Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | Eph. 5, 8) en heiligen ze zich door de “gehoorzaamheid
2 Inl, 0, 1,1 | geschaad en zijn wil, om zich aan haar te onderwerpen,
3 Inl, 0, 1,1 | zo gaat hij, terwijl hij zich overgeeft aan het relativisme
4 Inl, 0, 1,2 | 2. Iedere mens moet zich de fundamentele vragen stellen:
5 Inl, 0, 1,3 | barmhartigheid vinden, om zich niet slechts tot de gelovigen,
6 Inl, 0, 1,3 | houding van de Kerk, die zich, “ervaren in de kwesties
7 Inl, 0, 1,3 | van God zijn gekomen en zich inspannen om, niet zonder
8 Inl, 0, 2,4 | mening, dat het leergezag zich alleen in kwesties van de
9 Inl, 0, 2,5 | de “kinderen Gods” voor. “Zich in het geloof van hun nieuwe
10 Inl, 0, 2,5 | leer”, 11 zal de encycliek zich ertoe beperken, zich met
11 Inl, 0, 2,5 | encycliek zich ertoe beperken, zich met enkele fundamentele
12 Inl, 0, 2,5 | tonen van de antwoorden die zich tegen deze leer richten. ~
13 I, 0, 3,7 | ons aantrekt en ons tot zich roept, het is de weerklank
14 I, 0, 4,8 | De mens van vandaag moet zich opnieuw tot Christus wenden,
15 I, 0, 4,8 | Verrezene, die het leven in zich heeft en die in zijn Kerk
16 I, 0, 4,8 | betekenissen van zijn leven - moet zich met zijn angst en onzekerheid,
17 I, 0, 4,8 | moet om zichzelf te vinden, zich de hele werkelijkheid van
18 I, 0, 4,8 | verlossing “eigen maken” en in zich opnemen. Als dat innerlijk
19 I, 0, 4,8 | Als dat innerlijk proces zich diep in hem voltrekt, brengt
20 I, 0, 5,9 | doordat verstand en hart zich wenden tot Hem, die “alleen
21 I, 0, 5,9 | het goede uiteindelijk het zich toewenden naar God, de volheid
22 I, 0, 5,10 | in de hele wet doet God zich kennen als Degene die “alleen
23 I, 0, 5,11 | goddelijke goedzijn, dat zich in Jezus openbaart en meedeelt,
24 I, 0, 6,14 | jongeling stelt, ziet hij zich door Jezus verwezen naar
25 I, 0, 6,15 | van de wet: deze vervult zich in Christus (plenitudo legis
26 I, 0, 7,17 | stevigheid waarmee de apostel zich teweerstelt tegen degene
27 I, 0, 7,18 | bezield is door de liefde en “zich door God laat leiden” (Gal.
28 I, 0, 8,19 | volgen. De oproep richt zich vooral aan diegenen aan
29 I, 0, 8,20 | voor Hem, een liefde die zich uit liefde tot God volledig
30 I, 0, 8,20 | liefde, in “zijn” gebod: zich te voegen in het leven van
31 I, 0, 8,20 | iedere mens verlangt, die zich wil begeven in de navolging
32 I, 0, 8,20 | hij neme zijn kruis op zich en volge Mij” (Mt. 16, 24). ~
33 I, 0, 8,21 | gelijk worden, Hem, die zich tot knecht gemaakt heeft
34 I, 0, 8,21 | roept de H. Augustinus zich tot de gedoopten wendend
35 I, 0, 9,22 | 19, 10). En Jezus, die zich op bijzondere wijze beroept
36 I, 0, 9,22 | De H. Augustinus vraagt zich af: “Is het de liefde die
37 I, 0, 9,23 | de heilsgeschiedenis, die zich in Christus vervuld heeft,
38 I, 0, 9,24 | 24. Zo openbaren zich het gebod van de liefde
39 I, 0, 9,24 | effectief. De nieuwe wet stelt zich er namelijk niet mee tevreden
40 I, 0, 10,26 | volken kwamen, onderscheidden zich van de heidenen niet alleen
41 I, 0, 10,27 | overgaat. Dat alles bevindt zich in de levende traditie waardoor -
42 I, 0, 10,27 | overlevering ontwikkelt zich met de bijstand van de heilige
43 I, 0, 10,27 | openbaring bevestigen en zich bij haar uitleg voegen in
44 I, 0, 10,27 | deze wijze toont de Kerk zich in haar leven en in haar
45 I, 0, 10,27 | zijn en in welker omgeving zich nieuwe tendensen en theorieën
46 II, 0, 11,29 | denken over moraal, dat zich altijd voltrok in het licht
