Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Ioannes Paulus PP. II
Veritatis Splendor

IntraText - Concordances

(Hapax - words occurring once)


102-bezwe | bidt-gewog | gewoo-oerzo | offer-state | stati-waart | wacht-zwijg

                                                                        bold = Main text
     Chapter, Thema, Paragraph, Number                                  grey = Comment text
1001 II, 1, 3,45 | moraaltheologische onderzoek de gewoonte, de positieve of geopenbaarde 1002 II, 1, 5,52(94) | van de natuur van de mens geworteld zijn en die in alle met 1003 II, 4, 3,82 | andere door inhoudelijke gezichtspunten bepaalde norm vast te stellen, 1004 III, 0, 8,100 | of vanuit een totalitaire gezindheid, - ertoe leiden, dat mensen 1005 III, 0, 12,116 | gaat om organen voor de gezins- of sociale pastoraal of 1006 II, 1, 5,53 | zedelijke normen een formulering gezocht en gevonden worden, die 1007 II, 4, 1,75 | zijn, zoals bijvoorbeeld: Gezondheid en haar aantasting, psychische 1008 III, 0, 9,104 | dat de mens, nadat hij gezondigd heeft, zijn zwakte erkent 1009 II, 0, 12,31 | het licht van het geloof gezuiverd worden. 55 ~ 1010 II, 4, 3,81 | knapenschenders noch dieven, geen gierigaards, dronkaards, lasteraars, 1011 I, 0, 9,22 | de jongeman dat hoorde, ging hij verdrietig weg: want 1012 II, 1, 1,36 | mensen zou uitoefenen. Deze gissingen hebben er nu toe geleid, 1013 II, 1, 5,53 | Christus heeft, die dezelfde is gisteren, vandaag en in eeuwigheid”. 97 1014 Inl, 0, 2,4 | incidentele bezwaren, maar om het globaal en systematisch in twijfel 1015 II, 3, 2,70 | afvalligheid van God en goddeloosheid, of op gelijkwaardige manier, 1016 III, 0, 10,107 | heeft de waarde van eengodsdienst” (Rom. 12, 1; vgl. Phil. 1017 II, 0, 11,30(50) | van de niet-christelijke godsdiensten, Nostra actate, 1. ~ 1018 I, 0, 6,14 | van de geboden, de echte Godsliefde niet mogelijk is. Met buitengewone 1019 II, 1, 4,49 | oplichters” uitgesloten van het Godsrijk (vgl. 1 Kor. 6, 9-10). Deze 1020 II, 1, 1,36 | verlangens staan, die overigens goeddeels tot de beste tradities van 1021 Inl, 0, 2,5 | naar de Catechismusals goedgekeurde en veilige tekst voor het 1022 I, 0, 10,26 | die daar de uitdrukking en goedkeuring van zijn, beslist afgewezen ( 1023 II, 4, 1,73(123) | christengelovigen, maar ook voor alle goedwillende mensen, in wier hart de 1024 III, 0, 8,100 | solidariteit overeenkomstig de gouden regel en de vrijgevigheid 1025 II, 3, 2,69 | zonde eerder te meten aan de graad waarin zij de vrijheid van 1026 II, 0, 12,34(59) | letter addressed to His Grace the Duke of Norfolk: Certain 1027 II, 0, 12,34(59) | Uniform Edition: Longman, Green and Company, London, 1868- 1028 III, 0, 11,109(171) | pauselijke Universiteit Gregoriana (15 december 1979), 6: Insegnamenti 1029 II, 0, 12,34(58) | 15 augustus 1832): Acta Gregorii Papae XVI, I, 169-174; Pius 1030 III, 0, 4,86 | voor haar gelijktijdig een grens en een mogelijkheid is. 1031 III, 0, 4,85 | geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, Christus, Gods kracht en 1032 III, 0, 7,96 | verenigde leden ontstaan en groeien kan. Ten aanzien van de 1033 III, 0, 11,111 | bepaalt, dat de mens in zijn groeiproces in liefde, binnen de heilsgemeenschap 1034 III, 0, 8,99 | garandeert. Hun klassebelang, groepsbelang en nationaal belang brengt 1035 Greet | medebroeders in het bisschopsambt! ~Groet en apostolische zegen! ~ 1036 II, 1, 1,37 | samenhang moeten zeker de grondbegrippen van de menselijke vrijheid 1037 II, 1, 1,36 | werd zij uitgedaagd tot een grondig overdenken van de rol van 1038 Inl, 0, 2,5 | aangekondigd - “omvangrijker en grondiger de problemen die de eigenlijke 1039 I, 0, 6,13 | De geboden bieden dus de grondvoorwaarden voor de naastenliefde; tegelijkertijd 1040 Inl, 0, 1,1 | techniek is weliswaar een groots getuigenis van het vermogen 1041 III, 0, 11,109 | onvoldoende zijn om haar grootsheid (vgl. Eph. 3, 19), die niet 1042 II, 3, 1,66 | en volg Mijbetekent de grootst mogelijke lofprijzing van 1043 II, 1, 4,46 | scheppende instantie van haarzelf en van haar waarden. Op 1044 III, 0, 9,104 | waardeoordelen door elkaar gaat halen. ~Veelmeer moeten we de 1045 II, 1, 1,35 | onbegrensde vrijheid: ze moet halthouden voor deboom van kennis 1046 II, 4, 1,74 | Van de intentie van het handelend subject, van de omstandigheden - 1047 II, 3, 1,67 | menselijke persoon. Iedere handelingskeuze sluit altijd een betrekking 1048 II, 4, 1,75 | uitzonderingen onderhevige handelingsnormen beschouwd worden. ~Volgens 1049 II, 3, 1,67 | keuze voor een bepaalde handelwijze, met de waardigheid en de 1050 III, 0, 12,117 | verkondigen, maar niet met handige en slimme woorden, opdat 1051 I, 0, 8,19 | Persoon van Jezus zelf aan te hangen, om zijn leven en zijn lot 1052 II, 2, 2,61 | maar integendeel aan het hardnekkige zoeken naar de waarheid 1053 I, 0, 9,22 | Alleen omdat jullie zo hardvochtig bent, heeft Mozes jullie 1054 II, 1, 4,50 | natuur: ze zijn werkelijk harmonisch met elkaar verweven en ten 1055 III, 0, 9,103 | nieuw leven ingeblazen, in harmonische en vruchtbare verbinding, 1056 II, 0, 12,34 | vrijheid “hoogachten en er hartstochtelijk naar streven”, haar echter “ 1057 I, 0, 5,11 | de fundamentele kern, het hartstuk van de wet, waaruit de