Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | vrijheid buiten deze waarheid. ~Maar geen duisternis van dwaling
2 Inl, 0, 1,1 | volharding van de mens, maar geeft de mensheid geen vrijstelling
3 Inl, 0, 1,3 | slechts tot de gelovigen, maar tot alle mensen van goede
4 Inl, 0, 1,3 | zonder schuld niet kent, maar God vanuit een eerlijk hart
5 Inl, 0, 2,4 | 4. Altijd al, maar vooral in de loop van de
6 Inl, 0, 2,4 | de zedelijke kennis. 8 ~Maar vandaag blijkt het nodig
7 Inl, 0, 2,4 | en incidentele bezwaren, maar om het globaal en systematisch
8 I, 0, 4,8 | alleen door God te aanbidden maar tevens in diepe verwondering
9 I, 0, 5,11 | heerscharen” (Jes. 6, 3). ~Maar wanneer alleen God het Goede
10 I, 0, 5,11 | nu misschien alleen nog maar vermoedt, zal tenslotte
11 I, 0, 6,12 | omdat Hij het Goede is. Maar God heeft reeds op deze
12 I, 0, 6,12 | verwerkelijking pas na de dood, maar is in het geloof nu al licht
13 I, 0, 6,13 | één voor één op te sommen; maar dat het er Hem veeleer om
14 I, 0, 6,13 | heffen naar de vrijheid, maar dat is pas het begin van
15 I, 0, 6,14 | iemand zegt: Ik bemin God!, maar zijn broeder haat, is hij
16 I, 0, 6,15 | gekomen om af te schaffen maar om tot vervulling te brengen” (
17 I, 0, 6,15 | Einde niet als wegvallen, maar als volheid van de wet:
18 I, 0, 6,15 | niet om de wet op te heffen maar om haar ten einde te voeren,
19 I, 0, 6,15 | er een Oude Testament is, maar alle waarheid in het Nieuwe
20 I, 0, 6,15 | minimumgrens verstaan mogen worden, maar veeleer als een pad, dat
21 I, 0, 6,15 | schuldig voor het gerecht. Maar Ik zeg u: ieder die alleen
22 I, 0, 6,15 | zeg u: ieder die alleen maar boos is op zijn broeder,
23 I, 0, 6,15 | echter zeg u: wie alleen maar begerig naar een vrouw kijkt,
24 I, 0, 7,16 | gedragsnormen tot voorwerp, maar spreken van innerlijke houdingen
25 I, 0, 7,17 | Paulus met vreugde en trots. Maar tegelijk preciseert hij: “
26 I, 0, 7,17 | uitvlucht voor het vlees, maar dient elkaar in liefde!” (
27 I, 0, 7,17 | zijn in de doop vernietigd, maar is soms alle zwakheid verdwenen,
28 I, 0, 7,18 | de wet te blijven staan maar deze eisen in hun volheid
29 I, 0, 8,19 | beginnen bij de Twaalf; maar het blijkt even duidelijk
30 I, 0, 8,21 | alleen christen geworden, maar Christus (..). Wees verbaasd
31 I, 0, 9,22 | Niet alleen de jongeman, maar ook de leerlingen schrikken
32 I, 0, 9,22 | gered worden?” (Mt. 19, 25). Maar de Meester verwijst naar
33 I, 0, 9,22 | der hemelen” (Mt. 19, 12), maar een algemene regel geeft,
34 I, 0, 9,22 | kunnen dit woord bevatten, maar alleen zij, aan wie het
35 I, 0, 9,22 | de liefde doet ontstaan? Maar wie strijdt over de vraag
36 I, 0, 9,23 | gerechtigheid”, die de wet vereist, maar die zij aan niemand kan
37 I, 0, 9,24 | De gave vermindert niet, maar versterkt de zedelijke eisen
38 I, 0, 9,24 | zeggen, wat men doen moet, maar ze verleent ook de kracht “
39 I, 0, 9,24 | hun handen zoals Mozes; maar ze kwamen met de Geest in