47 II, 0, 11,29 | de “goede Meester”, heeft zich ook ontvouwd in de bijzondere
48 II, 0, 11,29 | die de mens doordat Hij zich aan hem schenkt in Christus,
49 II, 0, 11,29 | mensen van hun tijd leven en zich moeite geven om hun denk-
50 II, 0, 11,29 | van veel theologen, die zich door de bemoediging van
51 II, 0, 11,30 | zullen verdragen. Zij zullen zich een menigte leraars aanschaffen
52 II, 0, 12,31 | de mensen van onze tijd zich steeds meer bewust”, stelde
53 II, 0, 12,32 | In deze richting bewegen zich doctrines, die elke zin
54 II, 0, 12,32 | ethiek op grond waarvan ieder zich geconfronteerd ziet met
55 II, 0, 12,34 | Alleen vrij kan de mens zich tot het goede keren”. 56
56 II, 1, 1,36 | natuurlijke zedenwet en die zich slechts als verplichting
57 II, 1, 1,36 | de zedelijke normen, die zich richten op de juiste ordening
58 II, 1, 1,36 | wereld: Deze normen zouden zich slechts in een louter “menselijke”
59 II, 1, 1,37 | loochenen: het woord van God zou zich ertoe beperken, een vermaning,
60 II, 1, 2,40 | ontvangen wet als eigen bezit in zich draagt. Maar de autonomie
61 II, 1, 2,41 | oorspronkelijk eigen bezit in zich draagt, maar alleen door
62 II, 1, 2,41 | worden: terwijl de vrijheid zich daaraan onderwerpt, onderwerpt
63 II, 1, 2,41 | onderwerpt, onderwerpt zij zich aan de waarheid van de schepping.
64 II, 1, 3,42 | verkrijgt de mens, wanneer hij zich vrijmaakt uit elke gevangenschap
65 II, 1, 3,42 | vrije keuze van het goede en zich verzekert van de juiste
66 II, 1, 3,44 | 44. De Kerk heeft zich vaak beroepen op de leer
67 II, 1, 3,44 | onze geest en onze vrijheid zich moeten onderwerpen”. De
68 II, 1, 3,44 | hijzelf als opperste wetgever zich de norm voor zijn handelen
69 II, 1, 3,44 | te beleven. Zo kon Mozes zich tot de zonen van Israël
70 II, 1, 3,44 | veeleer in de wet van de Heer zich vermeit, zijn wet overpeinst
71 II, 1, 3,45 | verschillende manieren, waarop God zich in de geschiedenis ontfermt
72 II, 1, 4,46 | ethici, die beroepshalve zich moeten wijden aan het onderzoek
73 II, 1, 4,47 | wetten behandelen, wat op zich alleen maar biologische
74 II, 1, 4,47 | waarde hebben toegekend en zich aangematigd, op dit fundament
75 II, 1, 4,48 | genoemd, zouden zijn. Wie zich op deze zou beroepen, om
76 II, 1, 4,48 | aangezien de menselijke persoon zich niet laat reduceren tot
77 II, 1, 4,49 | overwogen doen houden zij zich samen staande of gaan samen
78 II, 1, 4,50 | welzijn van de persoon, dat zich steeds omwille van zichzelf
79 II, 1, 4,50 | wil zeggen “als ziel die zich uitdrukt in het lichaam
80 II, 1, 5,51 | vroeg de H. Augustinus zich af -.. tenzij in het boek
81 II, 1, 5,51 | niet meer verlaat, maar zich bij hem indrukt zoals de
82 II, 1, 5,51 | voorstelling van de ring zich indrukt in de was, zonder
83 II, 1, 5,51 | levend schepsel opgelegd. Om zich in zijn specifieke staat
84 II, 1, 5,51 | en haar autoriteit strekt zich uit over alle mensen. Deze
85 II, 1, 5,51 | het ware goede. Doordat ze zich aan de gemeenschappelijke
86 II, 1, 5,52 | overeenstemmende deugden maakt het zich deze waarheid van zijn zijn
87 II, 1, 5,53 | te ontkennen dat de mens zich altijd in een bepaalde cultuur
88 II, 1, 5,53 | bestrijden, dat de mens zich in de cultuur van het moment
89 II, 1, 5,53 | van de zedenwet ontvouwt zich - zoals die van het geloofsgoed (
90 II, 2, 1,54 | instantie, een opvatting die zich geheel verwijdert van de
91 II, 2, 1,55 | creatief en verantwoordelijk op zich nemen van de persoonlijke
