Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Greet | Heer, laat Uw aangezicht over ons stralen” (Ps. 4, 7). ~
2 Inl, 0, 1,2 | Heer, laat Uw aanschijn over ons stralen” (Ps. 4, 7). ~
3 Inl, 0, 1,2 | volle schoonheid stralen over het aanschijn van Jezus
4 Inl, 0, 1,2(1) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
5 Inl, 0, 1,2(2) | Dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium, 1. ~
6 Inl, 0, 1,2(4) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
7 Inl, 0, 1,3(6) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
8 Inl, 0, 1,3(7) | Dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium, 16. ~
9 Inl, 0, 2,4 | blijkt het nodig te zijn, over de zedenleer van de Kerk
10 Inl, 0, 2,4 | Zo wordt de aloude leer over de natuurwet, over de universaliteit
11 Inl, 0, 2,4 | leer over de natuurwet, over de universaliteit en de
12 Inl, 0, 2,5(12) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring,
13 I, 0, 3,7(14) | Vgl. Vat. II, Decreet over de priesteropleiding Optatam
14 I, 0, 4,8 | Jezus in hem nieuwe vragen over het zedelijk goede deed
15 I, 0, 4,8 | van de Vader de waarheid over het zedelijk handelen. Aan
16 I, 0, 4,8 | tevens in diepe verwondering over zichzelf”. 16 ~Als wij dus
17 I, 0, 5,9 | jongeman helderheid krijgt over het motief van zijn vraag.
18 I, 0, 5,10 | hoe groot je bent, en waak over jezelf..”. 17 ~Wat de mens
19 I, 0, 5,10 | die het boek Deuteronomium over het fundamentele gebod geeft,
20 I, 0, 5,10 | kinderen telkens opnieuw over spreken” (Dt. 6, 4-7). ~
21 I, 0, 6,13 | vraagt de Meester verder over de geboden die onderhouden
22 I, 0, 6,13(21) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
23 I, 0, 6,14 | en in de “redevoering” over het Laatste Oordeel op bewonderenswaardige
24 I, 0, 6,15 | juist zij leggen getuigenis over Mij af” (vgl. Joh. 5, 39);
25 I, 0, 7,16 | 16. Het antwoord over de geboden bevredigt de
26 I, 0, 7,17 | Nadat de H. Augustinus over het opvolgen van de geboden
27 I, 0, 9,22 | interpretatie van de wet van Mozes over het huwelijk, het recht
28 I, 0, 9,22 | ontstaan? Maar wie strijdt over de vraag waaraan de liefde
29 I, 0, 10,26 | pastorale verantwoordelijkheid over de rechtschapenheid van
30 I, 0, 10,26 | gewaakt, 35 net zoals ze over de zuiverheid van het geloof
31 I, 0, 10,26 | zuiverheid van het geloof en over het doorgeven van de goddelijke
32 I, 0, 10,27(39) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring,
33 I, 0, 10,27 | 15), ook van de waarheid over het zedelijk handelen. Inderdaad “
34 I, 0, 10,27 | de morele beginselen ook over de sociale orde te verkondigen
35 I, 0, 10,27 | te verkondigen zoals ook over menselijke dingen van allerlei
36 I, 0, 10,27 | betreft die voor de discussie over vragen van de moraal tegenwoordig
37 II, 0, 11,28(43) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring,
38 II, 0, 11,28(44) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
39 II, 0, 11,29 | 29. Het kerkelijk denken over moraal, dat zich altijd
40 II, 0, 11,29(45) | Vat. II, Decreet over de priesteropleiding Optatam
41 II, 0, 11,29(46) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
42 II, 0, 11,29 | opmerkelijke en nuttige reflexies over geloofswaarheden, die men
43 II, 0, 11,29(48) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring,
44 II, 0, 11,29(49) | Dogmatische constitutie over het Katholieke geloof Dei
45 II, 0, 11,30 | overeenstemming met de waarheid over het goede, de rechten en
46 II, 0, 11,30(50) | Vat. II, Verklaring over de houding van de Kerk ten
47 II, 0, 11,30(51) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
48 II, 0, 12,31 | het tegenwoordige denken over de moraal zijn, zij het
49 II, 0, 12,31 | reeds de concilieverklaring over de godsdienstvrijheid “Dignitatis
50 II, 0, 12,31(52) | Vat. II, Verklaring over de godsdienstvrijheid Dignitatis