40 I, 0, 10,26 | geloof en hun liturgie, maar ook door het getuigenis
41 I, 0, 10,26 | afwijzen of vertekenen, maar ook door hen die de zedelijke
42 II, 0, 11,28 | van de geloofswaarheden, maar ook wat het ten aanzien
43 II, 0, 11,29 | gelovigen worden uitgenodigd, maar met name de theologen: “
44 II, 0, 11,29 | filosofisch systeem op te leggen; maar om het woord van God “heilig
45 II, 0, 11,30 | niet alleen de dogmatische, maar ook de morele reflexie in
46 II, 0, 11,30 | luisteren naar allerlei mythen. Maar gij, blijf nuchter bij dit
47 II, 0, 12,31 | maken, niet onder dwang, maar door plichtsbesef geleid”. 53
48 II, 0, 12,33 | toepassing gevonden hebben. Maar sommigen zijn zover gegaan
49 II, 0, 12,34 | tot het goede keren”. 56 Maar welke vrijheid wordt bedoeld?
50 II, 0, 12,34 | om alles te doen, als het maar bevalt, zelfs het kwade”
51 II, 0, 12,34 | nuttig en waardevol in is, maar tegelijk om hun tweeduidigheid,
52 II, 1, 1 | Maar van de boom van kennis van
53 II, 1, 1,35 | van de tuin mag je eten, maar van de boom van kennis van
54 II, 1, 1,35 | beslissen niet aan de mens, maar aan God alleen toekomt.
55 II, 1, 1,35 | bomen van de tuin” eten. Maar het is geen onbegrensde
56 II, 1, 2,39 | 39. Maar niet alleen de wereld, doch
57 II, 1, 2,40 | eigen bezit in zich draagt. Maar de autonomie van het verstand
58 II, 1, 2,40 | betekenen van de ware vrijheid: “Maar van de boom van de kennis
59 II, 1, 2,41 | betekent zeker niet afwijzing, maar aanvaarding van de zedenwet,
60 II, 1, 2,41 | eigen bezit in zich draagt, maar alleen door het licht van
61 II, 1, 3,42 | niet alleen niet ontkend, maar blijft pas door deze gehoorzaamheid
62 II, 1, 3,42 | doen en het kwade mijden. Maar daartoe moet de mens het
63 II, 1, 3,42 | wezens zonder verstand, maar omdat het verstand, dat
64 II, 1, 3,43 | vgl. Wijsh. 7, 22; 8, 11). Maar God zorgt voor de mens anders
65 II, 1, 3,43 | wetten van de fysieke natuur, maar “van binnen”, door het verstand
66 II, 1, 3,43 | de wereld van de natuur, maar ook de wereld van de menselijke
67 II, 1, 3,44 | de goddelijke Wetgever: “Maar dit voorschrift van het
68 II, 1, 3,45 | geschreven niet met inkt maar met de Geest van de levende
69 II, 1, 3,45 | niet op tafels uit steen, maar - als op tafels - in harten
70 II, 1, 3,45 | leert wat men moet doen, maar ook genegen maakt, met de
71 II, 1, 3,45 | alleen elkaar niet uit, maar integendeel, ze steunen
72 II, 1, 4,46 | vrijheid in ere te houden, maar ze verstaan die vaak in
73 II, 1, 4,47 | behandelen, wat op zich alleen maar biologische wetten waren.
74 II, 1, 4,47 | ontoelaatbaar veroordeeld zijn. Maar naar de mening van deze
75 II, 1, 4,47 | opvatting - niet alleen, maar moet juist vrij de zin van
76 II, 1, 4,48 | materieel noodzakelijke, maar voor de persoon, het menselijk
77 II, 1, 4,48 | project van de eigen vrijheid, maar een bepaalde geestelijke
78 II, 1, 4,50 | maatgevend begrepen worden, maar moet als de orde van het
79 II, 1, 5,51 | ze hem niet meer verlaat, maar zich bij hem indrukt zoals