92 II, 2, 1,56 | door de zedenwet als in zich slecht wordt beschouwd.
93 II, 2, 1,56 | dit beginsel matigt men zich aan om het toelaten van
94 II, 2, 2,57 | van de menselijke persoon zich afspeelt, blijft voor de
95 II, 2, 2,57 | buiten verborgen. Het richt zich met zijn getuigenis alleen
96 II, 2, 2,59 | 59. De H. Paulus beperkt zich niet tot de erkenning van
97 II, 2, 2,61 | beoefenen. ~Zo openbaart zich in het praktische oordeel
98 II, 2, 2,61 | Daarom drukt het geweten zich uit in “oordeels”-daden,
99 II, 2, 2,61 | die hun subject is - laat zich niet afmeten aan de bevrijding
100 II, 2, 2,61 | en aan de bereidheid om zich bij zijn handelen door haar
101 II, 2, 3,62 | waarschuwende aanwijzing, dat zich in de oordelen van ons geweten
102 II, 2, 3,62 | onkunde waarvan de mens zich niet bewust is en waar hij
103 II, 2, 3,64 | schiet wortel en ontplooit zich in de deugdzame houdingen
104 II, 2, 3,64 | autoriteit van de Kerk, die zich over morele vraagstukken
105 II, 2, 3,64 | ontplooiïng brengt. De Kerk stelt zich altijd alleen in dienst
106 II, 3, 1,65 | absolute goede (waartegenover zich op transcendent niveau de
107 II, 3, 1,65 | Op deze manier schijnt zich in het menselijk handelen
108 II, 3, 1,66 | 16, 26), waarbij de mens zich in zijn geheel in vrijheid
109 II, 3, 1,66 | aan God toevertrouwt, door zich “aan de zich openbarende
110 II, 3, 1,66 | toevertrouwt, door zich “aan de zich openbarende God met verstand
111 II, 3, 1,67 | gerealiseerd, waardoor de mens zich uit vrije beslissing naar
112 II, 3, 1,67 | fundamentele optie - voor zover zij zich onderscheidt van een louter
113 II, 3, 1,67 | nog onbepaalde intentie - zich altijd door bewuste en vrije
114 II, 3, 1,67 | bepaalde gedragswijzen als in zich slecht verbieden, kennen
115 II, 3, 1,68 | optie verloren, waardoor hij zich “vrijelijk geheel aan God”
116 II, 3, 1,68 | gegeven heeft, en maakt hij zich dus jegens de hele wet schuldig (
117 II, 3, 2,69 | radicaal te verbreken en zich daarna door oprechte boete
118 II, 3, 2,70 | schepping: De mens verwijdert zich zo van God en verliest de
119 II, 3, 2,70 | er de voorkeur aan geeft, zich in zichzelf te keren of
120 II, 4, 1,71 | geweten, uit en verwerkelijkt zich in de menselijke handelingen.
121 II, 4, 1,71 | handelingen vervolmaakt de mens zich als mens, als mens die geroepen
122 II, 4, 1,73 | geschenk van de Geest en opent zich, of sluit hij zich af, voor
123 II, 4, 1,73 | opent zich, of sluit hij zich af, voor het eeuwig leven,
124 II, 4, 1,73 | het laatste doel beweegt zich niet in een louter subjectivistische
125 II, 4, 1,74 | oog op dit probleem hebben zich in de laatste decennia nieuwe -
126 II, 4, 1,74 | de mens. Terecht zijn zij zich bewust van de noodzakelijkheid,
127 II, 4, 1,75 | Anderen daarentegen laten zich inspireren door een opvatting
128 II, 4, 1,75 | beoogde bona - oriënteert zich eerder op de erkende evenredigheid
129 II, 4, 1,75 | op het spel staande bona, zich richt op de zedelijke waarden
130 II, 4, 2,76 | rechtvaardigen. Deze theorieën kunnen zich niet beroepen op de katholieke
131 II, 4, 2,76 | waar is dat in deze laatste zich een casuïstiek ontwikkeld
132 II, 4, 2,76 | ook het martelaarschap op zich te nemen, zoals de heilige
133 II, 4, 2,78 | kunnen vaststellen, moet men zich daarom in het perspectief
134 II, 4, 3,79 | menselijke persoon” die zich in dienst stellen van het “
135 II, 4, 3,80 | menselijke handelingen zijn, die zich “niet op God laten afstemmen”,