afzonderlijke 1058 III, 0, 8,100 | matigheid vraagt, om de hechting aan de goederen van deze 1059 I, 0, 5,10 | krachten. De geboden die ik u heden voorschrijf, moet ge in 1060 II, 1, 2,38 | gelijkenis met de Heer van het heelal voor een levend beeld bestemd, 1061 I, 0, 5,11 | heilig, heilig is de Heer der heerscharen” (Jes. 6, 3). ~Maar wanneer 1062 III, 0, 5,88 | oordeelskracht tegenover de heersende, ja zich opdringende cultuur 1063 III, 0, 8,99 | middel tot profijt van de heersenden. De wortel van het moderne 1064 II, 1, 2,38 | natuur, die geschapen is om heerseres over de andere schepsels 1065 III, 0, 8,98 | mensen en steeds breder en heftiger wordt het verlangen naar 1066 II, 4, 3,80(131) | van de Congregatie van de Heiligste Verlosser (September 1967): 1067 III, 0, 6,91 | gegeven hebben. Met hun heiligverklaring heeft de Kerk hun getuigenis 1068 III, 0, 11,111 | groeiproces in liefde, binnen de heilsgemeenschap op de goddelijke oproep 1069 I, 0, 9,23 | in het perspectief van de heilsgeschiedenis, die zich in Christus vervuld 1070 II, 1, 1,37 | waarde zou hebben, en een heilsorde, waarvoor alleen bepaalde 1071 II, 0, 11,28 | is).. de bron van iedere heilswaarheid en zedenleer”. 43 Getrouw 1072 III, 0, 7,95 | beperkingen oplegt aan de heilzame leer van Christus. Dit moet 1073 Inl, 0, 1,1 | bestaat altijd door het heimwee naar de absolute waarheid 1074 II, 2, 3,63 | gezond is, dan zal je lichaam helder zijn. Maar wanneer je oog 1075 II, 0, 12,34 | afhankelijkheid, die haar helderste en bindendste uitdrukking 1076 III, 0, 6,93 | waarbij hem de deugd van heldhaftigheid zal steunen, met welke hulp 1077 I, 0, 9,22 | omwille van het Rijk der hemelen” (Mt. 19, 12), maar een 1078 I, 0, 7,18 | volmaakt zijn, zoals ook jullie hemelse Vader het is” (Mt. 5, 48). 1079 III, 0, 12,116 | bisschopsambt, het hoort tot onze herderstaak, over de getrouwe weergave 1080 II, 4, 3,82 | liefde is. En daarom - we herhalen het nog eens - moet als 1081 III, 0, 12,115 | van de opvolger van Petrus herinnerd wordt. Ieder van ons kan 1082 I, 0, 5,9 | bemind te worden. Jezus herleidt de vraag naar het zedelijk 1083 II, 2, 1,56 | zijn en eencreatievehermeneutiek te rechtvaardigen, volgens 1084 III, 0, 12,115 | alles, waarom het bij de hernieuwde bekrachtiging van de universaliteit 1085 III, 0, 6,93 | het gebed tot af en toe heroïsche inspanningen opgeroepen, 1086 II, 1, 4,49 | steeds bestreden dwalingen heropleven, die de menselijke persoon 1087 II, 3, 1,67 | fundamentele optie precies dan herroepen, wanneer de mens in een 1088 I, 0, 5,10 | met de hele schepping te herstellen, en meer nog, om hem in 1089 II, 1, 2,38 | de aardse werkelijkheden, hetgeen betekent, datde geschapen 1090 II, 1, 3,43 | eeuwige intellect, dankzij hetwelk het een natuurlijke neiging 1091 III, 0, 11,110 | in samenwerking met het hiërarchisch leergezag tot taak stellen, 1092 III, 0, 11,113 | het juiste begrip van de hiërarchische structuur van het volk Gods. 1093 III, 0, 11,110 | zedelijke regels te erkennen. ~Hierbij komen de bijzondere opgaven 1094 II, 3, 1,68 | Overeenkomstig de logica van de hierboven geschetste posities zou 1095 III, 0, 5,89 | doen de waarheid niet.. Hierdoor weten we dat we Hem kennen: 1096 III, 0, 8,98 | religieuze gevoel rust en zich hierin voltooit. 154 ~ 1097 II, 1, 5,53(98) | gebied van de nieuwe wet hierop, dat het Woord de menselijke 1098 II, 4, 3,80(131) | verklaard. Wie ziet niet, dat hieruit een betreurenswaardig moreel 1099 III, 0, 7,97 | vruchtbare ontwikkeling hiervan. Vooral de geboden van de 1100 Slot, 0, 12,118 | mens tegen hem opgeworpen hindernissen ook zijn mogen, de Geest, 1101 II, 0, 12,34(59) | A letter addressed to His Grace the Duke of Norfolk: 1102 II, 1, 5,53 | tegenwoordige mens voor historiciteit en cultuur verleidt sommigen 1103 III, 0, 11,111 | van de zedelijkheid als historisch en sociaal feit bezighouden, 1104 II, 3, 1,65 | eigenlijke zin zedelijke hoedanigheid van de persoon hangt alleen 1105 I, 0, 5,10 | bevallen die hij liefheeft; hij hoeft naar geen andere, grotere 1106 I, 0, 9,24(34) | In Matthaeum, hom. I, 1: PG 57, 15. ~ 1107 III, 0, 6,91(143) | H. Beda Venerabilis, Homeliarum Evangelii Libri, II, 23; 1108 II, 1, 4,47 | voorhuwelijkse betrekkingen, homoseksuele relaties alsmede kunstmatige 1109 I, 0, 6,12 | verlaten heeft zal daarvoor het honderdvoudige ontvangen en het eeuwige 1110 II, 0, 12,34 | tijdgenoten, die de vrijheidhoogachten en er hartstochtelijk naar 1111 II, 3, 1,66 | noemen. Een soortgelijke hoogachting van de menselijke vrijheid 1112 II, 1, 4,47 | neigingenzouden - zo heet het -hoogstens een algemene oriëntering 1113 I, 0, 9,22 | jongeman: “Toen de jongeman dat hoorde, ging hij verdrietig weg: 1114 I, 0, 9,22 | Toen de leerlingen dat hoorden, schrokken ze erg en zeiden: 1115 III, 0, 4,85 | 2, 12). Haar duidelijke houvast - haar pedagogische “geheim” - 1116 III, 0, 6,92(145) | 2-3: Patres Apostolici, hrsg. F.X. Funk, I, 260-261. ~ 1117 III, 0, 6,93(146) | VII, 21, 24: PL 75, 778: “huius mundi aspera pro aeternis 1118 I, 0, 6,12 | die omwille van mijn Naam huizen of broeders, zusters, vaders, 1119 II, 2, 1,55 | rijpheid kunnen komen. Enkelen huldigen ook de opvatting, dat dit 1120 II, 4, 2,76 | van de berekening van de hulpbronnen en de winsten, de werkwijzen 