Chapter, Verse
1 Prol, 2 | van uw gehoorzaamheid weer tot Hem terug te keren van wie
2 Prol, 3 | 3 Tot u richten zich nu mijn woorden,
3 Prol, 5 | 5 dat Hij het tot een goed einde brengt, opdat
4 Prol, 5 | opdat Hij, die ons nu reeds tot zijn zonen heeft willen
5 Prol, 11| hij hore wat de Geest zegt tot de kerken". ~
6 Prol, 16| antwoordt: Ik, dan zegt God tot u: ~
7 Prol, 18| Mij aanroept zal Ik zeggen tot u: Hier ben ik". ~
8 Prol, 29| overtuigd zijn, dat zij tot het goede, dat in hen is,
9 Prol, 37| niet, dat Gods geduld u tot boetvaardigheid wil brengen?" ~
10 Prol, 42| ontvluchten en willen geraken tot het eeuwige leven, ~
11 Prol, 50| heeft, maar in zijn leer tot aan de dood in het klooster
12 1, 11 | grillen en hun onmatige zucht tot eten, en zijn in alle opzichten
13 2, 9 | Dan kan hij met de profeet tot de Heer zeggen: "Uw gerechtigheid
14 2, 14 | van zijn zonden wel eens tot hem kunnen zeggen: "Hoe
15 2, 39 | wachten staat met betrekking tot de schapen die hem zijn
16 5, 6 | 6 En tot de leraars zegt Hij in dezelfde
17 7, 5 | als wij snel willen komen tot die hemelse hoogte waarnaar
18 7, 23 | tegenwoordig is, omdat de profeet tot de Heer zegt: "Al mijn begeerte
19 7, 29 | kunnen zien "hoe wij ons tot het kwaad keren en slecht
20 7, 30 | is en wacht of wij niet tot inkeer willen komen, later
21 7, 30 | willen komen, later wellicht tot ons zeggen: "Dit hebt gij
22 7, 34 | hierin, dat men uit liefde tot God zich in volledige gehoorzaamheid
23 7, 34 | Hij is gehoorzaam geworden tot de dood".~
24 7, 36 | omdat de Schrift zegt: "Wie tot het einde toe volhard zal
25 7, 50 | met de profeet: "Ik ben tot niets geworden en zonder
26 7, 66 | hij: "Ik ga gebukt en ben tot het uiterste vernederd".~
27 7, 67 | heeft, zal hij die liefde tot God bereiken, die volmaakt
28 7, 69 | voor de hel maar uit liefde tot Christus en gedreven door
29 8, 1 | zeggen van begin november tot Pasen staat men op op het
30 8, 4 | Vanaf Pasen daarentegen tot aan bovenvernoemd begin
31 10, 1 | 1 Van Pasen tot begin november moet men
32 15, 1 | Van het heilig Paasfeest tot Pinksteren zingt men zonder
33 15, 2 | 2 Maar van Pinksteren tot aan het begin van de Vasten
34 15, 4 | gezongen tenzij van Pasen tot Pinksteren.~ ~ ~
35 17, 7 | avonddienst blijft beperkt tot vier psalmen met hun antifonen. ~
36 17, 9 | completen blijven beperkt tot drie psalmen. Deze psalmen
37 18, 5 | zo zingt men iedere dag tot aan de zondag in de Primen
38 18, 5 | zoals ze op elkaar volgen tot aan psalm 19, maar dan zó
39 18, 9 | te beginnen met psalm 119 tot en met psalm 127: dat zijn
40 18, 10 | psalmen worden in die uren tot aan de zondag telkens eender
41 18, 13 | beginnen bij psalm 109 en lopen tot psalm 147, ~
42 18, 14 | dat wil zeggen psalm 117 tot en met psalm 127 en bovendien
43 20, 2 | Hoeveel te meer dan moet men tot de Heer, de God van het
44 21, 1 | heilige levenswandel en tot dekenen aangesteld. ~
45 21, 3 | 3 Tot dekenen worden zodanige
46 21, 5 | hij éénmaal, tweemaal en tot driemaal toe terechtgewezen; ~
47 22, 4 | vertrek moet er voortdurend tot aan de ochtend een lamp
48 23, 4 | Als hij zelfs hierna niet tot inkeer komt, wordt hij,