136 II, 4, 3,80 | overlevering van de Kerk “in zich slecht” (intrinsece malum)
137 II, 4, 3,80 | meer een smet op hen die zich zo gedragen dan op hen die
138 II, 4, 3,80(131)| die de Kerk vroeger als in zich slecht had verklaard. Wie
139 II, 4, 3,83 | handelingen, concentreert zich, zoals men ziet, in zekere
140 III, 0, 4,84 | slechts de vrijheid, die zich aan de waarheid onderwerpt,
141 III, 0, 4,84 | de persoon bestaat erin, zich in de waarheid te bevinden
142 III, 0, 4,85 | te onderscheiden, beperkt zich niet tot de ontmaskering
143 III, 0, 4,85 | en afwijzing, maar richt zich erop, alle gelovigen bij
144 III, 0, 4,85 | naar Christus, omdat ze zich volledig ervan bewust is,
145 III, 0, 4,85 | waarde worden ? De Kerk maakt zich die opvatting over het geweten
146 III, 0, 4,86 | bestaan, waar binnen ze zich bevindt en dat voor haar
147 III, 0, 4,86 | goede laat afwijzen, om zich tot absoluut principe van
148 III, 0, 4,87 | maar doordat de vrijheid zich in de liefde dat wil zeggen
149 III, 0, 4,87 | om in vrijheid te leven, zich te geven en te dienen. In
150 III, 0, 4,87 | Mensenzoon die niet gekomen is om zich te laten dienen, maar om
151 III, 0, 5,88 | beslissingscriteria presenteren zich in het kader van een cultuur
152 III, 0, 5,88 | tegenover de heersende, ja zich opdringende cultuur opnieuw
153 III, 0, 5,88 | daad van vertrouwen en van zich geven aan Christus en geeft
154 III, 0, 5,89 | zegt dat hij Hem kent maar zich niet stoort aan zijn geboden,
155 III, 0, 5,89 | waarheid is niet in hem. Wie zich echter aan zijn woord houdt,
156 III, 0, 5,89 | van de ware vrijheid die zich in het zichzelf geven openbaart
157 III, 0, 5,89 | van de Kerk gehouden en zich voor haar gegeven heeft” (
158 III, 0, 5,89 | die ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd
159 III, 0, 6,90 | verdedigde eisen, die de in zich slechte handelingen zonder
160 III, 0, 6,90 | afstraalt, openbaar en stellen zich gelijktijdig op in dienst
161 III, 0, 6,91 | bereidheid, het martelaarschap op zich te nemen, geeft ze aan dat
162 III, 0, 6,91 | bereiken. Ze kiest voor zich het “betere deel”: een duidelijk
163 III, 0, 6,91 | vervolgingen en de dood op zich, dan dat zij een afgodische
164 III, 0, 6,91 | zedelijke verplichting, zich ook maar van een enkele
165 III, 0, 6,91 | bindend inhoudt, dat men zich houdt aan de geboden en
166 III, 0, 6,92 | Antiochië betuigt als hij zich tot de christenen van Rome,
167 III, 0, 6,94 | vraagstukken uit de moraal, zich voortreffelijk hebben gedragen,
168 III, 0, 7,95 | Christus is, wiens beeld zich in de natuur en in de waarde
169 III, 0, 7,96 | niets onderdrukkends in zich. Ze dient enkel en alleen
170 III, 0, 8,98 | religieuze gevoel rust en zich hierin voltooit. 154 ~
171 III, 0, 8,100 | anderen (vgl. Am. 8, 4-6), het zich toeëigenen van bedrijfsvermogen
172 III, 0, 8,101 | staat hebben. 160 Als men zich er niet aan houdt, breekt
173 III, 0, 8,101 | vooral het marxisme - tekent zich nu een niet minder ernstig
174 III, 0, 8,101 | bewijst dus de moraal - die zich op de waarheid baseert en
175 III, 0, 8,101 | op de waarheid baseert en zich in de waarheid voor de authentieke
176 III, 0, 9,103 | maar op de wil van de mens, zich te onttrekken aan de genade
177 III, 0, 9,103 | vergeving kan krijgen en zich verheugen over de aanwezigheid
178 III, 0, 9,104 | God met de zonde van de zich bekerende mens, en het begrip
179 III, 0, 9,104 | van het goede maakt, om zich vanzelf gerechtvaardigd