1121 II, 1, 3,42 | verzekert van de juiste hulpmiddelen, daadwerkelijk en in naarstige 1122 II, 1, 5,52(94) | Geloofsleer, verklaring Persona humana (29 december 1975), nr. 1123 III, 0, 6,92 | uitzonderlijke” omstandigheden, eenhumane zinte willen geven, als 1124 II, 1, 1,37 | bepaalde, het zogenaamdehumanumbetreffende zedelijke normen 1125 II, 2, 3,64(111) | geloofsvrijheid Dignitatis humenae, 14. ~ 1126 II, 4, 3,80 | door middel waarvan de huwelijksdaad opzettelijk onvruchtbaar 1127 II, 1, 4,47 | de seksuele ethiek en de huwelijksmoraal betreffen. Op grond van 1128 II, 4, 3,81 | zichzelfzonden zijn (cum iam opera ipsa peccata sunt) - 1129 III, 0, 8,101 | aan geeft, dan kunnen de ideeën en overtuigingen gemakkelijk 1130 II, 4, 1,71(120) | theologiae, I-II, q. 1, a. 3: “Idem sunt actus morales et actus 1131 II, 4, 1,71 | onderhevig zijn, blijven nooit identiek met zichzelf, maar gaan 1132 III, 0, 8,100 | uit egoïsme, vanwege een ideologie, uit zucht naar winst of 1133 III, 0, 8,101 | Na de neergang van de ideologieën in veel landen, die de politiek 1134 III, 0, 6,92 | zinte willen geven, als illusoir en onjuist: meer nog, het 1135 III, 0, 11,111 | volledige ontplooiïng van de imago Dei, het beeld van God, 1136 III, 0, 11,110 | voor mogelijke, ook slechts impliciet bestaande dwalingen waarschuwt, 1137 II, 3, 2,70 | of van de naaste of een impliciete en niet overdachte afwijzing 1138 III, 0, 11,110 | handelingen, die op basis van hun in-wezen-slecht-zijn met deze eisen onverenigbaar 1139 II, 4, 3,79 | volle omvang, en daarmee met inachtneming van zijn natuurlijke neigingen, 1140 Slot, 0, 12,118(181)| O inaestimabilis delectio caritatis: ut servum 1141 III, 0, 9,104 | zelfgenoegzaam” geweten, dat zich inbeeldt, de wet zonder de hulp van 1142 II, 4, 1,75 | keuzen, die hij voltrekt, inbegrepen is: deze zijn voorwaarde 1143 Inl, 0, 2,4 | niet meer om beperkte en incidentele bezwaren, maar om het globaal 1144 II, 1, 4,48 | De menselijke persoon is, inclusief het lichaam, helemaal aan 1145 III, 0, 4,84 | voortgaande zelfvernietiging. Indien men naar bepaalde stemmen 1146 II, 0, 12,32 | consequenties loopt het individualisme uit op de ontkenning zelfs 1147 I, 0, 9,24 | Johannes in zijn eerste brief indringend in herinnering brengt: “ 1148 II, 4, 3,83 | uiteengezette theorieën, die indruisen tegen deze waarheid, afwijzen. ~ 1149 Slot, 0, 12,119 | vragen kan af en toe de indruk ontstaan, dat de christelijke 1150 II, 4, 1,71 | de H. Gregorius van Nyssa indrukwekkend constateert: “Alle wezens 1151 III, 0, 6,91 | het Oude Verbond komen we indrukwekkende getuigenissen van trouw 1152 II, 1, 4,49 | somt alsdoodzondenofinfame praktijkenenkele specifieke 1153 II, 4, 3,80 | verder tegen het leven zelf ingaat, zoals alle soorten van 1154 I, 0, 5,10 | onverdiende liefde van God ingebedde zedelijke leven ertoe geroepen, 1155 III, 0, 9,103 | door de genade nieuw leven ingeblazen, in harmonische en vruchtbare 1156 II, 1, 4,48 | en zintuiglijke krachten ingebonden zijn. De menselijke persoon 1157 II, 2, 2,60 | de objectieve norm diep ingegrift, die de overeenstemming 1158 II, 1, 3,44 | Onze Voorganger Leo XIII de ingeschapen onderschikking van het menselijk 1159 II, 3, 1,65 | keuze van concreet gedrag ingevoerd, een onderscheid, dat bij 1160 II, 0, 11,30 | ook de meest omstreden en ingewikkelde problemen op te lossen. 1161 II, 4, 2,76 | tegen het geloof of de deugd inging. ~ 1162 II, 4, 1,71 | geboorte volgt hier niet op een ingreep van buiten, zoals het bij 1163 II, 2, 1,55 | morele vraagstukken: zijn ingrepen zouden bij de gelovigen 1164 II, 3, 1,67 | rationele doelgerichtheid die inherent is aan het handelen van 1165 II, 1, 5,53(98) | niet zuiver formele maar inhoudelijk bepaalde karakter van de 1166 II, 4, 3,82 | nemen en een of andere door inhoudelijke gezichtspunten bepaalde 1167 III, 0, 6,91 | moeilijkste omstandigheden bindend inhoudt, dat men zich houdt aan 1168 I, 0, 5,10 | verschuldigde antwoord op de vrije initiatieven, waarin Gods liefde de mens 1169 II, 2, 2,59 | handelingen en tegelijk over hun initiator alsook over het tijdstip 1170 II, 1, 3,45 | 33), “geschreven niet met inkt maar met de Geest van de 1171 II, 1, 4,50(90) | vitae (22 februari 1987), inl. 3: AAS 80 (1988), 74; Vgl. 1172 II, 4, 1,72 | volmaakte geluk vindt. De inleidende vraag in het gesprek van 1173 Inl | Inleiding~ 1174 I, 0, 8,21 | Geest in ons. ~Door zijn inlijving in Christus wordt de christen 1175 I, 0, 7,18 | ontkenning of in elk geval een inperking van de eigen vrijheid. Wie 1176 II, 3, 1,66 | oorspronkelijke betekenis inprent, aan de moraal van het Verbond 1177 II, 2, 1,55 | bepaalde manier bij een juiste inschatting van de situatie behulpzaam 1178 II, 4, 1,75 | objectief zedelijk slechts insluiten. ~ 1179 III, 0, 11,109 | Theologische wetenschap die zich inspant om het geloof te begrijpen, 1180 II, 1, 5,51 | over het doorgeven en het instandhouden van het menselijk leven 1181 II, 0, 12,33 | gebruiken, gewoonten en instellingen van de mensheid besluit 1182 II, 2, 3,62 | waardigheid, omdat het, ook al instrueert het ons metterdaad op een 1183 II, 3, 1,67 | met de waardigheid en de integrale roeping van de menselijke 1184 II, 1, 1,37 | huidige moraaltheologie integreert, zonder het morele erfgoed 1185 