80 II, 1, 5,51 | zonder schuld, daar ook maar onkundig van zijn, dan kwetsen
81 II, 1, 5,52(94) | nr. 4: AAS 68 (1976) 80: “Maar in werkelijkheid stellen
82 II, 1, 5,53 | bepaalde cultuur bevindt, maar evenmin kan men bestrijden,
83 II, 1, 5,53 | van een van zijn culturen, maar dat hij zijn waardigheid
84 II, 1, 5,53 | met de algemene ervaring, maar zou ook de verwijzing naar
85 II, 1, 5,53(98) | het niet zuiver formele maar inhoudelijk bepaalde karakter
86 II, 2, 1,54 | hij zichzelf niet stelt, maar waaraan hij moet gehoorzamen,
87 II, 2, 1,55 | behulpzaam kunnen zijn, maar niet in de plaats van de
88 II, 2, 1,55 | geweten niet meer “oordelen”, maar “beslissen”: alleen door
89 II, 2, 2,58 | beveelt het niet uit zichzelf, maar als boodschap die van God
90 II, 2, 2,58 | slechtheid van de mens, maar tegelijk, ja nog eerder,
91 II, 2, 2,58 | ondoordringbare eenzaamheid, maar maakt hem open voor de roep,
92 II, 2, 2,59 | het geweten als “getuige”, maar hij onthult ook, hoe het
93 II, 2, 2,59 | verplichting wordt niet uitgewist, maar veeleer erkend, wanneer
94 II, 2, 2,60 | geweten maakt de wet niet, maar het bevestigt de autoriteit
95 II, 2, 2,61 | van zijn ene beslissing. Maar het oordeel van het geweten
96 II, 2, 2,61 | van de eigen beslissingen, maar integendeel aan het hardnekkige
97 II, 2, 3,62 | van God niet vervalsen” maar moet “open de waarheid leren” (
98 II, 2, 3,63 | schuld aangerekend worden; maar ook in dit geval blijft
99 II, 2, 3,63 | je lichaam helder zijn. Maar wanneer je oog ziek is,
100 II, 2, 3,64 | stemmen op deze wereld, maar “om ons te veranderen en
101 II, 2, 3,64 | Gods in het algemeen nodig, maar zij volstaat niet: een soort
102 II, 2, 3,64 | los) van” de waarheid, maar altijd en alleen vrijheid “
103 II, 2, 3,64 | vrijheid “in” de waarheid is; maar ook omdat het leergezag
104 II, 2, 3,64 | aandraagt die het vreemd zijn, maar het wel wijst op de waarheden,
105 II, 2, 3,64 | over het goede van de mens maar, speciaal in de moeilijke
106 II, 3, 1 | voorwendsel voor het vlees, maar dient elkaar in liefde!” (
107 II, 3, 1,65 | individuele handeling te kiezen; maar zij is, binnen zo”n keuze,
108 II, 3, 1,65 | het reflectieve denken, maar op “transcendente” en “athematische”
109 II, 3, 1,65 | voortkomen zouden alleen maar beperkte/concrete en nooit
110 II, 3, 1,65 | drukken; ze waren alleen maar te beschouwen als “tekenen”
111 II, 3, 1,65 | van de persoon zou uiten), maar het zijn de afzonderlijke
112 II, 3, 1,65 | categoriale “ bona genoemd”). Maar naar de mening van enkele
113 II, 3, 1,66 | wil, zal het verliezen; maar wie zijn leven om mijnentwil
114 II, 3, 1,66 | broeders” (Gal. 5, 13). Maar de apostel verbindt daaraan
115 II, 3, 1,67 | de genade na te streven. Maar deze mogelijkheid wordt
116 II, 3, 1,68 | geloof zelf doet verliezen, maar ook door iedere andere doodzonde
117 II, 3, 2,70 | dagelijkse zonden bekrachtigd, maar heeft er ook aan willen
118 II, 3, 2,70 | de doodzonde op het oog, maar noemt ook als voorwaarde
