Chapter, Thema, Paragraph, Number
1 Inl, 0, 1,1 | Eph. 5, 8) en heiligen ze zich door de “gehoorzaamheid
2 Inl, 0, 1,1 | laatste religieuze vragen, ze spoort hen veeleer ertoe
3 Inl, 0, 1,2 | naar tekenen van de tijd en ze te duiden in het licht van
4 Inl, 0, 1,3 | Petrus de gelovigen nabij, ze begeleiden en sturen hen
5 Inl, 0, 1,3 | met hun leergezag, waarbij ze steeds nieuwe accenten voor
6 Inl, 0, 1,3 | niet iets van God weten. Ze weet, dat juist op de weg
7 Inl, 0, 2,5 | gave van zijn Geest, die ze door de sacramenten en het
8 I, 0, 3,7 | moraaltheologie zo te vervolmaken, dat ze de verhevenheid van de roeping,
9 I, 0, 5,11 | zijn afgeleid en waaraan ze zijn onderworpen. Door de
10 I, 0, 6,12 | geschonken; Hijzelf bevestigt ze definitief en stelt ze ons
11 I, 0, 6,12 | bevestigt ze definitief en stelt ze ons als weg en voorwaarde
12 I, 0, 6,13 | naastenliefde; tegelijkertijd dienen ze als controle daarvoor. Zij
13 I, 0, 7,16 | oorspronkelijke diepte zijn ze zo iets als een zelfportret
14 I, 0, 7,17 | elkaar, doch integendeel, ze verwijzen naar elkaar. De
15 I, 0, 7,17 | ongerechtigheid is geschrapt? Zou ze verdwenen zijn, dan zouden
16 I, 0, 8,20 | volgen, nagevolgd worden. Ze is het “nieuwe” gebod: “
17 I, 0, 8,21 | uiterlijke nabootsing, want ze raakt de mens in zijn diepste
18 I, 0, 9,22 | leerlingen dat hoorden, schrokken ze erg en zeiden: Wie kan dan
19 I, 0, 9,23 | krachten van de mens te boven: ze zijn slechts mogelijk als
20 I, 0, 9,24 | wat men doen moet, maar ze verleent ook de kracht “
21 I, 0, 9,24 | handen zoals Mozes; maar ze kwamen met de Geest in hun
22 I, 0, 9,24 | Geest in hun harten.., nadat ze zelf door zijn genade tot
23 I, 0, 10,25 | geboden “herinneren” en ze voor hen begrijpelijk maken (
24 I, 0, 10,25 | geactualiseerd worden. De taak om ze te interpreteren is door
25 I, 0, 10,25 | Hand. 18, 25), waarbij ze vooral de eerbiedige beschouwing
26 I, 0, 10,26 | christenen gewaakt, 35 net zoals ze over de zuiverheid van het
27 I, 0, 10,27 | leven en cultus alles wat ze zelf is, alles wat ze gelooft
28 I, 0, 10,27 | wat ze zelf is, alles wat ze gelooft door de tijden verder
29 I, 0, 10,27 | het licht van het geloof. Ze kan echter alleen de blijvende
30 II, 0, 11,28 | zedenleer”. 43 Getrouw bewaarde ze wat het Woord van God niet
31 II, 0, 11,29 | handelingen en van de persoon, die ze voltrekt, tot inhoud heeft,
32 II, 0, 11,29 | heeft, en in deze zin staat ze voor alle mensen open; ze
33 II, 0, 11,29 | ze voor alle mensen open; ze is echter ook “theologie”,
34 II, 0, 11,29 | echter ook “theologie”, omdat ze erkent dat het begin en
35 II, 0, 11,30 | alle volken te gaan.. en ze te leren, alles te onderhouden”,
36 II, 0, 12,34 | van de waarheid zwakken ze af, of ze ontkennen het
37 II, 0, 12,34 | waarheid zwakken ze af, of ze ontkennen het zelfs. ~Willen
38 II, 0, 12,34 | te leggen, dan moeten we ze in het licht van de fundamentele
39 II, 1, 1,35 | geen onbegrensde vrijheid: ze moet halthouden voor de “
40 II, 1, 1,35 | niet en nog minder schakelt ze die uit, integendeel, ze
41 II, 1, 1,35 | ze die uit, integendeel, ze garandeert en bevordert
42 II, 1, 1,36 | menselijke” moraal ophouden, ze waren de uitdrukking van
43 II, 1, 1,37 | 37. Aangezien ze echter het zedelijk leven
44 II, 1, 2,38 | waartoe de mens geroepen is: ze geven aan, dat de heerschappij
45 II, 1, 2,39 | afhangen en dat de mens ze zonder verwijzing naar de