51 II, 0, 12,31(53) | Verklaring over de godsdienstvrijheid Dignitatis
52 II, 0, 12,31 | afwijken van de waarheid over mens als schepsel en evenbeeld
53 II, 0, 12,31(54) | geloofsleer, Instructie over de christelijke vrijheid
54 II, 0, 12,31(55) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
55 II, 0, 12,32 | categorisch en onfeilbaar over goed en kwaad beslist. In
56 II, 0, 12,32 | plaats van het beginsel over de verplichting dat men
57 II, 0, 12,32 | subjectivistische opvatting over het zedelijk oordeel komt. ~
58 II, 0, 12,32 | kenbare universele waarheid over het goede verloren was gegaan,
59 II, 0, 12,32 | zo een oordeel te vellen over het juiste, hier en nu te
60 II, 0, 12,34(58) | Vgl. Vat. II, Verklaring over de godsdienstvrijheid Dignitatis
61 II, 1, 1,35 | openbaring ons, dat de macht om over goed en kwaad te beslissen
62 II, 1, 1,35 | het vermogen toekennen om over goed en kwaad te beslissen:
63 II, 1, 1,35 | scheppen” en zou een primaat over de waarheid bezitten; ja,
64 II, 1, 1,36(60) | Vgl. Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
65 II, 1, 1,37(63) | Trente, Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging Cum hoc
66 II, 1, 2,38 | het theologische denken over de als een soort van koningschap
67 II, 1, 2,38 | geschapen is om heerseres over de andere schepsels te zijn,
68 II, 1, 2,38(64) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
69 II, 1, 2,38(66) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
70 II, 1, 2,39 | God heeft hem “de macht over de eigen beslissing” gelaten (
71 II, 1, 2,40(70) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
72 II, 1, 2,40 | met de leer van de Kerk over de waarheid van de mens. 73
73 II, 1, 2,40(73) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
74 II, 1, 3,42 | Heer, laat uw aanschijn over ons lichten! Alsof hij wilde
75 II, 1, 3,42(75) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
76 II, 1, 3,43 | naar de “klassieke” leer over de eeuwige wet van God.
77 II, 1, 3,43(78) | Verklaring over de godsdienstvrijheid Dignitatis
78 II, 1, 3,44 | op de leer van St. Thomas over de natuurwet en haar in
79 II, 1, 3,45 | Christus Jezus” (Rom. 8, 2). Over deze wet schrijft de H.
80 II, 1, 3,45 | onderricht ons dus innerlijk over wat we doen moeten.. en
81 II, 1, 3,45 | de geschiedenis ontfermt over de mens en over de wereld,
82 II, 1, 3,45 | ontfermt over de mens en over de wereld, sluiten niet
83 II, 1, 4,46 | feite hebben de debatten over natuur en vrijheid de geschiedenis
84 II, 1, 4,46(85) | Vgl. Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging Cum hoc
85 II, 1, 4,47 | echter niet kunnen beslissen over de morele waardering van
86 II, 1, 4,48 | overeen met de waarheid over de mens en zijn vrijheid.
87 II, 1, 4,48 | met de leer van de Kerk over de eenheid van het menselijke
88 II, 1, 4,48(87) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
89 II, 1, 4,49(88) | Vgl. Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging Cum hoc
90 II, 1, 4,49(88) | postsynodale, apostolische brief over vergeving en boete in de
91 II, 1, 4,50(89) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
92 II, 1, 4,50(90) | geloofsleer, Instructie over de eerbied voor het beginnende
93 II, 1, 5,51 | wet gedicteerd en gaat zij over in het hart van de mens,
94 II, 1, 5,51 | doen en het kwade laten, over het doorgeven en het instandhouden
95 II, 1, 5,51 | autoriteit strekt zich uit over alle mensen. Deze universaliteit
96 II, 1, 5,52(94) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
97 II, 1, 5,52(95) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
98 II, 1, 5,53(100) | Dogmatische constitutie over het katholieke geloof Dei
99 II, 2, 1,54 | met de opvatting die men over het zedelijk geweten heeft.
100 II, 2, 1,54(101) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
