Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | zoeken naar de zin van het leven. De ontwikkeling van wetenschap
2 Inl, 0, 1,2 | Weg, de Waarheid en het Leven” (Joh. 14, 6). Daarom wordt
3 Inl, 0, 1,2 | zoeken naar de zin van het leven leveren, allen het antwoord
4 Inl, 0, 1,2 | tegenwoordige en toekomstige leven en naar hun onderlinge verhouding
5 Inl, 0, 1,3 | de weg van het zedelijk leven voor allen de weg naar het
6 Inl, 0, 1,3 | goddelijke genade, tot een leven in gerechtigheid te geraken.
7 Inl, 0, 1,3 | opdat hij uiteindelijk het leven zou hebben”. 7 ~
8 Inl, 0, 2,4 | terreinen van het menselijk leven. In de Naam en met het gezag
9 Inl, 0, 2,4 | economische en politieke leven. Hun leer biedt zowel binnen
10 Inl, 0, 2,4 | beslissingen en besluiten van zijn leven autonoom inspireren. ~In
11 Inl, 0, 2,5 | voortkomen voor het morele leven van de gelovigen en voor
12 Inl, 0, 2,5 | rechtvaardig en solidair sociaal leven. ~Als deze sinds lang verwachte
13 Inl, 0, 2,5 | Catechismus stelt het zedelijk leven van de gelovigen in zijn
14 Inl, 0, 2,5 | veelvoudige inhouden als het leven van de “kinderen Gods” voor. “
15 Inl, 0, 2,5 | de christenen voortaan zo leven, dat het beantwoordt aan
16 I, 0, 3,6 | moet ik doen om het eeuwige leven te winnen? Hij antwoordde:
17 I, 0, 3,6 | Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
18 I, 0, 3,7 | naar de zingeving van het leven. En inderdaad gaat de mens
19 I, 0, 3,7 | oorsprong en doel van het leven van de mens. Precies vanuit
20 I, 0, 4 | ik doen, om het eeuwige leven te bereiken?” (Mt. 19, 16).~
21 I, 0, 4,8 | een vraag, die voor het leven van iedere mens essentieel
22 I, 0, 4,8 | moet worden, en het eeuwige leven. De gesprekspartner van
23 I, 0, 4,8 | Meester, de Verrezene, die het leven in zich heeft en die in
24 I, 0, 4,8 | en betekenissen van zijn leven - moet zich met zijn angst
25 I, 0, 4,8 | en zondigheid, met zijn leven en dood tot Christus wenden.
26 I, 0, 5,9 | Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
27 I, 0, 5,9 | moet ik doen om het eeuwig leven te winnen? “, slechts gevonden
28 I, 0, 5,9 | enig Goede, volheid van het leven, einddoel van het menselijk
29 I, 0, 5,10 | werd tot einddoel van zijn leven heeft: het zijn “tot lof
30 I, 0, 5,10 | 26, 12). ~Het zedelijk leven blijkt het verschuldigde
31 I, 0, 5,10 | God ingebedde zedelijke leven ertoe geroepen, Gods heerlijkheid
32 I, 0, 6 | Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
33 I, 0, 6,12 | Wanneer je echter het leven wilt bereiken, onderhoud
34 I, 0, 6,12 | samenhang tussen het eeuwige leven en het onderhouden van Gods
35 I, 0, 6,12 | de mensen de weg van het leven en leiden hen naar Hem.
36 I, 0, 6,12 | heeft de uitdrukking “eeuwig leven” betrekking, dat deelname
37 I, 0, 6,12 | betrekking, dat deelname aan het leven van God zelf is: het vindt
38 I, 0, 6,12 | waarheid, bron van zin voor het leven, beginnende deelneming aan
39 I, 0, 6,12 | ontvangen en het eeuwige leven winnen” (Mt. 19, 29). ~
40 I, 0, 6,13 | Hij vraagt wat hij in het leven zou moeten doen om de erkenning
41 I, 0, 6,13 | die nodig zijn om “het leven te bereiken”, één voor één
42 I, 0, 6,13 | eis uit om het menselijk leven, de gemeenschap van personen
43 I, 0, 6,14 | kan leiden tot het eeuwige leven: “Handel daarnaar en ge
44 I, 0, 6,14 | Handel daarnaar en ge zult leven” (Lc. 10, 28). Tekenend
45 I, 0, 6,14 | zijn woorden en met zijn leven getuigd: Zijn zending bereikt