49 28, 1 | men zijn toevlucht neemt tot lijfskastijding. ~
50 29, 3 | heengaat, moet men hem zo tot driemaal toe opnieuw opnemen,
51 31, 16 | vertraging om hun geen reden tot ontevredenheid te geven,
52 31, 16 | hij verdient "die reden tot ontevredenheid geeft aan
53 35, 14 | moeten zij daarmee wachten tot na het slotgebed.~
54 35, 18 | wordt eveneens door allen tot driemaal toe herhaald en,
55 40, 6 | zorgen, dat wij niet drinken tot verzadigens toe maar met
56 41, 1 | het heilig Paasfeest af tot Pinksteren eten de broeders
57 41, 2 | vrijdag wachten met eten tot het negende uur. ~
58 41, 5 | van hun werk geen reden tot klagen hebben.~
59 41, 6 | 6 Van 13 september tot het begin van de veertigdaagse
60 41, 7 | de veertigdaagse vasten tot Pasen eten zij tegen de
61 43, 2 | geen aanleiding te geven tot grappenmakerij. ~
62 43, 14 | tijd is, krijgt hiervoor tot tweemaal toe een terechtwijzing. ~
63 44, 3 | blijft hij zolang doen, tot de abt oordeelt, dat hij
64 48, 3 | 3 Van Pasen tot 14 september verrichten
65 48, 3 | de primen verlaten hebben tot ongeveer het vierde uur
66 48, 4 | tijd van het vierde uur tot het uur waarop zij de sext
67 48, 6 | opnieuw wat er te doen is tot aan de vespers. ~
68 48, 10 | 10 Van 14 september tot het begin van de vasten
69 48, 10 | moeten de broeders hun tijd tot aan het einde van het tweede
70 48, 11 | wordt de terts gehouden en tot aan de noon verrichten allen
71 48, 14 | zich van 's morgens vroeg tot aan het einde van het derde
72 48, 14 | bezig met hun lezing en tot aan het einde van het tiende
73 48, 15 | zij in volgorde van begin tot einde moeten lezen. ~
74 53, 15 | inboezemen leidt vanzelf wel tot eerbetoon.~
75 58, 8 | en moeilijke waardoor men tot God gaat moet hem worden
76 58, 9 | deze Regel van het begin tot het einde voorgelezen ~
77 59, 3 | 3 Met betrekking tot hun bezittingen beloven
78 61, 4 | hem wellicht niet juist tot dat doel gezonden heeft.~
79 62, 10 | Als hij ook dan nog niet tot inkeer komt en er aan zijn
80 63, 19 | onder toezicht, totdat zij tot de jaren van verstand gekomen
81 64, 7 | 7 Degene die tot abt is aangesteld moet altijd
82 65, 2 | kwaadaardige geest van hoogmoed tot zelfverheffing gebracht
83 65, 4 | alle aanleiding gegeven tot zelfverheffing, ~
84 65, 13 | enkeling geen reden meer heeft tot zelfverheffing, omdat meerderen
85 65, 15 | benoemt de abt zelf diegene tot zijn prior, die hij met
86 65, 18 | hoogmoed laat verleiden tot een verwaand gedrag, of
87 65, 18 | minachten, dan krijgt hij tot vier maal toe een mondelinge
88 65, 20 | Als hij zelfs dan nog niet tot inkeer komt, wordt hij ontzet
89 69, 3 | dat kan aanleiding geven tot ernstige geschillen. ~
90 70, 1 | klooster iedere gelegenheid tot aanmatiging voorkomen. ~
91 70, 4 | 4 De kinderen staan wel tot hun vijftiende jaar onder
92 71, 2 | deze weg der gehoorzaamheid tot God zullen geraken. ~
93 71, 8 | om voldoening te geven, tot die verstoordheid door een
94 72, 12 | 12 die ons allen tezamen tot het eeuwig leven moge geleiden.~ ~ ~
95 73, 2 | intussen haast heeft om tot de volle ontplooiing van
96 73, 4 | ons, hoe wij regelrecht tot onze Schepper kunnen geraken? ~
|