III, 0, 4,84 | vraag, door de Kerk zelf een intensieve pastorale arbeid ontwikkeld 1186 II, 0, 11,30 | de morele reflexie in een interdisciplinair milieu te ontplooien, zoals 1187 III, 0, 7,97 | samenleven zowel op nationaal als internationaal niveau garanderen. ~ 1188 III, 0, 9,105(165) | De interpellatione David, IV, 6, 22: CSEL 32/ 1189 II, 0, 11,29 | discussies echter enkele interpretaties van de christelijke moraal 1190 III, 0, 7,95 | menselijke persoon weerspiegelt, interpreteert de Kerk de zedelijke norm 1191 II, 4, 3,80 | de Kerkin zich slecht” (intrinsece malum) genoemd worden: Ze 1192 II, 1, 2,40 | vereist creativiteit en inventiviteit, die de persoon eigen zijn, 1193 II, 2, 1,55 | terrein en met de veelvoudige invloeden van de maatschappelijke 1194 I, 0, 4,8 | namelijk met pedagogisch invoelingsvermogen en behoedzaamheid, terwijl 1195 II, 2, 1,56 | uitzonderingen op de algemene regels invoeren en zo toestaan om in de 1196 II, 4, 1,74 | noodzakelijkheid, om voor het verstand inzichtelijke, steeds steekhoudender argumenten 1197 II, 1, 5,52 | wetten beantwoorden aan inzichten van het praktische verstand 1198 II, 2, 3,63 | bestemming rationeel kan inzien, te vermengen of te verwisselen, 1199 II, 4, 3,81 | zonden zijn (cum iam opera ipsa peccata sunt) - schrijft 1200 I, 0, 9,24 | woorden: “Da quod iubes et iube quod vis” (Geef wat U gebiedt 1201 I, 0, 9,24 | diepe woorden: “Da quod iubes et iube quod vis” (Geef 1202 II, 0, 12,34 | deze zin placht kardinaal J.H. Newman, prominent voorvechter 1203 III, 0, 6,91 | 8-7, 70) en de apostel Jacobus (vgl. Hand. 12, 1-2), die 1204 I, 0, 3,6(13) | internationale jaar van de jeugd (31 maart 1985), nr 2-8: 1205 III, 0, 6,93(146) | Moralia in Job, VII, 21, 24: PL 75, 778: “ 1206 III, 0, 9,105 | schuld verzengend vuur” (vgl. Joel 2, 3). 165 ~ 1207 II, 4, 1,73(124) | Cyrillus van Alexandrië, In D. Johannis Evangelium, vol. III, ed. 1208 I, 0, 3,6(13) | brief Parati semper tot de jongeren van de wereld bij gelegenheid 1209 I, 0, 7,16 | geven, en ofschoon hij van jongsaf het zedelijke ideaal met 1210 I, 0, 4,8 | bestemming. Hij is een vrome jood, die zogezegd in de schaduw 1211 I, 0, 10,26 | christenen, die zowel uit het joodse volk als uit de andere volken 1212 II, 3, 1,66 | fundamentele gebod (vgl. Jos. 24, 14-25; Ex. 19, 3-8; 1213 II, 2, 3,63 | Wanneer nu het licht in jou duisternis is, hoe groot 1214 II, 0, 12,31(54) | op het 5e Internationale Juristencollege (10 maart 1984), 4: Insegnamenti 1215 III, 0, 6,94(147) | vivendi perdere causas!”: Juvenal, Satirae, VIII, 83-84. ~ 1216 III, 0, 6,94 | van de Latijnse dichter Juvenalis gelden: “Beschouw het als 1217 III, 0, 10,108 | Christus als waardevolle juwelen verder doorgeeft. Hij is 1218 III, 0, 6,91 | de Heer Jezus, die voor Kajafas en Pilatushet goede getuigenis 1219 Slot, 0, 12,120 | tijdens de bruiloft van Kana in Galilea, op: “Wat Hij 1220 III, 0, 6,91 | ze: “Het is mij van alle kanten benauwd; want doe ik het, 1221 II, 0, 12,34 | houden. 58 In deze zin placht kardinaal J.H. Newman, prominent voorvechter 1222 II, 2, 3,64 | de wijsheid en de andere kardinale deugden en, nog fundamenteler, 1223 III, 0, 12,116 | Kerk beroepen, de naamkatholiekte geven of, in het geval 1224 III, 0, 12,115 | Het is inderdaad de eerste keer dat het leergezag van de 1225 III, 0, 6,91 | voor het standbeeld van de keizer wierook te verbranden (vgl. 1226 I, 0, 8,21 | dit Brood eet en uit de Kelk drinkt, verkondigt gij de 1227 II, 0, 12,32 | voor het menselijk verstand kenbare universele waarheid over 1228 Slot, 0, 12,120 | Hoewel ze de zonde niet kende, is ze in staat, met elke 1229 I, 0, 10,27 | van de moraal tegenwoordig kenmerkend zijn en in welker omgeving 1230 II, 0, 11,29 | 29. Het kerkelijk denken over moraal, dat 1231 III, 0, 6,91 | degene in het donker van de kerker opgesloten, die gekomen 1232 III, 0, 10,106 | van fundamentele zedelijke kernpunten en waarden. De tegenwoordig 1233 III, 0, 10,108 | gevangenissen noch voor kettingen terwille van de naam van 1234 II, 3, 1,68 | vraag of sommige van zijn keuzebeslissingen en van zijn concrete handelingen 1235 II, 3, 1,65 | ligt en anders is dan de keuzevrijheid: zonder haar in acht te 1236 I, 0, 7,17 | verlangen naar volmaaktheid kan kiemen en rijpen, dus naar de verwerkelijking 1237 III, 0, 12,115 | genade en een teken van ons kindzijn van God in Jezus Christus 1238 III, 0, 8,99 | individu, noch de groep, de klasse, de natie of de staat. Ook 1239 III, 0, 8,99 | tussen mensen garandeert. Hun klassebelang, groepsbelang en nationaal 1240 II, 1, 3,43 | Concilie verwijst naar deklassiekeleer over de eeuwige wet 1241 III, 0, 9,105 | in het oog houdt, om deze klei te verstevigen, zo dat mijn 1242 II, 4, 1,74 | grooten de malazeer klein te maken”. ~Velen onder 1243 II, 4, 1,75 | hethogere goedof hetkleinere kwaad”, die in een bijzondere 1244 II, 3, 1,66 | vlees!” In deze vermaning klinken de woorden die eraan voorafgaan 1245 III, 0, 12,117 | de Kerk verkondigde woord klinkt in het binnenste van de 1246 III, 0, 4,87 | huis van de Heer zijn de knechten vrij. Vrij omdat niet de 1247 Slot, 0, 12,120 | uitverkoren werd? 184 Maria koestert en voltooit haar vrijheid, 1248 III, 0, 4,87 | geroepen, deel te nemen aan het koninkrijk van Christus aan het kruis ( 1249 Slot, 0, 12,118 | die, om de knecht vrij te kopen zijn Zoon geofferd heeft. 