46 I, 0, 6,15 | zorgzame liefde, die het leven van de naaste beschermt
47 I, 0, 6,15 | genade schenkt, om zijn leven en zijn liefde te delen,
48 I, 0, 7,16 | moet ik doen om het eeuwig leven te winnen? “. Iedere zaligspreking
49 I, 0, 7,16 | mens opent voor het eeuwige leven, ja, dat het eeuwige leven
50 I, 0, 7,16 | leven, ja, dat het eeuwige leven zelf is. ~De zaligsprekingen
51 I, 0, 7,16 | het goede, op het eeuwige leven. De Bergrede begint met
52 I, 0, 7,16 | aanwijzingen voor het zedelijk leven voortvloeien. In hun oorspronkelijke
53 I, 0, 7,17 | gegeven werd: “Als je het leven wilt bereiken, onderhoud
54 I, 0, 7,17 | voorwaarde, om het eeuwige leven te bereiken; het opgeven
55 I, 0, 7,17 | wij op aarde zonder zonde leven. Wie zal dat durven beweren,
56 I, 0, 7,18 | en zo in het zedelijk leven op de verheven roeping te
57 I, 0, 8,19 | zelf aan te hangen, om zijn leven en zijn lot te delen, om
58 I, 0, 8,19 | wereld, het Licht van het leven (vgl. Joh. 8, 12); Hij is
59 I, 0, 8,19 | de Weg de Waarheid en het Leven (vgl. Joh. 14, 6), Hij is
60 I, 0, 8,20 | richtsnoer voor het christelijke leven. Want deze daden van Hem
61 I, 0, 8,20 | het offergeschenk van zijn leven aan het kruis als getuigenis
62 I, 0, 8,20 | dan wanneer iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden” (
63 I, 0, 8,20 | gebod: zich te voegen in het leven van zijn totale wegschenking,
64 I, 0, 8,20 | heeft, na te volgen en na te leven. Dat is het wat Jezus van
65 I, 0, 8,21 | ontvangt de gedoopte het nieuwe leven (vgl. Rom. 6, 3-11): terwijl
66 I, 0, 8,21 | opgeroepen om naar de geest te leven en van diens vruchten in
67 I, 0, 8,21 | van diens vruchten in het leven te getuigen (vgl. Gal. 5,
68 I, 0, 8,21 | Christus, Bron van het “eeuwige leven” (vgl. Joh. 6, 51-58), oorsprong
69 I, 0, 8,21 | eucharistieviering en in het leven moeten gedenken: “Want zo
70 I, 0, 9,22 | Christus na te bootsen en na te leven is voor de mens op eigen
71 I, 0, 9,23 | van de geest en van het leven in Jezus Christus heeft
72 I, 0, 9,23 | aanroepen en aannemen van het “leven in de Geest”: in dit nieuwe
73 I, 0, 9,23 | de Geest”: in dit nieuwe leven is het onderhouden van de
74 I, 0, 9,23 | vervullen”. 30 ~De liefde en het leven naar het evangelie mogen
75 I, 0, 9,23 | belofte van het eeuwige leven aan de gave van de genade
76 I, 0, 9,24 | maken haar invloed in het leven effectief. De nieuwe wet
77 I, 0, 10,25 | goeds doen, om het eeuwige leven te winnen? “, komt in het
78 I, 0, 10,25 | de genade voor een nieuw leven schenkt, is altijd onder
79 I, 0, 10,25 | en de bron van een nieuw leven in de wereld zijn (vgl.
80 I, 0, 10,25 | Voor mij is Christus het leven” (Philp. 1, 21). ~
81 I, 0, 10,26 | harmonie tussen geloof en leven bedreigen; de eenheid van
82 I, 0, 10,27 | geloof en van het zedelijk leven in de eenheid van de Kerk
83 I, 0, 10,27 | leert - “de Kerk in leer, leven en cultus alles wat ze zelf
84 I, 0, 10,27 | geboden en de liefde in het leven der heiligen en in het offer
85 I, 0, 10,27 | grote traditie van leer en leven van de Kerk gevormd wordt
86 I, 0, 10,27 | leer van de Kerkvaders, het leven van de heiligen, de liturgie
87 I, 0, 10,27 | toont de Kerk zich in haar leven en in haar leer als “de
88 II, 0, 11,28 | handelingen en het eeuwige leven; de navolging van Christus,
89 II, 0, 11,28 | oorsprong van het zedelijk leven van de “nieuwe schepping” (