101 II, 2, 1,55 | persoonlijke beslissing over hun gedrag in bepaalde afzonderlijke
102 II, 2, 1,56 | dat feitelijk ten laatste over goed en kwaad zou beslissen.
103 II, 2, 2,57 | terwijl hun gedachten hen over en weer beschuldigen of
104 II, 2, 2,59 | het een zedelijk oordeel over de mens en zijn handelingen
105 II, 2, 2,59 | daarvan afwijken. En juist over het oordeel over de handelingen
106 II, 2, 2,59 | En juist over het oordeel over de handelingen en tegelijk
107 II, 2, 2,59 | handelingen en tegelijk over hun initiator alsook over
108 II, 2, 2,59 | over hun initiator alsook over het tijdstip van de uiteindelijke
109 II, 2, 2,59 | Paulus in dezelfde tekst, als over “die dag, waarop God volgens
110 II, 2, 2,59 | God volgens mijn evangelie over de verborgen daden van de
111 II, 2, 2,59(105) | het H. Officie, instructie over de “Situatiemorral” Contra
112 II, 2, 2,60 | bij ontbrekende zekerheid over de juistheid en goedheid
113 II, 2, 2,60 | komen voort uit de waarheid over zedelijk goed en kwaad:
114 II, 2, 2,60(106) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
115 II, 2, 2,60(106) | et spes, 16; verklaring over de godsdienstvrijheid Dignitatis
116 II, 2, 2,61 | verstand uitgesproken waarheid over het zedelijk goede wordt
117 II, 2, 2,61 | daden, die de waarheid over het goede weerspiegelen,
118 II, 2, 3,62 | Het geweten als oordeel over een handeling is niet vrij
119 II, 2, 3,62 | Kerk in de loop van eeuwen over het dwalende geweten heeft
120 II, 2, 3,62(107) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
121 II, 2, 3,63 | voelen, moeten we nadenken over de psalm: “Wie merkt zijn
122 II, 2, 3,63(109) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
123 II, 2, 3,64 | autoriteit van de Kerk, die zich over morele vraagstukken uitspreekt,
124 II, 2, 3,64 | te raken van de waarheid over het goede van de mens maar,
125 II, 2, 3,64(111) | Vat. II, Verklaring over de geloofsvrijheid Dignitatis
126 II, 3, 1,65 | zo”n keuze, ook oordeel over zichzelf en besluit over
127 II, 3, 1,65 | over zichzelf en besluit over de vraag of men het eigen
128 II, 3, 1,65 | waarvan de menselijke persoon over zichzelf totaal beslist,
129 II, 3, 1,66(112) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring,
130 II, 3, 1,66(112) | Dogmatische constitutie over het katholieke geloof Dei
131 II, 3, 1,68(113) | Dogmatische constitutie over de Goddelijke openbaring,
132 II, 3, 1,68(113) | geloofsleer, verklaring over enkele vraagstukken van
133 II, 3, 1,68(115) | Sess. VI, Decreet over de rechtvaardiging Cum hoc
134 II, 3, 2,69 | 69. De overwegingen over de fundamentele optie hebben,
135 II, 3, 2,70 | het Concilie van Trente over het bestaan en de natuur
136 II, 3, 2,70 | miskenning van de katholieke leer over de doodzonde: “Met de hele
137 II, 4, 1,71(119) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
138 II, 4, 1,71 | ene toestand in een andere over.. Het menselijk leven is
139 II, 4, 1,73(123) | de pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
140 II, 4, 1,75 | voor-morele orde betreffen. Over de zedelijke soortbepaaldheid
141 II, 4, 1,75 | handelingen, dat wil zeggen over hun goedheid of slechtheid,
142 II, 4, 2,76(125) | Trente, Sess. VI, decreet over de rechtvaardiging Cum hoc
143 II, 4, 3,80 | eer van de Schepper”. 132 ~Over de in zichzelf slechte handelingen
144 II, 4, 3,80(132) | Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
145 II, 4, 3,82 | de mensen en de waarheid over het goede en evenzeer tot
146 II, 4, 3,82(135) | Vat. II, Verklaring over de godsdienstvrijheid Dinitatis
147 II, 4, 3,83 | trouw aan de volle waarheid over de mens en respecteert hem
148 II, 4, 3,83 | toe beperken, de gelovigen over de dwalingen en gevaren
149 III, 0, 4,84 | toegedacht, autonoom te beslissen over wat goed en slecht is. Dit