46 II, 1, 2,40 | waarheid van de mens. 73 Ze zou de dood betekenen van
47 II, 1, 2,41 | van doen hebben, dan stond ze in tegenstelling met de
48 II, 1, 3,42 | natuurwet wordt genoemd: ze wordt zo genoemd, niet met
49 II, 1, 3,45 | niet uit, maar integendeel, ze steunen en doordringen elkaar
50 II, 1, 3,45 | doordringen elkaar wederzijds. Ze hebben allemaal hun bron
51 II, 1, 4,46 | vrijheid in ere te houden, maar ze verstaan die vaak in tegenspraak
52 II, 1, 4,47 | juiste gedrag vastleggen, ze zouden echter niet kunnen
53 II, 1, 4,48 | de mens en zijn vrijheid. Ze is in tegenspraak met de
54 II, 1, 4,48 | heerlijkheid zal deelhebben; ze herinneren er ook aan, dat
55 II, 1, 4,50 | de natuurwet begrijpen: Ze heeft betrekking op de eigenlijke
56 II, 1, 4,50 | van de menselijke persoon. Ze kan dus niet als louter
57 II, 1, 4,50 | zedelijke betekenis, voorzover ze betrekking hebben op de
58 II, 1, 4,50 | van vrijheid en natuur: ze zijn werkelijk harmonisch
59 II, 1, 5,51 | gerechtigheid bewerkt, waarbij ze hem niet meer verlaat, maar
60 II, 1, 5,51 | afzonderlijke menselijke persoon: ze omsluit integendeel fundamenteel
61 II, 1, 5,51 | het ware goede. Doordat ze zich aan de gemeenschappelijke
62 II, 1, 5,51 | maakt” (Kol. 3, 14). Wanneer ze daarentegen de wet miskennen
63 II, 1, 5,52 | koesteren, verplichten algemeen; ze zijn “onveranderlijk”; 94
64 II, 1, 5,52 | zijn “onveranderlijk”; 94 ze verenigen in hetzelfde gemeenschappelijke
65 II, 1, 5,52 | natuurwet zijn algemeen geldig: ze verplichten allen en ieder
66 II, 1, 5,53 | de toekomst gelden, zoals ze reeds voor die van het verleden
67 II, 1, 5,53 | vastgelegd werden, te beweren dat ze voor allen een universele
68 II, 2, 1,55 | rekening mee te houden; ze zouden op bepaalde manier
69 II, 2, 1,55 | geven. Daarenboven onthullen ze de complexiteit die het
70 II, 2, 2,58 | ziel doordringen, wanneer ze hem fortiter et suaviter
71 II, 2, 2,60 | zedelijk goed en kwaad: ze is ertoe geroepen om die
72 II, 3, 1,65 | persoon en handeling voor. Ze spreken van een “fundamentele
73 II, 3, 1,65 | fundamentele optie uit te drukken; ze waren alleen maar te beschouwen
74 II, 3, 1,65 | fundamentele optie, terwijl ze de keuze van afzonderlijke “
75 II, 3, 1,67 | te stellen, in hoeverre ze van toepassing zijn op een
76 II, 3, 2,69 | ingrijpende herziening. Ze onderstrepen dat de oppositie
77 II, 3, 2,70 | optio fundamentalis”, waar ze zo verstaan wordt, dat ze
78 II, 3, 2,70 | ze zo verstaan wordt, dat ze op objectief niveau de traditionele
79 II, 4, 1,71 | uitdrukken en bepalen. 120 Ze roepen niet alleen veranderingen
80 II, 4, 1,71 | opzicht de persoon zelf, die ze voltrekt, en bepalen haar
81 II, 4, 1,71 | geboorte het geval is.. Ze is het resultaat van vrije
82 II, 4, 1,75 | de wil van de persoon die ze kiest, als zedelijk “goed”
83 II, 4, 2,76 | werkwijzen en hun effecten. Ze willen bevrijden van de
84 II, 4, 2,76 | leer van de Kerk, wanneer ze menen dat ze de vrije en
85 II, 4, 2,76 | Kerk, wanneer ze menen dat ze de vrije en weloverwogen
86 II, 4, 2,76 | geboden af, maar hij bevestigt ze veeleer, aangezien hij hun
87 II, 4, 2,76 | Testament het gedaan hebben; ze werden heilig verklaard
88 II, 4, 2,76 | werden heilig verklaard omdat ze liever hun leven gaven dan
89 II, 4, 2,78 | worden naar het feit dat ze in de uitwendige wereld
90 II, 4, 2,78 | voldoende, goede werken te doen, ze moeten goed gedaan worden.