180 III, 0, 9,104 | zonder het nodig te hebben, zich tot God en zijn barmhartigheid
181 III, 0, 9,104 | verminderde. Maar zijn gebed houdt zich niet op met zulke rechtvaardigingen,
182 III, 0, 9,104 | berouwvol” geweten, dat zich volledig bewust is van de
183 III, 0, 9,104 | zelfgenoegzaam” geweten, dat zich inbeeldt, de wet zonder
184 III, 0, 9,105 | grote waakzaamheid gevraagd, zich niet te laten aansteken
185 III, 0, 9,105 | vraagt de apostel Paulus zich af. En met een vreugdevol
186 III, 0, 10,106 | opwindendste uitdaging, die de Kerk zich vanaf het begin moet stellen.
187 III, 0, 10,107 | kracht uitstromen, als dit zich door het geschenk niet alleen
188 III, 0, 10,107 | christen gemeenschap met de zich wegschenkende liefde van
189 III, 0, 10,107 | openbaart en verwezenlijkt zich ook de koninklijke dienst
190 III, 0, 10,108 | en gesterkt door Hem; in zich droegen ze de gaven, die
191 III, 0, 11,109 | verder gaande reflecties, die zich onder leiding van de heilige
192 III, 0, 11,109 | veritatis - onderscheidt zich die van de theoloog, wiens
193 III, 0, 11,109 | Theologische wetenschap die zich inspant om het geloof te
194 III, 0, 11,109 | dienst van de Kerk en moet zich daarom dynamisch betrokken
195 III, 0, 11,109 | geloofsgemeenschap” bloeien en zich ontplooien, zoals aan deze
196 III, 0, 11,110 | gebracht worden, in zoverre ze zich als wetenschap kenmerkt
197 III, 0, 11,110 | door de liefde geleid, zich aan de waarheid houdt” (
198 III, 0, 11,110 | van de gelovige binden, zich over die handelingen uit
199 III, 0, 11,110 | De moraaltheologen zullen zich, als ze hun krachten verenigen
200 III, 0, 11,111 | het beeld van God, dat zich in de mens bevindt, en dat
201 III, 0, 11,111 | kan de moraaltheologie zich niet beperken tot een alleen
202 III, 0, 11,111 | verworven kennis. Terwijl deze zich met de fenomenen van de
203 III, 0, 11,112 | oorspronkelijke toestand in zich draagt, dus de wonden van
204 III, 0, 11,112 | verkeerde mening, dat ze zich zonder verdiensten kunnen
205 III, 0, 11,113 | het ware goede en tot het zich in vertrouwen richten op
206 III, 0, 11,113 | theoloog dit respecteren en zich inspannen, om dit Volk een
207 III, 0, 12,114 | propheticum. Tegelijkertijd moet zich onze verantwoordelijkheid
208 III, 0, 12,115 | en zonder uitzondering in zich slechte daden verbieden,
209 III, 0, 12,116 | pastoraal of om inrichtingen die zich bezig houden met het onderwijs
210 III, 0, 12,116 | sociale inrichtingen, die zich op de Kerk beroepen, de
211 III, 0, 12,117 | gekruisigde Christus, de zich wegschenkende Waarheid. ~
212 III, 0, 12,117 | in de Kerk de gelovigen zich tot de bisschoppen en herders
213 Slot, 0, 12,119 | volgen van Jezus Christus, zich aan Hem over te geven, zich
214 Slot, 0, 12,119 | zich aan Hem over te geven, zich door de genade te laten
215 Slot, 0, 12,119 | door zijn barmhartigheid zich te laten vernieuwen, die
216 Slot, 0, 12,119 | Laat hij naderen, geloven, zich aansluiten, om levend gemaakt
217 Slot, 0, 12,119 | Kerk, erover te waken, dat zich de dynamiek van het navolgen
218 Slot, 0, 12,119 | van Christus houdt, houdt zich aan de geboden (vgl. Joh.
219 Slot, 0, 12,120 | heilige Ambrosius183 die zich vooral richt tot de maagden,
220 Slot, 0, 12,120 | haar vrijheid, doordat ze zich aan God geeft en in zich
221 Slot, 0, 12,120 | zich aan God geeft en in zich de gave Gods ontvangt. Ze
222 Slot, 0, 12,120 | in het plan van God, die zich aan de mensen geeft. Terwijl
|