90 II, 0, 11,29 | gelukzaligheid van het goddelijk leven aanbiedt. ~Vaticanum II
91 II, 0, 11,29 | vrucht te dragen voor het leven van de wereld, moet verhelderen”. 45
92 II, 0, 11,29 | andere mensen van hun tijd leven en zich moeite geven om
93 II, 0, 11,29 | men moet geloven en in het leven toepassen en die door hen
94 II, 0, 11,30 | Wat is zin en doel van ons leven? Wat is het goede, wat de
95 II, 0, 11,30 | moet ik doen om het eeuwige leven te winnen?” De Kerk, die
96 II, 0, 12,34 | moet ik doen om het eeuwig leven te bereiken?” De morele
97 II, 1, 1,36 | juiste ordening van het leven in deze wereld: Deze normen
98 II, 1, 1,37 | Aangezien ze echter het zedelijk leven in een christelijk kader
99 II, 1, 2,40 | de zedenwet: Het zedelijk leven vereist creativiteit en
100 II, 1, 2,40 | is. 69 Aan het zedelijk leven ligt dus het principe van
101 II, 1, 2,41 | heteronomie, alsof het morele leven onderworpen zou zijn aan
102 II, 1, 3,43 | hoogste norm van het menselijk leven de goddelijke, eeuwige,
103 II, 1, 3,45 | wet van de Geest van het leven in Christus Jezus” (Rom.
104 II, 1, 4,47 | verstandige ontwikkeling van zijn leven. De liefde voor de naaste
105 II, 1, 4,50 | ertoe geroepen is, zijn leven en zijn handelingen te sturen
106 II, 1, 4,50 | respect voor het menselijk leven liggen in de waardigheid
107 II, 1, 4,50 | neiging om zijn fysieke leven te behouden. Zo wint het
108 II, 1, 4,50 | behouden. Zo wint het menselijk leven, dat een fundamenteel goed
109 II, 1, 4,50 | voor de waarheid het eigen leven te geven (vgl. Joh. 15,
110 II, 1, 4,50(90)| eerbied voor het beginnende leven en de waarde van de voortplanting
111 II, 1, 5,51 | instandhouden van het menselijk leven waken, de rijkdommen van
112 II, 1, 5,52 | persoon, met haar roeping tot leven met God en tot gemeenschap
113 II, 1, 5,52 | niet, dat in het zedelijk leven de verboden belangrijker
114 II, 1, 5,52 | verboden: “Als je het eeuwige leven wilt bereiken, onderhoudt
115 II, 1, 5,53 | waarheid van zijn wezen te leven. Wie de bijzonder en blijvende
116 II, 2, 1,55 | gevallen van het persoonlijk leven beperkt gezien. Zulke normen -
117 II, 2, 1,55 | betekenis voor het zedelijk leven verleidt sommige auteurs
118 II, 2, 1,55 | persoonlijke en sociale leven een geregelde orde te geven.
119 II, 3, 1,65 | de vraag of men het eigen leven voor of tegen de waarheid,
120 II, 3, 1,65 | die aan het hele zedelijke leven van een mens “vorm” geven,
121 II, 3, 1,65 | sleutelrol in het zedelijk leven toekomen aan een “fundamentele
122 II, 3, 1,66 | beslissing, die het zedelijk leven kenmerkt en die met de vrijheid
123 II, 3, 1,66 | zijn woorden: “Wie zijn leven redden wil, zal het verliezen;
124 II, 3, 1,66 | verliezen; maar wie zijn leven om mijnentwil en omwille
125 II, 3, 1,67 | goddelijke oproep volgend, zijn leven op zijn doel te richten
126 II, 3, 1,67 | verplichtingen van het zedelijk leven. De moraliteit kan niet
127 II, 4, 1,71 | andere over.. Het menselijk leven is dus onafgebroken onderhevig
128 II, 4, 1,72 | moet ik doen om het eeuwig leven te winnen?” (Mt. 19, 16),
129 II, 4, 1,72 | zaligheid: “Wanneer je het Leven wilt bereiken, onderhoud
130 II, 4, 1,72 | overeenkomt, kan weg ten leven zijn. ~De door het verstand
131 II, 4, 1,73 | zich af, voor het eeuwig leven, de gemeenschap van aanschouwing,
132 II, 4, 1,73 | en het goede en deugdzame leven de trekken van zijn goddelijke