181 1250 III, 0, 5,89 | lamp aan om ze onder de korenmaat te zetten, maar men plaatst 1251 II, 3, 2,69 | de mens in staat is om in korte tijd de gemeenschapsbanden 1252 II, 3, 1,66 | schat in de akker en van de kostbare parel, waarvoor iemand zijn 1253 I, 0, 6,13 | voorschriften drukken bijzonder krachtig de absolute eis uit om het 1254 III, 0, 9,103 | Zoals de heilige Andreas van Kreta zegt, werd de wetdoor 1255 II, 1, 3,44 | voet zet, niet zit in de kring van de spotters; die veeleer 1256 II, 2, 1,55 | nemen. Ja, de voornoemde kritiek op de traditionele interpretatie 1257 III, 0, 10,107 | door de deelname aan het kruisoffer heeft de christen gemeenschap 1258 III, 0, 12,114 | houden de dwalingen die hun kudde bedreigen waakzaam op afstand ( 1259 II, 1, 4,47 | homoseksuele relaties alsmede kunstmatige bevruchting als zedelijk 1260 III, 0, 8,98 | toestanden in de wereld kweken en voeden. Maar zoals de 1261 III, 0, 10,108 | juist op deze machten en kwellingen van de aarde, bewapend en 1262 III, 0, 4,85 | tegenwoordig zoveel mensen kwelt: hoe kan de gehoorzaamheid 1263 II, 4, 1,75 | bestempelde bona direct kwetst, als zedelijk toelaatbaar 1264 II, 1, 5,53(100) | AAS 54 (1962), 792; vgl. “L”Osservatore Romano”, 12 1265 III, 0, 11,111(176) | de katholieke opvoeding, La formazione teologica dei 1266 III, 0, 8,101(160) | apostolische brief Christifideles laici (30 december 1988), 42: 1267 III, 0, 5,89 | steekt toch ook niet een lamp aan om ze onder de korenmaat 1268 III, 0, 8,101 | van de ideologieën in veel landen, die de politiek met een 1269 Inl, 0, 2,5 | sociaal leven. ~Als deze sinds lang verwachte encycliek pas 1270 III, 0, 8,98 | Zeker moet er nog een lange en moeizame weg afgelegd 1271 Slot, 0, 12,119 | het navolgen van Christus langzaam maar zeker de wezenlijke 1272 II, 4, 1,75 | voor andere, vroeger of later erbij betrokken personen 1273 II, 1, 4,48(86) | catholicae: DS, 902; concilie van Lateranen, oorkonde Apostolici regiminis: 1274 II, 1, 5,53 | verleden, zonder kennis van de latere vooruitgang van de mensheid, 1275 III, 0, 6,94 | moet de uitspraak van de Latijnse dichter Juvenalis gelden: “ 1276 II, 1, 3,45(84) | Epistulam ad Romanos, c. VIII, lect. 1. ~ 1277 II, 0, 11,30 | de zonde? Waar komt het leed vandaan, en welke zin heeft 1278 II, 2, 1,56 | waarheid voorgesteld. Naast het leerstellig-abstracte niveau zou dan de oorspronkelijkheid 1279 II, 2, 3,64 | dooriedere windstoot van leerstellige meningen, uitgeleverd aan 1280 I, 0, 10,26 | optreden van hen die met hun leerstellingen of met hun gedrag splitsingen 1281 Inl, 0, 2,4 | trekken van de zedelijke leertraditie op grond van bepaalde antropologische 1282 I, 0, 7,16 | een volheid, die boven de legalistische uitleg van de geboden uitstijgt, 1283 III, 0, 10,106 | culturele en maatschappelijke legitimatie opeisen. ~ 1284 II, 1, 5,53(99) | H. Vincenzo di Lerins, Comminitorium primum, c. 1285 III, 0, 5,88 | brengen, maar legt ze open!.. Let er dus zorgvuldig op, hoe 1286 II, 1, 3,43 | liefheeft en in de meest letterlijke, fundamentele betekenis 1287 II, 0, 11,30 | en van Christus Jezus die levenden en doden zal oordelen, bij 1288 I, 0, 3,6 | om zijn zedenleer op een levendige, indringende wijze nieuw 1289 III, 0, 10,107 | dezelfde liefde in al zijn levenshoudingen en gedragingen te leven. 1290 Slot, 0, 12,119 | openlegt en tegelijkertijd de levenskracht voor haar verwezenlijking 1291 II, 1, 4,47 | lichamelijke en historische levensomstandigheden. Het zou ook moeten letten 1292 II, 1, 4,46 | vooruitgang, bepaalde vormen van liberalisme hebben de twee begrippen 1293 I, 0, 9,24(31) | 176; Vgl. De gratia et libero arbitrio, XV: PL 44, 899. ~ 1294 II, 0, 12,31(54) | christelijke vrijheid en bevrijding Libertatis conscientia (22 maart 1986), 1295 III, 0, 6,91(143) | Venerabilis, Homeliarum Evangelii Libri, II, 23; CCL 122, 556-557. ~ 1296 II, 2, 2,58(103) | In Librum Sentent, dist. 39, a. 1, 1297 I, 0, 6,13 | persoon als geestelijk en lichamelijk wezen in zijn betrekking 1298 II, 1, 4,50 | Kerk manipulaties van de lichamelijkheid, die haar menselijke betekenis 1299 III, 0, 9,103 | en tirannieke wet in een lichte last en een bron van vrijheid 1300 III, 0, 6,93 | de maatschappij van zijn lichtende kracht beroofd wordt. Een 1301 II, 2, 3,63 | hoogste goed. Voor we ons zo lichtvaardig in naam van ons geweten 1302 III, 0, 9,102 | geboden, niemand mag dat lichtzinnige en door de Kerkvaders onder 1303 III, 0, 5,88 | is ontmoeting, dialoog, liefdes- en levensgemeenschap van 1304 II, 1, 3,45 | einddoel in het wijze en liefdevolle eeuwige plan, waarmee God 1305 I, 0, 8,19 | deelname aan zijn vrije en liefhebbende gehoorzaamheid jegens de 1306 I, 0, 8,20 | leerlingen zijt: wanneer u elkaar liefhebt” (Joh. 13, 34-35). ~Dit “ 1307 III, 0, 5,89 | slachtoffer, God tot een lieflijke geur” (Eph. 5, 1-2). ~ 1308 III, 0, 5,89 | in duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid 1309 II, 1, 1,36 | natuurlijke moraalwet horen, liet zien. 61 Daarenboven wilde 1310 III, 0, 6,94 | plaatsen en uit liefde voor het lijfelijke leven de eigenlijke reden 1311 III, 0, 4,84 | stemmen zou luisteren, dan lijkt het erop dat men niet meer 1312 II, 1, 2,40(72) | gelegenheid