150 III, 0, 4,85 | maakt zich die opvatting over het geweten eigen, die de
151 III, 0, 4,86 | haar wortels in de waarheid over de mens en haar uiteindelijke
152 III, 0, 4,86 | ervaring spreken niet alleen over de zwakte van de menselijke
153 III, 0, 4,86 | menselijke vrijheid, maar ook over haar drama. De mens ontdekt,
154 III, 0, 4,86(138) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
155 III, 0, 4,87(141) | Dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium, 36;
156 III, 0, 5,88 | aangenomen, als het in handelen over gaat, als het in praktijk
157 III, 0, 5,89 | martelaarschap afleggen. Over het voorbeeld van de aan
158 III, 0, 6,91 | Johannes de Doper te zwijgen over de wet van de Heer en met
159 III, 0, 6,91 | gekomen was om getuigenis over het Licht af te leggen,
160 III, 0, 6,92(144) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
161 III, 0, 6,94 | vooral in hun uitingen over vraagstukken uit de moraal,
162 III, 0, 7,97(153) | II, Pastorale constitutie over de Kerk in de wereld van
163 III, 0, 8,99 | de waarheid; de waarheid over God, de Schepper en Verlosser
164 III, 0, 8,99 | Verlosser en de waarheid over de door Hem geschapen en
165 III, 0, 8,99 | hen onverzoenlijk tegen over elkaar. Als de transcendente
166 III, 0, 9,102(162)| Trente, Sess. VI, decreet over de rechtvaaridiging Cum
167 III, 0, 9,103 | mogelijkheden van de mens? “ En over welke mens wordt gesproken?
168 III, 0, 9,103 | welke mens wordt gesproken? Over de mens die door begeerte
169 III, 0, 9,103 | begeerte beheerst wordt, of over de mens, die door Christus
170 III, 0, 9,103 | krijgen en zich verheugen over de aanwezigheid van de Geest”. 164 ~
171 III, 0, 9,103(164)| deelnemers van een cursus over verantwoord ouderschap (
172 III, 0, 10,106 | bestaan van de Kerk; “Gaat uit over de hele wereld en verkondigt
173 III, 0, 10,107 | van de doden verkondigt over een nieuw leven, dat men
174 III, 0, 10,108 | gelovigen, aan de reflectie over het zedelijke leven toekomt,
175 III, 0, 11,109 | onthult de mens de waarheid over zijn bestemming en de weg
176 III, 0, 11,109(169)| Dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium, 12. ~
177 III, 0, 11,109 | ze in de Kerk groeit en over de Kerk gaat.. Ze staat
178 III, 0, 11,109(170)| Geloofsleer, instructie over de kerkelijke roeping van
179 III, 0, 11,110 | 110. Wat we over de theologie in het algemeen
180 III, 0, 11,110 | wetenschappelijke reflectie over het evangelie als geschenk
181 III, 0, 11,110 | en gebod van nieuw leven, over het leven, dat “door de
182 III, 0, 11,110 | houdt” (vgl. Eph. 4, 15) over het heilige leven van de
183 III, 0, 11,110 | de gelovige binden, zich over die handelingen uit te spreken
184 III, 0, 11,110 | toekomstige zielzorgers - over alle geboden te onderwijzen,
185 III, 0, 11,110(172)| Geloofsleer, instructie over de kerkelijke roeping van
186 III, 0, 11,110(174)| Dogmatische constitutie over het Katholieke geloof Dei
187 III, 0, 11,112 | evangelie, dat de hele waarheid over de mens en over de zedelijke
188 III, 0, 11,112 | waarheid over de mens en over de zedelijke weg onthult
189 III, 0, 11,112 | verlicht en vermaant en hun over de barmhartigheid van God
190 III, 0, 11,113(177)| Geloofsleer, instructie over de kerkelijke roeping van
191 III, 0, 12,114(178)| Dogmatische constitutie over de Kerk Lumen gentium, 25. ~
192 III, 0, 12,116 | hoort tot onze herderstaak, over de getrouwe weergave van
193 III, 0, 12,117 | eenmaal, zoals de apostel over zichzelf zegt, gezonden, “
194 III, 0, 12,117 | de stem van de waarheid over goed en kwaad. In het door
195 Slot, 0, 12,119 | dankt. In de discussies over de nieuwe en complexe morele
196 Slot, 0, 12,119 | Jezus Christus, zich aan Hem over te geven, zich door de genade
197 Slot, 0, 12,120 | van barmhartigheid, ~waak over allen, opdat het kruis van
|