133 II, 4, 1,73 | deze zin bezit het zedelijk leven een wezenlijk “teleologisch”
134 II, 4, 1,73 | moet ik doen om het eeuwig leven te winnen?” Maar deze afstemming
135 II, 4, 1,73 | Wanneer je het eeuwig leven wilt bereiken, onderhoud
136 II, 4, 1,73 | ontvangt voor wat hij in dit leven heeft gedaan, goed of kwaad” (
137 II, 4, 1,74 | de eisen van het zedelijk leven te rechtvaardigen en hun
138 II, 4, 1,75 | psychische ongeschondenheid, leven, dood, het verlies van materiële
139 II, 4, 2,76 | verklaard omdat ze liever hun leven gaven dan deze of gene handeling
140 II, 4, 3,80 | Al wat verder tegen het leven zelf ingaat, zoals alle
141 III | zedelijk goede voor het leven van de Kerk en van de wereld~
142 III, 0, 4,84 | niet geboren menselijke leven; de voortdurende schending
143 III, 0, 4,84 | voor het ware menselijke leven noodzakelijke goederen.
144 III, 0, 4,86 | deelname aan het goddelijke leven zelf met Hem vriendschap
145 III, 0, 4,87 | hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden” (
146 III, 0, 4,87 | gehoorzaamheid aan de Vader zijn leven aan het kruis (vgl. Phil.
147 III, 0, 4,87 | onophoudelijk put, om in vrijheid te leven, zich te geven en te dienen.
148 III, 0, 4,87 | maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor
149 III, 0, 5,88 | te veel mensen denken en leven, “alsof God niet bestaat”.
150 III, 0, 5,88 | familie- en het maatschappelijk leven verliest. De door dezelfde
151 III, 0, 5,88 | zorgvuldig op, hoe u uw leven leidt, niet dwaas, maar
152 III, 0, 5,88 | de Weg de Waarheid en het Leven is (vgl. Joh. 14, 6). Het
153 III, 0, 5,88 | Christus en geeft ons een leven, zoals Hij zelf geleefd
154 III, 0, 5,89 | geëngageerdheid van het leven, het ondersteunt en voltooit
155 III, 0, 5,89 | in Hem blijft, moet ook leven, zoals Hij geleefd heeft” (
156 III, 0, 5,89 | 6). ~Door het zedelijke leven wordt het geloof tot “belijdenis”
157 III, 0, 5,89 | kinderen past. Leidt een leven van liefde naar het voorbeeld
158 III, 0, 6,90 | martelaarschap, dat het leven van de Kerk steeds begeleid
159 III, 0, 6,91 | doen, “hij offerde zijn leven voor de rechtvaardigheid
160 III, 0, 6,91 | door het geven van zijn leven bevestigde. Talloze andere
161 III, 0, 6,91 | Christus zelf gedaan had, hun leven toe aan de Vader en stelden
162 III, 0, 6,91 | zijn met het doel het eigen leven te redden. ~
163 III, 0, 6,92 | menszijn” en het ware “leven” van de menselijke persoon,
164 III, 0, 6,92 | verhinder mij niet, te leven, wenst niet, dat ik sterf..
165 III, 0, 6,93 | zedelijke waarheid omgevormd leven van elk tijdperk uit de
166 III, 0, 6,93 | het zedelijke gevoel nieuw leven in te blazen. Door hun uitmuntende
167 III, 0, 6,94 | liefde voor het lijfelijke leven de eigenlijke reden voor
168 III, 0, 6,94 | eigenlijke reden voor het leven te verliezen”. 147 De stem
169 III, 0, 6,94 | bereid zou moeten zijn het leven te geven. In het woord,
170 III, 0, 6,94 | vooral in het offer van het leven voor de zedelijke waarde
171 III, 0, 7,95 | situaties van het huidige leven van het individu en de maatschappij:
172 III, 0, 7,97 | van elk maatschappelijk leven. ~Deze geboden worden in
173 III, 0, 7,97 | van het maatschappelijke leven met bepaalde eisen verbonden,
174 III, 0, 8 | maatschappelijke en politieke leven~
175 III, 0, 8,99 | belangrijke betekenis voor het leven van de mens op het sociaal-economische