van hunad limina”-bezoek, (15 oktober 1988), 1313 II, 3, 1,66 | betekent de grootst mogelijke lofprijzing van de vrijheid en bevestigt 1314 II, 3, 1,68 | voegen. Overeenkomstig de logica van de hierboven geschetste 1315 III, 0, 6,94 | de kiem van de goddelijke logos, die in het hele mensengeslacht 1316 II, 0, 12,34(59) | Longman, Green and Company, London, 1868-1881), Bd. 2, S. 250. ~ 1317 III, 0, 8,100 | 25, 13-16), oneerlijke lonen (vgl. Dt. 24, 14-15; Jac. 1318 II, 0, 12,34(59) | Teaching (Uniform Edition: Longman, Green and Company, London, 1319 II, 4, 1,73 | verschijnen, opdat ieder het loon ontvangt voor wat hij in 1320 Inl, 0, 2,4 | huidige context het risico lopen, vervalst of ontkend te 1321 II, 2, 3,64 | geweten nooit vrijhei?” (los) vande waarheid, maar 1322 III, 0, 4,87 | zijn leven te geven als losgeld voor velen” (Mt. 20, 28). 141 ~ 1323 I, 0, 8,19 | hangen, om zijn leven en zijn lot te delen, om deelname aan 1324 III, 0, 11,110 | een voorbeeld te zijn van loyale, innerlijke en uiterlijke 1325 I, 0, 7,18 | is” (Mt. 5, 48). In het Lucas-evangelie preciseert Jezus de betekenis 1326 Slot, 0, 12,120 | edeler dan de Moeder Gods, of luisterrijker dan zij, die door de Luister 1327 I, 0, 5,11 | alleen God het Goede is, lukt het geen menselijke inspanning, 1328 II, 1, 2,41(74) | Augustinus, Enarratio in Psalmum LXII, 16: CCL 39, 804. ~ 1329 Slot, 0, 12,120 | ontvangt. Ze hoedt in haar maagdelijke schoot de mensgeworden Zoon 1330 Slot, 0, 12,120 | zich vooral richt tot de maagden, maar uiteindelijk in een 1331 II, 4, 3,81 | stelt categorisch vast: “Maak uzelf niets wijs! Hoerenlopers 1332 II, 1, 5,53 | worden, die Jezus juist daar maakte waar de sociale en culturele 1333 II, 1, 4,50 | niet als louter biologisch maatgevend begrepen worden, maar moet 1334 II, 2, 2,60 | geweten, dat de laatste maatgevende norm van de persoonlijke 1335 III, 0, 12,116 | te waken en de passende maatregelen te nemen, opdat de gelovigen 1336 II, 4, 1,74 | speciaal in zgn. pluralistische maatschappijen. ~ 1337 I, 0, 4,8 | zelfs louter schijnbare maatstaven en betekenissen van zijn 1338 II, 1, 1,36 | oorspronkelijke, totale machtiging van God aan de mensen zou 1339 III, 0, 8,101 | overtuigingen gemakkelijk voor machtsdoeleinden misbruikt worden. Een democratie 1340 Inl, 0, 2,4(8) | XXIII, encycliek Mater et magistra (15 mei 1961): AAS 53 (1961), 1341 I, 0, 6,15 | 15. In de bergrede die de Magna Charta is van de moraal 1342 I, 0, 10,26(38) | Ignatius van Antiochië, Ad Magnesios, VI, 1-2: Patres Apostolici, 1343 II, 1, 2,41 | God vereren. Deus semper maior. 74 ~ 1344 II, 4, 3,80 | zich slecht” (intrinsece malum) genoemd worden: Ze zijn 1345 II, 1, 4,50 | kan komen. Wanneer de Kerk manipulaties van de lichamelijkheid, 1346 III, 0, 6,91 | en werd zo ook als martelaar voorloper van de Messias ( 1347 III, 0, 8,101 | verbonden - waaronder vooral het marxisme - tekent zich nu een niet 1348 III, 0, 4,87 | de passie tegemoet (vgl. Mat. 26, 46) en geeft in zijn 1349 II, 1, 4,46 | Anderen menen dat bij het mateloze toenemen van de macht van 1350 Inl, 0, 2,4(8) | Johannes XXIII, encycliek Mater et magistra (15 mei 1961): 1351 II, 1, 4,48 | het kiezen van de vrijheid materieel noodzakelijke, maar voor 1352 I, 0, 6,15(25) | van Aquileia, Tractatus in Mathaeum, XX, I, 1-4: CCL 9/A, 291- 1353 III, 0, 8,100 | waardigheid de deugd van de matigheid vraagt, om de hechting aan 1354 II, 2, 1,56 | Krachtens dit beginsel matigt men zich aan om het toelaten 1355 I, 0, 9,24(34) | In Matthaeum, hom. I, 1: PG 57, 15. ~ 1356 I, 0, 6,12(20) | Vgl. H. Maximus Confessor, Quaestiones ad 1357 II, 1, 1,36 | universeel begrijpelijke en mededeelbare - karakter van de zedelijke 1358 III, 0, 6,92 | martelaarschap, wendt: “Hebt medelijden met mij broeders: verhinder 1359 II, 4, 1,75 | God, welwillendheid jegens medemensen, gerechtigheid enz.) en, 1360 III, 0, 9,103 | goddelijke genade en door de medewerking van de menselijke vrijheid 1361 II, 1, 2,39 | werkelijkheden, zo een namelijk dat meent, datde geschapen dingen 1362 II, 4, 3,80 | prostitutie, handel in meisjes en minderjarigen; schandelijke 1363 II, 4, 3,81(134) | Contra mendacium, VII, 18: PL 40, 528; vlg. 1364 Inl, 0, 2,4 | kwesties van de moraal mag mengen om de “gewetens te vermanen” 1365 III, 0, 11,112 | ontdekt worden. Het feit, dat menige gelovige handelt, zonder 1366 II, 0, 11,30 | verdragen. Zij zullen zich een menigte leraars aanschaffen naar 1367 III, 0, 11,113 | Ook als discussies en meningsverschillen in het kader van een representatieve 1368 III, 0, 11,111 | gebruik moet maken van de mens- en natuurwetenschap, niet 1369 I, 0, 3,7 | dat het verlangen van het mensenhart volledig vervult. ~Opdat 1370 II, 4, 1,73(123) | gestorven en daar er voor alle mensenslechts één uiteindelijke roeping 1371 III, 0, 4,87 | verantwoordelijkheid van de Mensenzoon die niet gekomen is om zich 1372 Slot, 0, 12,120 | haar maagdelijke schoot de mensgeworden Zoon van God tot op het 1373 II, 4, 3,80 | morele orde betekent en dus mensonwaardig is, ook al bedoelt men daarmee 1374 III, 0, 11,110 | Kerk voorgelegde moraal en mensvisie rust, steeds duidelijker 1375 III, 0, 6,92 | verheerlijking van het volkomenmenszijnen het warelevenvan 1376 III, 0, 5,88 | We staan tegenover een