119 II, 4, 1,71 | uiterlijke gedrag van de mens, maar als vrije keuzen kwalificeren
120 II, 4, 1,71 | nooit identiek met zichzelf, maar gaan door een voortdurend
121 II, 4, 1,71 | onophoudelijk geboren worden.. Maar de geboorte volgt hier niet
122 II, 4, 1,73(123)| voor de christengelovigen, maar ook voor alle goedwillende
123 II, 4, 1,73 | eeuwig leven te winnen?” Maar deze afstemming op het laatste
124 II, 4, 1,74 | 74. Maar waar hangt de morele waardering
125 II, 4, 1,75 | 75. Maar bij het pogen een dergelijke
126 II, 4, 1,75 | openbaring aangetoond worden; maar zij houden eraan vast, dat
127 II, 4, 1,75 | waarden verantwoordelijk zijn, maar dit in dubbel opzicht: De
128 II, 4, 2,76 | daarmee niet de geboden af, maar hij bevestigt ze veeleer,
129 II, 4, 2,77 | van verantwoordelijkheid. Maar de overweging van deze gevolgen -
130 II, 4, 2,77 | zouden kunnen modificeren, maar niet haar morele species
131 II, 4, 2,78 | mens met goede bedoeling, maar op nutteloze wijze handelt,
132 II, 4, 2,78 | bedoeling niet volstaat, maar ook de juiste keuze van
133 II, 4, 3,80 | leert de Kerk - zonder ook maar het minst de invloed te
134 II, 4, 3,81 | slechtheid weliswaar afzwakken, maar niet opheffen: het zijn “
135 III, 0, 4,84 | onveranderlijke absoluutheid van ook maar een zedelijke waarheid nog
136 III, 0, 4,84 | verachting van het ontvangen maar nog niet geboren menselijke
137 III, 0, 4,85 | ontmaskering en afwijzing, maar richt zich erop, alle gelovigen
138 III, 0, 4,85 | zijn kracht verliezen.. Maar wij verkondigen een gekruisigde
139 III, 0, 4,85 | heidenen een dwaasheid, maar voor hen die geroepen zijn,
140 III, 0, 4,86 | getekend is. Ze is echte, maar begrensde vrijheid: ze heeft
141 III, 0, 4,86 | uitgangspunt niet in zichzelf, maar in het bestaan, waar binnen
142 III, 0, 4,86 | de menselijke vrijheid, maar ook over haar drama. De
143 III, 0, 4,87 | niet alleen door woorden, maar doordat de vrijheid zich
144 III, 0, 4,87 | Vrij omdat niet de dwang maar de liefde de diensten oplegt..
145 III, 0, 4,87 | om zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven
146 III, 0, 5,88 | die geen vrucht brengen, maar legt ze open!.. Let er dus
147 III, 0, 5,88 | leven leidt, niet dwaas, maar verstandig. Benut de tijd,
148 III, 0, 5,89 | Wie zegt dat hij Hem kent maar zich niet stoort aan zijn
149 III, 0, 5,89 | dat niet alleen voor God maar ook voor de mensen: er wordt
150 III, 0, 5,89 | de korenmaat te zetten, maar men plaatst ze op de standaard,
151 III, 0, 6,91 | aan uw handen ontsnappen. Maar toch is het veel beter,
152 III, 0, 6,91 | haar verbondenheid met God, maar ook van haar gehoorzaamheid
153 III, 0, 6,91 | zedelijke verplichting, zich ook maar van een enkele concrete
154 III, 0, 6,91 | voorkeur aan de dood boven ook maar een doodzonde gegeven hebben.
155 III, 0, 6,93 | burgerlijke maatschappij, maar ook binnen de kerkelijke
156 III, 0, 6,93 | terecht komt, waarin de mens maar terecht kan komen: de verwarring