176 III, 0, 8,99 | economische en politieke leven niet alleen met betrekking
177 III, 0, 8,101 | het hele maatschappelijke leven wordt daardoor steeds meer,
178 III, 0, 8,101 | maatschappelijke en politieke leven bewijst dus de moraal -
179 III, 0, 9,103 | wet “door de genade nieuw leven ingeblazen, in harmonische
180 III, 0, 10,107 | verkondigt over een nieuw leven, dat men leven, van een
181 III, 0, 10,107 | een nieuw leven, dat men leven, van een weg die men volgen
182 III, 0, 10,107 | In het bijzonder is het leven in heiligheid, dat in zovele
183 III, 0, 10,107 | zoeken en te vinden, om een leven volgens de geboden van God
184 III, 0, 10,107 | evangelie te leiden. ~Het leven van de heiligen - het spiegelbeeld
185 III, 0, 10,107 | heiligheid. “Het heilige leven leidt zo tot voltooiïng
186 III, 0, 10,107 | ontvangt. Het zedelijke leven heeft de waarde van een “
187 III, 0, 10,107 | levenshoudingen en gedragingen te leven. In het zedelijk bestaan
188 III, 0, 10,108 | en het nieuwe zedelijke leven dat zij in haar vruchten
189 III, 0, 10,108 | gedijen van het zedelijke leven van de christen en het getuigenis
190 III, 0, 10,108 | reflectie over het zedelijke leven toekomt, zoals de theologie
191 III, 0, 11,109 | opnieuw opwekken en “nieuw tot leven brengen” (vgl. Tim. 1, 6)
192 III, 0, 11,109 | Kerk, haar geheim, haar leven en haar zending te erkennen: “
193 III, 0, 11,110 | geschenk en gebod van nieuw leven, over het leven, dat “door
194 III, 0, 11,110 | van nieuw leven, over het leven, dat “door de liefde geleid,
195 III, 0, 11,110 | 4, 15) over het heilige leven van de Kerk, waarin de waarheid
196 III, 0, 11,110 | waarvan de praktijk in het leven bevorderd moet worden, maar
197 III, 0, 11,111 | is niet alleen voor het leven en de zending van de Kerk,
198 III, 0, 11,111 | ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? ~
199 III, 0, 11,113 | uitdrukkingsvormen van het openbare leven zijn, dan kan de zedenleer
200 III, 0, 12,114 | toepassing in het zedelijke leven en verklaren deze in het
201 III, 0, 12,114 | moet ik doen om het eeuwige leven te verkrijgen? heeft Jezus
202 III, 0, 12,114 | en volgens het evangelie leven (vgl. Kol. 1, 9-12). De
203 III, 0, 12,115 | naar de volheid van het leven van de kinderen van God
204 III, 0, 12,117 | moet ik doen om het eeuwige leven te winnen ? (Mt. 19, 16).
205 III, 0, 12,117 | met de Geest tot licht en leven voor de mens. Weer is het
206 Slot, 0, 12,118 | ons bestaan, het zedelijke leven van de gelovigen en de mensen
207 Slot, 0, 12,118 | de Geest, die het nieuwe leven voortbrengt en laat verlangen.
208 Slot, 0, 12,118 | geschenk van het nieuwe leven maakt Jezus ons tot deelhebbers
209 Slot, 0, 12,119 | vernieuwen, die ons door het leven in de gemeenschap van zijn
210 Slot, 0, 12,119 | zijn Kerk bereiken. “Wie leven wil - herinnert ons de heilige
211 Slot, 0, 12,119 | Augustinus - die weet, waar te leven en waar naar toe te leven.
212 Slot, 0, 12,119 | leven en waar naar toe te leven. Laat hij naderen, geloven,
213 Slot, 0, 12,120 | voorbeeld voor het morele leven; “haar leven alleen is voorbeeld
214 Slot, 0, 12,120 | het morele leven; “haar leven alleen is voorbeeld voor
215 Slot, 0, 12,120 | volledige offer van het eigen leven is. Met zichzelf te geven
216 Slot, 0, 12,120 | zijn geweten vrede en zijn leven redding schenken. ~O Maria, ~
217 Slot, 0, 12,120 | opdat hij zo met zijn hele leven ~“tot lof van zijn heerlijkheid
|