mentaliteit die vaak op ingrijpende 1377 I, 0, 7,17 | niet volmaakt? Omdatik merk dat in mijn ledematen een 1378 III, 0, 6,91 | martelaar voorloper van de Messias (vgl. Mc. 6, 17-29). Daarom “ 1379 II, 0, 12,32 | zedelijk oordeel komt. ~Zoals meteen en duidelijk zichtbaar is, 1380 I, 0, 5,10 | diepste gevoelens doorziet, mezelf bekijk, herken ik de geheimen 1381 II, 4, 3,83 | Joh. 14, 6), kan de mens middels zijn goede daden zijn roeping 1382 II, 3, 1,66 | maar wie zijn leven om mijnentwil en omwille van het evangelie 1383 III, 0, 9,105 | de heilige Ambrosius van Milaan: “De mens is niets waard, 1384 II, 0, 11,30 | in een interdisciplinair milieu te ontplooien, zoals dit 1385 II, 3, 2,70 | zon beslissing reeds een minachting van het goddelijk gebod 1386 III, 0, 8,99 | dit niet doen: tegen de minderheid optreden, haar buitensluiten, 1387 II, 4, 3,80 | prostitutie, handel in meisjes en minderjarigen; schandelijke arbeidsvoorwaarden 1388 I, 0, 7,18 | als dwang - om niet bij de minimumeisen van de wet te blijven staan 1389 I, 0, 6,15 | een niet te overschrijden minimumgrens verstaan mogen worden, maar 1390 II, 4, 3,80 | Kerk - zonder ook maar het minst de invloed te ontkennen 1391 II, 3, 2,69 | voegen zij eraan toe - is het minstens psychologisch moeilijk het 1392 II, 0, 12,34(58) | Gregorius XVI, encycliek Mirari vos arbitramur (15 augustus 1393 I, 0, 6,14 | bewonderenswaardige en niet mis te verstane wijze haar uitdrukking 1394 III, 0, 8,100 | prijsverhogingen door het misbruik maken van de onwetendheid 1395 III, 0, 4,86 | voor het ware en goede te misbruiken, en dat hij inderdaad er 1396 III, 0, 8,101 | gemakkelijk voor machtsdoeleinden misbruikt worden. Een democratie zonder 1397 II, 3, 2,70 | hangt dus samen met de miskenning van de katholieke leer over 1398 II, 1, 4,49 | vrijheid. Deze reductie miskent de morele betekenis van 1399 Slot, 0, 12,120 | het niet, dat de zondaar misleid wordt door hem, die doet 1400 Slot, 0, 12,118(181)| redimeres, Filium tradidisti”: Missale Romanum, In Resurrectione 1401 I, 0, 5,10 | van de mens verder hetmodelvan het zedelijk handelen 1402 II, 4, 2,77 | handeling zouden kunnen modificeren, maar niet haar morele species 1403 III, 0, 7,95 | Als lerares wordt ze niet moe, de zedelijke norm te verkondigen.. 1404 III, 0, 7,95 | strijdig zou zijn met een moederlijk gevoel van de Kerk. ~Deze 1405 Slot, 0, 12,120 | zondaar en houdt van hem met moederlijke liefde. Juist daarom staat 1406 III, 0, 7,95 | ontbreken. Maar in feite kan de moederlijkheid van de Kerk nooit gescheiden 1407 I, 0, 6,12 | broeders, zusters, vaders, moeders, kinderen of akkers verlaten 1408 II, 0, 11,29 | inspanning dankbaar aan en moedigen de theologen aan om verder 1409 Slot, 0, 12,119 | te moeilijk is, slechts moeizaam te begrijpen en bijna onmogelijk 1410 III, 0, 8,98 | moet er nog een lange en moeizame weg afgelegd worden, talrijke 1411 II, 2, 3,64 | de waarheden, die het al moest bezitten, terwijl het die, 1412 I, 0, 6,15(24) | Augustinus, De Sermone Domini in Monte, I, 1, 1: CCL 35, 1-2. ~ 1413 Slot, 0, 12,118 | te doen wat goed, edel, mooi is, wat God bevalt en volgens 1414 III, 0, 11,111(176) | arbeid met betrekking tot moraal-theologische vernieuwing uiteenzetten. ~ 1415 II, 0, 12,33 | tot een relativistische moraalopvatting. ~ 1416 III, 0, 10,107 | Daarom heeft de Kerk in haar moraalpedagogie steeds de gelovigen uitgenodigd, 1417 II, 1, 3,45 | Ook al is het in het moraaltheologische onderzoek de gewoonte, de 1418 III, 0, 4,84 | vraag, die de bovengenoemde moraaltheorieën op een bijzonder indringende 1419 II, 1, 3,44 | natuurwet en haar in haar moraalverkondiging opgenomen. Zo heeft Onze 1420 II, 4, 1,71(120) | a. 3: “Idem sunt actus morales et actus humani”. ~ 1421 III, 0, 6,93(146) | Moralia in Job, VII, 21, 24: PL 1422 I, 0, 5,9 | helderheid krijgt over het motief van zijn vraag. Degoede 1423 II, 2, 1,56 | pastoraleoplossingen te motiveren, die in tegenstelling met 1424 II, 4, 1,71(121) | Gregorius van Nyssa, De vita Moysis, II, 2-3: PG 44, 327-328. ~ 1425 III, 0, 6,93(146) | 24: PL 75, 778: “huius mundi aspera pro aeternis praemiis 1426 III, 0, 10,108(167) | Apostolische brief Evangelii muntiandi (8 december 1975), 75: AAS 1427 III, 0, 11,111 | de christelijke ascese en mystiek beschreven geestelijke proces 1428 II, 0, 11,30 | luisteren naar allerlei mythen. Maar gij, blijf nuchter 1429 II, 2, 2,59 | vrijspreekt of veroordeelt, al naargelang de menselijke handelingen 1430 II, 1, 3,42 | hulpmiddelen, daadwerkelijk en in naarstige toeleg”. 75 ~In zijn streven 1431 II, 2, 2,59 | de wet; het legt de meest nabije norm van de moraliteit van 1432 II, 1, 2,41 | persoon het beeld en de nabijheid van God erkennen, diein 1433 I, 0, 8,21 | Christus is niet een uiterlijke nabootsing, want ze raakt de mens in 1434 II, 1, 3,44 | zijn wet overpeinst dag en nacht” (Ps. 1, 1-2). “De wet van 1435 II, 4, 3,82 | het goede en evenzeer tot nadeel van de kerkelijke gemeenschap. ~ 1436 II, 2, 3,63 | gerechtvaardigd voelen, moeten we nadenken over de psalm: “Wie merkt 1437 Slot, 0, 12,120 | hart bewaart en daarover nadenkt (vgl. Lc. 2, 19), wordt 1438 Slot, 0, 12,119 | naar toe te leven. Laat hij naderen, geloven, zich aansluiten, 1439 I, 0, 3,7 | de Verlosser van de mens, nadert en hem de morele vraag stelt. 