91 II, 4, 2,78 | volkomen zijn, moeten wij ze met het duidelijke doel
92 II, 4, 2,78 | duidelijke doel verrichten, dat ze God bevallen”. 129 ~
93 II, 4, 3,80 | intrinsece malum) genoemd worden: Ze zijn altijd en op zichzelf
94 II, 4, 3,80 | onmiskenbaar schandelijk. Ze zijn een aantasting van
95 II, 4, 3,80 | hebben te verdragen. En ze zijn volledig in tegenspraak
96 II, 4, 3,81 | Godslastering, durven te beweren dat ze, als ze uit goede motieven (
97 II, 4, 3,81 | durven te beweren dat ze, als ze uit goede motieven (causis
98 II, 4, 3,82 | bedoeling dan goed, wanneer ze op het ware goed van de
99 III, 0, 4,85 | als veel meer daarin, dat ze de blik onafgewend op de
100 III, 0, 4,85 | liefde naar Christus, omdat ze zich volledig ervan bewust
101 III, 0, 4,85 | gekruisigde Jezus vindt ze het antwoord op de vraag
102 III, 0, 4,86 | van de mens getekend is. Ze is echte, maar begrensde
103 III, 0, 4,86 | maar begrensde vrijheid: ze heeft haar absolute en onvoorwaardelijke
104 III, 0, 4,86 | het bestaan, waar binnen ze zich bevindt en dat voor
105 III, 0, 4,86 | rijpheid gebracht moet worden. Ze hoort wezenlijk bij het
106 III, 0, 4,86 | vriendschap te sluiten. Ze is tevens onveranderlijk
107 III, 0, 4,86 | alle mensen, in zoverre ze buiten zichzelf treedt,
108 III, 0, 4,87 | door deze aanbidding worden ze vrij. De samenhang met de
109 III, 0, 4,87 | voor dag moet gaan, als ze de hele betekenis van de
110 III, 0, 5,88 | inderdaad zo, als zouden ze met de criteria van het
111 III, 0, 5,88 | vrucht brengen, maar legt ze open!.. Let er dus zorgvuldig
112 III, 0, 5,89 | niet verborgen blijven als ze boven op een berg ligt!
113 III, 0, 5,89 | ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten,
114 III, 0, 5,89 | zetten, maar men plaatst ze op de standaard, zodat ze
115 III, 0, 5,89 | ze op de standaard, zodat ze licht geeft voor allen die
116 III, 0, 6,91 | die haar in het geval, dat ze zou weigeren, hun onrein
117 III, 0, 6,91 | dood bedreigden, antwoordde ze: “Het is mij van alle kanten
118 III, 0, 6,91 | op zich te nemen, geeft ze aan dat het niet rechtvaardig
119 III, 0, 6,91 | ander goed te bereiken. Ze kiest voor zich het “betere
120 III, 0, 6,91 | verbranden (vgl. openb. 13). Ze wezen het zelfs af, te doen
121 III, 0, 6,91 | zelfs af, te doen alsof ze zo”n cultus verrichtten,
122 III, 0, 6,91 | gehoorzaamheid vertrouwden ze, evenals Christus zelf gedaan
123 III, 0, 6,92 | zedelijk slechte handeling: ze is een schending van de “
124 III, 0, 6,93 | getuigenis van het goede zullen ze een levend verwijt worden
125 III, 0, 6,93 | Wijsh. 2, 12) en laten ze ook in deze, onze tijd de
126 III, 0, 6,94 | christenen niet alleen: Ze vinden bevestiging in het
127 III, 0, 6,94 | en gedood werden, omdat ze, zoals ook af en toe de
128 III, 0, 7,95 | zendingsopdracht als lerares, die ze als trouwe bruid van Christus,
129 III, 0, 7,95 | uitvoeren: “Als lerares wordt ze niet moe, de zedelijke norm
130 III, 0, 7,95 | afzwakt, maar doordat men ze in haar diepe betekenis
131 III, 0, 7,95 | afzien, op basis waarvan ze “het niet toestaat, goed
132 III, 0, 7,96 | onderdrukkends in zich. Ze dient enkel en alleen de
133 III, 0, 7,97 | sociale kracht: doordat ze de onvoorwaardelijke persoonlijke
134 III, 0, 7,97 | mens beschermen, dienen ze het behoud van de menselijke
135 III, 0, 8,100 | waardigheid en hun grondrechten, ze op gewelddadige wijze tot
136 III, 0, 9,102 | wordt zij duur betaald: ze kan ook het martelaarschap