157 III, 0, 6,94 | te geven. In het woord, maar vooral in het offer van
158 III, 0, 7,95 | barmhartigheid ontbreken. Maar in feite kan de moederlijkheid
159 III, 0, 7,95 | waarheid verbergt of afzwakt, maar doordat men ze in haar diepe
160 III, 0, 7,95 | gekomen, niet om te oordelen maar om te redden (vgl. Joh.
161 III, 0, 7,95 | ten opzichte van de zonde, maar hij was barmhartig voor
162 III, 0, 7,96 | alleen op het individu, maar ook op de gemeenschap als
163 III, 0, 7,97 | bewoordingen geformuleerd. Maar het feit dat “begin, draagster
164 III, 0, 8,98 | wereld kweken en voeden. Maar zoals de geschiedenis en
165 III, 0, 8,99 | tot algemene houdingen, maar ook met betrekking tot precies
166 III, 0, 8,100 | slaven “niet meer als slaven, maar als veel meer: als geliefde
167 III, 0, 8,101 | zijn groei in het goede, maar ook voor de maatschappij
168 III, 0, 9,102 | martelaarschap inhouden. Maar zoals onze algemene en dagelijkse
169 III, 0, 9,102 | doe niet dat wat ik wil, maar dat, wat ik haat. Ik doe
170 III, 0, 9,102 | niet het goede, dat ik wil, maar het kwade, dat ik niet wil” (
171 III, 0, 9,102 | zondeval nog meer geneigd. ~Maar de verleidingen kunnen overwonnen,
172 III, 0, 9,102 | beveelt niets onmogelijks, maar als hij beveelt, dan maant
173 III, 0, 9,103 | discussie staande belangen”. Maar wat zijn de “concrete mogelijkheden
174 III, 0, 9,103 | verlossingsdaad terug te voeren, maar op de wil van de mens, zich
175 III, 0, 9,103 | mogelijkheden van de mens: Maar de mogelijkheden van de
176 III, 0, 9,104 | verantwoordelijkheid verminderde. Maar zijn gebed houdt zich niet
177 III, 0, 9,104 | zulke rechtvaardigingen, maar heeft de eigen onwaardigheid
178 III, 0, 10,106 | van de betekenis ervan, maar noodzakelijkerwijze ook
179 III, 0, 10,106 | het karakter van gewoonten maar, vanuit theoretisch perspectief,
180 III, 0, 10,107 | alleen van het verkondigde, maar, en in zekere zin vooral,
181 III, 0, 10,107 | de anderen mee te delen, maar ook een verheerlijking van
182 III, 0, 11,110 | het gebied van het geloof, maar ook en onverbrekelijk daarmee
183 III, 0, 11,110 | leven bevorderd moet worden, maar ook die handelingen, die
184 III, 0, 11,111 | de zending van de Kerk, maar ook voor de menselijke samenleving
185 III, 0, 11,112 | dergelijke methoden te ontkennen, maar ook zonder haar eigen perspectief
186 III, 0, 12,115 | voor de individuele persoon maar ook voor de maatschappij. ~
187 III, 0, 12,117 | evangelie te verkondigen, maar niet met handige en slimme
188 III, 0, 12,117 | zijn, niet van de letter, maar van de geest.. De Heer echter
189 Slot, 0, 12,118 | gekomen om te vervloeken maar om te vergeven, barmhartigheid
190 Slot, 0, 12,119 | gecompliceerde werkelijkheid, maar kan ons binnenleiden in
191 Slot, 0, 12,119 | navolgen van Christus langzaam maar zeker de wezenlijke kenmerken
192 Slot, 0, 12,120 | vooral richt tot de maagden, maar uiteindelijk in een voor
193 Slot, 0, 12,120 | onze menselijke situatie, maar volledig transparant voor
|