1440 III, 0, 6,92 | en sterven van mijn God nadoen”. 145 ~ 1441 II, 4, 2,77 | voorschreven, met bijzondere nadruk beklemtoont (vgl. Mc. 7, 1442 I, 0, 8,20 | door allen die Hem volgen, nagevolgd worden. Ze is hetnieuwe” 1443 II, 0, 11,29 | worden uitgenodigd, maar met name de theologen: “De gelovigen 1444 III, 0, 6,91 | Talloze andere martelaren namen eerder de vervolgingen en 1445 II, 1, 3,42 | de passies, zijn einddoel nastreeft in een vrije keuze van het 1446 III, 0, 9,102(162) | stuk citeert, komt uit De natura et gratia, 43, 50 (CSEL 1447 II, 1, 4,47 | tegenwerping van het fysicisme en naturalisme gemaakt: deze opvatting 1448 II, 1, 4,48 | de menselijke persoon van nature neigt. En aangezien de menselijke 1449 II, 3, 1,65 | gekozen, net als een louter natuurgebeuren en niet volgens de criteria 1450 III, 0, 11,111 | moet maken van de mens- en natuurwetenschap, niet aan het produkt van 1451 II, 2, 1,54 | wet verstaat, tenslotte nauw samen met de opvatting die 1452 I, 0, 7,16 | opgesloten eisen juist en nauwkeurig gewogen wordt. En, ofschoon 1453 II, 2, 1,55 | aanleiding tot pijnlijk nauwkeurige beschouwing van de universele 1454 II, 2, 3,64 | zekere leer van de Kerk nauwlettend in acht nemen. Volgens de 1455 II, 0, 11,29 | gelovigen moeten dus in nauwste verbinding met de andere 1456 III, 0, 5,89 | christenen van Ephese: “Weest navolgers van God, zoals geliefde 1457 II, 0, 11,30 | aan Timotheus aanneemt en navolgt: “Ik bezweer u voor het 1458 I, 0, 7,17 | preciseert hij: “Alleen: neem de vrijheid niet als uitvlucht 1459 I, 0, 9,24 | heilige Geest uit de hemel neerdaalde op de dag van Pinksteren, 1460 III, 0, 8,101 | Openb. 18, 2-3, 9-24). Na de neergang van de ideologieën in veel 1461 III, 0, 6,94(147) | Summum crede nefas animam praeferre pudori 1462 II, 2, 3,63 | hem niet om hem te doen neigen naar het hoogste goed. Voor 1463 I, 0, 8,20 | zichzelf verloochenen, hij neme zijn kruis op zich en volge 1464 II, 2, 2,58 | stem van God. Daarin en nergens anders in ligt het hele 1465 II, 2, 3,62 | altijd ook de dwaling kan nestelen. Het geweten is geen onfeilbare 1466 III, 0, 7,97 | van de menselijke sociale netwerken en de juiste en vruchtbare 1467 II, 0, 12,34 | zin placht kardinaal J.H. Newman, prominent voorvechter van 1468 II, 0, 11,30(50) | Kerk ten opzichte van de niet-christelijke godsdiensten, Nostra actate, 1469 II, 4, 1,74 | de niet-katholieken en de niet-gelovigen, speciaal in zgn. pluralistische 1470 II, 4, 1,74 | dialoog en samenwerking met de niet-katholieken en de niet-gelovigen, speciaal 1471 III, 0, 9,103 | dan is dat niet op het niet-volkomen-zijn van de verlossingsdaad terug 1472 II, 4, 1,75 | aard, een niveau, dat ook niet-zedelijk, fysisch, of ontisch wordt 1473 I, 0, 7,17 | dan de geboden!”; het is niettemin zeker, dat de ijver, die 1474 III, 0, 5,88 | nodig, dat de christenen de nieuwheid van hun geloof en zijn oordeelskracht 1475 I, 0, 6,14 | tweede van deze geboden de nieuwsgierigheid en de vraag van de wetgeleerde 1476 II, 0, 12,34 | nieuwe wijze en stellen nieuwsoortige criteria voor de zedelijke 1477 II, 3, 1,65 | een splitsing tussen twee niveaus van de zedelijkheid af te 1478 II, 1, 3,42 | vrije keuze, persoonlijk nl. van binnenuit bewogen en 1479 I, 0, 5,9 | de vraag aldus: “Waarom noem je Mij goed? Niemand is 1480 III, 0, 8,100 | van de onwetendheid en de noodsituatie van anderen (vgl. Am. 8, 1481 II, 4, 1,74 | zijn zij zich bewust van de noodzakelijkheid, om voor het verstand inzichtelijke, 1482 II, 0, 12,34(59) | to His Grace the Duke of Norfolk: Certain Difficulties Felt 1483 III, 0, 9,105 | in het afwijzen van het normbegrip op bijzondere manier tot 1484 II, 0, 11,30(50) | niet-christelijke godsdiensten, Nostra actate, 1. ~ 1485 II, 1, 1,35 | bezitten; ja, de waarheid zou notabene zelf als een schepping van 1486 Inl, 0, 2,4(8) | 50e verjaardag van Rerum novarum (1 juni 1941): AAS 33 (1941), 1487 III, 0, 10,108 | Geest - beklemtoonde reeds Novitianus en bracht daarmee het authentieke 1488 II, 0, 11,30 | mythen. Maar gij, blijf nuchter bij dit alles, aanvaard 1489 III, 0, 6,92 | vermaant Jezus ons: “Wat voor nut heeft het voor een mens 1490 II, 4, 2,78 | goede bedoeling, maar op nutteloze wijze handelt, omdat hem 1491 II, 4, 1,75 | wordt genoemd (betrokken op nuttigheden en schadelijkheden, die 1492 II, 4, 3,80 | getuigt het verstand, dat er objecten van de menselijke handelingen 1493 II, 1, 4,46 | methoden van wetenschappelijke objectivering, de technische vooruitgang, 1494 II, 1, 4,46 | voorliefde voor de empirische observatie, de methoden van wetenschappelijke 1495 II, 0, 12,33 | conclusies, die uit deze observaties legitiem te trekken zijn, 1496 II, 1, 4,46 | statistisch te vatten gegevens, observeerbaar gedrag of alleen met de 1497 I, 0, 7,18 | noodzakelijke weg tot de praktische oefening van de vrij gekozen en geleefde 1498 III, 0, 11,110 | te beschouwen. Bovendien oefent het leergezag een belangrijke 1499 II, 1, 2,38 | waardigheid en aan de naam van het Oerbeeld. 65 ~Reeds het regeren van 1500 Inl, 0, 1,1 | gevolg van de geheimzinnige oerzonde, begaan op aanstichten van


102-bezwe | bidt-gewog | gewoo-oerzo | offer-state | stati-waart | wacht-zwijg

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License