137 III, 0, 9,104 | gehele maatschappij, omdat ze leert, dat aan de objectiviteit
138 III, 0, 10,108 | koninklijke dingen; door Hem zijn ze gesterkt zodat ze noch voor
139 III, 0, 10,108 | Hem zijn ze gesterkt zodat ze noch voor gevangenissen
140 III, 0, 10,108 | van God angst hadden; ja ze traden juist op deze machten
141 III, 0, 10,108 | door Hem; in zich droegen ze de gaven, die juist deze
142 III, 0, 11,109 | bijzondere eigenschap maakt ze door de bovennatuurlijke
143 III, 0, 11,109 | hele volk dan bekend, als ze “van de bisschoppen tot
144 III, 0, 11,109 | te drukken, toch nodigt ze ons verstand - dit geschenk
145 III, 0, 11,109 | kerkelijke wetenschap, omdat ze in de Kerk groeit en over
146 III, 0, 11,109 | groeit en over de Kerk gaat.. Ze staat in dienst van de Kerk
147 III, 0, 11,110 | gebracht worden, in zoverre ze zich als wetenschap kenmerkt
148 III, 0, 11,110 | moraaltheologie doceren. Ze hebben de zware verplichting,
149 III, 0, 11,110 | moraaltheologen zullen zich, als ze hun krachten verenigen in
150 III, 0, 11,112 | historische moment, waarop ze ontdekt worden. Het feit,
151 III, 0, 11,112 | waarde van deze kennis, die ze aanbieden, te kort te doen
152 III, 0, 11,112 | zowel tegen de wanhoop, dat ze de goddelijke wet niet kunnen
153 III, 0, 11,112 | de verkeerde mening, dat ze zich zonder verdiensten
154 III, 0, 11,113 | beslissingsprocedure afhangen: Ze wordt eenvoudigweg niet
155 III, 0, 12,114 | leerlingen naar Christus leiden; ze zijn authentieke, dat wil
156 III, 0, 12,114 | Christus toegeruste leraren. Ze verkondigen het aan hen
157 III, 0, 12,114 | de heilige Geest, doordat ze uit de schat van de openbaring,
158 III, 0, 12,114 | voortbrengen (Mt. 13, 52) Zo laten ze het geloof vruchtbaar worden
159 III, 0, 12,114 | gelovigen dat te leren, wat ze op weg naar de Heer brengt,
160 III, 0, 12,114 | het bloed van Christus: Ze is in de heilige Geest tot
161 III, 0, 12,114 | toevertrouwd, die opgeroepen zijn, ze tot voorwerp van ons onderricht
162 III, 0, 12,114 | gelovigen sterken, opdat ze aan de eisen die het geloof
163 III, 0, 12,117 | herders wenden, dan vinden ze in het antwoord van de Kerk
164 Slot, 0, 12,119| Dat is niet juist, want ze bestaat, om het met de eenvoud
165 Slot, 0, 12,120| Johannes als zoon aanneemt, als ze samen met Christus de Vader
166 Slot, 0, 12,120| mensengeslacht te omvatten. Zo is ze tot Moeder van ons allen
167 Slot, 0, 12,120| voltooit haar vrijheid, doordat ze zich aan God geeft en in
168 Slot, 0, 12,120| zich de gave Gods ontvangt. Ze hoedt in haar maagdelijke
169 Slot, 0, 12,120| moment van de geboorte, ze voedt Hem, ze brengt Hem
170 Slot, 0, 12,120| geboorte, ze voedt Hem, ze brengt Hem groot en begeleidt
171 Slot, 0, 12,120| zij de gebeurtenissen die ze niet steeds begrijpt, in
172 Slot, 0, 12,120| vgl. Lc. 2, 19), wordt ze tot voorbeeld voor allen
173 Slot, 0, 12,120| te nemen. Ook ons draagt ze, net als de dienaren tijdens
174 Slot, 0, 12,120| de genade van God. Hoewel ze de zonde niet kende, is
175 Slot, 0, 12,120| de zonde niet kende, is ze in staat, met elke zwakke
176 Slot, 0, 12,120| elke zwakke mee te lijden. Ze begrijpt de zondaar en houdt
177 Slot, 0, 12,120| liefde. Juist daarom staat ze aan de kant van de waarheid
178 Slot, 0, 12,120| Om dezelfde reden neemt ze het niet, dat de zondaar
179 Slot, 0, 12,120| zonde rechtvaardigt; want ze weet, dat op deze wijze
|