beslissing is de mens in staat om, de goddelijke oproep volgend, 149 II, 3, 1,67 | gezonde verstand de opgave om vast te stellen, in hoeverre 150 II, 3, 1,68 | 68. Het is hier de plaats om een belangrijke pastorale 151 II, 3, 2,69 | theologen ertoe gebracht om ook het traditionele onderscheid 152 II, 3, 2,69 | het ook moeilijk vallen om aan te nemen, dat de mens 153 II, 3, 2,69 | dat de mens in staat is om in korte tijd de gemeenschapsbanden 154 II, 3, 2,69 | zou zijn - zo heet het - om de zwaarte van de zonde 155 II, 3, 2,70 | Evenzeermoet men vermijden om de doodzonde te beperken 156 II, 3, 2,70 | wanneer de mens bewust en vrij om welke reden dan ook tot 157 II, 4, 1,71 | als mens die geroepen is om uit eigen beslissing zijn 158 II, 4, 1,72 | voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te winnen?” ( 159 II, 4, 1,73(123)| de mogelijkheid schenkt om, op een wijze die aan God 160 II, 4, 1,73 | voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te winnen?” 161 II, 4, 1,73 | 17). ~Blijkbaar gaat het om een door het verstand geleide 162 II, 4, 1,74 | van de noodzakelijkheid, om voor het verstand inzichtelijke, 163 II, 4, 1,74 | steekhoudender argumenten te vinden, om de eisen van het zedelijk 164 II, 4, 2,76 | wet samenvat in het gebod om de naaste te beminnen als 165 II, 4, 2,77 | 77. Om redelijke criteria voor 166 II, 4, 2,77 | genomen worden. Het gaat om een eis van verantwoordelijkheid. 167 II, 4, 2,77 | geen geschikte methode, om te kunnen bepalen of de 168 II, 4, 2,77 | hoe onmogelijk - het is, om alle gevolgen en alle in 169 II, 4, 2,78 | H. Thomas aantoont. 126 Om het object van een handeling, 170 II, 4, 2,78 | wanneer iemand steelt, om een arme te eten te geven: 171 II, 4, 2,78 | heeft, wijst het dus niet af om de innerlijkteleologie” 172 II, 4, 2,78 | bezit ook de eigenschap om op het laatste doel afgestemd 173 II, 4, 3,79 | afwijzen, dat het onmogelijk is om de bewuste keuze van enkele 174 II, 4, 3,80 | geestelijke foltering, pogingen om de mens psychisch in zijn 175 II, 4, 3,80 | moreel kwaad toe te laten om een groter kwaad te vermijden 176 II, 4, 3,80 | groter kwaad te vermijden of om een hoger goed te bevorderen, 177 II, 4, 3,80 | echter geoorloofd, zelfs niet om zeer ernstige redenen, het 178 II, 4, 3,82 | het onmogelijk zou zijn om de bewuste keuze van enkele 179 III, 0, 4 | Christus heeft ons vrijgemaakt om in de vrijheid te blijven” ( 180 III, 0, 4,85 | 85. De opgave van de Kerk om deze ethische theorieën 181 III, 0, 4,86 | buiten zichzelf treedt, om de andere te leren kennen 182 III, 0, 4,86 | het goede laat afwijzen, om zich tot absoluut principe 183 III, 0, 4,86 | Hijheeft ons vrijgemaakt om in de vrijheid te blijven”. ( 184 III, 0, 4,87 | Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen 185 III, 0, 4,87 | Kerk onophoudelijk put, om in vrijheid te leven, zich 186 III, 0, 4,87 | Mensenzoon die niet gekomen is om zich te laten dienen, maar 187 III, 0, 4,87 | zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven 188 III, 0, 5,89 | toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te 189 III, 0, 6,91 | wet als slecht verklaart, om daardoor een of ander goed 190 III, 0, 6,91 | opgesloten, die gekomen was om getuigenis over het Licht 191 III, 0, 6,91 | als martelaren stierven om van hun geloof en hun liefde 192 III, 0, 6,91 | hun liefde te getuigen en om hem niet te verloochenen. 193 III, 0, 6,93 | verlangen, met het smeken om goddelijke genade in het 194 III, 0, 7,95 | bekritiseerd, vooral als het gaat om zeer complexe en conflictrijke 195 III, 0, 7,95 | gegeven. Hij is gekomen, niet om te oordelen maar om te redden ( 196 III, 0, 7,95 | niet om te oordelen maar om te redden (vgl. Joh. 3, 197 III, 0, 8,99 | vormen van totalitarisme, om de weg te banen voor de 198 III, 0, 8,99 | middelen gebruik te maken om zonder naar rechten van 199 III, 0, 8,100 | van de matigheid vraagt, om de hechting aan de goederen 200 III, 0, 8,100 | deugd van gerechtigheid, om de rechten van de naaste 201 III, 0, 8,100 | van de Heer, wantHij is om uwentwil arm geworden, terwijl 202 III, 0, 8,100 | armoede” (2 Kor. 8, 9)”, 157 om dan een reeks van gedragingen 203 III, 0, 8,100 | handelingen en ondernemingen, die om de een of andere reden - 204 III, 0, 8,101 | of ongeoorloofde middelen om de macht te allen prijze 205 III, 0, 9,102 | letten op de zedelijke norm, om gehoorzaam te zijn aan het 206 III, 0, 9,102 | heilige gebod ~van God en om in overeenstemming te zijn 207 III, 0, 9,102 | andere verleidingen volgen; om daaraan toe te geven is 208 III, 0, 9,103 | werd? Uiteindelijk gaat het om het volgende: om de werkelijkheid 209 III, 0, 9,103 | gaat het om het volgende: om de werkelijkheid van de 210 III, 0, 9,104 | zetten en te vervalsen, om hem aan de omstandigheden 211 III, 0, 9,104 | erkent en vanwege zijn schuld om vergeving smeekt, is daarentegen 212 III, 0, 9,104 | waarheid van het goede maakt, om zich vanzelf gerechtvaardigd 213 III, 0, 9,105 | genade en maakt de grond rijp om deze te ontvangen. “Wie 214 III, 0, 9,105 | onderbreking in het oog houdt, om deze klei te verstevigen, 215 III, 0, 9,105 | zien; het is geen voordeel, om verlaten te worden, noch 216 III, 0, 9,105 | verlaten te worden, noch om gezien te worden, want als 217 III, 0, 10,107 | weg die men volgen moet, om leerling van de Verrezene 218 III, 0, 10,107 | te zoeken en te vinden, om een leven volgens de geboden 219 III, 0, 10,107 | geloofsgetuigenis en een impuls om dat aan de anderen mee te 220 III, 0, 11,109 | geloof en zeden uit”. 169 ~Om haar profetische zending 221 III, 0, 11,109 | zijn bestemming en de weg om deze te bereiken. Hoewel 222 III, 0, 11,109 | begrippen onvoldoende zijn om haar grootsheid (vgl. Eph. 223 III, 0, 11,109 | begrijpen van de waarheid - uit, om in haar licht te treden 224 III, 0, 11,109 | en zo in staat te worden om tot op zekere hoogte ook 225 III, 0, 11,109 | wetenschap die zich inspant om het geloof te begrijpen, 226 III, 0, 11,110 | moraaltheologen hebben de taak om de leer van de Kerk voor 227 III, 0, 11,111 | slecht ? Wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? ~ 228 III, 0, 11,112 | steekhoudend argument zijn, om de waarheid van de door 229 III, 0, 11,112 | die onophoudelijk werkt, om hen te beschermen zowel 230 III, 0, 11,113 | respecteren en zich inspannen, om dit Volk een leer aan te 231 III, 0, 12,114 | vraag: Wat moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen? 232 III, 0, 12,115 | in herinnering geroepen, om zo in de gehoorzaamheid 233 III, 0, 12,116 | instituten. Of het nu gaat om organen voor de gezins- 234 III, 0, 12,116 | of sociale pastoraal of om inrichtingen die zich bezig 235 III, 0, 12,117 | voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te winnen ? ( 236 Slot, 0, 12,118 | 18). Hij is niet gekomen om te vervloeken maar om te 237 Slot, 0, 12,118 | gekomen om te vervloeken maar om te vergeven, barmhartigheid 238 Slot, 0, 12,118 | uitstroomt, zo gauw we er om vragen. Ja, juist de zonde 239 Slot, 0, 12,118 | van de Vader stralen, die, om de knecht vrij te kopen 240 Slot, 0, 12,119 | juist, want ze bestaat, om het met de eenvoud van het 241 Slot, 0, 12,119 | geloven, zich aansluiten, om levend gemaakt te worden. 242 Slot, 0, 12,120 | Christus de Vader voor hen om vergeving smeekt, die niet 243 Slot, 0, 12,120 | eerste brandend verlangen om te leren schenkt de adel 244 Slot, 0, 12,120 | morele eisen te wijzen. Om dezelfde reden neemt ze


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License